FACULTEIT GODGELEERDHEID PERMANENTE ONDERWIJSCOMMISSIE SINT-MICHIELSSTRAAT 6 BE-3000 LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN LEUVEN 8 april 2010 VERSLAG 5 maart 2010 13-15u Cove 02.10 Leden Aanwezig: J. Cockx, H. Debel, Y. De Maeseneer, A. Dillen (verslaggever), S. Godecharle, J. Haers, J. Jans, T. Leesen, E. Linsen, B. Maertens, L. Nuyts, D. Pollefeyt, L. Pullinckx, B. Spriet, T. Vandemeulebroucke, G. Van Belle, S. Van den Branden, P. Van Hecke (programmadirecteur), P. Vyncke Afwezig m.k.: B. Broeckaert, J. Corveleyn, L. Gevers, M. Lamberigts, B. Lemmelijn, A. Liégeois, M. Steegen, G. Vanderschaeghe, J. Verheyden, J. Verstraeten Afwezig z.k.: G. Miseur, P. Schmidt Verslag 1. Goedkeuring verslag POC december 2009 Wouter Buntinx zal geen lid meer zijn van de POC. Hij wordt vervangen door Leen Nuyts (eerste studiefase) Het verslag van de vergadering wordt goedgekeurd. 2. Mededelingen: - Op 27 maart en 1 mei vinden infodagen plaats. De studenten zullen ook een infomoment over Katechetika voorzien en aanwezig zijn op de receptie. Aan hen wordt gevraagd om actuele versies van cursussen mee te brengen. - Op de website voor Erasmusstudenten zijn nu getuigenissen geplaatst en is een document voorzien waarop studenten de uitgewisselde vakken makkelijk kunnen invullen (ten behoeve van de goedkeuring van het ISP en de administratieve verwerking). - Er worden twee onderwijsprojecten ingediend, één Engelstalig, en één Nederlandstalig. Dit laatste project, geschreven door prof. Van Hecke en prof. Bieringer, handelt over de klassieke taalvakken en wil studenten ondersteunen om meer duurzame taalkennis op te bouwen, door onder andere optimalisering van werkvormen, materialen, Er wordt contact opgenomen met DUO (Jessica
Stoors) voor een beperkte bevraging van studenten omtrent hun ervaringen met taalvakken (recent en langer geleden). - De prijs van de onderwijsraad ging niet naar onze faculteit. De ingediende projecten kregen wel zeer positieve feedback. Er was 26 dossiers ingediend. Het is niet helemaal duidelijk of en onder welke voorwaarden de prijs volgend jaar opnieuw zal uitgereikt worden. Indien mogelijk, zullen we vanuit de Faculteit Godgeleerdheid volgend jaar opnieuw één of meerdere dossiers indienen. - De decaan en vicedecaan spraken met de directeur van het Centrum voor Levende Talen. Het zal vanaf volgend academiejaar mogelijk zijn om het inschrijvingsgeld in schijven te betalen, mocht het teveel zijn om het ineens te betalen. Aan studenten van de Faculteit Godgeleerdheid, in het bijzonder uit de Engelstalige sectie, zal voorrang gegeven worden bij laattijdige inschrijving. Belangrijk is dat per mail en in de infosessies in september aan studenten wordt meegedeeld wanneer en hoe ze zich kunnen inschrijven aan het CLT. Studenten van de Faculteit Godgeleerdheid (diplomacontract) die geslaagd zijn, kunnen hun inschrijvingsgeld laten terugbetalen door de Faculteit en moeten hiervoor een bewijsstuk voorleggen. De moderne taalvakken maken wel geen deel meer uit van het studieprogramma Godgeleerdheid/Godsdienstwetenschappen. - Er wordt een subcommissie van de POC opgericht, met het oog op de master WIDR. Deze subcommissie zal af en toe samenkomen op dezelfde dag als de POC-vergadering. De vergaderingen zullen worden opgenomen in de vergaderkalender van de Faculteit. Op de POC-vergadering zal dan verslag uitgebracht worden van de subcommissie. De voorzitter van de POC is ook voorzitter van deze subcommissie. Andere leden zijn de vicedecaan onderwijs, de coördinator van ICRID, de docenten van de kernvakken van de WIDR, de praktijklector en de studentenvertegenwoordigers van de WIDR (die in de praktijk nog niet gevonden zijn). De subcommissie kan reeds voortbouwen op het document met aanbevelingen dat een voorbereidende commissie aan het faculteitsbestuur heeft bezorgd en op een onderzoek van S. Van den Branden over instroom/doorstroom en kwaliteit van de opleiding. Dit is van belang voor de visitatie. 3. Rapportering ombuds en studietrajectbegeleiding Bij een aantal mensen (studenten, professoren) leeft bezorgdheid over de studieresultaten van de studenten van de eerste fase. Vragen die hierrond gesteld worden zijn onder andere: hoe inspelen op de beginsituatie van studenten, is die veranderd tegenover vroeger, hoe dit peilen? Docenten weten niet hoe studenten op andere opleidingsonderdelen scoren, en het is ook niet de bedoeling dat deze info verspreid wordt. Tijdens een professorenavond zal over het nieuwe deliberatiesysteem gesproken worden. Dit systeem is vrij technisch en laat vooral de beslissing over het hernemen of tolereren van onvoldoendes aan de student. