KWALITEITSONDERZOEK MBO

KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC West Brabant Prinsentuin College Plaats :Breda, Etten Leur BRIN nummer :21CY Onderzoeksnummer :289274 Datum onderzoeken :6 en 7 juni 2016 Datum vaststelling :10 oktober 2016 3257863/12

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Conclusies en vervolgtoezicht... 3 2.1 Conclusie... 3 2.2 Vervolg... 4 3 Resultaten van het onderzoek... 5 Bijlage... 15 Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden... 15

1 Inleiding In dit rapport staan de uitkomsten van de kwaliteitsonderzoeken, die de Inspectie van het Onderwijs op 6 en 7 juni 2016 heeft uitgevoerd bij het Prinsentuin College, vallend onder het bevoegd gezag van ROC West- Brabant. Deze onderzoeken hebben betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. De inspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015 (zie www.onderwijsinspectie.nl). Aanleiding voor deze kwaliteitsonderzoeken In het onderzoek Staat van de instelling, waarvan het rapport op 2 oktober 2015 is vastgesteld, zagen we veel risico s voor de kwaliteit van het onderwijs. Dat was de aanleiding om intensief aanvullend vervolgtoezicht uit te voeren bij ROC West- Brabant Prinsentuin College. Het aantal geconstateerde risico s in combinatie met het onvoldoende niveau van de kwaliteitsborging leidde tot uitgebreide toezichtactiviteiten. We hebben bij onderstaande opleidingen zelf een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er sprake is van tekortkomingen. Het onderzoek richtte zich bij beide opleidingen op de kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, opbrengsten, kwaliteitsborging en de naleving van wettelijke vereisten. Gebied Opbrengsten Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten Bc 042 97440 Bloemendetailhandel (Manager bloembinden) Bc 056 97330 Medewerker dierverzorging Gebied Examinering en diplomering 97440 Bloemendetailhandel (Manager bloembinden) 97330 Medewerker dierverzorging Leerweg, niveau, locatie Leerweg bol, niveau 4, locatie Frankenthalerstraat 15 Breda Leerweg bol, niveau 2, locatie Frankenthalerstraat 15 Breda Tijdens de kwaliteitsonderzoeken hebben we informatie over de instelling en opleidingen geanalyseerd. Op locatie zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd, documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is onder andere gesproken met studenten, docenten, een assessor, het management, de programmamanager en een vertegenwoordiger van de raad van bestuur. In dit rapport starten we met de conclusies van de kwaliteitsonderzoeken en geven we aan wat het vervolg is (hoofdstuk 2). Vervolgens zijn de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken beschreven (hoofdstuk 3). De normering van de onderzochte kwaliteitsgebieden is als bijlage opgenomen. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo West Brabant Prinsentuin College pagina 1 van 16

Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 2 van 16

2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk staan de conclusies van de kwaliteitsonderzoeken en beschrijven we het vervolg. De toelichting op de beoordeling staat in hoofdstuk 3. 2.1 Conclusies We concluderen dat bij de opleiding Manager bloembinden het kwaliteitsgebied examinering en diplomering voldoende is. Ook de wettelijke vereisten voldoen. Het kwaliteitsgebied onderwijsproces is onvoldoende en omdat het aantal instellingsverlaters onder de grens van 12 studenten is worden de opbrengsten niet beoordeeld. Over de naleving van de wet op het gebied van kwaliteitsborging (WEB, art. 1.3.6) doen we op dit moment geen uitspraak omdat de verbetertermijn naar aanleiding van het rapport over de Staat van de Instelling 2015 nog niet verstreken is. In het najaar van 2016 wordt het onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) op het niveau van het Prinsentuin College uitgevoerd. Dan wordt ook de kwaliteitsborging beoordeeld. Bij deze opleiding zullen we vervolgtoezicht uitvoeren, vanwege onvoldoende onderwijsproces. In onderstaande paragraaf is aangegeven wat het vervolgtoezicht inhoudt. We concluderen dat bij de opleiding Medewerker dierverzorging de kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering en opbrengsten voldoende zijn. Ook de wettelijke vereisten voldoen. Over de naleving van de wet op het gebied van kwaliteitsborging (WEB, art. 1.3.6) doen we op dit moment geen uitspraak omdat de verbetertermijn naar aanleiding van het rapport over de Staat van de Instelling 2015 nog niet verstreken is. In het najaar van 2016 wordt het onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) op het niveau van het Prinsentuin College uitgevoerd. Dan wordt ook de kwaliteitsborging beoordeeld. Bij deze opleiding zullen we geen vervolgtoezicht uitvoeren. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 3 van 16

