BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokkenen

Vergelijkbare documenten
BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokken

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Samenwerking en afstemming over het peilbesluit. Direct betrokkenen

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokken

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokken

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokkenen

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokkenen

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum:

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokkenen

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

2018 IN bijlage verslag VVSW Benthem Gratama. advocaten

Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Peilbesluit Rietveld 2017

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

AB: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Toelichting Peilbesluit. Oude Pekela zuid

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Toelichting Ontwerp Peilbesluit Gasselte

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Externe betrokkenen: Onderhoud aan Rijksmonument, vergunningsplicht.

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Deelnemers in de gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis

Bijlage 1 Toelichting partiële herzieningen peilbesluiten Alblasserwaard en Tielerwaard

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Toelichting Peilbesluit Drentsche Aa Noord

Peilbesluit Campen. 12 december 2016

Maatregelen en voorontwerp Peilbesluit Walcheren. 5 september 2017

Toelichting. Peilbesluit Pagediep

Reactie op ingediende zienswijze tegen het ontwerp-peilbesluit

Toelichting peilbesluit Valthermond- Nieuw Buinen Waterschap Hunze en Aa s Juni 2012

Toelichting Ontwerp Peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid

Toelichting Peilbesluit Westerpolder - Oosterland - Vestdijklaan

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

FAZ: Ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Toelichting peilbesluit Gieten Waterschap Hunze en Aa s December Toelichting Peilbesluit Gieten

Projectplan Holsdiek Orvelte

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

Opdrachtgever: Jan van der Laan

Toelichting Peilbesluit Tynaarlo

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

FAZ: Ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Nota beantwoording zienswijzen

Toelichting Peilbesluit Winschoten

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Leeswijzer factsheets peilgebieden Walcheren

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

Kaart 1 Overzichtskaart Gieterveen. hoofdwaterlichaam. Zuidwolde. Groningen. Hoogkerk. Uiterburen Zuidbroek. Haren. Heiligerlee Winschoten

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Voorstel. Routing voorstel. G.J. Versluis. Watersysteem. (gew )

Onderwerp: Aanpassing Inspraakverordening in verband met elektronische bekendmakingen Nummer: Bestuursstukken\1495. AB: Ja

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Toelichting Ontwerp Peilbesluit Stadskanaal

Nr. Door Zienswijze Reactie dagelijks bestuur

Toelichting Ontwerp Peilbesluit Drentsche Aa Zuid

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Rombout Jongejans

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ECLI:NL:RBZWB:2014:8005

Opdrachtgever: Erica Mosch

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Omschrijving wijziging

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

CVDR. Nr. CVDR273160_2. Peilbesluit Alm en Biesbosch

Toelichting Peilbesluit Wolfsbarge

Toelichting GGOR Schieveen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

CVDR. Nr. CVDR271515_1. Peilbesluit Quarles van Ufford

Leidraad peilbesluiten

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren Zuid-Holland) (d.d. 23 september 2007) Nummer 2107

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Lage Abtswoudschepolder Peilgebied V

WILCK & WIERICKE. Afd. v.». i < f van: Hierbij ontvangt u het ontwerp peilbesluit voor de Polder Steekt/Binnenpolder.

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Peilbesluit TT Kaart 1: Overzichtskaart. Zuidwolde. Groningen. Hoogkerk. Uiterburen. Haren. Zuidbroek. Hoogezand-Sappemeer. Paterswolde Muntendam

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Peilgebied Winterpeil (m t.o.v. NAP) Zomerpeil (m t.o.v. NAP)

Toelichting ontwerp peilbesluit Blauwestad Waterschap Hunze en Aa s Peilbesluit Blauwestad

Ter Wisch. Kaart 1; Overzicht. Peilbesluit Ter Wisch Westerwolde bebouwing boezem. rijksgrens. hoofdweg hoofdspoorwegennet.

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII

Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Informatiebijeenkomst PWO Zuid-Beveland-Oost. 26 november 2012

Transcriptie:

