PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Vergelijkbare documenten
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

DE PROVINCIERAAD VAN OOST-VLAANDEREN,

Verslag aan de Provincieraad

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Infovergadering fietspad N121. Dinsdag 13 mei 2014

gemeenteraad Besluit De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 57

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Infodagen mobiliteit. Provinciaal Mobiliteitscharter. Provinciaal Mobiliteitsbeleid 6/02/2013

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Belasting op onbebouwde percelen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Fietssnelwegenplan Oost-Vlaanderen. Conclusies consultatieronde en fietssnelwegenkaart

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Fietssnelweg Leuven-Tienen. Infomoment CC de borre Bierbeek 12/09/2016

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Grondverwerving; een introductie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 juli 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

DE BEROEPSINSTANTIE. Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

Samenwerkingsovereenkomst voor de bewegwijzering functionele fietsroutenetwerken

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 januari 2016

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

De notulen van deze vergadering liggen ter inzage van de gemeenteraadsleden.

Spoor 2 Landinrichting

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

DE GEMEENTERAAD, BESLUIT:

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Grondmobiliteit versterken via het decreet landinrichting

Beleidsmatig gewenste ontwikkelingen als beoordelingsgrond bij vergunningverlening

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Informatievergadering 17 juni 2015

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Provincieraadsbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

Gemeenteraadszitting dinsdag 23 februari 2016.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 15 april 2016

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014

De Missing Link op de Groene Ring ten zuiden van Antwerpen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Betaling voor aankoop of meerwaarde van de vrijgekomen gronden (art. 29) procedure afschaffing, verlegging en wijziging buurtwegen

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 20 juli 2016

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 23 oktober 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01011

Aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor technische werken of terreinaanlegwerken

Aanvraag van een planologisch attest

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Wijziging van de wet op de buurtwegen

Aanvraag van een planologisch attest

Informatievergadering 26 februari 2014 Aanleg fietsostrade in Mechelen

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Infodagen mobiliteit

PROVINCIE ANTWERPEN GEMEENTE ARENDONK UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GECORO VERGADERING VAN :

Provincieraadsbesluit

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR DE AANLEG OF DE VERBETERING VAN FIETSINFRASTRUCTUUR LANGS GEWESTWEGEN DOOR DE GEMEENTE.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

11. BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED EN OP ONBEBOUWDE KAVELS (ACTIVERINGSHEFFING)

MLAV1/ /MV/lydr.

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Fietssnelwegen Oost- Vlaanderen

Transcriptie:

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 27 februari 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Ludwig Caluwé Telefoon: 03 240 52 48 Agenda nr. 4/13 Vastgoed. Antwerpen/Kapellen. Fietsostrade Antwerpen- Essen : vak Klein Heiken-Vloeiende-Schriek. Uitslag openbaar onderzoek. Definitieve goedkeuring onteigeningsplan. Aanvraag machtiging tot onteigening. Goedkeuring. In vergadering van 26 april 2012 hechtte uw raad voorlopige goedkeuring aan het onteigeningsplan voor de aanleg van de fietsostrade Antwerpen-Essen op het grondgebied van Antwerpen (Ekeren) en Kapellen, vak Klein Heiken-Vloeiende- Schriek. Dat onteigeningsplan, bestaande uit delen 1.1 en 1.2, lag in openbaar onderzoek te Kapellen van 3 juli tot en met 19 juli 2013. Bij dat onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend. Inneming 16 : Augustinus De Wilde. Het bezwaarschrift is inmiddels zonder voorwerp geworden, aangezien op 4 november 2013 de notariële akte van aankoop verleden werd en de provincie eigenaar is geworden van de betrokken inneming. In zijn brief wijst betrokkene erop dat zijn echtgenote ondertussen overleden is en dat hij reeds een overeenkomst heeft bereikt met de provincie. Inneming 18 : E. Lauwers namens de n.v. Kleine Kraaiwijk. Volgende bezwaren komen in dit lijvig bezwaarschrift aan bod : 1) Met betrekking tot de procedure en publicatie van het onteigeningsplan Bezwaar (blz. 1-2 van het bezwaarschrift) : De n.v. Kleine Kraaiwijk stelt dat het openbaar onderzoek niet correct heeft plaatsgevonden. Zij meent dat het bericht van openbaar onderzoek aangeplakt had dienen te worden aan de straat Vloeiende en dat het voldoende bekendgemaakt moest worden in lokale en regionale publicaties. Artikel 3 van de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening ten algemene nutte stelt het volgende : Het ontwerp wordt gedurende 15 dagen ter inzage nedergelegd op het gemeentehuis van de gemeenten, waardoor het werk loopt. De eigenaars van de binnen de omtrek van de te onteigenen gronden gelegen percelen worden schriftelijk, afzonderlijk en in hun woning, in kennis gesteld van die nederlegging van het ontwerp. Het bericht van die nederlegging wordt daarenboven aangeplakt en gepubliceerd in de voor de officiële bekendmakingen gebruikelijke vorm. Van de vervulling van die formaliteiten moet worden blijk gegeven door een bewijsschrift van het college van burgemeester en schepenen. De vernoemde formaliteiten zijn

