Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

5.1=planten bekijken ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4

Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Antwoorden Biologie Planten

PLANTEN VOORTPLANTING

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

Planten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai

Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO

Voortplanting bij planten

Bloemen. Duinroosje. Bloemen

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld.

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 6, Winter

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

De bouw en functie van Bloemen

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De bouw en functie van Bloemen

De bouw en functie van bloemen

Cursus Natuur-in-zicht

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

Voortplanting. Lesbrief. Werkgroep Schoolactiviteiten. I.V.N. afd.hengelo. Tel. O

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Opstel Biologie Bonenverslag

Aftekenlijst. Naam:

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1

Samenvatting Biologie Planten en dieren en hun samenhang

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea)

* Bloemen van heel dichtbij *

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Boombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34

Verslag Biologie Biologie dossier

Bouw en functie van de plant, De plant en zijn onderdelen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

T2. Planten Biosoft TCC - Lyceumstraat

Voortplanting bij bloemplanten. Volledige naam: Nummer: Klas:

Begrippenlijst Biologie Boek A

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34

Thema 4 Voortplanting

Over Lessenserie tuinbouw

Cellen aan de basis.

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

Het leven duurt niet eeuwig

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

3,5. Inleiding. Proef door een scholier 1511 woorden 25 mei keer beoordeeld

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop

1 Gras Bouw en leefwijze van planten Indeling van de grassen Mengselkeuze Kwaliteit van de graszode 17 1.

Cellen = de bouwstenen waaruit organismen zijn opgebouwd. Ieder rijk heeft zijn eigen soort cel.

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Informatie reader. Over bomen

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

Biologie ( havo vwo )

Bijlage VMBO-GL en TL

verspreiding van zaden

Aantekeningen Hoofdstuk 3 Voortplanting 3 VMBO KGT

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Pauze. Osmose. Fysiologie. Celdeling en groei. Plantencel. Differentiatie. En toen was er koffie!

Onderdelen van de cel

Bijlage VMBO-GL en TL

Onderdelen van de cel

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

BIOLOGIE VOOR JOU 4 vmbo-k THEMA1. Planten. Uitgeverij Malmberg

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

Bijen en bestuiving in de fruitteelt bij open teelten

Planten voor 1 vwo. esmee bogaart. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bijlage VMBO-KB biologie CSE KB. tijdvak 1

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Planten en de mens vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkbladen. Kiezen voor Bomen. voor de leerlingen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Praktische opdracht Biologie Cellen

Transcriptie:

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water met opgeloste stoffen Plant overeind houden Bladeren o Nerven voor transport water met opgeloste stoffen o Maken van voedingsstoffen m.b.v. fotosynthese Bloemen o Voortplanting > maken van zaden Plantencel bestaat uit: Celwand Celmembraan Cytoplasma Celkern Bladgroenkorrels Vacuole stevige laag om de cel heen vliesje om cel dat boel bij elkaar houdt en bepaalt wat cel in en uit gaat vloeistof in cel met opgeloste stoffen regelt alles in de cel en bevat DNA zitten in groene deel van de plant > fotosynthese uitvoeren (maken van voedingsstoffen) blaasje gevuld met vocht dat zorgt voor stevigheid van de cel Kruidachtige planten Houtachtige planten Water nodig in vacuole voor stevigheid (vacuole drukt daardoor tegen de celwand) Houtstof in de stam en takken voor stevigheid Voorbeeld: bomen en struiken Wortelharen zitten op uiteinde van wortels en nemen water met mineralen op. Bij beschadiging hiervan kan plant dus geen stoffen meer opnemen. Door alle organen van een plant lopen vaatbundels; groepjes van vaten. Er zijn 2 soorten vaten: 1. Houtvaten a. Water met mineralen vervoeren b. Van wortels richting bladeren = opwaartse sapstroom 2. Bastvaten a. Water met stoffen uit de bladeren (o.a. suikers) b. Van blad naar beneden = dalende sapstroom

Huidmondjes Liggen (met name in de onderkant) van bladeren Openingen in een blad waardoor een plant water kan verdampen/afgeven hierdoor blijft de sapstroom op gang Bij warm en droog weer gesloten In herfst laat boom zijn bladeren vallen voorkomen dat boom te veel water verliest Eerst verdwijnen de bladgroenkorrels uit de bladeren Vervolgens ontstaat een scheurlaag tussen bladsteel en stengel blad sterft en laat los Op de wond van de stengel (bladlitteken) ontstaat een kurklaag beschermt tegen uitdroging en ziekteverwekkers Leer ook bron 1 t/m 10 5.2 Een zaad is opgebouwd uit: Zaadhuid = stevig vlies voor bescherming Navel = hiermee zat de zaad vast aan de moederplant Poortje = gaatje in de zaadhuid naast de navel waarmee het zaad water kan opnemen / hierdoor vond de bevruchting plaats Hartvormig bultje Zaadlob = bevat het reservevoedsel Kiem > hieruit groeit het kiemplantje Ontkieming: Groei Zaadhuid neemt water op Zaadlobben zwellen op en zaadhuid knapt open Worteltje komt naar buiten Stengeltje en blaadjes komen naar buiten = het groter en zwaarder worden van een organisme Ontwikkeling = een organisme krijgt nieuwe onderdelen Takken: Eindknop Zijknop : hieruit groeit volgend jaar een nieuwe stengel : hieruit groeien volgend jaar nieuwe zijtakken Knopschubben : zitten om een knop, beschermen tegen kou en aanvreten insecten Ringlitteken : plek die achter blijft op de plek van de knopschubben als een eindknop in het voorjaar uitloopt