2.2 Vervolg We voeren bij de opleiding Manager bloembinden vervolgtoezicht uit, omdat we niet alle kwaliteitsgebieden als voldoende hebben beoordeeld. Het vervolgtoezicht richt zich op de geconstateerde tekortkomingen binnen het onvoldoende kwaliteitsgebied. In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. 97440, Manager bloembinden Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs*. Na circa een jaar een onderzoek naar kwaliteitsverbetering *Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 4 van 16

3 Resultaten van het onderzoek In dit hoofdstuk lichten wij het resultaat per kwaliteitsonderzoek toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed, voldoende, onvoldoende, slecht) en verantwoorden ons hierover. Het oordeel per gebied is gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende aspecten. Daarna verantwoorden we ons over het oordeel per onderzocht gebied. 3.1 Opleiding Manager bloembinden Het kwaliteitsonderzoek bij de opleiding 97440, Manager bloembinden, niveau 4, bol, locatie Frankenthalerstraat 15 te Breda heeft geleid tot de volgende oordelen. Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten Geen oordeel 4. Kwaliteitsborging Geen oordeel Voldoet Voldoet niet 5.Naleving wettelijke vereisten Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* Geen oordeel 4.2 Beoordeling* Geen oordeel 4.3 Verbetering en verankering* Geen oordeel 4.4 Dialoog en verantwoording Geen oordeel Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 5 van 16

Beschouwing Algemeen Het huidige team Bloem & Styling is weer terug naar de situatie zoals die van voor de vorige herindeling. Ze voelen zich weer een team omdat ze al jaren op elkaar ingespeeld zijn. De keerzijde is mogelijk dat het team op de automatische piloot vaart wat betreft het didactisch handelen en daardoor te weinig kritisch is naar elkaar. Het team zal op het gebied van kwaliteitsborging nog slagen moeten maken om eenduidigheid en structuur bij de uitvoering van processen te kunnen borgen. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aan het kernaspect didactisch handelen en aan het aspect maatwerk. Het programma kent voldoende samenhang, maar biedt onvoldoende maatwerk. Het onderwijsmodel met bijbehorende geïntegreerde leerarrangementen vormt de rode draad in het onderwijsproces. De leerarrangementen sluiten aan bij de werkprocessen en kerntaken uit het kwalificatiedossier. De theorie en praktijk hangen onderling met elkaar samen door een mix van theorie- en praktijklessen en de beroepspraktijkvorming. De avo-vakken zijn separaat geprogrammeerd en gericht op de generieke eisen van het vigerende kwalificatiedossier. Maatwerk is als onvoldoende beoordeeld, omdat er weinig rekening gehouden wordt met de verschillen tussen studenten. Uitgangspunt is het minimumniveau dat door alle studenten beheerst moet worden. Voor studenten die meer uitdaging zoeken biedt het programma nog te weinig mogelijkheden. Er is geen aanbod op grond van de leerbehoeften of leercapaciteiten van individuele studenten. De studenten die qua vooropleiding en/of capaciteit de opleiding versneld zouden kunnen afronden, wordt deze mogelijkheid niet structureel geboden. Vrijstellingen voor havisten zijn in principe mogelijk, zij kunnen instromen in het tweede jaar. De leertijd en de leeromgeving beoordelen we als voldoende. Het didactisch handelen beoordelen we als onvoldoende. Studenten waarderen de vakkennis van docenten maar merken op dat er veel verschil is in kwaliteit in lessen. Iedere docent is vrij om zijn eigen didactische aanpak te kiezen en niet iedere aanpak sluit aan op deze doelgroep. Ook het geven van feedback op de leeractiviteiten en leerresultaten verdient de aandacht. Feedback vindt wel plaats, maar richt zich dan vooral op het resultaat. Minder aandacht is er voor het proces dat de student volgt om tot het eindproduct te komen. Hierdoor leidt de feedback niet tot meer inhoudelijk inzicht omdat het accent bijvoorbeeld meer komt te liggen op de vormgeving van het eindproduct. Voor de didactische en pedagogische aanpak van enkele avo-vakken geldt dat de benadering van docenten onvoldoende motiverend is voor de studenten om de lessen te volgen of om een actieve bijdrage te leveren. Dit is ook door ons geobserveerd. Er waren maar weinig studenten betrokken bij de les en het effectief leren (leerrendement) tijdens deze lessen was beperkt. Dat hangt ook samen met het feit dat deze lessen minder gestructureerd waren dan de beroepsgerichte lessen waardoor studenten moeite hadden om de lesstof te volgen. Het klassenmanagement kan dan ook versterkt worden. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 6 van 16

