Kadernota 2014. Delfland op koers. Concept 1.9. 8 mei 2013 voor D&H



Vergelijkbare documenten
agendapunt Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit WATERKWALITEITSRAPPORTAGE GLASTUINBOUWGEBIED

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

agendapunt Aan Verenigde Vergadering EVALUATIE BELEIDSNOTA GRONDWATERBEHEER

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

agendapunt 3.b.15 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 WATERPLAN WESTLAND Datum 19 maart 2013

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

Voorstel voor de Raad

WATERKLIMAATPLAN PIJNACKER-NOOTDORP HELDER OVER WATER EN KLIMAAT

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET PROGRAMMATISCHE AANPAK KRW- OPGAVE NATTE ECOLOGISCHE ZONES

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

agendapunt 04.B.07 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN

agendapunt 04.B.10 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water MAATREGELPLAN LOKALE KNELPUNTEN EN KANSEN WATERKWALITEIT 5DE RONDE

Waterplan Pijnacker-Nootdorp

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Voorstel aan algemeen bestuur

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015

aan kopie aan datum Afdeling Programmeren

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Parafering besluit DMT D&H B Conform Geparafeerd door: Wijngaart, P.I.M. van den

agendapunt 04.B.10 Aan Commissie Waterveiligheid

Parafering besluit PFO Ber B Conform Geparafeerd door: Dragt, J. D&H H Conform Geparafeerd door: Dragt, J.

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water

Aanpassing investeringsplan en krediet gemaal en vispassage Zuidpolder van Delfgauw (alternatief afvoertrace Pijnackerse Vaart) Delfland

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

agendapunt H.02 Aan Verenigde Vergadering

HoogheemTaadschapvanDelfland

Gecombineerde Commissie

ons kenmerk FLO/U Lbr. 12/051

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

2 Trends en ontwikkelingen

Aan AB AQUON. Van DB AQUON. Datum 24 april Steller. Theo Houterman. Onderwerp Ontwerp Begroting Korte toelichting

agendapunt 04.B.11 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT)

- Het uitvoeringskrediet van dit project "stuw bedrijventerrein Ruyven (projectnummer

Financiële aspecten. Concept tweede KRW-maatregelenprogramma

agendapunt 4.05 Aan Commissie Waterketen en Waterkeringen INVESTERINGSPLAN EN KREDIET NOORDEINDSEWEG TE BERKEL EN RODENRIJS

Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit SANERING LOZINGEN GERIOLEERDE PERCELEN (AANSLUITSTRATEGIE)

agendapunt 04.H.14 Aan Commissie Waterkwaliteit

Aanvraag investeringsplan en ontwerpkrediet voor de verbreding van en de aanleg van natuurvriendelijke oevers langs de Slinksloot (gemeente Midden

Investeringen die gedaan worden ten behoeve van de inhoudelijke programma s worden altijd in onderlinge samenhang bezien.

Nota van reactie zienswijzen begrotingswijziging Veilig Thuis en crisisdienst 2017

ODMH. Gemeente Gouda T.a.v. de leden van de gemeenteraad Postbus BB GOUDA. Reactie op zienswijzen Programmabegroting

S. Nieuwenburg 3580

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Aan Verenigde Vergadering INVESTERINGSPLAN EN KREDIET VOOR UITVOEREN AFSLUITINGEN VERVALLEN TRANSPORTLEIDINGEN AHR

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

agendapunt H.17 Aan Verenigde Vergadering AANVRAAG KREDIET ALS BIJDRAGE AAN DE GEMEENTE LANSINGERLAND VOOR DE AANLEG VAN EEN NATUURVRIENDELIJKE OEVER

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

I ,13 ten laste van de exploitatie te brengen, dit is reeds verwerkt bij de eerste bestuursrapportage (BURAP 1) 2012.

Gevraagd besluit Verenigde Vergadering Kennis te nemen van de concept Gemeenschappelijke Regeling laboratoriumdiensten.

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW.

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

1. Inleiding. 2. Groslijst onderwerpen. 3. Wat gaan we doen?

Bijlage(n) - blauwe diensten. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in de vergadering van 18 juni 2013 de

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Uitgangspunten Programma De Uitgangspunten Programma geven de richting aan de op te stellen conceptbegrotingen.

DATUM BEHANDELING IN D&H 12 febľ"uaľï COMMISSIE 0 MBH (6 maart 2013)

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV.

VOORSTEL. Documentnummer Programma Waterketen Projectnummer. Afdeling Planvorming Bijlage(n) 1 Onderwerp Beleidskader nieuwe stoffen

Voorstel voor de Raad

Parafering besluit PFO Hae Gewijzigd akkoord Ingetrokken D&H H Conform - cie BOB VV H - -

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA

Bestuur van de Unie van Waterschappen Posbus AE Den Haag. Leiden, 24 februari 2011.

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Adviesnota raad. Vaststellen zienswijzen over de begrotingen 2020 van vier gemeenschappelijke regelingen

Plan van Aanpak. Beleidsplan WMO Jeugd Aanleiding

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Afstemming programma-indeling P&C-cyclus met WBP

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

b Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.

Offerte Programmabegroting 2017

Aan de leden van de verenigde vergadering

agendapunt 04.H.14 Aan Commissie Stedelijk water en watersysteem ALTERNATIEVE VASTHOUDMAATREGEL DELFT

Voorstel voor de Raad

Raadsvoorstel agendapunt

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

Motie Ondersteuning Standaardisatie Uitvoeringsprocessen. voor BALV 17 november 2014

Dialoog veehouderij Venray

Transcriptie:

Kadernota 2014 Delfland op koers Concept 1.9 8 mei 2013 voor D&H

Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Trends en ontwikkelingen... 5 2.1 Externe trends en ontwikkelingen... 5 2.2 Interne trends en ontwikkelingen... 8 2.3 Financiële trends en ontwikkelingen... 8 3 Inzicht in de programma s... 10 3.1 Schoon water... 10 3.1.1 Trends en ontwikkelingen... 10 3.1.2 Meerjarenraming 2014-2018... 11 3.1.3 Investeringen... 11 3.1.4 Exploitatie... 13 3.1.5 Risico s... 13 3.2 Voldoende water... 14 3.2.1 Trends en ontwikkelingen... 14 3.2.2 Meerjarenraming... 15 3.2.3 Investeringen... 15 3.2.4 Exploitatie... 16 3.2.5 Risico s... 17 3.3 Stevige dijken... 19 3.3.1 Trends en ontwikkelingen... 19 3.3.2 Meerjarenraming... 20 3.3.3 Investeringen... 20 3.3.4 Exploitatie... 21 3.3.5 Risico s... 21 3.4 Gezuiverd afvalwater... 21 3.4.1 Trends en ontwikkelingen... 21 3.4.2 Meerjarenraming... 22 3.4.3 Investeringen... 22 3.4.4 Exploitatie... 23 3.4.5 Risico s... 23 3.5 Instrumenten... 23 3.5.1 Trends en ontwikkelingen... 23 3.5.2 Meerjarenraming... 26 3.5.3 Investeringen... 26 3.5.4 Exploitatie... 26 3.5.5 Risico s... 27 3.6 Organisatie... 28 3.6.1 Trends en ontwikkelingen... 28 3.6.2 Meerjarenraming... 32 2

3.6.3 Investeringen... 32 3.6.4 Exploitatie... 32 3.6.5 Risico s... 33 4 Financiële ontwikkelingen... 33 4.1 Algemeen... 33 4.2 Structurele effecten jaarrekening 2012... 33 4.3 Uitgangspunten en bijstellingen kadernota... 34 4.4 Bijgestelde meerjarenraming 2014-2018 op basis van Kadernota 2014... 36 Bijlagen 34 3