Deel tussen twee ringlittekens is precies 1 jaar oud Stam: Bestaat uit jaarringen = laagje houtcellen dat in 1 jaar gevormd is. Bestaat uit 2 lagen: Voorjaarshout grote cellen met dunne celwanden lichtbruin hout Zomerhout kleinere cellen met dikke celwanden donkerbruin hout Aan de buitenkant van de stam zit een dun groeilaagje, die nieuwe houtcellen maakt. Het oudste hout zit dus in het midden van de stam. Leer ook bron 1, 2, 4 en 5 5.3 Onderdelen bloem: Bloembodem Kelkbladeren Kroonbladeren Meeldraden Stamper Nectarkliertjes Zitten onderdelen van de bloem op vast Beschermen de bloem als die in de knop zit tegen kou, uitdroging en beschadiging (vraat) Insecten lokken Mannelijk voortplantingsorgaan Bestaat uit helmdraad en helmknop (bevat stuifmeel) Vrouwelijk voortplantingsorgaan Bestaat uit vruchtbeginsel, stijl en stempel Nectar maken om insecten te lokken Bestuiving = overbrengen van stuifmeel van de meeldraden naar de stamper Insectenbloemen Grote, opvallende/gekleurde kroonbladeren Ruiken sterk Maken nectar Meeldraden en stamper steken minder ver uit de bloem Kleverig en minder licht stuifmeel Windbloemen Kleine, groene kroonbladeren Geurloos Geen nectar Meeldraden en stamper steken ver uit de bloem Heel veel en licht stuifmeel Twee soorten bestuiving: 1. Kruisbestuiving = stuifmeel gaat van de ene bloem naar een andere bloem van dezelfde soort 2. Zelfbestuiving = stuifmeel komt op een bloem van dezelfde plant terecht Bestuiving en bevruchting: Een bij zuigt nectar uit de bloem, waarbij stuifmeelkorrels aan de bij blijven plakken. De bij gaat naar een andere bloem en de stuifmeelkorrels blijven plakken aan de stempel Uit de stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis De stuifmeelbuis groeit naar beneden richting het zaadbegingsel

De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel Uit de bevruchte eicel ontstaat een zaad Uiteindelijk verschrompelen de kroon en kelkbladeren en groeit het vruchtbeginsel sterk Zaadverspreiding: 1. M.b.v. dieren (vruchten eten en uitpoepen, kleven aan vacht dier) 2. M.b.v. wind 3. Door plant zelf, bijv. springzaad Organismen hebben dus een levenscyclus: Zaad ontkiemt plant groeit en vormt bloemen uit bloem ontstaan vruchten en zaden zaden worden verspreid Er zijn 1-jarige, 2-jarige of meerjarige planten Leer ook bron 1 t/m 4 5.4 Fotosynthese = het maken van glucose (soort suiker) in bladgroenkorrels Koolstofdioxide + water +licht glucose + zuurstof Koolstofdioxide haalt plant uit lucht met huidmondjes Water neemt plant op met wortelharen Met behulp van glucose kan een plant andere stoffen maken: Zetmeel (opslaan in wortels en zaden) = reservestof Vetten (opslaan in zaden) = reservestof Eiwitten (nodig voor de groei van de plant) = bouwstof Opslag van reservestoffen: In knollen = verdikte wortels of ondergrondse stengels In bollen = verdikte bladeren In zaden Leer ook bron 1, 3, 4 en 5 5.5 Verdieping Akkerbouw > 1 soort gewas op groot akker Tuinbouw > vooral groente en fruit, op minder grote akkers Glastuinbouw > in kassen Geslachtelijke voortplanting = voortplanting waarbij wel bevruchting plaats vindt

Ongeslachtelijke voortplanting = voortplanting waarbij geen bevruchting plaats vindt; hierbij groeit een stukje van de volwassen plant uit tot een nieuwe plant. Bijvoorbeeld: Uitloper = lange stengel (boven de grond) waaruit nieuwe plant groeit Wortelstok = lange stengel die onder de grond groeit, waaruit nieuwe plant groeit Knollen = verdikte stengels die uitlopers kan vormen Bollen = verdikte bladeren (rokken), met daartussen klisters (hieruit kan nieuwe bol groeien) Stekken = stukje van plant afsnijden dat vervolgens wortels gaat maken (nieuwe plant) Veredelen = je kruist geschikte plantenrassen en selecteert vervolgens de beste nieuwe plantjes Leer ook bron 2 en 4