voorgeschreven op straffe van nietigheid. Het verzuim van kennisgeving brengt echter alleen nietigheid ten opzichte van de niet aangeschreven eigenaars mee. In casu dient te worden vastgesteld dat de n.v. Kleine Kraaiwijk persoonlijk is aangeschreven (aangetekend schrijven) en wel degelijk voldoende op de hoogte was van het georganiseerde openbaar onderzoek. Zij heeft dan ook tijdig bezwaar ingediend. Bijgevolg heeft de n.v. Kleine Kraaiwijk geen belang bij dit middel 2) Met betrekking tot het onteigeningsplan Bezwaar (blz. 2 van het bezwaarschrift) : De n.v. Kleine Kraaiwijk is van mening dat het onteigeningsplan onvolledig, achterhaald en niet gemotiveerd is. Voormelde wet van 1870 spreekt over het ontwerp dat het tracé van het werk en het perceelsgewijze plan omvat. Dit plan bevat de namen van de eigenaars, volgens de gegevens van het kadaster. Het onteigeningsplan moet dus de kadastrale percelen vermelden. De lijst van de eigenaars van wie de gronden worden onteigend en de kadastrale gegevens, komt in een innemingstabel terecht, gehecht aan het plan. Verder moeten de data van de voorlopige en definitieve vaststelling op het plan voorkomen, alsook de data van de opening en sluiting van het openbaar onderzoek, en moet het plan ondertekend worden door de bevoegde personen. Bovendien moeten de lokale besturen er hun stempel opzetten. In casu wordt vastgesteld dat het onteigeningsplan dat in openbaar onderzoek lag wel degelijk voldoet aan de vereiste van volledigheid : tracé, vermelding van de kadastrale percelen, namen van de eigenaars in een innemingstabel, duidelijke weergave in kleur van de te onteigenen gronden, aanduiding van de lengte en de breedte van de te onteigenen stroken, Het plan in openbaar onderzoek was tevens voorzien van de datum van de voorlopige goedkeuring door de provincieraad, de handtekening van de voorzitter van de provincieraad en de provinciegriffier, en de stempel van de provincie. Wat betreft het argument dat het plan achterhaald zou zijn, wordt opgemerkt dat een onteigeningsplan steeds een momentopname is. Tussen de opmaak van het plan en het openbaar onderzoek verstrijkt noodzakelijkerwijze een tijdsspanne, waarbinnen zich tal van zaken kunnen voordoen met mogelijke repercussie op het onteigeningsplan en/of de innemingstabel (splitsing of samenvoeging van percelen, eigendomstransacties, wijzigingen aan de familiale toestand van de eigenaars). De wet schrijft niet voor dat er een motiveringsnota bij het onteigeningsplan moet gevoegd worden. De motivatie van de onteigening met betrekking tot het openbaar nut, de noodzaak en de hoogdringendheid werd verwoord in het besluit van de provincieraad van 26 april 2012 houdende voorlopige goedkeuring van het onteigeningsplan. Aangegeven werd tevens dat gebruik zal gemaakt worden van een machtiging bij hoogdringendheid en dat derhalve de wet van 26 juli 1962 van toepassing is. Deze motivering heeft ertoe geleid dat de n.v. Kleine Kraaiwijk in staat was om met kennis van zaken een bezwaarschrift in te dienen. 3) Met betrekking tot de ruimtelijke ordening Bezwaar (blz. 2 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk meent dat de aanleg van de fietsostrade niet verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving. Zij verwijst terzake naar artikel 5.1.0 van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, dat stelt dat in woongebieden bedrijven, voorzieningen en inrichtingen enkel mogen worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