1 Inleiding Het motto van voorliggende Kadernota is Delfland op koers. Door middel van een actualisatie van de Kadernota 2013 is de ingezette koers bekrachtigd en worden de programmadoelen voor de planperiode t/m 2018 gehaald. De investeringen die gedaan moeten worden teneinde deze doelstellingen te behalen worden altijd in onderlinge samenhang bezien. Het kader voor 2014 laat zien dat de financiële positie steeds verder verbeterd en dat de bezuiniging van 18 miljoen wordt gehaald. Daar de positieve trend ten aanzien van financiën zich voortzet in de komende jaren, is Delfland tevens in staat om de tariefstijging verder in te perken. Voor de watersysteemheffing stijgt het tarief met 3% (was 4%), voor Zuiveringsheffing met 4% (was 5%). In reactie op de crisis en de noodzaak tot bezuinigingen neemt de bestuurlijke en ambtelijke behoefte aan samenwerkingsvormen toe. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking in de afvalwaterketen, bestuur in samenhang, metropoolregio, regionale samenwerkingsvormen met buurwaterschappen. De inhoudelijke doelstellingen zijn niet aangepast. De voorbereidingen voor het nieuwe Waterbeheerplan 2016-2021, waarin de inhoudelijke doelstellingen worden geactualiseerd, zijn in volle gang. Informatisering neemt een steeds belangrijkere positie in. De uitdagingen en de visie hierop zullen de basis vormen voor het voorstel dat voor 1 september aan de Verenigde Vergadering voorgelegd wordt. In de Kadernota 2014 is betreffende financiën nadrukkelijk een doorkijk gemaakt t/m 2027. De inzichten tonen aan dat de ingezette koers in meerjarig perspectief een gezonde situatie oplevert waarbij er niet wordt getornd aan de realisatie van doelstellingen. De uitkomst van bovenstaande exercitie is dat Delfland in staat is om in 2018 investeringen te financieren uit haar eigen middelen, in staat is om haar leningen af te lossen en een gezonde vermogenspositie op te bouwen. Het college heeft samen met de VV aan de hand van motie Dijkema c.s. aan de basis gestaan om Delfland te voorzien van een financieel solide basis. Dit punt zal bereikt worden in 2014. In 2015 zullen verkiezingen plaatsvinden. Het nieuwe college zal in samenspraak met de VV keuzes maken over de wijze waarop de beschikbare financiële middelen ingezet zullen worden. Deze keuzes zullen in samenhang worden bezien met een verantwoorde tariefsontwikkeling, vermogens-, en schuldpositie en het benodigde weerstandsvermogen. De Kadernota 2014 is de basis voor de programmabegroting 2014 en de meerjarenraming 2014-2018. De financiële kaders zijn hiermee vastgesteld en deze zullen strak gevolgd worden en herkenbaar zijn in zowel de programmabegroting als meerjarenraming. 4

2 Trends en ontwikkelingen Delfland is een taakgerichte uitvoeringsorganisatie die effectgericht, gebiedsgericht en marktgericht werkt. Zij draagt bij aan het realiseren van doelen van haar partners als hiermee ook een eigen doel wordt gerealiseerd. Door interne en externe ontwikkelingen in beeld te brengen, en adequaat te anticiperen, kan Delfland een doeltreffende taakgerichte uitvoeringsorganisatie blijven. 2.1 Externe trends en ontwikkelingen Economische crisis De economische crisis heeft nog steeds invloed op Delfland. De bezuinigingen als gevolg van de crisis leiden tot vertraging en versnippering van ruimtelijke ordeningsprojecten en groenprojecten. Er ontstaan meer kleinere plannen en het is lastiger de belangen te borgen en planvorming soms na jaren weer te starten. Door de Crisis- en Herstelwet en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) wordt er meer inzet gevraagd voor infrastructurele projecten. Om slim te kunnen aanhaken bij gebiedsprocessen is het noodzakelijk contacten te onderhouden met externe partners, hun belangen te kennen en samen te werken. Van alle betrokkenen wordt verwacht dat zij de inspanningen leveren om de geprognosticeerde investeringen ook daadwerkelijk te realiseren. Daarmee levert Delfland ook haar bijdrage om te zorgen dat de werkzaamheden in de watersector voor wat betreft het deel van Delfland niet onder druk komen te staan. De zorgwekkende toestand van de Nederlandse binnenlandse economie vraagt derhalve maximale inspanningen van Delfland. Voortgang Bestuursakkoord water (BAW) Sinds eind mei 2011 is het bestuursakkoord water officieel van kracht. Het belangrijkste doel van dit akkoord is met minder kosten en minder bureaucratie Nederland veilig te houden. Met het Rijk, de provincies en de gemeenten zijn afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden ten aanzien van waterbeheer. Delfland zal de komende jaren moeten inspelen op de volgende ontwikkelingen: Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP): De waterschappen nemen de helft van de financiering en uitvoering van het nieuwe HWBP voor hun rekening. In het laatste kwartaal van 2011 zijn concrete afspraken gemaakt. Vanaf 2015 levert Delfland een jaarlijkse financiële bijdrage van ruim 12 miljoen euro. Doordat in 2018 de bijdrage verandert en voor 10% projectgebonden zal zijn, loopt deze voor Delfland terug aangezien Delfland geen projecten heeft. Samenwerking afvalwaterketen Delfland doet onderzoek naar kostenbesparing en het vergroten van de doelmatigheid in de afvalwaterketen conform de afspraak in het Bestuursakkoord Water. Dit wordt gedaan door afspraken te maken voor intensievere en minder vrijblijvende samenwerking op Strategisch, tactisch en op operationeel niveau. De samenwerking wordt ingezet op de volgende vier sporen; I. Samenwerking gemeenten Naar verwachting worden in 2013 afspraken gemaakt over verdere samenwerking. Dit is op het gebied van investeringen, optimalisatie studies (OAS) en operationeel ten aanzien van onderhoud, wachtdienst en informatievoorziening. In 2014 staat de uitvoering van deze afspraken centraal. II. Samenwerking met Rotterdam In 2013 worden afspraken gemaakt, waarbij drie waterschappen (HHD, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard) en de gemeente Rotterdam op de bij I genoemde thema s zullen samenwerken, ook hier staat 2014 in het teken van de uitvoering. III. Quick-scan Het gaat om een samenwerking op het gebied van afvalwater met de drie waterschappen (Delfland, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard). Dit traject is op ambtelijk niveau nog in de verkennende fase. Er wordt gekeken naar wat de effecten zijn als er samen wordt gewerkt op het gebied van beleid, planvorming en innovatie, gezamenlijke procesvoering en gezamenlijk onderhoud. 5

IV. Rapport commissie PPS Na behandeling in de VV in 2013 worden adviezen onderzocht, naar verwachting zullen deze onderzoeken in 2013 en 2014 uitgevoerd worden waarna de resultaten weer voorgelegd worden aan de VV. De eventuele organisatorische consequenties voor 2014 zullen afhangen van de vorderingen in 2013 en 2014 en kunnen nu nog niet worden ingeschat. Veranderende wetgeving Het omgevingsrecht wordt herzien. Het voornemen is de Waterwet te integreren in de Omgevingswet. De Unie bereidt namens de waterschappen een reactie voor op het kabinetsstandpunt. Delfland bepleit dat geen uitholling van het juridische instrumentarium voor de waterstaatszorg mag plaatsvinden. Delfland zal indien nodig meer druk uitoefenen om haar belang te waarborgen. De verwachting is dat de nieuwe Omgevingswet niet voor 2016 in werking zal treden. Landelijk sluit Delfland aan bij uniformering van regelgeving zoals keur en beleidsregels. Bij de uitwerking is er aandacht voor de spanning tussen uniformiteit aan de ene kant en de bestuurlijke wensen tot maatwerk aan de andere kant. Herverdeling taken overheden In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over vaarwegbeheer, grondwater, zwemwaterbeheer en muskusrattenbestrijding. Er worden vordering gemaakt op deze dossiers die in meer of mindere mate doorwerken op het totaal van verantwoordelijkheden van Delfland. Op 21 augustus 2012 is de VV geïnformeerd over de toewijzing van vaarwegbeheer en de kostenverdeling. Voor de zomer zal de VV worden geïnformeerd over de inzet van Delfland op het terrein van nautisch- en vaarwegbeheer. In de Kadernota 2015 worden de effecten voor Delfland weergegeven. De uitwerking van de afspraken met betrekking tot zwemwatertaken vindt plaats in 2013. Vergunningverlening en handhaving De druk op samenwerking neemt toe. Enerzijds op basis van eigen ambitie anderzijds als gevolg van het Bestuursakkoord water en de samenwerkingsafspraken met Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden. Hoewel dit op langere termijn een meerwaarde gaat opleveren, betekent dit in 2014 en 2015 een personele investering voor de betrokken organisatieonderdelen. Bestuur in samenhang De minister van BZK heeft een nota naar de Tweede Kamer gestuurd met betrekking tot bestuur in samenhang. De VV wordt daarover geïnformeerd. In de nota staat dat er wordt gewacht op de resultaten van de OECD review groep in april 2014. De resultaten van het onderzoek moeten inzicht geven hoe er tegen de staat van de governance wordt aangekeken. Het kabinet gaat ervan uit dat de fusies bij de waterschappen doorgaan en de samenwerking uitgebouwd wordt. De komende periode komt ook het uur van de waarheid voor de samenwerking in de waterketen. Wel wordt de deconstitutionalisering van de waterschappen voorbereid. Met betrekking tot de regionale samenwerking wordt weinig gezegd in de nota Bestuur in samenhang. De ontwikkeling van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag zet zich wel gewoon voort. De Metropoolregio beoogt door de bestaande kracht van de huidige stedelijke regio s te bundelen de regionale economie en de internationale concurrentiekracht te versterken en de aantrekkelijkheid van de leefomgeving voor haar inwoners te vergroten. Delfland coördineert de inbreng van de betrokken waterschappen (naast Delfland ook Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en Hollandse Delta), om de wateragenda te verbinden met de strategische agenda van de metropoolregio. Namens deze waterschappen is in september 2012 een zienswijze ingediend op het zienswijzedocument dat aan de gemeenteraden en de waterschappen is voorgelegd. Op basis van de reacties van de gemeenten wordt nu vooral gewerkt aan het vormgeven van een Vervoersautoriteit. Er is veel aandacht voor het versterken van de regionale economie, en de rol van kennis en innovatie daarbij. Verder wordt gewerkt aan een Groenautoriteit. Voor de dossiers Ruimte en Wonen wordt een beperkte rol gezien voor de Metropoolregio, daar zal samenwerking plaatsvinden door wisselende coalities. In de afgelopen periode is gewerkt aan een strategische agenda voor de Metropool, die op een congres op 27 maart 2013 aan de gemeenteraden is 6