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de commissie beslissingen nemen die afwijken van de regels. Volgend academiejaar zal het huidige (vernieuwde) systeem herbekeken worden. De studietrajectbegeleider legt uit dat verschillende studenten die ze gesproken had aangaven dat de tegenvallende studieresultaten mogelijk ook met een beperkte studie-inzet te maken hebben. Sommigen zien een verband tussen de studie-inzet en de diplomaruimte. Er wordt op gewezen dat het belangrijk is dat studenten met functiebeperkingen in sommige situaties extra faciliteiten kunnen krijgen. Er dient over gewaakt te worden om bij infosessies en in gesprekken met studietrajectbegeleider deze informatie helder mee te geven. Zie ook: http://www.theo.kuleuven.be/page/functiebeperking/ Indien nodig worden professoren op de hoogte gebracht van de faciliteiten. De privacy van de student wordt ook zoveel mogelijk beschermd. Vanaf dit academiejaar geldt de diplomaruimte, met een systeem van starters : daarmee wordt iedereen bedoeld die nog 120 studiepunten verwijderd is van het behalen van het diploma. Daaronder valt iedereen in de eerste studiefase, maar ook studenten die al aan de tweede fase begonnen zijn maar nog niet voor 60 studiepunten credits behaald hebben. Studenten in de verkorte bachelor horen hier niet bij. Voor de starters is er bijzondere aandacht vanuit de studietrajectbegeleiding. In januari 2010 waren er 29 starters. Elke starter die geen cumulatieve studie-efficiëntie had van 60 % (dat is de verhouding van het aantal opgenomen studiepunten en het aantal verworven credits), kreeg een nietbindend studieadvies in januari. 16 studenten kregen zo een niet-bindend studie-advies en werden uitgenodigd voor een gesprek met de studietrajectbegeleider. Het niet-bindend studie-advies betekent 5 MAART 2010, 13-15 UUR 2/5
dat deze studenten te horen krijgen dat ze mogelijk een bindend studie-advies in de juni- of septemberzittijd kunnen krijgen. Dat betekent dat wanneer ze het academiejaar daarop niet minstens 50 % cumulatieve studie-efficiëntie zouden hebben, hen de mogelijkheid tot herinschrijving zou worden ontzegd. Dit is te vergelijken met de vroegere onmogelijkheid om een ter-inschrijving te nemen ( trissen ). Het betekent ook dat van voltijdse studenten verwacht wordt dat ze op twee jaar tijd opleidingsonderdelen ten belope van 60 studiepunten met succes hebben afgelegd. Van de 16 studenten die werden uitgenodigd, zijn er 10 studenten ingegaan op de mogelijkheid tot gesprek. 4. PR De affiche met de donkerste kleur blauw wordt goedgekeurd. Er is discussie over of er 3+1+1 of 3+2 op de affiche komt. Er wordt beslist om 3+1+1 te laten staan omdat er nog geen zekerheid is over de timing van de invoering van de 3+2 structuur. De studenten dringen aan op goede en tijdige informatie voor de studenten die beginnen aan de opleiding, zodat zij niet plots geconfronteerd worden met een tweejarige master, terwijl ze aan de opleiding Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen begonnen zijn met het idee dat het maar om een vierjarige opleiding ging. De affiches zullen samen met de affiches van de WIDR verstuurd worden. Het verzendingsplan van PR omtrent de WIDR wordt voorgelegd en goedgekeurd. Er zal vanuit Thomas, in naam van de programmadirecteur, een mailing naar godsdienstleerkrachten vertrekken met de vraag om met de leerlingen te spreken over de mogelijkheid om Godgeleerdheid/Godsdienstwetenschappen te studeren. Scholen mogen allicht zelf geen adressen doorgeven, maar er kan wel op gewezen worden dat mensen die meer info willen (brochures), dit op aanvraag kunnen ontvangen. Ook binnen het jeugdpastorale circuit zijn er misschien nog mogelijkheden, onder andere via de cursussen voor (hoofd)animator vanuit IJD. Belangrijk is dat mensen persoonlijk aangesproken worden. Een andere mogelijkheid is ook dat fragmenten uit cursussen en videofragmenten uit lessen online gezet worden. Het is tevens belangrijk dat op beroepenavonden in scholen mensen van de faculteit aanwezig zijn (studenten, ABAP ers, ). De faculteit stelt vast dat er weinig ABAP ers ingaan op dergelijke vragen. Voor de naamsbekendheid van de faculteit is het ook belangrijk dat professoren in de media komen hoewel dit ook geen wondermiddel is. De communicatiecel werd opnieuw opgericht om initiatieven in deze richting te sturen. Mogelijk kan er ook nog ingespeeld worden op het succes van het tv-programma In Godsnaam. Studenten kunnen via hun stagescholen mogelijk ook informatie over de richting verspreiden. Ook in Aeropaag kan een tekst opgenomen worden. 