- Beschrijving van het tracé: Het geplande deel van de fietsostrade loopt van Klein Heiken in Kapellen tot Schriek in Antwerpen-Ekeren. Het tracé volgt vanaf Klein Heiken de Koraalstraat, vanaf het einde van de Koraalstraat tot Schriek loopt het volledig naast de spoorlijn. Tussen de Koraalstraat en Vloeiende dienen een aantal bomen gerooid (opgenomen in de bouwvergunning voor het deel Klein Heiken tot Vloeiende) en een garage van een aanliggend pand gesloopt. Van Vloeiende tot Schriek dient een strook beplanting met hoge bomen aan de achterzijde van het eigendom van nv Kleine Kraaiwijk gerooid. Verder door richting Schriek verloopt de fietsweg langs weiden en akkers. - Functionele inpasbaarheid: De fietsostrade langs de spoorlijn Antwerpen-Essen is een van de hoofdroutes van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF) dat is goedgekeurd door de gemeenten, de provincie en de Vlaamse overheid en is opgenomen in het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen (RSPA). De fietsweg is een openbare nutsvoorziening die toegelaten is in een woongebied. De geplande ligging ervan maakt geen inbreuk op de ordening van het gebied vermits ze aanligt naast de andere aanwezige lijninfrastructuur, in dit geval de spoorlijn Antwerpen-Essen. De fietsostrade is overigens gepland in de zone naast de spoorlijn die vrij moet blijven van hoge beplanting volgens de wet van 25 juli 1891, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991 op de politie van de spoorwegen. De huidige hoge beplanting van het perceel van nv Kleine Kraaiwijk moet overigens in het kader van voorgenoemde wet gerooid worden. - Mobiliteitsimpact: De fietsweg tussen Klein Heiken en Schriek is een belangrijke ontbrekende schakel in de fietsvoorzieningen tussen Kapellen en Antwerpen. Nu moeten fietsers een grote omweg maken via Puihoek (2,2 km = omrijfactor +100 %) of de gevaarlijke Antwerpse- en Kapelsesteenweg nemen. De realisatie ervan zal de verplaatsingen per fiets tussen de twee gemeenten bijzonder aantrekkelijk en veilig maken, vooral voor schoolverkeer, en zal ongetwijfeld een deel autoverkeer doen afnemen. - Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: De fietsostrade ligt gebundeld aan een andere lijninfrastructuur en ligt in de strook waarin geen andere constructies toegelaten zijn. Volgens dit criterium ligt de fietsweg ideaal. De fietsostrade zal zo dicht mogelijk naast de spoorlijn komen te liggen rekening houdend met de veiligheidsvoorschriften opgelegd door Infrabel. - Visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en bodemreliëf: De verlichtingsmasten langsheen de fietsweg zullen de meest zichtbare impact op het landschap uitmaken, de verharding in mindere mate. Evenwel valt die zichtbaarheid binnen het landschapsbeeld van de bovenleidingmasten en bovenleidingen van de spoorlijn. De fietsweg volgt het bestaande reliëf en heeft er dus geen impact op. - Hinderaspecten, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Zichthinder: De openingen in het groenscherm die ontstaan door het rooien van de strook beplantingen kunnen ingevuld worden. Daar is ruimte voor. Overigens doet zich dat probleem ook voor als de bomen moeten geveld worden zoals opgelegd door de wet op de politie van de spoorwegen Inkijk: Inkijk door fietsers vanop de fietsweg kan voorkomen worden door het aangevulde groenscherm en een dichte afsluiting in houtvlechtwerk o.d. Geluidshinder: De bijkomende geluidshinder door fietsers en bromfietsers vervalt in het niets tegenover het geluid van de treinen. Overigens zal een afsluiting in

vlechtwerk een belangrijk deel van de geluidshinder opvangen. Het meeste fietsverkeer speelt zich overdag af. Lichthinder: De lichthinder van de verlichting langs de fietsweg kan beperkt gehouden worden door het gebruik van lichtarmaturen met paralumen die zorgen voor een gerichte verlichting op de fietsweg. Sociale veiligheid: De afsluiting zal ervoor zorgen dat er geen toenemend inbraakgevaar naar het aanliggende eigendom is. Verkeersveiligheid: Het medegebruik van de fietsostrade om het achtergelegen deel van het eigendom van de n.v. Kleine Kraaiwijk (lot 5 van de verkaveling van de nv Kleine Kraaiwijk) te ontsluiten kan perfect (aanduiding als fietsstraat of met verkeersbord F99). De verkeersveiligheid is daarmee gereglementeerd. Er is daarbij geen abnormale onveiligheid gecreëerd. 4) Met betrekking tot de kikkerpoel : Bezwaar (blz. 6 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk meent dat de houtwal en de kikkerpoel beschermd zijn conform het decreet Landschapszorg. Noch de kikkerpoel noch de houtwal zijn beschermd. De wettelijke bepalingen zoals geciteerd door de eigenares zijn bijgevolg niet van toepassing. Het bos is niet opgenomen in de boskartering en er bevinden zich geen biologisch waardevolle elementen volgens de biologische waarderingskaart. Evenwel houdt de provincie rekening met het bestaan van beide landschapselementen en zal in de mate van het mogelijke geprobeerd worden deze te ontzien. Zo kan de uitvoering van de werken gepland worden buiten de periode van de voortplantingsactiviteiten van de kikkers. De houtwal wordt zoveel mogelijk gevrijwaard en aangevuld binnen de perken van de wet op de politie van de spoorwegen. Voor beide aangelegenheden zal advies gevraagd worden aan ANB. 5) Met betrekking tot de watertoets : Bezwaar (blz. 15-16) De n.v. Kleine Kraaiwijk voert aan dat dat de verharding van het fietspad de waterrisico s vergroot voor het nabijgelegen aandachtsgebied in het kader van waterbeheer (BES12 Schoon Schijn Zwarte Beek). De impact van de aanleg van de fietsostrade is zeer gering vermits neerslag op de verharding via de steenslagfundering onder de verharding naar de ondergrond kan draineren. Desnoods kan een draineerstrook naast de verharding de doorsijpeling naar de ondergrond versterken. 6) Met betrekking tot het recht van uitweg en de verkeersveiligheid : Bezwaar (blz. 16 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk meent dat de uitweg langs de spoorweg waarover zij sinds 1963 beschikt via een verkavelingsvergunning, door de voorgenomen onteigening zal verdwijnen. Zij wijst het voorstel van erfdienstbaarheid over het fietspad af omwille van verkeersveiligheid. De toegang voor het kadastrale perceel 585 R blijft gegarandeerd via een erfdienstbaarheid over het fietspad. Het medegebruik van de fietsostrade om het achtergelegen deel van het eigendom van de n.v. Kleine Kraaiwijk (lot 5 van de verkaveling van de nv Kleine Kraaiwijk)