gepresenteerd. Op dit congres is door Delfland benadrukt dat een duurzame en veilige inrichting een belangrijke vestigingsfactor is en dat werken aan kennis en innovaties van belang is voor de regionale economie, mede door de opleidingskansen en exportkansen. Ingebracht is verder dat de Watertafel goed past in de netwerkbenadering van de Metropoolregio. Volgend op het Metropoolcongres vindt besluitvorming in de 24 gemeenteraden plaats over de Metropoolregio, waarbij de wijze van besluitvorming voor de gemeenteraden een belangrijk aandachtspunt is. Afhankelijk van deze besluitvorming zal de ambtelijk benodigde inzet worden vastgesteld. Informatisering Informatievoorziening, ICT en informatiebeveiliging nemen een steeds belangrijkere positie in. De digitale samenleving neemt de komende decennia in omvang toe. Teneinde adequaat in te spelen op de groeiende behoefte aan betrouwbare en actuele gegevens voor het realiseren van de taken van Delfland, is een goede informatievoorziening nodig. Data 1 is daarin een belangrijke bouwsteen. Met de huidige ICT-infrastructuur moet Delfland in staat zijn om gebruikers op flexibele en efficiënte wijze op elk moment betrouwbare en bruikbare informatie te leveren. Daar is een duidelijke governance-structuur voor nodig zodat data, informatie en eigenaarschap kunnen worden geborgd, verbeterd en vernieuwd. (Vervangings-) investeringsbeslissingen moeten in samenhang met de gewenste flexibiliteit en robuustheid van het data- en informatielandschap worden genomen. Hierdoor ontstaat een situatie waarin Delfland in staat is om keuzes te maken voor toepassingen die in combinatie met de gewenste data- en informatieprocessen passend bij doel en gebruik zijn. Na het echec van de tax-i heeft Delfland aangegeven te moeten leren van de ervaringen. Dit betekent dat het de voorkeur verdient met kleine groepen trekkers te werken en gezocht wordt naar regionale samenwerkingsverbanden. Verder is van belang dat kennis geborgd wordt en blijft. De ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op waardoor vraagstukken complexer zijn geworden. Tegelijkertijd bieden de uitdagingen voor morgen zich al aan. Delfland krijgt steeds meer te maken met kaders en randvoorwaarden op het gebied van het verzamelen, vastleggen en verstrekken van gegevens. Een goede i-infrastructuur is een absolute voorwaarde voor het functioneren van Delfland. Om dit te kunnen doen is concernbrede sturing wenselijk. Delfland heeft reeds ingezet op de realisatie van een gestructureerd gegevensbeheer. Een adequate sturing vraagt echter inzet op een breder aandachtsgebied dan gegevensbeheer. Het vraagt om een regie op de processen van Delfland waarbij informatievoorziening èn IT-oplossingen een belangrijke rol spelen op het gebied van informatie- en procesinrichting. Het gaat daarom om de ICT- én de data-infrastructuur. Kortom Delfland heeft een opgave op het gebied van data- en informatie voorziening. Dit wordt veroorzaakt door: a. Externe ontwikkelingen in de samenleving en overheid waarin burgers en bedrijven verwachten op ieder moment actuele, juiste en afdoende beschermde informatie te kunnen verkrijgen, 24/7 zaken te kunnen doen en de overheid één geheel is en informatie onderling uitwisselen en ter beschikking stellen. Daarnaast wordt er in het regeerakkoord uitgegaan van vergaande samenwerking van overheden. b. De in uitvoering en geplande grote (innovatieve) ICT projecten die om Delfland brede coördinatie vragen. c. Steeds complexere applicaties die de nodige beheerconsequenties met zich meebrengen. De beheersbaarheid vraagt om regie. Het college heeft de secretaris-directeur bij de fusie van de sectoren EFZ en middelen verzocht op korte termijn een visie te geven ten aanzien van de sturing van de I-processen. ICT, de bedrijfsstrategie en de organisatie zijn daarbij belangrijke gebieden die in deze visie voldoende aandacht verdienen. Voor 1 september zal het college een voorstel hiertoe aan de Verenigde Vergadering voorleggen. De toegenomen complexiteit en de ervaringen die zijn 1 Met het begrip data wordt in het dagelijks spraakgebruik gegevens en informatie bedoeld. Strikt genomen is data een synoniem van gegevens: feiten over objecten of subjecten binnen of buiten de organisatie. Feiten over de locatie van het object, de toestand waarin een object of subject zich bevindt of over hetgeen er met een object of subject gebeurt of is gebeurd. Van informatie is pas sprake, als de gegevens in een vorm zijn gegoten die voor mensen begrijpelijk en bruikbaar is. 7

opgedaan met tax-i vragen extra personele inspanningen in het werkveld I&A. In de kadernota 2013 is extra capaciteit beschikbaar gesteld om een aantal projecten verder te kunnen ontwikkelen. De capaciteit voor beheer&onderhoud en implementatie vraagt extra inzet. Hiertoe is een eerste reservering in deze kadernota opgenomen. In paragraaf 3.6.4 van het programma Organisatie wordt een voorlopige voorziening van 250.000 opgenomen. Verkiezingen 2015 Gelijktijdig met de verkiezingen voor Provinciale Staten in maart 2015 zullen ook de (rechtstreekse) Waterschapsverkiezingen worden gehouden. De feitelijke uitvoering hiervan ligt in handen van de gemeenten. De door de waterschappen te treffen voorbereidingen (zoals registratie groeperingen, kandidaatstelling, communicatie) zullen voor een belangrijk deel in 2014 plaatsvinden. Het kabinet heeft laten weten dat de waterschappen moeten bijdragen aan de verkiezingen in 2015. Delfland heeft de Unie bericht het hier principieel mee oneens te zijn. In voorliggende kadernota wordt aangegeven hoe Delfland hiermee om wil gaan. Daarnaast moeten diverse activiteiten georganiseerd worden waar de verkiezingen op regionaal en gemeentelijk niveau bekend gemaakt moeten worden. Hiertoe wordt 1 miljoen geraamd voor 2014. Voorstellen zullen dit jaar aan de Verenigde Vergadering worden voorgelegd. 2.2 Interne trends en ontwikkelingen Waterbeheerplan 2016-2021 In de planperiode van de Kadernota 2014 zal het nieuwe Waterbeheerplan 2016-2021 worden opgesteld. De Zuid-Hollandse waterschappen verkennen de mogelijkheden van samenwerking bij het opstellen van de waterbeheerprogramma s. Binnen Delfland wordt in samenhang hiermee een plan van aanpak opgesteld. Hierin wordt aandacht besteed aan het proces, o.a. timing in relatie tot de gemeenteraadsverkiezingen 2014 en de waterschapsverkiezingen in 2015, het opstellen van het nieuwe Stroomgebiedbeheerplan, de wijze waarop gemeenten (via de watertafel) hierbij worden betrokken en de afstemming met het omgevingsplan van de provincie Zuid-Holland. Er wordt ingezet op flexibele planvorm: een beknopt strategisch deel voor de planperiode en een jaarlijks te actualiseren uitvoeringsprogramma. Dit sluit aan bij de wijze waarop de planning en controlcyclus sinds de Kadernota 2011 is vormgegeven. Ter voorbereiding op het strategische deel van het nieuwe waterbeheerprogramma WBP5 voor de periode 2016-2021 is in september 2012 gestart met een strategische verkenning. De strategische verkenning wordt in 2013 besproken met gemeenten en andere partijen, andere waterschappen en kennisinstellingen. Voor het gesprek met gemeenten wordt daartoe de Watertafel ingezet. Het is de bedoeling dat Delfland en gemeenten (en waar relevant ook andere partijen) watergerelateerde dossiers in samenhang bespreken en gezamenlijk optrekken. In 2013 wordt het plan van aanpak voor de planperiode uitgewerkt. Hierin worden concrete processtappen uitgewerkt. Hierbij zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij lopende sporen, zodat deze in het WBP5 samen komen. Samenwerking buurwaterschappen Delfland is op diverse fronten bezig met het versterken van de ambtelijke samenwerking met de buurwaterschappen Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard. De drie waterschappen zien elkaar als preferente samenwerkingspartners, zowel op primaire taken als op het gebied van bedrijfsvoering. De algemene doelen van samenwerking zijn samen te vatten in de drie K s: 1) kwaliteit verhogen; 2) kwetsbaarheid verminderen; 3) kostenefficiency. Op het gebied van P&O is de samenwerking reeds gestart. 2.3 Financiële trends en ontwikkelingen Delfland is in 2010 gestart om op grond van de motie Dijkema c.s. de financiële positie te verbeteren. Een ambitiebijstelling van het WBP 4, een verlaging van de jaarlijkse investeringsvolumes, een taakstelling van 18 miljoen op de exploitatie en een aanpassing van de belastingtarieven dienden te leiden tot een positief exploitatieresultaat in 2014 en een 8

