Stap 1: Het kiezen van een onderwerp Kies een onderwerp dat je aanspreekt of waar je veel van af weet of waar je graag meer over te weten wilt komen. Klaar? Kleur vakje 1 van het stappenblad. Stap 2: Materiaal verzamelen Je gaat nu zoveel mogelijk materiaal verzamelen voor je werkstuk. Ga hiervoor naar de bibliotheek, kijk op het internet en zoek thuis naar informatie. Klaar? Kleur vakje 2 van het stappenblad. Stap 3: Keuzes maken Lees een aantal boeken een goed door om je in te lezen in het onderwerp. Je kunt dan makkelijker een keuze maken wat er wel en niet in jouw werkstuk komt. Als je een interview of onderzoekje wilt doen, bepaal je wie je gaat ondervragen en welke vragen je gaat stellen. Tip: zet de vragen van te voren op papier. Klaar? Kleur vakje 3 van het stappenblad. Stap 4: Indeling maken Je gaat de informatie die je gevonden hebt verdelen over een aantal hoofdstukken. Ga dan diep nadenken: waar denk je aan bij dit onderwerp? Zet die trefwoorden op het vel papier. Bedenk vragen bij de woorden die je hebt opgeschreven. Dit zijn de deelvragen. Maak van die vragen een mooi verhaal. Dit is je hoofdstuk. Klaar? Kleur vakje 4 van het stappenblad. *****Je moet minimaal 5, maximaal 7 hoofdstukken maken.*****
Stap 5: De hoofdstukken in het klad schrijven Let erop dat je de tekst in je eigen woorden schrijft eb dat je de informatie die je opschrijft ook echt begrijpt. Schrijf dus niet zomaar hele stukken tekst over uit een boek en kopieer niet letterlijk hele stukken tekst van internet! Let op schrijffouten en gebruik de spellingscontrole op je computer. ( extra, spellingscontrole ). De informatie die je geeft moet minimaal 6 geschreven bladzijdes zijn, tot een maximum van 10 blaadjes. Als je gaat typen zijn dit 5 tot maximaal 8 bladzijdes. Lettertype kiezen uit: Arial Times New Roman Tahoma Courier Puntgrootte 12 Lees je werk kritisch door, laat je kladversie ook aan een volwassene lezen voordat je naar stap 6 gaat. Klaar? Kleur vakje 5 van het stappenblad. Na stap 5 moet je een afspraak maken met je juf of meester om te laten zien wat je tot nu toe hebt gedaan. Misschien kan hij/zij je nog goede tips geven!
Stap 6: Het echte werkstuk maken Je echte werkstuk heeft de volgende opbouw: Voorkant ( Omslag) Titelblad Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstukken Nawoord Boekenlijst.( Bronnenlijst/Bibliografie) De delen moeten in bovengenoemde volgorde in je werkstuk staan. Voorkant/Omslag. Het werkstuk moet worden ingeleverd in een plastic mapje met doorzichtige voorkant. De afzonderlijke pagina s mogen niet in plastic hoesjes worden opgeborgen.
Titelblad. Op het Titelblad. titelblad moeten de volgende delen voorkomen. Op het titelblad moeten de volgende delen voorkomen. Titel Titel (beginnend (beginnend met hoofdletter; met hoofdletter; eindigend eindigend zonder zonder punt) punt) Naam Naam Groep Klas Vak Vak Rechts onder aan de pagina.. Naam Docent juf/meester Inleverdatum Inleverdatum zoals zoals afgesproken afgesproken Eén of Eén meer of meerdere illustraties. illustraties (illustraties mogen niet overheersend zijn) (plaatjes (illustraties moeten moeten passen passen bij het bij onderwerp) werkstuk) Voorbeeld. Bijvoorbeeld: Katachtigen Originele en duidelijke titel Plaatje passend bij het onderwerp Naam: Jan de Vries Groep : 7 Juf: G. Hiemstra Datum: 12 mei 2002 Lettertype kiezen uit: Arial Times New Roman Tahoma. Courier Puntgrootte 12.
Inhoudsopgave. In de inhoudsopgave worden alle delen genoemd waaruit het werkstuk bestaat. Achter ieder deel staat vermeld op welke bladzijde dit deel begint. Alle bladzijden van het werkstuk moeten worden genummerd, te beginnen bij de inhoudsopgave. De inhoudsopgave mag niet in verhaalvorm staan. Van alle hoofdstukken moeten zowel de titel als het hoofdstuknummer worden vermeld. Op de pagina met inhoudsopgave mogen geen illustraties en andere teksten voorkomen. Voorbeeld: Inhoudsopgave Inhoudsopgave blz. 1 Inleiding blz. 2 Hfst. 1 + titel - blz. 3 en 4 Hfst. 2 + titel - blz. 5 Hfst. 3 + titel - blz 6 en 7 Hfst. 4 + titel - blz. 8 en 9 Enz. Conclusie - blz. 10 Bronvermelding - blz. 11 Inleiding. Op de pagina met de inleiding mogen geen illustraties en andere teksten voorkomen. In de inleiding moeten vermeld worden: Wat je over dit onderwerp te weten wilde komen. Hoe je te werk bent gegaan bij het maken van dit werkstuk. Zorg ervoor dat door het lezen van de inleiding de lezer nieuwsgierig wordt en verder wil lezen.