Onderwerp: Vaststelling peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid Nummer: Bestuursstukken\1933 Agendapunt: 11 DB: Ja 31-8-2015 BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja 16-9-2015 AB: Ja 30-9-2015 Opsteller: Fabian Vredenborg, 0598-693283 Veiligheid en Voldoende Water Opdrachtgever: Jan van der Laan Portefeuillehouder: Hilbrand Sinnema Ondersteuning van de afdeling: Technisch Juridisch Financieel Staf Communicatie Externe betrokkenen: Grondeigenaren en grondgebruikers Reden: Direct betrokkenen Samenvatting: Het waterschap heeft in het beheerplan aangegeven voor alle peilgebieden een peilbesluit op te willen stellen. Volgens de planning is voor het gebied gelegen tussen Paterswolde aan de westzijde, Haren aan de oostzijde en Groningen aan de noordzijde een peilbesluit opgesteld. Overeenkomstig met het DB-besluit van 26 mei jl. wordt voorgesteld om van één van de vijftien peilgebieden het formele winterpeil te wijzigen. Voor dit peilgebied wordt een verlaging voorgesteld van 0,10 m. Voorgesteld wordt het formele zomerpeil voor alle vijftien peilgebieden te handhaven. In het peilbesluitgebied komen veengronden voor die veenoxidatiegevoelig zijn. Het ontwerp-peilbesluit ligt vanwege de afwegingen tussen landbouw- en natuurfunctie gevoelig in het gebied, tijdens de ter inzage periode zijn vier zienswijzen ingediend. Deze hebben niet geleid tot aanpassingen van de streefpeilen. Duurzaamheidsparagraaf: Ja AB Voorstel: Het peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid vaststellen. Bijlagen: Ja - Peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid; - Kaart 15 wijziging winterpeil; - Kaart 16 wijziging zomerpeil. Ter inzage (bestuursnet): Ja Onderwerp(en): Toelichting peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid. 1

Besluit/opmerkingen bestuur: Paraaf secretaris-directeur: 2

Inleiding In een peilbesluit worden, na een inspraakprocedure, de na te streven oppervlaktewaterpeilen vastgesteld. Een peilbesluit biedt belanghebbenden duidelijkheid en rechtszekerheid. Het streven van het waterschap Hunze en Aa s is om voor het gehele beheergebied peilbesluiten op te stellen. Voorgeschiedenis/eerdere besluitvorming/beheerplan Het voornemen om voor alle peilgebieden in het beheersgebied van Waterschap Hunze en Aa s een peilbesluit op te stellen is in het beheerplan opgenomen als actie 8.6.c in paragraaf Kaders en uitvoering peilbeheer. Huidige situatie/analyse van het probleem Het peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid betreft een gebied met een oppervlakte van 1624 hectare en is opgedeeld in vijftien peilgebieden. Het water stroomt hoofdzakelijk in noordelijke richting. Voor de aanvoer van water is het peilbesluitgebied aangewezen op aanvoerwater vanuit de Drentse Aa en het Noord-Willemskanaal. Het hele gebied heeft voornamelijk de functie natuur met landbouwgebieden er omheen. Daarnaast is de functie bestaande bebouwing aanwezig van de bebouwde kernen Eelde, Groningen, Haren en Paterswolde. De huidige formele peilen zijn afkomstig uit het beheerplan 2010-2015. Voor het vaststellen van de gewenste peilen is gebruik gemaakt van een rekenmodel gebaseerd op droogleggingsnormen. De methode berekent op basis van de maaiveldhoogte, bodemtype, grondgebruik en bijbehorende normen per peilgebied de oppervlaktes te nat, profiterend en te droog uitgedrukt in percentages. De droogleggingsnormen, waarmee gerekend wordt, komen uit de Leidraad voor het opstellen van peilbesluiten in de provincie Groningen en Drenthe. De uitkomsten van de berekeningen worden beoordeeld op basis van een aantal afwegingen en criteria. De norm is dat 5-10% van het totale oppervlak van een peilgebied geclassificeerd mag zijn als te nat. Deze norm wordt ook gehanteerd bij herinrichtingsprojecten. Het berekende peil is vervolgens getoetst aan opgetreden maaivelddaling, de grondwaterstanden, overige gebiedsfuncties, waterinlaat mogelijkheden, de duurzaamheid van het waterbeheer en praktijkervaringen. In het peilbesluitgebied komen veengronden voor die veenoxidatiegevoelig zijn, deze gronden liggen in de polder Lappenvoort. Voor deze polder worden dan ook geen verlagingen voorgesteld. In sommige andere peilgebieden komen van oorsprong veengronden voor. Door een jarenlange diepe ontwatering en de bewerkingsmethoden van de gronden is een groot deel van het veen geoxideerd waardoor de hoogte van het maaiveld is gedaald. Uitgangspunt is dat in gebieden met een landbouwkundige functie het peil afgestemd wordt op het verkrijgen van optimale productieomstandigheden. Gevolgen van maaivelddaling door klink en oxidatie van veen zullen worden gecompenseerd door het peil hier zoveel mogelijk op aan te passen. Dit geldt niet voor de peilgebieden met de functie natuur. Voor het winterpeil wordt voor één van de vijftien peilgebieden voorgesteld het formele peil te wijzigen: een verlaging van 0,10 m. Voor het zomerpeil wordt voor alle peilgebieden voorgesteld het formele 3