positieve vermogenspositie in 2018. Dit alles wel in een context waarbij het op peil houden van voorzieningen (investeringen) voorop staat. Naast de genoemde maatregelen hebben ook lagere rentelasten; lagere exploitatiekosten; lagere kapitaallasten (door aanpassing nav BBVW en een lager gerealiseerd investeringsvolume) en meevallende belasting opbrengsten een positieve bijdrage geleverd aan de verbetering van de financiële huishouding. In de Kadernota 2014 is een analyse gemaakt van de extra middelen die nodig zijn om de doelstellingen van de diverse programma s voor 2014-2018 te behalen. Deze extra middelen zijn samen met de financiële effecten van de jaarrekening 2012 en de vastgestelde meerjarenbegroting 2013-2017 vertaald naar een herzien financieel kader. In dit kader zijn de mogelijkheden verkend om de lastenverzwaringen voor de burgers te beperken zonder te tornen aan de motie Dijkema en doelstellingen van Delfland met de daarbij behorende noodzakelijke investeringen die tevens een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. In de kadernota 2014 wordt voorgesteld om de gemiddelde tariefstijging voor de watersysteemheffing en zuiveringsheffing ten opzichte van de huidige meerjarenraming 2013-2017 te beperken tot respectievelijk 3% en 4% (dit was 4% en 5%). In hoofdstuk 4.4 is het effect van deze tarieven op de exploitatiesaldi, vermogenspositie en de kosten en opbrengsten per taak in beeld gebracht t/m 2018. Tabel 5 Stijging van tarieven per jaarschijf 2014 2015 2016 2017 2018 watersysteem 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% zuiveringsheffing 4,0% 4,0% 4,0% 4,0% 4,0% Op basis van een aantal uitgangspunten is de financiële positie van Delfland, bij gelijkblijvend beleid, op de volgende onderdelen bekeken: Begrotingssaldo; Vermogenspositie; Opbrengsten, kosten en saldi per taak; Aflossingscapaciteit; Verloop van de leningenportefeuille (schuldpositie). In bijlage I is een doorkijk tot 2027 weergegeven. De gehanteerde uitgangspunten voor de doorkijk zijn: Tariefstijging tot en met 2018 van 3% voor de watersysteemheffing en 4% voor de zuiveringsheffing, na 2018 bedraagt tariefstijging voor alle heffingen 3%; Investeringsvolumes na 2018 van 52,1 miljoen ( 40 miljoen + 12,1 miljoen HWBP) Positieve begrotingssaldi worden toegevoegd aan het vermogen Kasstroom wordt gebruikt om (indien mogelijk): o Investeringen te financieren uit eigen middelen; o Leningenportefeuille af te lossen. De uitkomst van bovenstaande exercitie is dat Delfland in staat is om in 2018 investeringen te financieren uit haar eigen middelen, in staat is om haar leningen af te lossen en een gezonde vermogenspositie op te bouwen. Het college heeft samen met de VV aan de hand van motie Dijkema c.s. aan de basis gestaan om Delfland te voorzien van een financieel solide basis. Dit punt zal bereikt worden in 2014. In 2015 zullen verkiezingen plaatsvinden. Het nieuwe college zal in samenspraak met de VV keuzes maken over de wijze waarop de beschikbare financiële middelen ingezet zullen worden. Deze keuzes zullen in samenhang worden bezien met een verantwoorde tariefsontwikkeling, vermogens-, en schuldpositie en het benodigde weerstandsvermogen. In meerjarig perspectief worden de volgende financiële uitgangspunten gehanteerd: Een gemiddeld meerjarig indexering van 1,5% Een gemiddelde loonkostenontwikkeling van 1,5% (CAO voor 2014 is nog niet bekend) 9

Een gemiddeld jaarlijks investeringsvolume van 55 miljoen inclusief HWBP Een gemiddelde rentevoet van 4%. 3 Inzicht in de programma s 3.1 Schoon water 3.1.1 Trends en ontwikkelingen Kaders in beweging Veranderingen in Europese en nationale wet- en regelgeving werken door in de taken van Delfland. Vanuit de KRW komt een actualisatie van de prioritaire stoffenlijst, die doorwerkt in de monitoring, toetsing- en opgavebepaling voor de planperiode 2016-2021. Op landelijk niveau is in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) beschreven hoe de landen tuinbouwsector de komende jaren bijdraagt aan het oplossen van de wateropgave. Onder de paraplu van het DAW maakt de agrarische sector afspraken met de waterbeheerders over concrete maatregelen voor het terugdringen van nutriëntenemissies. Deze worden opgenomen in het Stroomgebiedbeheerplan 2016-2021. Voor de glastuinbouw is dit verankerd in het Platform Duurzame Glastuinbouw, waarin wordt gewerkt aan een nagenoeg emissieloze kas in 2027. Omgeving in beweging De dynamiek in de ruimtelijke ontwikkeling is groot en hangt samen met de stagnerende economische ontwikkeling. Om de waterkwaliteitsopgave te kunnen realiseren, is het van belang dat Delfland inspeelt op deze dynamiek en flexibel anticipeert op en participeert in ruimtelijke processen. Zo gaat Delfland bijvoorbeeld met de betrokkenen in gesprek over de aanpak om te komen tot nagenoeg emissieloze kas. In samenspraak met andere waterschappen en de provincie levert Delfland een bijdrage aan de Provinciale Structuurvisie 2013, waarin de waterkwaliteits-opgave wordt geadresseerd. Juist in deze moeilijke economische tijd kan de Kaderrichtlijn Water (KRW) een stimulans zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen en speelt de KRW een steeds grotere rol bij het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Kennis in ontwikkeling De landelijke en regionale KRW-onderzoeken werpen hun vruchten af. Eén van de resultaten is dat Delfland meer kwantitatief inzicht heeft gekregen in de nalevering van de meststoffen stikstof en fosfaat uit de waterbodem. Deze nalevering is het gevolg van jarenlange oplading met meststoffen door substantiële emissies op het oppervlaktewater. De onderzoeks-resultaten leiden tot het inzicht dat nalevering vanuit de waterbodem zorgt voor een grote nabelasting van het oppervlaktewater, die jaren kan voortduren. Dit betekent dat de effecten van emissiereductiemaatregelen, zoals het aansluiten van de glastuinbouw op de riolering, minder direct zichtbaar zullen zijn in een verlaging van concentraties meststoffen in het oppervlaktewater. Het voortzetten van emissiereductie is noodzakelijk voor waterkwaliteits-verbetering, maar een zichtbaar effect vraagt een langere adem dan voorzien, door een bufferend effect van het watersysteem. Dit geeft eens te meer aan dat voorkomen beter is dan genezen. Opgave na 2015 De afgelopen jaren is er al een flinke stap gezet op het gebied van chemie en ecologie, maar de verwachting is dat na 2015 er voor de KRW nog aanzienlijke investeringen nodig zijn. De maatregelen voor na 2015 worden uiteindelijk bepaald in het Stroomgebiedbeheerplan 2016-2021; de opgave voor Delfland die hieruit voortkomt wordt vastgelegd in het WBP5 2016-2021. Dit plan wordt in 2015 vastgesteld. Het is dan duidelijk om welke opgave voor de periode na 2015 het precies gaat en welke financiële consequenties dit exact heeft. In 2014 zullen de consequenties hiervan voor de Kadernota 2015 inzichtelijk zijn. In deze kadernota wordt in algemene zin uitgegaan van een extrapolatie van de activiteiten van de huidige planperiode. Indien hiervoor een ander uitgangspunt wordt gehanteerd, zal dit hieronder per programmalijn worden aangegeven. 10