5. Spiritualiteit Naar aanleiding van het succes van het programma In Godsnaam werd de vraag gesteld welke aandacht er op de Faculteit is voor spiritualiteit en of er op dit terrein meer noden zijn. De studenten merkten op dat de belangrijkste nood een bezinningsruimte betreft, waar ze rustig hun eigen spiritualiteit kunnen beleven. De kapel van het pauscollege voldoet niet op dit vlak want is vaak ook niet beschikbaar en de vroegere stille ruimte bestaat niet meer. Studenten zouden in een dergelijke ruimte bezinningen willen organiseren. In het opleidingsonderdeel Theologie, Religie en Onderwijs maakten ze kennis met de kapel in middelbare scholen en ze hopen dat gelijkaardige ruimtes ook op de Faculteit Godgeleerdheid mogelijk zijn. Een extra aanbod voor bijvoorbeeld scholing in spirituele begeleiding (als keuzevak) wordt door sommigen als mogelijkheid geopperd, maar is niet een idee dat algemeen als noodzakelijk beschouwd wordt. Over de vraag naar het getuigen van professoren over hun eigen spiritualiteit bestaat verdeeldheid bij studenten. Sommigen zouden dit zeer positief vinden, anderen vrezen dat de afstand tussen docenten en studenten zo te klein wordt. Studenten wijzen wel op het belang van het leren kennismaken met de praktische kant van liturgie en sacramenten in de opleidingsonderdelen die hierover gaan. Ze vinden het bijvoorbeeld belangrijk om ook concreet te weten hoe een eucharistie opgebouwd is. 6. Plagiaat Er werd een infosessie over Turnitin georganiseerd die zeer positief geëvalueerd werd. Er waren vele aanwezigen en een 20tal mensen hebben hoofdstukken opgeladen. Er waren wat problemen om op de 5 MAART 2010, 13-15 UUR 3/5
community te geraken (technisch). Sommige studenten konden omwille van lessen niet aanwezig zijn. Zij zullen de kans krijgen om aan te sluiten bij de infosessie voor de internationale studenten (15 maart,10 tot 11 uur). In dat kader zal het opnieuw tijdelijk mogelijk zijn om documenten op te laden en Turnitin uit te testen. De powerpointvoorstelling van de infosessie zal ook op Toledo geplaatst worden. De studenten stellen de vraag of je ook naar jezelf moet verwijzen (referentie, aanhalingstekens) als je je baseert op een eerdere scriptie. Meestal is dit wel nodig. Dit kan best ook met de promotor besproken worden. 7. Capaciteitsplan Het capaciteitsplan werd voor het grootste deel reeds twee jaar geleden geschreven. Eind 2009 werd het opnieuw herwerkt en in een eerste versie aan de vaste werkgroep curriculumhervorming voorgelegd, die een advies formuleerde. In dat advies wordt gewezen op het belang van een bevraging van studenten en alumni. De bevraging van de alumni zal gecombineerd worden met de bevraging in het kader van de curriculummapping. De studenten vragen om een duidelijke infosessie voor iedereen, met een bevraging daaraan gekoppeld. De studenten stellen de vraag of er ooit fundamenteel beslist werd of het capaciteitsplan met de tweejarige master zou worden ingediend en uitgevoerd. Het is in elk geval duidelijk dat reeds lange tijd dit plan van de tweejarige master voorligt en dat in december het voorliggende document als document om verder op te werken werd aangenomen. De brede universitaire logica heeft zich ondertussen opgedrongen zodat het andere capaciteitsplan (dat in een 3+1+1 structuur voorzag) op de achtergrond kwam. Het kader van 3+2 functioneert al geruime tijd, maar omtrent de invulling is er nog veel vrijheid. Vanuit de vaste werkgroep curriculumhervorming wordt gesuggereerd dat het niet meer mogelijk is om de opleidingsonderdelen uit de SLO vakdidactiek en vakdidactisch seminarie te programmeren in derde bachelor. Vanuit de POC wordt gesteld dat het toch belangrijk is dat deze indaling behouden blijft, ook omdat het decreet dit mogelijk maakt. Het is belangrijk dat minstens 45 