De werkdruk is verder evenwichtig verdeeld over de opleidingsduur en de leertijd wordt voldoende benut. Er heerst een prettig schoolklimaat met een respectvolle sfeer, waarbij de opleiding beschikt over voldoende geoutilleerde leeromgevingen. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. Met alle studenten wordt bij aanmelden een individueel intakegesprek gehouden. Indien nodig wordt de AMN-test afgenomen. Voor studenten met extra ondersteuningsbehoefte is er een verlengde intake. Die informatie wordt als aangrijpingspunt genomen voor de begeleiding van de studenten met een specifieke hulpvraag. Er is een goede samenwerking en samenhang tussen begeleiding en zorg. De studieloopbaanbegeleiding biedt voldoende zicht op de ontwikkeling van de student. Er is een structuur voor loopbaangesprekken waarbij de studieloopbaanbegeleider geregeld voortgangsgesprekken voert met elke student. Gespreksverslagen worden vastgelegd in het digitaal leerlingvolgsysteem. Wel merken we op dat de kwaliteit van de gesprekken en de daaraan gekoppelde verslaglegging per docent verschillend zijn. Dit blijkt uit zowel de informatie van de studenten als de bestudeerde documenten. De beroepspraktijkvorming beoordelen we als voldoende omdat zowel studenten als leerbedrijven voldoende worden voorbereid op en begeleid in de bpv. Studenten zoeken zelf een stageplaats en krijgen hulp van de studieloopbaanbegeleider en de bpv-docent als het niet lukt. Studenten zijn goed voorbereid op de stages en ze zijn tevreden over de begeleiding vanuit de opleiding en het leerbedrijf. Studenten worden regelmatig door hun bpv-docent bezocht tijdens elke stageperiode en bij problemen komt deze vaker langs. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het oordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal (generieke eisen) telt vanaf schooljaar 2014-2015 (vanaf het jaar van centrale examinering) mee in het eindoordeel van de inspectie over de examenkwaliteit van de opleiding. Het exameninstrumentarium voldoet, omdat het aansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het beroepsgerichte examenmateriaal wordt ingekocht bij een examenleverancier. Het ingekochte examenmateriaal is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium voor Nederlands sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De taalvaardigheden lezen en luisteren worden middels het centrale examen afgenomen. Voor de instellingsexamens schrijven, spreken en gesprekken voeren wordt gebruik gemaakt van ingekocht examenmateriaal. Dit is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De examenprocessen van afname en beoordeling verlopen deugdelijk. De beroepsgerichte examinering vindt zowel in de gesimuleerde praktijk als in de beroepspraktijk plaats door middel van een proeve van bekwaamheid. De afname en beoordeling verlopen voldoende deugdelijk. Het beroepenveld is betrokken bij de examinering. De beoordeling van het beroepsgerichte deel vindt plaats door een assessor die in het jaar van examinering niet als studieloopbaanbegeleider Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 7 van 16