3.1.2 Meerjarenraming 2014-2018 Investeringen x1 miljoen Programmalijn 2014 2015 2016 2017 2018 Ecologische waterkwaliteit 6,7 8 3,6 8,3 6 Chemische waterkwaliteit 0 0 0 0 0 Vismigratie 2,5 1,2 1 1 1 Zwemwateren 0,2 1,1 0 0 0 Lokale knelpunten 1 2,9 0,9 0,8 0,8 Totaal 10,4 13,2 5,5 10,1 7,8 3.1.3 Investeringen Ecologische waterkwaliteit Bij het uitvoeren van de KRW resultaatsverplichte maatregelen worden vijf fasen doorlopen; verkenning (kansen in beeld), planvorming, projectvoorbereiding, uitvoering en beheer. De KRW resultaatverplichte maatregelen zijn eind 2015 uitgevoerd. Voor deze programmalijn gaat het om: 17,7 ha natuurvriendelijke oevers en 10,3 ha vispaaiplaatsen, in totaal 28 ha ecologische voorzieningen. In 2012 was hiervan 4,2 ha gerealiseerd en was de gehele opgave als kansen in beeld gebracht. Voor de Westboezem is daarmee een reserve ontstaan van ongeveer 3 ha voor 2015. Eind 2013 is: Is 10 ha natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen gerealiseerd Is 10 ha natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen in uitvoering Is de resterende opgave in projectvoorbereiding Zijn alle kansen geconcretiseerd Eind 2014 is: Is 20 ha natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen gerealiseerd Is de resterende opgave in uitvoering Uiteindelijk zal eind 2015 de gehele KRW-resultaatsverplichting van de 1 e planperiode gerealiseerd zijn. In 2015 is de KRW niet afgelopen; uiterlijk in 2027 zal Delfland aan de ecologische doelen van de KRW moeten voldoen. Natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen zullen daar een onderdeel van uitmaken. Gezien de omvang van deze verwachte opgave wordt voorgesteld om voor de investeringen vanaf 2016 uit te gaan van een continuering van de huidige omvang, met een daling aan het begin van de volgende planperiode vanwege de opstart van het tweede Stroomgebiedsbeheerplan. Ook zullen de in deze planperiode geïdentificeerde reserve-projecten vooruitlopend op de volgende planperiode voor 2016 als geen-spijt maatregel gerealiseerd worden binnen het bestaande budget. Daarmee zal de opgave in de tijd worden gespreid. Vismigratie De KRW resultaatsverplichte opgave is om acht vismigratie knelpunten op te lossen voor het eind van 2015. Op dit moment zijn vier knelpunten opgelost, en zijn de overige vier knelpunten in voorbereiding; eind 2014 zullen alle vispassages zijn gerealiseerd. Begin 2014 zijn zes van de twaalf niet-krw prioritaire vismigratie knelpunten opgelost. Voor de resterende zes knelpunten wordt voorgesteld hun prioritering te actualiseren op basis van nieuwe inzichten ten aanzien van de effectiviteit van de voorgestelde locaties. Dit resulteert in de volgende wijzigingen voor de periode tot en met 2015: 11

De vispassages bij Parksluizen en Zuidpolder van Delfgauw/TU-Delft worden niet meer gerealiseerd, respectievelijk vanwege de geringe effectiviteit en de aanstaande aanleg van het alternatief afvoertracé. Uit oogpunt van effectiviteit een extra vispassage aan te leggen bij gemaal Westland Voor het oplossen van de prioritaire knelpunten geldt een taakstellend budget. Gezien de verwachte kosten van de vispassages betekent dat ten opzichte van de Kadernota 2013 er tot en met 2015 één vispassage minder gerealiseerd gaat worden, waarmee wel alle prioritaire knelpunten zijn aangepakt. Voor de programmering voor de periode na 2015 zal deze programmalijn nadrukkelijk de structurele samenhang zoeken met de programmering van de opgave van het programma Voldoende water, daar waar deze samenwerking nu gebaseerd is op incidentele samenloop van de programmering. Ook zal in toenemende mate de focus komen te liggen op de kleinere obstakels binnen de polders. Binnen deze programmalijn wordt gebruik gemaakt van innovaties (vislift en viswering) waarvan de resultaten eind 2013 worden verwacht. Zwemwateren Overdracht van taken zwemwaterbeheer In het kader van de Wateragenda wordt gekeken naar de overheveling van de provinciale zwemwatertaken om deze in de toekomst zo efficiënt en effectief mogelijk te kunnen organiseren. Momenteel wordt een verkenning uitgevoerd tot de mogelijkheden van een nadere verdeling van deze taken in Zuid-Holland. Naar verwachting zal op basis van deze verkenning in 2013 een besluit genomen worden. Eventuele effecten op de organisatie zullen in de begroting 2014 worden meegenomen. Bacteriologische kwaliteit In 2014 en 2015 worden de laatste stappen gezet om te voldoen aan de bacteriële normen uit de EU-zwemwater richtlijn, op alle zwemwaterlocaties. Hiertoe wordt de effectiviteit van reeds genomen maatregelen gemonitord en wordt voor de overgebleven probleemlocaties een aanpak opgesteld en uitgevoerd. Blauwalgen Voor het voorkomen van blauwalgenoverlast zijn maatregelen genomen op vijf van de zes prioritaire zwemwaterlocaties. Voor één locatie zijn nog geen maatregelen voorzien, vanwege de complexiteit van de problematiek op deze locatie. Voor twee locaties worden aanvullende maatregelen genomen, indien de kwaliteitsverbetering stagneert. In 2013 worden, naast de zes prioritaire zwemwaterlocaties, andere locaties gezocht waar door het nemen van maatregelen een verbetering van de zwemwaterkwaliteit mogelijk is. Het selecteren van deze nieuwe locaties gebeurt op basis van een prioritering naar bezoekersaantallen, spreiding over het gebied, ambitie van de beheerder en technische mogelijkheden om daadwerkelijk tot kwaliteitsverbetering te komen, binnen het resterende budget. Op basis van de prioritering wordt een nieuwe lijst prioritaire zwemwateren vastgesteld. Voor (een deel van de) kansrijke nieuwe locaties worden maatregelen voorbereid en uiterlijk in 2015 uitgevoerd. Voor de periode na 2015 zijn geen investeringen voorzien en zijn er geen middelen opgenomen in de meerjarenraming. Wel wordt vanaf 2016 structureel een budget van 200.000 voor de zwemmaatregelen in de exploitatie opgenomen. Lokale knelpunten In 2013 wordt bepaald welke maatregelen van in 2014 en 2015 worden uitgevoerd. Alle geselecteerde knelpunten zullen in 2015 zijn opgelost. Voor de jaren wordt verwacht dat aantal en omvang van de knelpunten minder zal zijn. Bekeken kan worden in hoeverre deze programmalijn in de exploitatie kan worden ondergebracht en/of er een gemeenschappelijke lijn met Voldoende water nodig is. 12

3.1.4 Exploitatie Meerjarenperspectief in 1.000 2014 2015 2016 2017 2018 Schoon water 3.258 2.991 3.028 3.024 3.118 De resultaten die bijdragen aan de realisatie van de programmadoelen worden gerealiseerd. In 2014 vinden de volgende vermeldenswaardige ontwikkelingen plaats op activiteitenniveau. Algemeen Dossiervorming voor verantwoording van het doelgat KRW wordt voortgezet. Chemische waterkwaliteit Landelijk wordt een brede screening uitgevoerd van de chemische waterkwaliteit, waarbij meer stoffen worden gemeten dan in de reguliere analysepakketten. Delfland levert een bijdrage hieraan.. De kennis met betrekking tot de nalevering van stikstof en fosfaat uit de waterbodem wordt vertaald naar de programmadoelen chemische waterkwaliteit. De resultaten zullen worden opgenomen in de Kadernota 2015. Delfland werkt met de land- en tuinbouwsector aan de implementatie van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Dit leidt tot concrete, monitorbare afspraken over de reductie van emissies. Er wordt verkend op welke wijze Delflands waterkwaliteitsgegevens meer toegankelijk kunnen worden gemaakt voor externe belangstellenden. Actieve communicatie naar burgers en bedrijven, gericht op bewustwording, eigen verantwoordelijkheid en het bieden van handelingsperspectief. Ecologische waterkwaliteit De komende jaren zal in het teken staan van het optimaliseren van het beheer en het onderhoud hiervan, evenals het betrekken van andere partijen hierbij. Zwemwater Delfland verkent de mogelijkheden om met andere waterschappen, kennisinstellingen en laboratoria de analysemethoden voor de blauwalgenproblematiek te verbeteren. Een betere analysemethode brengt nauwkeurig in beeld wanneer op een locatie echt een probleem optreedt voor de zwemmer. Dit voorkomt onnodige waarschuwingen, negatieve zwemadviezen en tijdelijke zwemverboden. 3.1.5 Risico s De KRW resultaatverplichte maatregelen moeten eind 2015 zijn uitgevoerd. Als dit niet wordt gehaald, is het risico dat de Europese Commissie een boete oplegt. De hoogte van de boete is niet op voorhand aan te geven. Het Rijk verwacht dat de boete gebaseerd zal zijn op niet gedane inspanningen. Dit risico wordt beheerst doordat Delfland haar inspanningen vastlegt. De totale opgave van de programmalijn Ecologische waterkwaliteit die ruimtelijk wel in beeld is, moet eind 2013 concreet met de gebiedspartners (overheden en particulieren) zijn afgesproken. Met hen moet nadrukkelijk worden samengewerkt bij het identificeren en concretiseren van kansen. Per project worden met gebiedspartners afspraken gemaakt over de rol, participatie, medewerking en steun. Het zijn deze afspraken die bepalen welke arealen in de komende jaren van de opgave worden gerealiseerd tegen welke kosten. Het risico bestaat dat niet alle geïdentificeerde kansen kunnen worden geconcretiseerd, vanwege het ontbreken van medewerking van grondeigenaren of andere tegenspoed in de gebiedsontwikkeling. Met de betrokken partijen vindt regelmatig overleg plaats, eventueel op bestuurlijk niveau, over de voortgang. 13