te ontsluiten kan perfect via aanduiding als fietsstraat of met verkeersbord F99. Er wordt op gewezen dat eenieder die zich op de openbare weg begeeft, dit dient te doen met de nodige omzichtigheid. 7) Met betrekking tot het tracé : Bezwaar (blz. 22 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk bespreekt een alternatief tracé. Op voorhand werden verschillende alternatieven grondig onderzocht. Tijdens de gemeentelijke begeleidingscommisie van 28 juni 2011 werd gekozen voor het tracé langs de westzijde van de spoorweg ter hoogte van het nog te verwerven perceel. De mogelijke tracékeuzes werden onderzocht en afgewogen in de start- en projectnota versie 5 van 9 september 2011, waarna deze werd voorgelegd aan de Provinciale Auditcommissie op 19 januari 2012. 8) Met betrekking tot de prijs Bezwaar (blz. 45 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk maakt allerlei berekeningen, voert aan dat haar alternatief zuiniger is, en verwijst naar de vergoeding van de gebuur op inneming 16. - De cijfers van bezwaarindienster kloppen niet. Zo maakt zij gebruik van een verkeerd percentage van wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest. - De keuze voor een traject hangt af van diverse factoren, waarvan de kostprijs er één maar niet noodzakelijk de determinerende is. - Eigendommen, ook al liggen ze bij elkaar in de buurt, kunnen niet zonder meer met elkaar vergeleken worden. De grondprijs per m² wordt bepaald door de stedenbouwkundige zonering. Deze prijzen zijn bepaald in een schattingsverslag van een onafhankelijk landmeterexpert. Daarnaast wordt door de provincie wegens onteigening een vergoeding voor wederbelegging (degressief percentage volgens de grootte van de inneming) en een wachtintrest voor 3 maanden betaald. Tijdens de onderhandelingen kunnen nog andere zaken aan bod komen : opstanden, beplantingen, enz. Dit is voor elke inneming anders. Het totaal ervan vormt de prijs die de provincie uiteindelijk voor de verwerving in der minne betaalt. De prijs voor inneming 16 die door bezwaardienster geciteerd wordt, is een totaalprijs voortvloeiend uit de onderhandelingen tussen de eigenaar van die inneming en de provincie. Dergelijke onderhandelingen worden gevoerd met alle eigenaars van de te verwerven gronden. Pas indien omtrent het financieel aspect geen overeenstemming kan bereikt worden, wordt beslist om over te gaan tot de gerechtelijke onteigening. In dat geval wordt de beoordeling en de begroting van de vergoeding overgelaten aan de wijsheid van de rechter. De deputatie stelt aan uw raad voor 1 het bezwaarschrift betreffende inneming 16 te verwerpen op grond van het feit dat het ondertussen zonder voorwerp geworden is. 2 de bezwaren aangaande inneming 18 te verwerpen op basis van de hierboven ontwikkelde argumenten, 3 het voorgelegde onteigeningsplan alsook de motivatie ter verantwoording van het openbaar nut, noodzaak en hoogdringendheid van de onteigening goed te keuren. Deze motivatie is dezelfde als werd goedgekeurd door uw raad op 26 april 2012, met hier en daar nog een uitbreiding. 4 aan de bevoegde gemeenschapsminister machtiging tot onteigening te vragen. De aanvraag van machtiging tot onteigening betreft enkel inneming 18 daar dit de enige inneming van het onteigeningsplan is die nog niet verworven werd.