peil te handhaven. In tabel 1 zijn van de winterpeilen het formele peil en het gewenste peil weergegeven. In tabel 2 is een vergelijkbaar overzicht gegeven voor de zomerpeilen. Voor een overzicht van de aangebrachte wijzigingen van de winter- en zomerpeilen wordt verwezen naar de bijlagen 15 en 16. Tabel 1: veranderingen winterpeil Peilgebied code Huidig (m t.o.v. NAP) Gewenst (m t.o.v. NAP) GPG-A-1 0,62 1 0,62 1 GPG-A-10470-0,50-0,50 GPG-A-10876-0,20 1-0,30 1 GPG-A-11645-0,75-0,75 GPG-A-11646-0,55-0,55 GPG-A-140-0,55-0,55 GPG-A-19510-0,10-0,10 GPG-A-19550-0,30-0,30 GPG-A-201-0,40-0,40 GPG-A-3 0,05 1 0,05 1 GPG-A-5-0,05 1-0,05 1 GPG-A-6 1,47 1 1,47 1 GPG-A-8 0,00 0,00 GPG-H-102 0,45 0,45 GPG-H-10650-0,82-0,82 1 Waterpeil kan vanwege het gebrek aan wateraanvoer uitzakken Tabel 2: veranderingen zomerpeil Peilgebied code Huidig (m t.o.v. NAP) Gewenst (m t.o.v. NAP) GPG-A-1 0,62 1 0,62 1 GPG-A-10470-0,10-0,10 GPG-A-10876 0,10 1 0,10 1 GPG-A-11645-0,75-0,75 GPG-A-11646-0,55-0,55 GPG-A-140-0,45-0,45 GPG-A-19510-0,10-0,10 GPG-A-19550-0,25-0,25 GPG-A-201 0,00 0,00 GPG-A-3 0,05 1 0,05 1 GPG-A-5-0,05 1-0,05 1 GPG-A-6 1,47 1 1,47 1 GPG-A-8 0,40 0,40 GPG-H-102 0,53 0,53 GPG-H-10650-0,82-0,82 1 Waterpeil kan vanwege het gebrek aan wateraanvoer uitzakken 4

Duurzaamheidsaspecten Geen spijtmaatregel (gericht op lange termijn, lifecycle-benadering). Doordat de streefpeilen in deze gebieden niet of nauwelijks worden verlaagd, zal geen versnelling van het veenoxidatieproces plaatsvinden. Dit is een onomkeerbaar proces met bodemdaling als gevolg. Niet afwentelen tijd/ruimte/anderen (niet afwentelen op andere onderdelen watersysteem, van bovenstrooms op benedenstrooms, van kwantiteit op kwaliteit, van inrichting op beheer/onderhoud en v.v. etc.). Het peilbesluitgebied bevat meerdere peilgebieden waar veen voorkomt in de eerste 1,20 meter van de ondergrond. Doordat de streefpeilen in deze gebieden niet worden verlaagd zal er geen extra veenoxidatie gaan plaatsvinden van het veen dat zich momenteel onder de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) bevindt. Natuurlijk gestuurd en functionerend (herstel/gebruikmaken van natuurlijke processen, zelfvoorzienend en zelfreinigend). Het peilbesluitgebied Paterswolde en Groningen Zuid heeft voornamelijk de functie natuur. Daarnaast vallen grote delen van het gebied onder het EHS-beleid. Door dit beleid is het in veel peilgebieden van Paterswolde en Groningen Zuid niet toegestaan op de landbouwkundig gewenste peilen te sturen maar wel op streefpeilen die gunstiger zijn voor de natuur. Gezond ecosysteem (behartiging ecologische belangen waterbiotoop). Bij het vastleggen van de peilen is rekening gehouden met de ecologische belangen die zich in het gebied voordoen. De peilen in gebieden met de functie natuur worden niet verlaagd, waardoor de huidige natuurwaarde behouden blijven. Verantwoord gebruik van (hulp)bronnen (verlaging CO 2 -uitstoot, beperking energiegebruik, duurzame energie-alternatieven, geen gebruik schaarse grondstoffen, inzet herbruikbare grondstoffen/materialen). Doordat de streefpeilen van de gemalen niet worden verlaagd, wordt de opvoerhoogte niet groter. Bij een grotere opvoerhoogte neemt het energieverbruik van de gemalen toe. Daarnaast is een verlaging van CO 2 -uitstoot in het gebied te verwachten, omdat bodemdaling niet gecompenseerd wordt met verlaging van de streefpeilen. Doordat de streefpeilen in de veenpolders niet worden verlaagd zal er geen extra veen gaan oxideren. De CO 2 -uitstoot door veenoxidatie zal in de loop van de jaren afnemen door passieve vernatting in de veenpolders. Afstemming op gebruiksfuncties De functies in het gebied zijn zowel natuur als landbouw. De peilen zijn, waar mogelijk/toegestaan, afgestemd op de aanwezige gebruiksfuncties om zodoende optimale productieomstandigheden te creëren. In veel peilgebieden is echter geen optimale situatie gecreëerd, vanwege de grote verschillen tussen landbouw en natuur. 5