De GR AQUON werkt aan het verbeteren van de doelmatigheid. Dit verloopt minder snel dan was voorzien in de meerjarenbegroting AQUON 2013-2016. Voor 2013 bereidt AQUON een begrotingswijziging voor (meer kosten) en ook in 2014 zal het kostenniveau stijgen ten opzichte van de meerjarenbegroting. Voor Delfland gaat het om circa 150.000,- voor 2014 (ruim 13%). AQUON verricht werkzaamheden voor de programma s Schoon Water, Voldoende Water, Gezuiverd Afvalwater en Instrumenten. De kostenstijging werkt door in deze programma s, proportioneel met de hoeveelheid afgenomen diensten (o.b.v. cijfers 2013 respectievelijk 57%, 25%, 9% en 9%). 3.2 Voldoende water 3.2.1 Trends en ontwikkelingen Klimaatverandering Naast de algemene trends en ontwikkelingen uit hoofdstuk 2 is klimaatverandering voor Voldoende water specifiek van belang. Klimaatverandering is van alle tijd, maar heeft veel invloed op de programma s van Delfland. Voor Voldoende water betekent deze klimaatverandering meer neerslag, meer droogte en een groot effect op zoetwatervoorziening. De boezem is op orde maar het boezem watersysteem zal binnen het regulier beheer geoptimaliseerd moeten worden. In het algemeen zal de komende jaren de focus meer komen te liggen op het optimaliseren van het beheer en onderhoud van het watersysteem. Eind 2013 worden de nieuwe klimaatscenario s van het KNMI verwacht. In 2014 moet bepaald worden of en zo ja welke invloed deze hebben op mate van op orde zijn van de boezem en polders. Verkleinen kansen op overlast Coalitieplanologie De kans op overlast kan afnemen door te investeren in technische maatregelen. Daarnaast wordt de kans op overlast verkleind door het meeliften op particuliere initiatieven. Dit vraagt vanuit Delfland een andere vorm van planvorming: Coalitieplanologie (zie ook programma Instrumenten). Hierbij is het zaak om samen met de gemeenten de particuliere initiatieven te volgen, te versterken en aan te vullen. Dit betekent lang lopende beperkte capaciteitsinzet om het gebiedsproces te volgen, maar als er een oplossing voor handen is er snel capaciteit en budget beschikbaar komt. Dit betekent flexibiliteit in de randvoorwaarden. Het resultaat levert naast betere samenwerking met overheden en particulieren ook oplossingen tegen de maatschappelijk laagste kosten. Dit levert in het kader van bezuinigingen bij gemeenten ook voordelen op; door bezuinigingen vervallen grote herstructureringen en nieuwbouwontwikkelingen, maar wordt er meer aandacht besteed aan de particuliere ontwikkelingen. Aandachtspunt is evenwel dat indien tengevolge van de economische ontwikkelingen onze doelstellingen ernstig onder druk komen te staan, Delfland zich moet bezinnen of en hoe lang uitstel verantwoord is. 2013 levert de eerste ervaring op met coalitieplanologie. In 2014 wordt deze vorm van planvorming nader ontwikkeld en geëvalueerd. In de evaluatie wordt meegenomen in hoeverre het mogelijk is om knelpunten vooruit te schuiven, zonder dat er onverantwoorde risico s worden genomen. Verbreden van de mogelijkheden Op basis van de Kadernota 2011 is een start gemaakt om knelpunten ten aanzien van risico s op wateroverlast op een effectgerichte en gebiedsgerichte manier op te lossen. Aan deze koerswijziging wordt nu nog op verschillende manieren invulling gegeven. Twee belangrijke onderwerpen hierbij zijn de gebiedsnormeringen en vasthoudmaatregelen. Er wordt discussie gevoerd met de provincie over de vraag hoe met de knelpunten moet worden omgegaan. Een belangrijk gespreksonderwerp met de provincie zijn de knelpunten waarbij de oplossing een dusdanig forse investering vraagt, dat de baten hiertegen niet opwegen en maatschappelijk niet verantwoord zijn. Delfland heeft de provincie geïnformeerd dat de maatwerk aanpak ondermeer met gebiedsnormering een adequaat antwoord bevat om te komen tot geformuleerde doelen. Delfland zal deze aanpak de periode voortzetten. Hier is gebiedsnormeringen een oplossing voor. Afspraken hierover zijn in een afrondende fase. De hieruit voortvloeiende ontwikkeling van instrumenten, waaronder de Kosten Baten analyse 14

methodiek vraagt in 2014 inzet. Daarnaast zullen vasthoudmaatregelen steeds meer in beeld komen om de knelpunten op te lossen en te voldoen aan de normering. Dit wordt meegenomen in de beleidsnota wateroverlast en verkent in diverse innovatieve trajecten en gebiedsprocessen. Deze beleidsmatige koerswijzigingen vragen nadere uitwerking worden en er moeten instrumenten ontwikkeld worden om de koerswijzigingen verder tot uitvoering te brengen. 3.2.2 Meerjarenraming Investeringen x1 miljoen Programmalijn 2014 2015 2016 2017 2018 Optimaal regulier beheer polders en boezem 9,5 10,2 8 3,5 2,4 Voorkomen wateroverlast polders 10,0 9 9 9 7 Goede zoetwatervoorziening 0 0 0 0 0 Totaal 19,5 19,2 17 12,5 9,4 3.2.3 Investeringen Optimaal regulier beheer polders en boezem De programmalijn Optimaal Regulier beheer is samen met de programmalijn Voorkomen wateroverlast boezem bij de Programmabegroting 2013 opgegaan in de nieuwe programmalijn Regulier beheer polders en boezem. Door de samenvoeging heeft er verschuiving van investeringen plaatsgevonden. Daarnaast zijn aanvullende investeringen voorzien ten opzichte van de Kadernota 2013. De investeringen in deze programmalijn betreffen de vervangings- en onderhoudsinvesteringen van gemalen en andere peilregulerende kunstwerken. De verschillende investeringen die nodig zijn om de peilbesluiten te kunnen instellen (aanleggen stuwen en peilscheidingen) worden in deze programmalijn gedekt. De investeringen binnen de programmalijn worden gedaan in de volgende categorieën: Groot onderhoud gemalen Het planmatig groot onderhoud aan de gemalen is opgezet en meerjarig ingepland. Hierdoor is het effect op de meerjarige investeringsraming scherper in beeld gekomen. De investeringsvolumes zijn derhalve voor dit onderdeel gewijzigd ten opzichte van Kadernota 2013. De verhoging van de investeringsvolumes wordt voor dit onderdeel deels verklaard doordat er meer werk is ingepland en deels doordat het project gemaal Akkerdijkse polder duurder wordt dan vorig jaar was ingeschat. Uit de schetsontwerpen blijkt dat de technische uitvoering van het project meer vraagt dan initieel werd aangenomen. Duikers, stuwen, inlaten Naar aanleiding van de calamiteit bij de Nieuwkoopseweg in 2012, is gebleken dat de oude houten duikers een risico vormen. Om deze risico s te beperken zijn extra investeringen nodig voor de vervanging van kritische risicovolle duikers. Peilbesluiten Voor het instellen van peilbesluiten is in een enkel geval plaatsing van een nieuw object vereist waarvoor financiering uit een investering noodzakelijk is. Boezem In de boezem moeten de laatste (knel)punten opgepakt worden. Het betreft de projecten/knelpunten Poelzone, alternatief afvoertracé Pijnackerse Vaart, bergboezem Berkel, het oplossen van knelpunten rondom Den Haag en het project autonoom functioneren van de boezemgemalen. De doorlooptijd van sommige projecten is langer dan de benoemde planperiode tot 2015. De projecten zijn in 2015 volledig geborgd, maar het einde van de realisatie zal 2017 zijn zoals in de Kadernota 2013 is opgenomen. 15