studiepunten van de SLO zijn ingedaald. In het document van de vaste werkgroep curriculumhervorming wordt gesproken over de mogelijkheid van afstudeerrichtingen of opties. De POC vraagt hier om duidelijkheid over de universitaire piste die hier zal gekozen worden. Een afstudeerrichting geeft meer duidelijkheid (staat op diploma vermeld), een optie geeft het voordeel dat de optie niet afzonderlijk moet gevisiteerd worden (en dat de optie wel op het diplomasupplement vermeld wordt). Voor pastoraat zal er mogelijk ook een extra certificaat voorzien worden. Je kan een tweede keer een master behalen met een andere afstudeerrichting of optie, en de masterproef moet dan ook niet opnieuw gemaakt worden, volgens het huidige voorstel. De studenten vinden dit goed, en zijn geen vragende partij voor het schrijven van een tweede masterproef. De tweejarige master kan pas ten vroegste in 2012-2013 ingaan. De studenten hopen dat de tweejarige master pas in 2013-2014 zal van start gaan, zodat de eerste groep studenten die de tweejarige master zullen volgen, degenen zijn die in 2010 beginnen aan bachelor. De programmadirecteur en de vicedecaan onderwijs wijzen er op dat de studenten wanneer ze een masteropleiding aanvatten, eigenlijk ook een andere opleiding starten, die anders mag zijn dan ze bij het begin van de bachelor dachten. Herprogrammering is mogelijk. De studenten vragen evenwel om een heldere communicatie over de timing, omdat het verschil tussen vier en vijf jaar studeren om een master te behalen wel reëel is. De studenten vragen naar de tewerkstellingsmogelijkheden van de afstudeerrichting/optie onderzoek. Er wordt gewezen op tewerkstelling als onderzoeker (aan de universiteit), binnen het vormingswerk, Vragen die later verder besproken moeten worden hebben onder andere te maken met de doorstroommogelijkheden naar de doctoraatsopleiding, de vraag of het mogelijk zou zijn dat de verschillende combinaties (meerdere afstudeerrichtingen/opties) op het diploma vermeld worden, De andere punten in het document van de vaste werkgroep curriculumhervorming worden verder opgevolgd. De vraag wordt gesteld of de studenten met de huidige bachelor dan juist zouden voorbereid zijn voor de tweejarige master. Algemeen wordt aangenomen dat de bachelor quasi ongewijzigd kan blijven.aan de bachelor verandert niet zo erg veel. Wel zal het allicht niet meer mogelijk zijn om voorafnames uit de master op te nemen in derde bachelor en zal ook moeten worden nagedacht over de bachelorscriptie. 5 MAART 2010, 13-15 UUR 4/5
8. Curriculummapping Vanuit de POC zal een lijst worden samengesteld met namen van alumni die bevraagd kunnen worden over de doelen van de bacheloropleiding (uit onderwijs, pastorale werkveld, onderzoek, ). 9. Toetsbeleid Elke faculteit moet een duidelijk toetsbeleid uitwerken. De programmadirecteur en secretaris van de POC zullen in de zomervakantie de syllabi nakijken, met bijzonder oog voor toetsaspecten. Over het geheel van toetsbeleid zal ook nog verder nagedacht worden. 10. Masterproef Tegen de volgende POC zal een document voorbereid worden waarin opgesomd staat wat we reeds doen omtrent de begeleiding van de masterproef. Dit zal dan op de volgende POC besproken worden. 11. Studentenaangelegenheden De studenten danken iedereen voor de grote opkomt op het Thomasfeest. Het was aangenaam dat professoren tussen studenten zaten. De lezing was boeiend. Er was een aangename sfeer. Ook monseigneur Bonny was zeer positief over het Thomasfeest en over de samenwerking onder de studenten. Iedereen die op een of andere manier zijn of haar steentje bijgedragen heeft aan het Thomasfeest wordt hiervoor ten zeerste bedankt. 12. Varia Vanuit de studenten wordt de vraag gesteld wanneer de examenplanning bekend zal worden gemaakt. Dit zal gebeuren na de goedkeuring van de ISP s en het afstemmen van de examenregeling hierop. De studenten vragen zich af welke regeling er voorzien is voor de lessen op het moment dat de studenten van het bisdom Antwerpen een bezoek brengen aan het bisdom. De POC-secretaris deelt op basis van eerder overleg met de vicedecaan onderwijs mee dat de studenten zeker in Antwerpen verwacht worden, maar dat er voor de enkele afwezigen geen vervangende lessen kunnen/zullen gepland worden. Annemie Dillen Secretaris POC Pierre Van Hecke programmadirecteur 5 MAART 2010, 13-15 UUR 5/5