Het bodemattest voor het betrokken perceel is blanco. Budget voor de verwerving is beschikbaar in het budget 2014. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 13 februari 2014. Het volledige dossier ligt ter inzage bij de griffie. De provincieraad van Antwerpen Overwegende dat onze raad op 26 april 2012 voorlopige goedkeuring hechtte aan het onteigeningsplan voor de aanleg van de fietsostrade Antwerpen-Essen op het grondgebied van Antwerpen (Ekeren) en Kapellen, vak Klein Heiken-Vloeiende- Schriek ; Overwegende dat het onteigeningsplan vervolgens van 3 juli tot en met 19 juli 2013 in openbaar onderzoek lag in de gemeente Kapellen, waarbij 2 bezwaarschriften werden ingediend, met name voor innemingen 16 en 18 op grondgebied Kapellen ; Overwegende dat het bezwaarschrift voor inneming 16 ondertussen zonder voorwerp is aangezien de inneming in der minne door ons bestuur verworven werd ; Overwegende de hierboven aangehaalde argumenten ter weerlegging van de verschillende bezwaren in het bezwaarschrift van inneming 18 ; Overwegende dat alle vereiste innemingen na onderhandeling in der minne konden verworven worden, met uitzondering van voormelde inneming 18, zodat voor dit perceel een gerechtelijke onteigeningsprocedure dient opgestart te worden ; Gelet op de motivatie ter verantwoording van het openbaar nut, de noodzaak van de onteigening en de hoogdringendheid ; Gelet op het bodemattest; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Artikel 1: Het bezwaarschrift ingediend door A. De Wilde, eigenaar van inneming 16, tijdens het openbaar onderzoek gehouden in de gemeente Kapellen van 3 juli tot en met 19 juli 2013 over het onteigeningsplan, delen 1.1 en 1.2, opgemaakt door het studiebureau Mebumar, voor de aanleg langs spoorlijn 12 van een fietsostrade (traject Klein Heiken-Vloeiende-Schriek) op het grondgebied van Antwerpen (Ekeren) en Kapellen, wordt verworpen, aangezien dit bezwaarschrift zonder voorwerp is geworden door de aankoop ervan door de provincie op 4 november 2013. Artikel 2: Goedkeuring wordt gehecht aan de verwerping van het bezwaarschrift ingediend door de n.v. Kleine Kraaiwijk, eigenaar van inneming 18, tijdens voormeld openbaar onderzoek, met volgende argumenten : 1) Met betrekking tot de procedure en publicatie van het onteigeningsplan Bezwaar (blz. 1-2 van het bezwaarschrift) :

De n.v. Kleine Kraaiwijk stelt dat het openbaar onderzoek niet correct heeft plaatsgevonden. Zij meent dat het bericht van openbaar onderzoek aangeplakt had dienen te worden aan de straat Vloeiende en dat het voldoende bekendgemaakt moest worden in lokale en regionale publicaties. Artikel 3 van de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening ten algemene nutte stelt het volgende : Het ontwerp wordt gedurende 15 dagen ter inzage nedergelegd op het gemeentehuis van de gemeenten, waardoor het werk loopt. De eigenaars van de binnen de omtrek van de te onteigenen gronden gelegen percelen worden schriftelijk, afzonderlijk en in hun woning, in kennis gesteld van die nederlegging van het ontwerp. Het bericht van die nederlegging wordt daarenboven aangeplakt en gepubliceerd in de voor de officiële bekendmakingen gebruikelijke vorm. Van de vervulling van die formaliteiten moet worden blijk gegeven door een bewijsschrift van het college van burgemeester en schepenen. De vernoemde formaliteiten zijn voorgeschreven op straffe van nietigheid. Het verzuim van kennisgeving brengt echter alleen nietigheid ten opzichte van de niet aangeschreven eigenaars mee. In casu dient te worden vastgesteld dat de n.v. Kleine Kraaiwijk persoonlijk is aangeschreven (aangetekend schrijven) en wel degelijk voldoende op de hoogte was van het georganiseerde openbaar onderzoek. Zij heeft dan ook tijdig bezwaar ingediend. Bijgevolg heeft de n.v. Kleine Kraaiwijk geen belang bij dit middel 2) Met betrekking tot het onteigeningsplan Bezwaar (blz. 2 van het bezwaarschrift) : De n.v. Kleine Kraaiwijk is van mening dat het onteigeningsplan onvolledig, achterhaald en niet gemotiveerd is. Voormelde wet van 1870 spreekt over het ontwerp dat het tracé van het werk en het perceelsgewijze plan omvat. Dit plan bevat de namen van de eigenaars, volgens de gegevens van het kadaster. Het onteigeningsplan moet dus de kadastrale percelen vermelden. De lijst van de eigenaars van wie de gronden worden onteigend en de kadastrale gegevens, komt in een innemingstabel terecht, gehecht aan het plan. Verder moeten de data van de voorlopige en definitieve vaststelling op het plan voorkomen, alsook de data van de opening en sluiting van het openbaar onderzoek, en moet het plan ondertekend worden door de bevoegde personen. Bovendien moeten de lokale besturen er hun stempel opzetten. In casu wordt vastgesteld dat het onteigeningsplan dat in openbaar onderzoek lag wel degelijk voldoet aan de vereiste van volledigheid : tracé, vermelding van de kadastrale percelen, namen van de eigenaars in een innemingstabel, duidelijke weergave in kleur van de te onteigenen gronden, aanduiding van de lengte en de breedte van de te onteigenen stroken, Het plan in openbaar onderzoek was tevens voorzien van de datum van de voorlopige goedkeuring door de provincieraad, de handtekening van de voorzitter van de provincieraad en de provinciegriffier, en de stempel van de provincie. Wat betreft het argument dat het plan achterhaald zou zijn, wordt opgemerkt dat een onteigeningsplan steeds een momentopname is. Tussen de opmaak van het plan en het openbaar onderzoek verstrijkt noodzakelijkerwijze een tijdsspanne, waarbinnen zich tal van zaken kunnen voordoen met mogelijke repercussie op het onteigeningsplan en/of de innemingstabel (splitsing of samenvoeging van percelen, eigendomstransacties, wijzigingen aan de familiale toestand van de eigenaars). De wet schrijft niet voor dat er een motiveringsnota bij het onteigeningsplan moet gevoegd worden. De motivatie van de onteigening met betrekking tot het openbaar nut, de noodzaak en de hoogdringendheid werd verwoord in het besluit van de provincieraad van 26 april 2012 houdende voorlopige goedkeuring van het onteigeningsplan. Aangegeven werd tevens dat gebruik zal gemaakt worden van een machtiging bij hoogdringendheid en dat derhalve de wet van 26 juli 1962 van