In de Kadernota 2013 was geen rekening gehouden met de investeringen Bergboezem Berkel en kadeverbeteringen rondom Den Haag (het alternatief dat nu wordt uitgewerkt voor de aanleg van de Driemanspolder). Door deze nu wel in de begroting op te nemen stijgt het investeringsvolume van de programmalijn Regulier beheer polder en boezem. Met de uitvoering van deze projecten is de boezem op orde voor wat betreft het oppervlaktewater en de gemaalcapaciteit. Vanuit het oogpunt van beheer zijn echter nog verdere verbeteringen aan het systeem gewenst. Hierbij valt te denken aan het beter sturen met water waardoor de berging in het gehele systeem wordt gebruikt en lokale peilstijgingen tegen kunnen worden gegaan. Het komend jaar worden de noodzakelijke beheertechnische aanpassingen in kaart gebracht. Daarnaast wordt er voor de zomer 2014 een VV voorstel opgesteld waarmee het bestuurlijk kader en de financiering nader worden uitgewerkt. De vernieuwing van het BeslissingOndersteuning (BOS) moet in 2014 zijn beslag krijgen om de adviezen ten aanzien van beheersmaatregelen sneller en beter te kunnen geven. Hierbij worden de adviezen t.a.v. beheersmaatregelen beter (sturen met water) en sneller (rekenkern 3Di, zie programma instrumenten). In de huidige investeringsvolumes is rekening gehouden met de vernieuwing van BOS. Voor alle specifieke applicaties benodigd voor het programma Voldoende Water worden dit jaar de beheer- en onderhoudskosten (vervangingsinvesteringen) voor de komende jaren in beeld gebracht, zodat deze in de Kadernota 2015 worden opgenomen. Voorkomen wateroverlast polders In de periode 2012 t/m 2017 worden 83 van de meest prioritaire knelpunten opgepakt. In 2012 zijn er meer knelpunten opgepakt dan verwacht. In totaal 20 (8 meer dan beoogd). Dit is gerealiseerd door het benutten van knelpunten welke met een eenvoudige oplossing snel konden worden opgelost. In 2013 worden 15 knelpunten opgelost en opgeleverd. Ook voor 2014 staan er 15 knelpunten op de planning. Dit betekent dat in de periode 2015-2017 nog 33 knelpunten moeten worden opgeleverd. Goede Zoetwatervoorziening Naar aanleiding van de studies in deze programmalijn zijn maatregelen voorgesteld om de indringing van zout water te beperken. Deze maatregelen waren niet eerder begroot. De extra investering voor deze maatregelen zijn opgenomen in de programmalijn Regulier beheer polders en boezem en zorgen hier voor een verhoging van het verwachte investeringsvolume. 3.2.4 Exploitatie Meerjarenperspectief in 1.000 2014 2015 2016 2017 2018 Voldoende water 34.548 33.417 32.674 31.730 33.347 De resultaten die bijdragen aan de realisatie van de programmadoelen worden gerealiseerd. In 2014 ligt de nadruk op de volgende onderwerpen. Optimaal regulier beheer polders en boezem Deltabeslissingen In 2014 wordt toegewerkt naar de deltabeslissingen. Voor het programma Voldoende Water zijn van primair belang de delta programma s zoetwatervoorziening en Rijnmond Drechtsteden. Daarnaast is er invloed vanuit het deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering. Voor 2014 wordt er in intensivering van de betrokkenheid voorzien richting de besluitvorming. Daarna zullen de beslissingen moeten worden uitgewerkt. Onderzoek invloed klimaat De nieuwe klimaatscenario s van het knmi worden in 2013 verwacht. In 2014 moet bepaald worden of en zo ja welke invloed deze hebben op mate van op orde zijn van de boezem en polders. Het onderzoek vraagt circa 50.000 in 2014. 16

Taakoverdracht grondwater In 2014 wordt verder richting gegeven aan de taakoverdracht grondwater vanuit de provincie. Als dan duidelijk wordt hoe de taakverdeling ten aanzien van grondwater wordt vormgegeven kan dit worden vertaald naar wat nodig is in de organisatie. De verwachte uitkomst lijkt op dit moment een integrale verantwoordelijkheid te worden voor de waterschappen. Vanuit deze verantwoordelijkheid kunnen de waterschappen zich ook beter positioneren op de thema s die in de ondergrond spelen. Kennisvragen Er blijft de mogelijkheid om capaciteit beschikbaar te stellen voor kennisvragen en methodiekontwikkeling, waardoor Delfland goed kan inspelen op de toekomstige vragen van het waterbeheer. Kostenbesparing T.a.v. kostenbesparing en (eventueel) duurzaamheid wordt een groot gedeelte van de polder gemalen in het TA (technische automatisering) geprogrammeerd om zoveel als mogelijk op specifieke tijden te draaien. Mede in het kader van het nieuwe werken en de noodzakelijke vervanging van het instrumentarium worden de thuiswerkplekken Peilbeheer en de laptops van de buitendienstmedewerkers vervangen. Beheer en onderhoud watergangen en waterkeringen Uitvoeren van het dagelijks en buitengewoon onderhoud aan de watergangen op basis van de onderhoudsprogramma s voor het krozen & zuiveren en het onderhoudsbaggeren. Advisering over onderhoud en waterkwaliteitmaatregelen (is voornamelijk voor optimaliseren baggerproces.) Het onderhoudsproces effectiever en efficiënter inrichten, ondersteund door een onderhoudbeheersysteem. Mogelijkheden nadere samenwerking met andere overheden en externe partijen op onderhoudsgebied onderzoeken. Uitgangspunten daarbij zijn efficiëntie en lagere maatschappelijke kosten. Op 21 augustus 2012 is de VV geïnformeerd over de toewijzing van vaarwegbeheer en de kostenverdeling. Voor de zomer zal de VV worden geïnformeerd over de inzet van Delfland op het terrein van nautisch- en vaarwegbeheer. In het kader van de Invoeringswet Waterwet is met de provincie Zuid-Holland o.a. afgesproken dat waterbeheerders bij gaan dragen in het onderhoud van de vaarwegen. Het onderhoud van vaarwegen betreft baggeren, onderhoud van oevers en onderhoud aan sluizen. Conform een inmiddels bestuurlijk vastgestelde verdeelsleutel gaat Delfland naar verwachting vanaf 1 januari 2014 jaarlijks circa 160.000 (incl. BTW) bijdragen. Deze bijdrage voor het vaarwegbeheer wordt vanaf 2014 opgenomen in de begroting en meerjarenraming voor het onderhoud van watergangen. Delfland ontvangt ook een bijdrage vanuit de provincie waardoor het financiële effect van deze bijdrage neutraal is. 3.2.5 Risico s Inhoudelijk risico Het later in de tijd aanpakken van (inhoudelijke) risico s van een aantal knelpunten 2 in de polders van Delfland is beperkt. De knelpunten die later dan 2015, maar vóór 2017, worden opgepakt liggen met name in graslandpolders in Midden Delfland en in een aantal polders in het Oostland. De kans op wateroverlast is weliswaar groter in deze polders, het betreft echter niet de grootste knelpunten (grootste kans en de grootste schade), maar de resterende knelpunten (20) die minder vaak optreden en minder schade geven. De knelpunten in de polders in Midden Delfland geven in algemene zin weinig schade omdat dit vooral graslandpolders betreft en het om relatief kleine knelpunten gaat (zoals te krappe duikers, watergangen etc.) 2 Het betreft hier dus de laagste twintig prioritaire knelpunten van de in totaal 83 prioritaire knelpunten uit het programmaplan Voldoende Water 2012-2015 17