betrokken is bij het onderwijs aan de groep en door een externe assessor uit het bedrijfsleven. Door dit vierogenprincipe en de professionalisering van de betrokkenen bij de examinering is de kwaliteit van de afname en beoordeling geborgd. De examinering van de mondelinge taalvaardigheden bij Nederlands en Engels wordt opgenomen zodat een eventuele tweede beoordeling of inzage mogelijk is. Met deze werkwijze heeft de examencommissie de mogelijkheid om bij twijfel of een klacht de beoordeling toe te lichten en zich hierover te verantwoorden. De diplomering is voldoende deugdelijk en geborgd. Naar aanleiding van het oordeel in eerder onderzoek van de inspectie dat de examencommissie van diverse opleidingen haar verantwoordelijkheden op het gebied van examinering niet waarmaakte, zijn er flinke stappen gezet op dit gebied. Deze stappen hebben er toe geleid dat de examencommissie nu in voldoende mate haar verantwoordelijkheden ten aanzien van de examinering neemt. Leden van de examencommissie hebben een (verkorte) scholing tot beoordelaar gevolgd om op deze wijze de beoordelaars in de praktijk goed te kunnen beoordelen. De commissie heeft momenteel ook voldoende zicht op de uitvoering van de examens. Leden van de examencommissie wonen steekproefsgewijs afnames van de proeve bij. Daarnaast voert een externe organisatie steekproefsgewijze beoordelingen van de afnames in de praktijk uit. De organisatie beoordeelt het functioneren van de beoordelaars in de praktijk en koppelt bevindingen individueel aan de beoordelaars terug. De resultaten uit de beoordelingen worden gebruikt bij het opstellen van het scholingsplan voor de hercertificering van beoordelaars. Alle beoordelaars worden om de twee jaar geschoold. Bij de generieke examens vinden op verzoek van de examencommissie vanaf dit jaar steekproefsgewijze tweede boordelingen plaats. De secretaris van de examencommissie maakt eveneens resultaten- en tevredenheidsanalyses van de examens. Deze kunnen aan kracht winnen door minder de resultaten sec te beschrijven en meer de oorzaken achter de gevonden resultaten te presenteren en waar mogelijk met elkaar in samenhang te brengen. Ook het proces van diplomering verloopt voldoende zorgvuldig. De examenexperts in de teams voeren een integrale controle uit op de volledigheid van de diplomadossiers. De examencommissie behandelt dus alleen volledige dossiers en voert zelf een steekproefsgewijze controle uit op de dossiers. Opbrengsten De opbrengsten zijn onvoldoende, omdat het jaarresultaat (45,5 procent) en het diplomaresultaat (55,6 procent) onder de norm liggen. Beide opbrengsten zijn sterk gedaald. Voor de berekening, gebaseerd op de BRON-gegevens 2014-2015 zijn de resultaten van de bc042, niveau 4 gebruikt, waar alleen dit crebo onder valt. Omdat er sprake is van minder dan 12 instellingsverlaters en het het eerste jaar is dat de opbrengsten onder de norm zijn geven we geen beoordeling van de opbrengsten. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging op opleidingsniveau beoordelen we niet omdat de kwaliteitsborging op instellingsniveau in het rapport naar de Staat van de instelling in het najaar van 2015 als onvoldoende is beoordeeld. Het huidige onderzoek is te zien als een tussenstand en beschrijft de actuele situatie. In het najaar van 2016 spreekt de inspectie een oordeel uit over de kwaliteitsborging op het niveau van het Prinsentuin College. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 8 van 16