Meerwaarde voor andere dan taakbelangen (maatschappelijke meerwaarde voor landschap, recreatie, toerisme, cultuurhistorie etc., multifunctionele oplossingen, koppeling met opgaven van andere organisaties, integrale gebiedsprocessen, werk met werk maken). De streefpeilen van de percelen die momenteel als te nat zijn beoordeeld in de droogleggingsberekeningen worden vanwege het EHS-beleid gehandhaafd. Wettelijke kader/juridische procedure/inspraak Op grond van artikel 3.21 van de Omgevingsverordening provincie Groningen is het waterschap verplicht peilbesluiten op te stellen voor boezemwateren, waterstaatkundige eenheden met de functie natuur als hoofdfunctie of de functie landbouw grenzend aan gebieden met de functie natuur. Het waterschap is op grond van artikel 10.30 van de Provinciale omgevingsverordening Drenthe verplicht om een peilbesluit vast te stellen voor de oppervlaktewateren in de gebieden die: 1. deel uitmaken van provinciegrens overschrijdende peilvakken waarvoor een door de provincie Groningen, Overijssel of Friesland opgelegde verplichting geldt om een peilbesluit vast te stellen; 2. zijn aangewezen op een als zodanig aangeduide kaart bij het beheerplan van het waterschap. Peilbesluiten die worden opgesteld voor deze gebieden dienen voor advies aan Gedeputeerde Staten te worden gezonden alvorens deze ter inzage gelegd en vastgesteld kunnen worden: Van peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid vallen negen van de vijftien peilgebieden onder deze verplichting. Het ontwerp peilbesluit is ter advisering voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen. Gedeputeerde Staten hebben positief geadviseerd. Het ontwerp peilbesluit is niet voorgelegd aan de Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, omdat de Provinciale omgevingsverordening Drenthe deze verplichting niet kent. Het peilbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Het ontwerp-peilbesluit ligt vanwege de afwegingen tussen landbouw- en natuurfunctie gevoelig in het gebied, tijdens de ter inzage periode zijn vier zienswijzen ingediend. Deze hebben niet geleid tot aanpassingen van de streefpeilen. Communicatie Op 19 november 2014 is in Ons dorpshuis te Paterswolde een informatiebijeenkomst gehouden waar belanghebbenden zijn geïnformeerd over de werkwijze, de procedure en voorgestelde peilwijzigingen. Elf belanghebbenden zijn hierop afgekomen. In de presentatie is ingegaan op de methodiek die gebruikt wordt om het optimale streefpeil te bepalen. Vervolgens is de methodiek verduidelijkt aan de hand van voorbeelden. Tijdens deze informatieavond was er gelegenheid opmerkingen over voorgestelde peilen te maken. Hier kwamen geen bijzonderheden naar voren. Het verslag van de informatieavond is weergegeven in de bijlagen van het peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid. 6

Voorstel Het peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid vaststellen. namens het dagelijks bestuur, Harm Küpers secretaris-directeur Alfred van Hall dijkgraaf 7