De knelpunten in het Oostland liggen in polders met meerdere soorten landgebruik (grasland, glastuinbouw en stedelijk gebied). De schade door het later oplossen van deze knelpunten zal ook hier beperkt zijn, extra aandacht bij het beheer van deze polders is echter gewenst. Deze aanbeveling komt o.a. voort uit de evaluatie van de hevige regenval van 14 juli 2011. Om de beperkte verhoging van het risico op wateroverlast te beheersen maakt Delfland gebruik van onderstaande maatregelen. De Technische Automatisering van de waterbeheersing (TA) wordt reeds optimaal benut. Deze is op 1 januari 2012 afgerond en geeft meer mogelijkheden in het voorkomen van wateroverlast in de polders. Voor grote verwachte hoeveelheden neerslag kan direct gestart worden met intensievere bemaling of aflaat. Doordat de buitendienst medewerkers niet meer naar de geautomatiseerde gemalen, stuwen en inlaten gaan, maar hun aandacht op de secundaire (niet) geautomatiseerde stuwen en inlaten richten, is significante tijdwinst behaald bij het verlagen van de waterpeilen in de polders (voormalen). Ook tijdens onvoorziene of onverwachte grote neerslaghoeveelheden kan met TA snel geconstateerd worden hoe de waterpeilen reageren waarop direct op afstand gereageerd kan worden; bijvoorbeeld de pompen voluit laten draaien en/of stuwen te verlagen c.q. verhogen. Tijdens calamiteiten kan sneller en beter geacteerd worden op veranderende omstandigheden. Polders opnemen als aandachtspolders in neerslagprotocol. De polders met knelpunten die tussen 2015 en 2017 worden opgepakt tijdelijk aanmerken als aandachtspolder in het neerslagprotocol. Bij de aandachtspolders in het neerslagprotocol wordt eerder voorgemalen, waardoor het risico op wateroverlast kleiner wordt; Polders intensiever beheren. De polders met knelpunten die tussen 2015 en 2017 worden opgepakt tijdelijk intensiever monitoren, schouwen en schonen, zodat het risico op wateroverlast wordt verkleind. Juridisch risico Delfland voert cf de kadernota maatwerk uit ten aanzien van het op orde brengen van de polders. Waar de polders nog niet op orde zijn voorziet het programma in tijdelijke voorzieningen om te voorkomen dat een calamiteit optreedt. De provincie is geïnformeerd dat met de maatwerk aanpak effectief gestuurd wordt op droge voeten. Delfland gaat ervan uit dat onze aanpak door de provincie onderschreven zal worden. Tot die tijd is er een theoretisch juridisch risico. Financieel risico In het project Het Nieuwe Water (gemeente Westland) zijn er kansen om op termijn 75.000 m3 extra boezemberging te realiseren. De hoogte van een financiële bijdrage van Delfland en het jaar van investeren zijn nu nog niet te bepalen en afhankelijk van ontwikkelingen binnen het project. Investeringen voor dit project zijn niet in het investeringsvolume voor deze kadernota opgenomen. Capaciteitsrisico In het onderzoek naar de mogelijke samenwerking met gemeenten kan het zijn dat de optimale vorm van samenwerken tegen de grenzen van capaciteit en/of financiële kaders van Delfland aanloopt. Het betreft hier enerzijds de personele capaciteit ten behoeve van de planvorming en anderzijds de personele capaciteit voor de uitvoering. In het geval de kosten te hoog worden zal hierover eerst een bestuurlijke afweging moeten plaatsvinden. 18

3.3 Stevige dijken 3.3.1 Trends en ontwikkelingen Primaire waterkeringen Kust Het provinciaal beheerplan Natura 2000 zal grote invloed hebben op het onderhoud en het monitoren van de kust. In het Natura 2000 gebied, wat het overgrote deel van het duingebied van de Delflandse kust beslaat heeft Delfland nu een opgave ten aanzien van de Natura 2000 doelstellingen op het gebied van natuurontwikkeling. Het onderhoud van het duingebied zal dynamischer worden. De natuurlijke processen verlopen daarbij, al dan niet gestimuleerd, zoveel mogelijk ongestoord. Het betekent dat het onderhoud meer situationeel wordt wat ook een aangepast monitoring instrumentarium met zich mee brengt. Binnen dit gebied heeft Delfland de coördinatie van de gegevensstromen van diverse beheerders op zich genomen om overlap van werk te voor komen. Dit staat nog in de kinderschoenen en zal verder ontwikkeld moeten worden waarbij ontbrekende stukken nog ingevuld moeten worden. Het brede strand en de zandmotor hebben verwachtbaar op het dynamische onderhoud een positieve invloed en geeft voor Delfland weinig extra kosten. Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma Het conceptprogramma van het nhwbp is gereed. Daar het belangrijkste criterium voor de prioritering veiligheid is, betekent dit dat Delflandse projecten geprogrammeerd zijn voor de periode na 2020. Delfland moet een besluit nemen of de uitvoering nog voor 2020 plaatsvindt op eigen initiatief. Met het nhwbp zullen alsdan afspraken gemaakt worden over de financiering. Regionale waterkeringen Kadestrekkingen De komende jaren moeten diverse complexe kadestrekkingen ( o.a. met wegen en particuliere tuinen) opgehoogd worden in het kader van buitengewoon onderhoud. Waterveiligheidsrisico s In 2012 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de waterveiligheidsrisico s bij de te verbeteren dijk/kadevakken. De te nemen beheer- en/of noodmaatregelen om de risico s af te dekken worden de komende jaren geïmplementeerd. Druk op ruimte De druk op de ruimte blijft onverminderd hoog. Ook op en rond waterkeringen zijn er steeds meer initiatieven en activiteiten. Toetsproces kadestrekkingen In het kader van het Bestuursakkoord water vindt een uitwerking plaats voor onder meer het toetsproces van kadestrekkingen. Normering waterveiligheid De normering waterveiligheid zal naar verwachting (pas) in 2017 gewijzigd worden. In de jaren erna zal er opnieuw getoetst worden en wordt bepaald of er nog een opgave tot verbetering ligt. Toetsing regionale keringen De toetsing van de bijzondere waterkerende constructies, waterkerende kunstwerken en niet waterkerende objecten is nog niet uitgevoerd. Hiermee gaat gestart worden en de eindrapportage zal in 2020 plaatsvinden. In de komende jaren zullen we beelden kunnen schetsen van wat deze toetsing betekent voor Delfland. 19

Overige waterkeringen Naar verwachting zullen de komende jaren op beperkte schaal verbeteringswerken uitgevoerd worden met het oog op de grondwateronttrekking in Delft Noord. Door het uitvoeren van verbeteringswerken vermindert het belang van Delfland bij instandhouding van deze onttrekking. Hierover zal nog aparte besluitvorming plaatsvinden. 3.3.2 Meerjarenraming Investeringen x1 miljoen Programmalijn 2014 2015 2016 2017 2018 Primaire keringen - verbeteringen 0,2 1,6 0 0 0 Regionale keringen - kadeverbeteringen 7,5 3,4 5,2 2 2 Regionale verbeteringen - op hoogte brengen 3 6,3 2 2 3 HWBP 8,7 12,1 12,1 12,1 12,1 Overige investeringen 0,9 0 0 0 0 Totaal 20,3 23,4 19,3 16,1 17,1 3.3.3 Investeringen Het investeringsvolume wordt gebruikt voor het verbeteren en op hoogte brengen van regionale keringen en de bijdrage aan de financiering van het derde Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp). Primaire waterkeringen Als het gaat om de primaire keringen moet nog 1,1 kilometer Delflandse Dijk op orde gebracht worden. Met het nhwbp hebben gesprekken plaatsgevonden om deze strekkingen vooraan in de programmering op te nemen. Binnen het nhwbp is ervoor gekozen om de meest risicovolle projecten voorrang te verlenen. Met het programmabureau nhwbp en de andere waterschappen worden nog gesprekken gevoerd over een regeling waarbij de waterschappen eigen projecten voorfinancieren. In dat kader is er nochtans vanuit gegaan dat de kadestrekking langs de Delflandse Dijk uiterlijk in 2015 op orde wordt gebracht. De Unie heeft een werkgroep laten kijken naar de verwerking van de bijdrage in de exploitatie en/of de investeringen. De ledenvergadering kan geen uniforme lijn voorschrijven. Er is naar de waterschappen aangegeven dat indien het niet in de exploitatie wordt verwerkt de afschrijvingstermijn op 5 jaar gesteld zou moeten worden. Delfland kiest er vorm om de huidige afschrijvingstermijnen te houden op 20 jaar. Kortere termijnen leiden tot opwaartse druk op de tarieven. Regionale waterkeringen Conform planning zijn de risicovolle regionale keringen in 2015 op orde. In 2014 wordt circa 4 km regionale keringen daadwerkelijk verbeterd. In 2015 is dat circa 3 km en wordt er een aanvang gemaakt met de voorbereiding van de minder risicovolle keringen. In de Kadernota 2013 2017 was ingeschat dat in de periode 2015-2020 nog 15 kilometer kadestrekkingen op orde moet worden gebracht. Een verdere verfijning van de toets laat aanzien dat het aantal kilometer kadestrekkingen fors lager zal uitvallen. Rond de zomer 2013 is dit meer duidelijk. In 2013 heeft een herijking plaatsgevonden wat betreft de opgave buitengewoon onderhoud. De aangepaste opgave levensduurverlengend onderhoud is begroot en wordt ingepland en uitgevoerd in de periode t/m 2020. Naar verwachting zullen in 2014 vervangingsinvesteringen plaatsvinden aan enkele sluisconstructies die in beheer en onderhoud zijn van Delfland. De omvang van deze investeringen bedraagt naar verwachting circa 900.000,-. 20