Na de herverdeling van de teams sinds eind vorig jaar, is er een nieuwe situatie ontstaan. Er is nog geen sprake van een volledig resultaatverantwoordelijk team. Wel zijn expertrollen in het team aangescherpt en nieuwe expertrollen (onderwijs en kwaliteitsborging) toegevoegd om de eigen verantwoordelijkheid binnen het team te versterken. Na veel wisselingen in het management de afgelopen jaren, heeft het nieuwe management voor nieuwe energie en elan in het team gezorgd. Het team ervaart openheid en transparantie vanuit het management en voelt zich gezien en gehoord. Daarbij heeft het team vertrouwen in het nieuwe management. Dit vertrouwen wordt versterkt door daadkrachtige en duidelijke leiding en het naleven van afspraken. Ook het feit dat er nu controles plaatsvinden en er gewerkt wordt aan het opbouwen van een aanspreekcultuur biedt de teamleden meer houvast. Het afgelopen jaar is de aandacht in het team vooral uitgegaan naar het op orde krijgen van de basiskwaliteit. Het teamplan sluit aan bij het hiertoe opgestelde instellingsbrede actieplan De Basis op orde en het integrale verbeterplan dat naar aanleiding van eerder inspectieonderzoek is opgesteld. Daarnaast zijn verbeterpunten uit de zelfevaluatie en uit feedback van studenten en leerbedrijven in het teamplan opgenomen. Weliswaar is er na eerder inspectieonderzoek een zelfevaluatie uitgevoerd, maar een structurele en volledige auditcyclus is nog niet aanwezig. Het teamplan behelst onder meer zaken ten aanzien van het onderwijsproces en examinering. Het teamplan is ambitieus waarbij er door het management een prioritering is aangebracht in zaken die behoren tot het actieplan De Basis op orde. Doelen, acties en beoogde resultaten zijn voldoende specifiek en concreet. Ook zijn acties voorzien van een eigenaar en een einddatum. De voortgang van het teamplan komt regelmatig in de teamvergadering en de vakgroepvergaderingen aan de orde. De afdelingsmanager stuurt samen met de teamvoorzitter in het team op de voortgang. De afdelingsmanager voert ook lesbezoeken uit en docenten hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan peercoaching (waarbij een collega in de les komt kijken en feedback geeft). Daarnaast is er een traject doorlopen waarin een externe een aantal lesbezoeken heeft gedaan waarvan de bevindingen aan docenten zijn teruggekoppeld. Er zijn voldoende gegevens beschikbaar over onder meer studenten- en medewerkerstevredenheid en de onderwijsresultaten om de onderwijskwaliteit te monitoren en evalueren. Deze gegevens zijn ook het aangrijpingspunt om verbeteracties in het teamplan te formuleren. Het team staat duidelijk in de leeren verbeterstand en is voortdurend veelal op informele wijze- in gesprek met studenten en leerbedrijven om het onderwijs te verbeteren. Een formele structurele dialoog ontbreekt op dit moment nog. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en), voor zover onderzocht is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 9 van 16

3.2 Opleiding Medewerker dierverzorging Het kwaliteitsonderzoek bij medewerker dierverzorging, 97330, niveau 2, bol, locatie Frankenthalerstraat 15 te Breda heeft geleid tot de volgende oordelen. Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Geen oordeel Voldoet Voldoet niet 5.Naleving wettelijke vereisten Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* Geen oordeel 4.2 Beoordeling* Geen oordeel 4.3 Verbetering en verankering* Geen oordeel 4.4 Dialoog en verantwoording Geen oordeel Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Het huidige team Dierverzorging bestaat pas sinds december 2015. Het voormalige team Dier is toen gesplitst in een team Dier en Paard en een team Dierverzorging. Het team Dierverzorging verzorgt opleidingen op niveau 2 en 3. De reden om docenten van niveau 2 en 3 in een team te clusteren is dat het op deze wijze makkelijker is om het onderwijsprogramma goed op elkaar te laten aansluiten en zo de doorstroom te bevorderen. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 10 van 16