toepassing is. Deze motivering heeft ertoe geleid dat de n.v. Kleine Kraaiwijk in staat was om met kennis van zaken een bezwaarschrift in te dienen. 3) Met betrekking tot de ruimtelijke ordening Bezwaar (blz. 2 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk meent dat de aanleg van de fietsostrade niet verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving. Zij verwijst terzake naar artikel 5.1.0 van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, dat stelt dat in woongebieden bedrijven, voorzieningen en inrichtingen enkel mogen worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Beschrijving van het tracé: Het geplande deel van de fietsostrade loopt van Klein Heiken in Kapellen tot Schriek in Antwerpen-Ekeren. Het tracé volgt vanaf Klein Heiken de Koraalstraat, vanaf het einde van de Koraalstraat tot Schriek loopt het volledig naast de spoorlijn. Tussen de Koraalstraat en Vloeiende dienen een aantal bomen gerooid (opgenomen in de bouwvergunning voor het deel Klein Heiken tot Vloeiende) en een garage van een aanliggend pand gesloopt. Van Vloeiende tot Schriek dient een strook beplanting met hoge bomen aan de achterzijde van het eigendom van nv Kleine Kraaiwijk gerooid. Verder door richting Schriek verloopt de fietsweg langs weiden en akkers. - Functionele inpasbaarheid: De fietsostrade langs de spoorlijn Antwerpen-Essen is een van de hoofdroutes van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF) dat is goedgekeurd door de gemeenten, de provincie en de Vlaamse overheid en is opgenomen in het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen (RSPA). De fietsweg is een openbare nutsvoorziening die toegelaten is in een woongebied. De geplande ligging ervan maakt geen inbreuk op de ordening van het gebied vermits ze aanligt naast de andere aanwezige lijninfrastructuur, in dit geval de spoorlijn Antwerpen-Essen. De fietsostrade is overigens gepland in de zone naast de spoorlijn die vrij moet blijven van hoge beplanting volgens de wet van 25 juli 1891, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991 op de politie van de spoorwegen. De huidige hoge beplanting van het perceel van nv Kleine Kraaiwijk moet overigens in het kader van voorgenoemde wet gerooid worden. - Mobiliteitsimpact: De fietsweg tussen Klein Heiken en Schriek is een belangrijke ontbrekende schakel in de fietsvoorzieningen tussen Kapellen en Antwerpen. Nu moeten fietsers een grote omweg maken via Puihoek (2,2 km = omrijfactor +100 %) of de gevaarlijke Antwerpse- en Kapelsesteenweg nemen. De realisatie ervan zal de verplaatsingen per fiets tussen de twee gemeenten bijzonder aantrekkelijk en veilig maken, vooral voor schoolverkeer, en zal ongetwijfeld een deel autoverkeer doen afnemen. - Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid: De fietsostrade ligt gebundeld aan een andere lijninfrastructuur en ligt in de strook waarin geen andere constructies toegelaten zijn. Volgens dit criterium ligt de fietsweg ideaal. De fietsostrade zal zo dicht mogelijk naast de spoorlijn komen te liggen rekening houdend met de veiligheidsvoorschriften opgelegd door Infrabel. - Visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en bodemreliëf: De verlichtingsmasten langsheen de fietsweg zullen de meest zichtbare impact op het landschap uitmaken, de verharding in mindere mate. Evenwel valt die zichtbaarheid binnen het landschapsbeeld van de bovenleidingmasten en bovenleidingen van de spoorlijn. De fietsweg volgt het bestaande reliëf en heeft er dus geen impact op. - Hinderaspecten, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen: Zichthinder: De openingen in het groenscherm die ontstaan door het rooien van de strook beplantingen kunnen ingevuld worden. Daar is ruimte voor. Overigens doet zich dat probleem ook voor als de bomen moeten geveld worden zoals opgelegd door de wet op de politie van de spoorwegen