Bijlage 1 Peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid Het algemeen bestuur van het waterschap Hunze en Aa s overwegende dat: 1. Het peilbesluitgebied Paterswolde en Groningen Zuid overwegend een natuurfunctie heeft. 2. De zomer- en winterpeilen waar mogelijk afgestemd wordt op de toegekende functies. 3. Aanvoer van water naar de polderpeilgebieden mogelijk is en dat het water onder vrij verval en met gemalen wordt afgevoerd. 4. Het gebied Paterswolde en Groningen Zuid totaal een oppervlakte van 1624 hectare heeft. 5. Het gebied Paterswolde en Groningen Zuid bestaat uit 15 peilgebieden. 6. De gewenste oppervlaktewaterpeilen zijn bepaald met behulp van de droogleggingsmethodiek. 7. Dit één wijziging van het winterpeil tot gevolg heeft. Gelezen: - De toelichting bij het peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid, die onderdeel uitmaakt van dit peilbesluit. Gelet op: - De artikelen 56 en 77 van de Waterschapswet (met betrekking tot de bevoegdheid tot de regeling en bestuur van de taken die het waterschap zijn opgedragen). - Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (met betrekking tot de te volgen inspraakprocedure). - Artikel 3.23 van de Omgevingsverordening van de provincie Groningen 2009 (met betrekking tot het inwinnen van advies en toezending peilbesluiten aan Gedeputeerde Staten). Overwegende dat: Het ontwerp van het peilbesluit na voorafgaande bekendmaking volgens de daarvoor geldende voorschriften gedurende een termijn van zes weken van 22 december 2014 tot en met 14 februari 2015 op de daartoe door de inspraakverordening Hunze en Aa s aangegeven wijze voor belanghebbenden ter inzage lag. 8

Besluit: Vast te stellen het peilbesluit Paterswolde en Groningen Zuid vanaf aangegeven tijdstippen: Peilgebiednummer Gewenst Gewenst Ingangsdatum winterpeil (m NAP) zomerpeil (m NAP) GPG-A-1 0,62 1 0,62 1 01-10-2015 GPG-A-10470-0,50-0,10 01-10-2015 GPG-A-10876-0,30 1 0,10 1 01-10-2015 GPG-A-11645-0,75-0,75 01-10-2015 GPG-A-11646-0,55-0,55 01-10-2015 GPG-A-140-0,55-0,45 01-10-2015 GPG-A-19510-0,10-0,10 01-10-2015 GPG-A-19550-0,30-0,25 01-10-2015 GPG-A-201-0,40 0,00 01-10-2015 GPG-A-3 0,05 1 0,05 1 01-10-2015 GPG-A-5-0,05 1-0,05 1 01-10-2015 GPG-A-6 1,47 1 1,47 1 01-10-2015 GPG-A-8 0,00 0,40 01-10-2015 GPG-H-102 0,45 0,53 01-10-2015 GPG-H-10650-0,82-0,82 01-10-2015 1 Waterpeil kan in droge perioden uitzakken Veendam, 30 september 2015 Het algemeen bestuur van het waterschap Hunze en Aa s, Harm Küpers, Secretaris-directeur Alfred van Hall, Dijkgraaf 9

Bijlage 2 Reactienota peilbesluit Paterswolde en Groningen-Zuid Het ontwerp peilbesluit Paterswolde en Groningen-Zuid heeft ter inzage gelegen van 22 december 2014 tot en met 13 februari 2015. Er zijn gedurende deze periode vier zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn hieronder kort samengevat en beantwoord. Naam, briefnummer Samenvatting zienswijze Dhr. T.J. van Bergen Brief: 15-496 Stelt voor het winterpeil van de stuw direct naast Vennebroek te verlagen met 10 tot 30 cm. (onderdeel van peilgebied GPG- A-140) zodat zijn percelen droger worden. Reactie De genoemde stuw is in beheer bij Natuurmonumenten en staat in een schouwsloot. Een eventuele winterpeil verlaging zal in overleg met Natuurmonumenten moeten gebeuren. Echter, het is hoogst onwaarschijnlijk dat een verlaging van het waterpeil bij de stuw effect heeft op het waterpeil in de sloten van dhr. van Bergen. Dit omdat de bodemhoogtes van deze sloten hoger liggen dan het waterpeil bij de stuw. Daarnaast zal een tussenliggende duiker met een hogere instroom dan het waterpeil bij de stuw zorgen dat een verlaging van het streefpeil geen effect heeft op de gronden van dhr. van Bergen. Dus het voorgestelde peil wordt niet aangepast. De stuw naast Vennebroek en andere objecten zijn niet duidelijk aangegeven op de kaarten 15 en 16. De stuw bij de toegang tot het Oosterland (Vennebroek) en de andere objecten zijn alsnog verduidelijkt op de kaarten 15 en 16. Dhr. H. van Hemmen Brief: 15-481 & 15-610 Peilgebied GPG-A-19510: De streefpeilen zijn in het verleden verhoogd door de aanleg van een waterscheiding. Mijn gronden hebben ten onrechte de functie natuur toegekend gekregen. Een aanpassing van deze streefpeilen is noodzakelijk voor de landbouwgronden, mede door inklinking. De waterscheiding is in 2007 aangelegd na afronding van een periode om bezwaar te maken tegen de aanleg van de waterscheiding. De voorgestelde hogere streefpeilen zijn toen ook vastgesteld. Het is vanwege de functie natuur, die door de provincie Groningen is aangewezen, dat de streefpeilen die bij de aanleg van de waterscheiding zijn ingevoerd niet verlaagd mogen worden. Dus geen wijziging in het voorgestelde streefpeil. Peilgebied GPG-A-19550: De functiekaart (kaart 2) geeft niet de huidige situatie weer. De functiekaart is aangepast aan de versie van 14 oktober 2014, de laatste geconsolideerde versie. De toekomstige maaivelddaling/ bodemdaling dient meegenomen Bij de beoordeling voor de streefpeilen wordt de huidige maaiveldhoogte en bodemdaling uit het 10