Het team is erg betrokken bij de studenten, heeft kennis op het gebied van onderwijs dat aansluit op de specifieke onderwijsbehoeften van studenten die een niveau 2 opleiding volgen en straalt een wil om te verbeteren uit. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het programma kent voldoende samenhang en biedt voldoende maatwerk. Het programma is gebaseerd op de kerntaken en werkprocessen in het kwalificatiedossier. Het onderwijs in elk leerjaar is opgebouwd uit drie leerarrangementen, waarbij er gedurende elk leerarrangement een gedeelte beroepspraktijkvorming plaatsvindt. Hierdoor is er goede afwisseling en verdeling tussen theorie en praktijk, waarbij ervaringen in de praktijk voldoende in verband worden gebracht met de theorie, waardoor studenten naar hun mening goed voorbereid worden op de praktijk. In het kader van de herziening van de kwalificatiestructuur wordt het onderwijs opnieuw modulair vormgegeven, waarbij elke docent de eigen modules inricht. Een aandachtspunt hierbij is om de samenhang tussen de verschillende modules van het programma systematisch te borgen. Maatwerk is voldoende want voor studenten die goed zijn in bepaalde vakken, is er verdiepende lesstof beschikbaar en voor studenten die moeite hebben met vakken, zijn er bijlessen. Studenten ervaren dat docenten goed inspelen op hun specifieke ondersteuningsbehoeften. Het didactisch handelen en de leeromgeving beoordelen we als voldoende, maar de leertijd wordt onvoldoende benut. Studenten zijn in het algemeen tevreden over hun docenten. Docenten hebben veel vakkennis en zijn betrokken bij de studenten. Het grootste deel van de lessen voldoet aan de basiskwaliteit. Hierbij valt op dat enkele docenten de groepen weten te binden door boeiende en afwisselende werkvormen en aansprekende, praktische onderwerpen. Zo worden ook lastige theoretische onderwerpen inzichtelijk gemaakt. Over een paar docenten zijn studenten minder te spreken. Deze docenten geven vooral klassikaal les met veel instructie. Studenten zijn hierdoor minder gemotiveerd, ook omdat zij niet direct worden betrokken bij de les. In de lessen die we hebben bezocht, was dit ook deels terug te zien. In bepaalde lessen was er weinig afwisseling in werkvormen en was het didactisch handelen weinig vernieuwend. De sfeer in de klas is informeel en regels lijken met enige soepelheid te worden gehandhaafd. Het klassenmanagement kan dan ook verder worden versterkt. Niet alle docenten hebben controle over de klas en het is daar dan ook vaker onrustig in de klas. Dit leidt er toe dat niet alle studenten tijdens die lessen aan het leren zijn. Ook gaat lestijd verloren doordat lessen laat starten en eerder eindigen. Het lesrendement kan verder worden verhoogd door een andere en meer stabiele inrichting van het rooster. Voor volgend schooljaar heeft het team dit inmiddels gerealiseerd. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. De persoonlijke aandacht en grote betrokkenheid van docenten bij de studenten is een sterk punt van de opleiding. Bij de intake is er sprake van een warme overdracht vanuit de toeleverende school. Voor studenten met een extra ondersteuningsbehoefte is er een verlengde intake. De docenten die de intake verzorgen (trajectbegeleiders), zorgen voor een goede overdacht van alle gegevens naar de mentor / studieloopbaanbegeleider. Elke klas heeft een Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 11 van 16

studieloopbaanbegeleider die het eerste aanspreekpunt is voor de studenten. Studenten ervaren een persoonlijke benadering van zowel mentor als docenten en zijn zeer tevreden over de begeleiding en zorg. Via een digitale leeromgeving hebben ze inzicht in hun studievoortgang. Docenten hebben via persoonlijk contact en periodieke voortgangsgesprekken eveneens goed zicht op de voortgang en bijzonderheden van hun studenten en ze leggen afspraken en de ontwikkeling van de studenten ook digitaal vast. Er is een goede samenwerking en samenhang tussen begeleiding en zorg. De trajectbegeleiders die de student gedurende de gehele opleiding volgen, worden door de mentoren goed op de hoogte gehouden over de persoonlijke omstandigheden en voortgang van de student. Voor studenten met grotere problematiek wordt het zorgteam ingeschakeld. Met het oog op het welbevinden van docenten is het bewaken van voldoende professionele afstand tot studenten een aandachtspunt. Door de hoge betrokkenheid van docenten kan het voorkomen dat docenten veel privé tijd besteden aan de begeleiding van studenten. De beroepspraktijkvorming beoordelen we als voldoende. Studenten zoeken zelf een stageplaats. Als dit niet lukt, krijgt de student hulp van de mentor bij het vinden van een stage. Studenten vinden dat ze goed worden voorbereid op de stages en zijn tevreden over de begeleiding vanuit de opleiding en het leerbedrijf. Gedurende de opleiding lopen studenten bij verschillende bedrijven stage om zo verschillende ervaringen op te doen. Studenten worden in de regel tweemaal door hun bpv-docent bezocht tijdens elke stageperiode. Als er problemen zijn, dan komt de bpv-docent vaker langs. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het oordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal (generieke eisen) telt vanaf het jaar van centrale examinering mee in het eindoordeel van de inspectie over de examenkwaliteit van de opleiding. Het exameninstrumentarium voldoet, omdat het aansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het beroepsgerichte examenmateriaal wordt ingekocht bij een examenleverancier. Het ingekochte examenmateriaal is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium voor Nederlands sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De taalvaardigheden lezen en luisteren worden middels het centrale examen afgenomen. Voor de instellingsexamens schrijven, spreken en gesprekken voeren, wordt gebruik gemaakt van ingekocht examenmateriaal. Dit is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De examenprocessen van afname en beoordeling verlopen deugdelijk. De proeve van bekwaamheid (pvb) die studenten gedurende een dag afleggen, vindt plaats in het leerbedrijf en is hiermee authentiek. De beoordeling van het beroepsgerichte deel vindt plaats door een assessor die in het jaar van examinering niet als studieloopbaanbegeleider betrokken is bij het onderwijs aan de groep en door een externe assessor uit het bedrijfsleven. Door dit vierogenprincipe en de professionalisering van de betrokkenen bij de examinering is de kwaliteit van de afname en beoordeling geborgd. Een externe organisatie doet steekproefsgewijs een controle op de afname van de pvb in de praktijk, zodat de betrouwbaarheid van de beoordeling wordt vergroot. De examens Nederlands worden door de eigen docent beoordeeld. De examens spreken en gesprekken voeren worden opgenomen, zodat een eventuele tweede Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 12 van 16