Inkijk: Inkijk door fietsers vanop de fietsweg kan voorkomen worden door het aangevulde groenscherm en een dichte afsluiting in houtvlechtwerk o.d. Geluidshinder: De bijkomende geluidshinder door fietsers en bromfietsers vervalt in het niets tegenover het geluid van de treinen. Overigens zal een afsluiting in vlechtwerk een belangrijk deel van de geluidshinder opvangen. Het meeste fietsverkeer speelt zich overdag af. Lichthinder: De lichthinder van de verlichting langs de fietsweg kan beperkt gehouden worden door het gebruik van lichtarmaturen met paralumen die zorgen voor een gerichte verlichting op de fietsweg. Sociale veiligheid: De afsluiting zal ervoor zorgen dat er geen toenemend inbraakgevaar naar het aanliggende eigendom is. Verkeersveiligheid: Het medegebruik van de fietsostrade om het achtergelegen deel van het eigendom van de n.v. Kleine Kraaiwijk (lot 5 van de verkaveling van de nv Kleine Kraaiwijk) te ontsluiten kan perfect (aanduiding als fietsstraat of met verkeersbord F99). De verkeersveiligheid is daarmee gereglementeerd. Er is daarbij geen abnormale onveiligheid gecreëerd. 4) Met betrekking tot de kikkerpoel Bezwaar (blz. 6 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk meent dat de houtwal en de kikkerpoel beschermd zijn conform het decreet Landschapszorg. Noch de kikkerpoel noch de houtwal zijn beschermd. De wettelijke bepalingen zoals geciteerd door de eigenares zijn bijgevolg niet van toepassing. Het bos is niet opgenomen in de boskartering en er bevinden zich geen biologisch waardevolle elementen volgens de biologische waarderingskaart. Evenwel houdt de provincie rekening met het bestaan van beide landschapselementen en zal in de mate van het mogelijke geprobeerd worden deze te ontzien. Zo kan de uitvoering van de werken gepland worden buiten de periode van de voortplantingsactiviteiten van de kikkers. De houtwal wordt zoveel mogelijk gevrijwaard en aangevuld binnen de perken van de wet op de politie van de spoorwegen. Voor beide aangelegenheden zal advies gevraagd worden aan ANB. 5) Met betrekking tot de watertoets Bezwaar (blz. 15-16) De n.v. Kleine Kraaiwijk voert aan dat dat de verharding van het fietspad de waterrisico s vergroot voor het nabijgelegen aandachtsgebied in het kader van waterbeheer (BES12 Schoon Schijn Zwarte Beek). De impact van de aanleg van de fietsostrade is zeer gering vermits neerslag op de verharding via de steenslagfundering onder de verharding naar de ondergrond kan draineren. Desnoods kan een draineerstrook naast de verharding de doorsijpeling naar de ondergrond versterken. 6) Met betrekking tot het recht van uitweg en de verkeersveiligheid Bezwaar (blz. 16 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk meent dat de uitweg langs de spoorweg waarover zij sinds 1963 beschikt via een verkavelingsvergunning, door de voorgenomen onteigening zal verdwijnen. Zij wijst het voorstel van erfdienstbaarheid over het fietspad af omwille van verkeersveiligheid. De toegang voor het kadastrale perceel 585 R blijft gegarandeerd via een erfdienstbaarheid over het fietspad. Het medegebruik van de fietsostrade om het achtergelegen deel van het eigendom van de n.v. Kleine Kraaiwijk (lot 5 van de verkaveling van de nv Kleine Kraaiwijk) te ontsluiten kan perfect via aanduiding als fietsstraat of met verkeersbord F99. Er wordt op gewezen dat eenieder die zich op de openbare weg begeeft, dit dient te doen met de nodige omzichtigheid. 7) Met betrekking tot het tracé Bezwaar (blz. 22 en volgende) :