te worden in de beoordeling van het streefpeil. verleden meegenomen. Mocht in de toekomst sprake zijn van bodemdaling, dan zal op dat moment worden beoordeelt of een nieuw peilbesluit moet worden genomen. Graag de duikers onder de Moarweg dieper leggen. Het onderhoud aan duikers onder de Moarweg ligt bij de wegbeheerder en niet bij het waterschap. De wegbeheerder van de Moarweg is de gemeente Haren. Het dieper leggen van de duikers is een zaak van de gemeente Haren. Peilgebied GPG-H-102: De oude situatie met een kantelklepduikerconstructie herstellen. De huidige duikerconstructie met een schuif is in 2012 aangelegd. In de toekomst kan overwogen worden de huidige duikerconstructie te vervangen door een nieuwe met een kantelklep. Dit zal dus niet nu al gebeuren. Toekomstige maaivelddaling/ bodemdaling meenemen. Voor het verzoek om toekomstige maaivelddaling/bodemdaling mee te nemen geldt hetzelfde antwoord als bij peilgebied A- 19550. Een peilstok plaatsen in het Maar nabij zijn percelen in de buurt van de inlaat bij de Jorissenwijk. Het verzoek voor het plaatsen van een peilstok in het Maar valt buiten de reikwijdte van het peilbesluit. Niettemin wordt een peilstok/peilschaal geplaatst aan de polderzijde van de inlaat met de Jorissenwijk. Mevr. G.A. Smid Brief: 15-482 & 15-550 Mevr. Smid is de gemachtigde namens: Familie Woldring, Familie van Hemmen, dhr. T.J. van Bergen en mevr. J. Smid- Peilgebied GPG-H-10650: Op de kaarten mist een stuw die zich bevindt in de watergang langs de A28. De functiekaart (kaart 2) veronderstelt een verschil in functie tussen het Drentse en Groningse deel van de polder het Oosterland. De weergave van de functiekaart geeft geen juist beeld van de werkelijkheid. Sommige gronden hebben op grond van de (ontwerp-) bestemmingsplannen De stuw die genoemd wordt, is niet bij het waterschap in eigendom of beheer en behoort tot de detailontwatering. De stuw wordt binnenkort wel opgenomen in de legger, maar daarom nog niet beschikbaar in de nieuwe kaarten. In beide provincies heeft de polder het Oosterland dezelfde functie, namelijk Natuur. In de provincie Drenthe is een extra functie toegevoegd, namelijk Robuust beekdal. Het klopt dat sommige gronden in de (ontwerp-) bestemmingsplannen een agrarische bestemming hebben gekregen. Voor het Drentse deel was dat Agrarisch-1 en voor Groningse Agrarisch met waarden. Beide 11