beoordeling of inzage mogelijk is. Met deze werkwijze heeft de examencommissie de mogelijkheid om bij twijfel of een klacht de beoordeling toe te lichten en zich hierover te verantwoorden. Sinds kort vindt een steekproefsgewijze controle door een tweede beoordelaar plaats, waarbij de opnamen worden gebruikt om het oordeel te toetsen. De diplomering is voldoende deugdelijk en geborgd. Naar aanleiding van het oordeel in eerder onderzoek van de inspectie dat de examencommissie van diverse opleidingen haar verantwoordelijkheden op het gebied van examinering niet waarmaakte, zijn er flinke stappen gezet op dit gebied. Deze stappen hebben er toe geleid dat de examencommissie nu in voldoende mate haar verantwoordelijkheden ten aanzien van de examinering neemt. De leden van de examencommissie hebben een (verkorte) scholing tot beoordelaar gevolgd om op deze wijze de beoordelaars in de praktijk goed te kunnen beoordelen. De commissie heeft momenteel ook voldoende zicht op de uitvoering van de examens. Leden van de examencommissie wonen steekproefsgewijs afnames van de proeve bij. Daarnaast voert een externe organisatie steekproefsgewijze beoordelingen van de afnames in de praktijk uit. De organisatie beoordeelt het functioneren van de beoordelaars in de praktijk en koppelt bevindingen individueel aan de beoordelaars terug. De resultaten uit de beoordelingen worden gebruikt bij het opstellen van het scholingsplan voor de hercertificering van beoordelaars. Alle beoordelaars worden om de twee jaar geschoold. Bij de generieke examens vinden op verzoek van de examencommissie vanaf dit jaar steekproefsgewijze tweede beoordelingen plaats. De secretaris van de examencommissie maakt eveneens resultaten- en tevredenheidsanalyses van de examens. Deze kunnen aan kracht winnen door minder de resultaten sec te beschrijven en meer de oorzaken achter de gevonden resultaten te presenteren en waar mogelijk met elkaar in samenhang te brengen. Ook het proces van diplomering verloopt voldoende zorgvuldig. De examenexperts in de teams voeren een integrale controle uit op de volledigheid van de diplomadossiers. De examencommissie behandelt dus alleen volledige dossiers en voert zelf een steekproefsgewijze controle uit op de dossiers. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende, omdat het jaarresultaat (66,7 procent) en het diplomaresultaat (63,3 procent) boven de norm liggen. Beide opbrengsten zijn wel flink gedaald ten opzichte van eerdere jaren en vormen daarmee een aandachtspunt. Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2014-2015 zijn de resultaten van de bc056, niveau 2 gebruikt, waar alleen dit crebo onder valt. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging op opleidingsniveau beoordelen we niet omdat de kwaliteitsborging op instellingsniveau in het rapport naar de staat van de instelling in het najaar van 2015 als onvoldoende is beoordeeld. Het huidige onderzoek is te zien als een tussenstand en beschrijft de actuele situatie. In het najaar van 2016 spreekt de inspectie een oordeel uit over de kwaliteitsborging. Na de herverdeling van de teams sinds eind vorig jaar, is er een nieuwe situatie ontstaan. Daarnaast staat het team nu onder leiding van een andere teamvoorzitter. Er is nog geen sprake van een volledig resultaatverantwoordelijk team. Wel zijn expertrollen in het team aangescherpt en nieuwe expertrollen Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 13 van 16