De n.v. Kleine Kraaiwijk stelt een alternatief tracé voor. Op voorhand werden verschillende alternatieven grondig onderzocht. Tijdens de gemeentelijke begeleidingscommisie van 28 juni 2011 werd gekozen voor het tracé langs de westzijde van de spoorweg ter hoogte van het nog te verwerven perceel. De mogelijke tracékeuzes werden onderzocht en afgewogen in de start- en projectnota versie 5 van 9 september 2011, waarna deze werd voorgelegd aan de Provinciale Auditcommissie op 19 januari 2012. 8) Met betrekking tot de prijs Bezwaar (blz. 45 en volgende) : De n.v. Kleine Kraaiwijk maakt allerlei berekeningen, voert aan dat haar alternatief zuiniger is, en verwijst naar de vergoeding van de gebuur op inneming 16. - De cijfers van bezwaarindienster kloppen niet. Zo maakt zij gebruik van een verkeerd percentage van wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest. - De keuze voor een traject hangt af van diverse factoren, waarvan de kostprijs er één maar niet noodzakelijk de determinerende is. - Eigendommen, ook al liggen ze bij elkaar in de buurt, kunnen niet zonder meer met elkaar vergeleken worden. De grondprijs per m² wordt bepaald door de stedenbouwkundige zonering. Deze prijzen zijn bepaald in een schattingsverslag van een onafhankelijk landmeterexpert. Daarnaast wordt door de provincie wegens onteigening een vergoeding voor wederbelegging (degressief percentage volgens de grootte van de inneming) en een wachtintrest voor 3 maanden betaald. Tijdens de onderhandelingen kunnen nog andere zaken aan bod komen : opstanden, beplantingen, enz. Dit is voor elke inneming anders. Het totaal ervan vormt de prijs die de provincie uiteindelijk voor de verwerving in der minne betaalt. De prijs voor inneming 16 die door bezwaardienster geciteerd wordt, is een totaalprijs voortvloeiend uit de onderhandelingen tussen de eigenaar van die inneming en de provincie. Dergelijke onderhandelingen worden gevoerd met alle eigenaars van de te verwerven gronden. Pas indien omtrent het financieel aspect geen overeenstemming kan bereikt worden, wordt beslist om over te gaan tot de gerechtelijke onteigening. In dat geval wordt de beoordeling en de begroting van de vergoeding overgelaten aan de wijsheid van de rechter. Artikel 3: Het onteigeningsplan, delen 1.1 en 1.2, opgemaakt door studiebureau Mebumar, voor de aanleg langs spoorlijn 12 van een fietsostrade (traject Klein Heiken- Vloeiende-Schriek) op het grondgebied van Antwerpen (Ekeren) en Kapellen, voorlopig goedgekeurd op 26 april 2012, wordt thans definitief goedgekeurd. Artikel 4: Aan de bevoegde gemeenschapsminister wordt machtiging tot onteigening voor openbaar nut gevraagd bij toepassing van de procedure bij hoogdringende omstandigheden zoals bepaald in de wet van 26 juli 1962, voor inneming 18 van voormeld onteigeningsplan. Artikel 5: Goedkeuring wordt gehecht aan de motivatie ter verantwoording van het openbaar nut en de noodzaak van de onteigening: De grondverwervingen beogen om het fietsverkeer te bevorderen en de verkeersveiligheid te verbeteren, in het bijzonder die van de fietsers, via de aanleg van een fietsostrade/hoofdroute als een rechtstreekse, conflictarme, grotendeels autovrije directe verbinding tussen Antwerpen en Essen. Het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF) werd in juni 2001 goedgekeurd door de Vlaamse regering. Het BFF werd opgenomen in het richtinggevend gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen bij de herziening in 2011. Deze herziening werd goedgekeurd door de provincieraad in

vergadering van 27 januari 2011 en door de Vlaamse minister bevoegd voor Ruimtelijke ordening op 4 mei 2011. De hoofdfietsroutes in de richting van de stad Antwerpen zijn op vlak van mobiliteit momenteel prioritair en noodzakelijk om de mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen aan te pakken, conform het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Hierin staat het betrokken project opgenomen. De nieuwe fietsverbindingen in het kader van het masterplan mobiliteit zijn noodzakelijk om volgende doelstellingen te bereiken: o de bereikbaarheid van de stad garanderen. o de verkeersveiligheid verhogen. o de leefbaarheid herstellen. De hoofdroutes langs spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen) en langs spoorlijn 25/27 (Antwerpen-Mechelen) zijn de routes met de hoogste potenties aan gebruikers. Deze routes zullen bij uitstek een alternatief kunnen bieden voor een vlotte mobiliteit van en naar de gemeenten rond Antwerpen. Van beide hogergenoemde hoofdroutes zijn reeds een aantal gedeelten gerealiseerd. Er blijven echter nog steeds een aantal belangrijke missing links, waaronder huidig deelproject Ekeren-Kapellen, die een 100% effectieve benutting van de routes in de weg staan. Door het traject van de fietsostrade langs de spoorlijn te leggen is gekozen voor het minst schadelijk traject, waarbij de minste verwervingen van particulieren dienen te gebeuren. Het grootste deel van de innemingen zal immers verlopen via overeenkomst (bezettingscontract) met de NMBS. Op voorhand werden verschillende alternatieven grondig onderzocht. Tijdens de gemeentelijke begeleidingscommisie van 28 juni 2011 werd gekozen voor het tracé langs de westzijde van de spoorweg ter hoogte van het nog te verwerven perceel. De mogelijke tracékeuzes werden onderzocht en afgewogen in de start- en projectnota versie 5 van 9 september 2011, waarna deze werd voorgelegd aan de Provinciale Auditcommissie op 19 januari 2012. Artikel 6: Goedkeuring wordt gehecht aan de motivatie ter verantwoording van de hoogdringendheid van de onteigening: De mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen is zeer acuut. De hoofdfietsroutes langs spoorlijn 12 en spoorlijn 25/27 moeten dringend afgewerkt worden om de verwachte gevolgen van infrastructuurwerken rond Antwerpen voor te blijven en bij te dragen aan een verbeterd bereik van de stad en omliggende gemeentes. Een deel van het gehele project van de fietsroutes langs spoorlijn 12 en spoorlijn 25/27 is reeds gerealiseerd. Het is dus noodzakelijk om de missing links, waaronder huidig deelproject Ekeren-Kapellen, op korte termijn te realiseren om een 100% effectieve benutting van de routes te garanderen. Inneming 18 is de enige inneming uit het betrokken onteigeningsplan die nog niet verworven werd. De onmiddellijke inbezitname van inneming 18 is nodig om zo snel mogelijk te kunnen starten met het uitvoeren van de werken.