Speelman. een formeel agrarische bestemming. agrarisch bestemmingen zijn een vertaling uit de provinciale functie Natuur. Dus de functiekaart geeft een juist beeld van de werkelijkheid. Het huidige gehanteerde zomerpeil is werkelijkheid -0,40m t.o.v. NAP volgens de grafiek van gemaal Meerweg i.p.v. de - 0,45m t.o.v. NAP zoals in de kaarten en het rapport staat vermeld. Het streefpeil dat het waterschap al die tijd heeft gehanteerd is -0,45m. Dat de waarden soms hoger komen in de grafiek heeft te maken met het inslag- en uitslagpeil van het gemaal. Het inslag- en uitslagpeil vormen een bandbreedte rondom het streefpeil van -0,45m + NAP. Het is voor ons niet acceptabel dat voor gronden met de bestemming agrarische gebruik niet gestuurd wordt op de 5%- norm te natte gronden. Op geen enkele wijze wordt onderbouwd waarom met een peilverlaging niet eveneens de gewenste natuurdoelen gehaald kunnen worden. Wij kunnen ons niet vinden in het voorstel om de huidige peilen te handhaven. Het feit dat deze peilen al enige jaren gehanteerd worden, zouden gezien de bodemdaling in het gebied (het Oosterland) al reden zijn om het peil te verlagen. Het klopt dat de huidige drooglegging voor agrarisch gebruik niet optimaal is, echter door tegengestelde belangen in het peilgebied kan het streefpeil niet optimaal worden ingesteld voor het agrarisch gebruik. Onderbouwing natuurdoelen is opgenomen in de afwegingen van de peilgebieden: GPG-A- 140, GPG-A-201 en GPG-A-10470. De streefpeilen moeten verhoogd worden om te voldoen aan de grondwaterstandeisen van de aanwezige natuurdoelen. Echter er wordt geen verhoging van de streefpeilen voorgesteld. Het gebied Het Oosterland staat in de functie kaart van beide gebieden aangegeven als Natuur. Aangezien de provincie Groningen het strengste beleid voert wordt dat beleid aangehouden. In het Provinciaal Omgevingsplan (POP) van de provincie Groningen, bladzijde 117 is opgenomen: Natuurgebied: In gebieden waar natuur richtinggevend is, wordt het waterbeheer afgestemd op het realiseren van de gewenste natuurdoelen en gelden de normdoelstellingen van de functie Natuur. Hier worden pas verhoogde waterpeilen ingesteld als waterhuishoudkundig beheerbare eenheden zijn verworven, of als met de eigenaren en/of gebruikers overeenstemming is bereikt over de peilverhoging. In bosgebied kan de waterhuishouding, waar de hoofdfunctie dat toelaat, eveneens worden gericht op behoud en ontwikkeling van natuurwaarden. 12

Aangezien de gewenste natuurdoelen nu al niet voldoen aan de voor hun geldende grondwaterstandeisen kan de bodemdaling van de afgelopen jaren niet gecompenseerd worden door een verlaging van de streefpeilen, omdat het beleid van de provincie Groningen dit niet toe staat. Problemen rond ziekte en sterfte onder koeien in het Oosterland zijn ontstaan vanaf het moment dat het nieuwe gemaal aan de Meerweg is geplaatst (2004) en de grond natter is geworden. Door de vernatting (aanleg gemaal) van de bodem verzuurt de teellaag van de veenbodem waardoor de balans van metaalionen in de bodem veranderd en de biologische beschikbaarheid van essentiële sporenelementen in het veevoer wordt daardoor verstoord. Uit een grondonderzoek van een perceel in het Oosterland blijkt dat 725 mg per kg droge stof Mangaan voorkomt, terwijl de Europese richtlijn een maximum kent van 150 mg per kg droge stof. Onderzoek naar de schadelijke effecten van vernatting en verzuring voor agrarisch gebruik zou op zijn plaats zijn. Uit vorenstaande blijkt dat wij schade lijden door de huidige vernatting van het gebied. Wij verwachten compensatie voor het nadeel dat wij hierdoor lijden. Het nieuwe gemaal aan de Meerweg heeft dezelfde streefpeilen als voor het gemaal dat er eerst stond. De veronderstelde vernatting die heeft plaats gevonden moet een andere oorzaak hebben. Het klopt dat door vernatting Mangaan mobiel kan worden, al zal eerst al het stikstof in de grond mobiel moeten zijn voordat Mangaan mobiel kan worden. Daarnaast kan door verdere veenoxidatie de concentratie Mangaan toenemen doordat Mangaan dat gebonden zat aan het veen vrij komt. De bron van het Mangaan in het gebied is waarschijnlijk transport door grondwater of de veenbodem waaraan het gebonden zit. Voor beide bronnen zal een eventuele verlaging van de streefpeilen zorgen voor een verhoging van de concentratie Mangaan. Omdat de peilen niet wijzigen zal de concentratie Mangaan niet wijzigen Het waterschap heeft een nadeelcompensatie regeling voor wanneer een persoon of organisatie nadeel heeft door het doen en laten van het waterschap. Deze regeling geldt ook voor natschade door peilbesluiten. Per aanvraag om nadeelcompensatie wordt gekeken of diegene daar recht op heeft. De nadeelcompensatieregeling valt buiten het proces van het nemen van een peilbesluit en zal dus apart aangevraagd moeten worden. 13