De hoofdstukken. Je hebt je onderwerp gekozen. Ga dan diep nadenken: waar denk je aan bij dit onderwerp?zet die trefwoorden op het vel papier. Bedenk vragen bij de woorden die je hebt opgeschreven. Dit zijn de deelvragen. Maak van die vragen een mooi verhaal. Dit is je hoofdstuk. De kern moet in hoofdstukken worden verdeeld. In de hoofdstukken wordt uitleg en informatie gegeven die van belang zijn om een antwoord te geven op de deelvragen en uiteindelijk ook op de hoofdvraag. Maak de hoofdstukken niet te lang. Je kunt een hoofdstuk in paragrafen onderverdelen. Ieder hoofdstuk heeft een nummer en een titel van hooguit één regel. Ieder hoofdstuk begint op een nieuwe pagina. De teksten van de kern en de hoofdstukindeling moeten logisch zijn opgebouwd. Als er afbeeldingen/plaatjes worden gebruikt moeten deze passen bij de tekst. Plaatjes moeten van goede kwaliteit zijn. Geef bij een afbeelding aan wat je ziet. Moeten plaatjes worden uitgeknipt en opgeplakt, doe dit dan netjes. Nawoord. Op de bladzijde met het nawoord mogen geen illustraties en andere teksten voorkomen. De conclusie moet aansluiten bij de inleiding. o In het nawoord vertel je hoe je zoektocht naar jouw onderwerp is gegaan. Is het mee gevallen, is het tegen gevallen, kon je wel genoeg informatie vinden enzovoort.
Boekenlijst. Alle bronnen die bij het maken van het werkstuk zijn gebruikt moeten hier worden vermeld. De bronnen moeten worden onderverdeeld in: boeken, tijdschriften/kranten, CD-roms, internet. Boeken: Van gebruikte boeken moeten worden vermeld: De titel Naam schrijver Tijdschriften: Kranten: CD-roms: Internet: Van gebruikte tijdschriften moeten worden vermeld: Naam van tijdschrift, Jaargang + nummer, Titel van het artikel, Naam van de schrijver. Van gebruikte kranten moeten worden vermeld: Naam van krant, Datum, Titel van het artikel, Naam van de schrijver. Van gebruikte CD-roms moeten worden vermeld: De titel, De uitgever. Bij informatie die van het Internet is verkregen moeten worden aangegeve De adressen van de geraadpleegde websites (=homepage) Klaar? Kleur vakje 6 van het stappenblad.
Stap 7: het inbinden van je werkstuk Om het werkstuk goed te kunnen doorbladeren en te lezen moet je het inbinden tot een boekje, zodat het lang mooi blijft. Je hebt er ten slotte hard aan gewerkt! Je kunt hiervoor bijvoorbeeld een snelhechter gebruiken. Klaar? Je mag nu stap 7 aftekenen en erg trots zijn op jezelf.. Je werkstuk is klaar! Bij de beoordeling worden alle bovenstaande punten en tips beoordeeld. Bewaar dit blad dus goed! P.S. Niet vergeten om het op tijd in te leveren!
Dit plan is van: Ik ga een werkstuk maken over:.. Motivatie: Stap Datum Klaar? 1. Kiezen van het onderwerp. Onderwerp doorgeven aan juf/meester 2. Materiaal verzamelen 3. Keuzes maken 4. Indeling maken 5. De hoofdstukken in het klad schrijven. Laten zien aan juf/meester 6. Het echte werkstuk maken 7. Het inbinden van je werkstuk Inleveren bij juf/meester Beoordeling: Naam leerling:
Onderdeel Lay-out en verzorging De leerling is alle eisen die in de werkstukwijzer zijn gesteld aan lay-out en verzorging nagekomen. (lettergrootte klopt, paginanummering, afbeeldingen zijn met zorg toegevoegd, inhoudsopgave is aanwezig, het werkstuk omvat de juiste onderdelen en in de juiste volgorde ). Titel De leerling heeft een originele, maar ook een duidelijke titel bedacht die goed aangeeft waar het werkstuk over gaat. Inleiding In de inleiding geeft de leerling op een boeiende manier uitleg over waarom hij/zij dit onderwerp heeft gekozen en de lezer krijgt na de inleiding zin om verder te lezen De kern/de hoofdstukken De leerling heeft goed en volledig antwoord gegeven op de deelvragen die bij het hoofdstuk horen. De leerling heeft de informatie over de hoofdstukken goed geordend, de lezer kan het verhaal blijven volgen. De leerling laat zien dat hij/zij veel weten over het onderwerp. De leerling geeft ook echt antwoord op de deelvragen. Nawoord Boekenlijst De boekenlijst bestaat uit zowel boeken als internetbronnen. De titels en de sites zijn op de juiste wijze vermeld. Nakomen van afspraken De leerling heeft op tijd zijn/haar opzet ingeleverd en andere opdrachten uitgevoerd, het werkstuk is zonder problemen op tijd ingeleverd. Schrijfvaardigheid De tekst is in een prettige stijl geschreven. De zinnen kloppen, er staan weinig taalfouten en weinig typefouten. De tekst is niet letterlijk overgenomen uit een boek of van internet, de leerlingen hebben alles in eigen woorden geschreven. Te behalen punten 3 1 2 5 2 1 1 3 Behaalde punten Totaal aantal punten 18 Puntenverdeling Goed: 18-15 RuimVoldoende: 14.5-13 Voldoende: 12.5-10.5 Matig: 10-8.5 Onvoldoende: 8-1