(onderwijs en kwaliteitsborging) toegevoegd om de eigen verantwoordelijkheid binnen het team te versterken. Na veel wisselingen in het management de afgelopen jaren, zorgt het nieuwe management en specifiek de nieuwe afdelingsmanager voor nieuwe energie en elan in het team. Het team ervaart openheid en transparantie vanuit het management en voelt zich veilig, gezien en gehoord. Daarbij heeft het team vertrouwen in het nieuwe management. Dit vertrouwen wordt versterkt door daadkrachtige en duidelijke leiding en het naleven van afspraken. Ook het feit dat er nu controles plaatsvinden en er gewerkt wordt aan het opbouwen van een aanspreekcultuur biedt de teamleden meer houvast. Het afgelopen jaar is de aandacht in het team vooral uitgegaan naar het op orde krijgen van de basiskwaliteit. Het teamplan sluit aan bij het hiertoe opgestelde instellingsbrede actieplan en het integrale verbeterplan dat naar aanleiding van eerder inspectieonderzoek is opgesteld. Daarnaast zijn verbeterpunten uit de zelfevaluatie en uit feedback van studenten en leerbedrijven in het teamplan opgenomen. Weliswaar is er na eerder inspectieonderzoek een zelfevaluatie uitgevoerd, maar een structurele en volledige auditcyclus is nog niet aanwezig. Het teamplan behelst onder meer zaken ten aanzien van het onderwijsproces en examinering. Het teamplan is erg ambitieus waardoor er door het management een prioritering is aangebracht in zaken die tot de basiskwaliteit op orde behoren. Doelen, acties en beoogde resultaten zijn voldoende specifiek en concreet. Ook zijn acties voorzien van een eigenaar en een einddatum. De voortgang van het teamplan komt regelmatig in de teamvergadering en de vakgroep vergaderingen aan de orde. De afdelingsmanager stuurt samen met de teamvoorzitter in het team op de voortgang. De afdelingsmanager voert ook lesbezoeken uit en elke docent doet aan peercoaching (waarbij een collega in de les komt kijken en feedback geeft). Daarnaast is er een traject doorlopen waarin een externe deskundige lesbezoeken heeft gedaan waarvan de bevindingen aan docenten zijn teruggekoppeld. Er zijn voldoende gegevens beschikbaar over onder meer studenten- en medewerkerstevredenheid en de onderwijsresultaten om de onderwijskwaliteit te monitoren en evalueren. Deze gegevens zijn ook het aangrijpingspunt om verbeteracties in het teamplan te formuleren. Het team staat duidelijk in de leeren verbeterstand en is voortdurend veelal op informele wijze- in gesprek met studenten en leerbedrijven om het onderwijs te verbeteren. Een formele structurele dialoog ontbreekt op dit moment nog. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en), omdat voor zover onderzocht is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 14 van 16

Bijlage Bijlage Normering kwaliteitsgebieden De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015). De normering heeft betrekking op de toezichtperiode 2015-2016. De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen: 1. Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. 2. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie tot acht van de aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de aspecten is voldaan. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan. Normering opbrengsten Niveau Jaarresultaat (%) Diplomaresultaat (%) 1 60,7 45,1 2 56,5 45,2 3 65,3 67,3 4 64,2 67,3 Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 15 van 16

Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect benoemd. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle drie de aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle drie de aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of twee aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de drie aspecten is voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee of drie aspecten is niet voldaan. Slecht Aan alle vier de aspecten is niet voldaan. Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat een van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd). Rapport kwaliteitsonderzoek mbo - West Brabant Prinsentuin College pagina 16 van 16