Wij vragen ons af of het nog verantwoord is om het gebied te gebruiken voor waterberging gezien de aanwezigheid van (extreem hoge) concentraties zware metalen in de bodem. Het is al besloten om het gebied in te zetten als noodberging. Deze besluitvorming valt buiten het proces van een peilbesluit. Een zelfde peil kan als gevolg van bodemdaling een wezenlijke vernatting inhouden. Wij pleiten ervoor hier terdege rekening mee te houden. Vanwege de functie natuur kan bodemdaling niet gecompenseerd worden met een verlaging van de streefpeilen. Zie antwoord op punt 6. Op basis van waarnemingen ter plaatse constateren wij dat het peilgebied GPG-A-140 zeker drie waterniveaus kent, door in de watergangen aangebrachte en functionerende stuwen. Peilgebieden worden ingericht op kunstwerken (stuwen/gemalen) in de hoofdwatergangen. Daarbij worden kunstwerken in de detailontwatering (schouwsloten/sloten) niet meegenomen als aparte peilgebieden. Vandaar dat voor peilgebied GPG-A-140 maar één waterpeil staat aangegeven. Wij zijn van mening dat bij ieder van deze stuwen een peilmeter geplaatst moet zijn. De stuwen zijn niet in eigendom van het waterschap. Het plaatsen van een peilmeter/- stok zal overlegd moeten worden met de eigenaar. Wij zouden graag duidelijkheid verkrijgen over het gehanteerde peil voor GPG-A-140 op blz. 19 waar een zomerpeil van -0,40m NAP staat genoemd, terwijl op blz. 5 vermeldt staat -0,45m NAP. De op bladzijde 19 genoemde waarde bij het zomerpeil van peilgebied GPG-A-140 is onjuist en is aangepast. De juiste waarde is -0,45m NAP, zoals genoemd in de samenvatting op bladzijde 5. Natuurmonumenten Brief: 15-455 Maakt bezwaar op het huidige voorstel om de huidige streefpeilen te handhaven. Ze stellen voor om de streefpeilen van de peilgebieden GPG-A-140 en GPG-A-201 af te stemmen op de vastgestelde natuurdoelen. In het Provinciaal Omgevingsplan (POP) van de provincie Groningen, bladzijde 117 is opgenomen: Natuurgebied: In gebieden waar natuur richtinggevend is, wordt het waterbeheer afgestemd op het realiseren van de gewenste natuurdoelen en gelden de normdoelstellingen van de functie Natuur. Hier worden pas verhoogde waterpeilen ingesteld als waterhuishoudkundig beheerbare eenheden zijn verworven, of als met de eigenaren en/of gebruikers overeenstemming is bereikt over de peilverhoging. In bosgebied kan 14

de waterhuishouding, waar de hoofdfunctie dat toelaat, eveneens worden gericht op behoud en ontwikkeling van natuurwaarden. Uit het gearceerde stuk tekst komt duidelijk naar voren dat er pas op de vastgestelde natuurdoelen gestuurd mag worden als het hele peilgebied (lees beheerbare eenheid) verworven is of als met de eigenaren en/of gebruikers een overeenstemming bereikt over een peilverhoging. Aangezien dit in de genoemde peilgebieden (GPG-A-140 en GPG- A-201) nog niet het geval is zien wij geen mogelijkheid om de streefpeilen aan te passen. Wanneer alle beheerbare eenheden verworven zijn of als met de eigenaren en/of gebruikers een overeenstemming bereikt is over een peilverhoging, dan wordt er een nieuw peilbesluit genomen voor de betreffende peilgebieden. Suggestie om de natschadecompensatieregeling van het waterschap te gebruiken om de resterende agrariërs te compenseren als de streefpeilen worden afgestemd op de natuurdoelen. Aangezien de provincie Groningen de functie natuur heeft toegekend aan de polders het Oosterland en Lappenvoort /Glimmen verwachten wij dat de provincie eventuele natschadecompensaties zal verstrekken. De huidige voorgestelde streefpeilen leiden tot veenoxidatie Het klopt dat er veenoxidatie plaatsvindt bij het veen dat zich momenteel boven de gemiddeld laagste grondwaterstanden bevind. Als veenoxidatie eenmaal begonnen is kan het niet worden terug gedraaid. Het verhogen van het waterpeil zal de reeds begonnen veenoxidatie niet tegen gaan. Doordat wij als waterschap niet zakken met de streefpeilen om zakking te compenseren doen wij aan passieve vernatting. Hierdoor zal geen extra veenoxidatie plaatsvinden. 15