Gehandicaptenzorg Zorg voor mensen met een lichamelijke beperking(blind, verlamd, spastisch enz.) Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Je werkt in een huis waar blinde mensen leren om zelfstandig te wonen. De een speelt een blinde bewoner en doet de blinddoek om. De ander laat de blinde bewoner voorzichtig door de klas lopen. Vraag de bewoner hoe jij de wandeling veilig en plezierig kan maken. Wat vindt de bewoner belangrijk aan de manier waarop je deze zorg geeft? 2 blinddoeken Gastles Basisonderwijs - ervaren Ouderenzorg Zorg voor oude mensen in een verzorgingshuis of verpleeghuis. Je werkt in een verzorgingshuis. Je helpt een oude bewoner bij het aantrekken van een steunkous. Dit is een strakke kniekous, die ervoor zorgt dat je geen dikke voeten krijgt. Belangrijk: trek de steunkous aan over de sok die de bewoner zelf al aan heeft. (in het echt gaat een steunkous over een blote voet). Vraag de bewoner hoe jij dit zo prettig mogelijk kan doen. Wat vindt de bewoner belangrijk aan de manier waarop je deze zorg geeft? 2 strakke kniekousen
Ziekenhuis Zorg voor ernstig zieke mensen. Je werkt in de verpleging. Een arts heeft medicijnen voorgeschreven: 3 x daags 250 milligram. Reken uit hoeveel pillen de patiënt per dag moet slikken en doe ze in de doos. Laat controleren. Welke kwaliteiten zijn belangrijk om deze zorg goed te verlenen? 2 potten pillen, 2 pillendozen Ziekenhuis Zorg voor ernstig zieke mensen. Je werkt in de verpleging. Neem bij de patiënt de hartslag op. Voel 30 seconden met twee vingers. Voel aan de binnenkant van de pols of in de nek onder het hoekige kaakbot. Neem na 10 snelle kniebuigingen opnieuw de hartslag op. De meeste kinderen hebben in rust een hartslag van 80 tot 100 per minuut. Wat vindt de patiënt belangrijk aan de manier waarop je deze zorg geeft? 2 eigen telefoons om tijd op te nemen
Thuiszorg Zorg bij mensen thuis. Je komt elke dag bij een cliënt thuis om te helpen met wassen en aankleden. De cliënt is gevallen en heeft zijn of haar pols verstuikt en is erg geschrokken. Stel de cliënt gerust. Verbind de pols stevig, zodat de pols niet meer beweegt. Zorg dat de vingers nog wel kunnen bewegen. 2 rekverbanden Thuiszorg Zorg bij mensen thuis. Je komt elke dag bij een cliënt thuis om te helpen met douchen. De cliënt voelt zich niet lekker en ziet er wat koortsig uit. Neem voorzichtig de temperatuur op met de oor-thermometer. Een gezonde lichaamstemperatuur is ongeveer 37 graden Celsius. 2 oor-thermometers
Fysiotherapie Mensen helpen die problemen hebben met spieren, gewrichten en bewegen. Je bent fysiotherapeut. De cliënt heeft last van een stijve hand. Je geeft een handmassage die prettig voelt. Vraag de cliënt regelmatig of de behandeling prettig voelt. geen Kinderopvang Zorg voor kinderen in crèche of buitenschoolse opvang. Je werkt als pedagogisch medewerker in een crèche. Een van de peuters (een klasgenoot) wil zijn jas niet aan. Probeer dit op een vrolijke manier toch voor elkaar te krijgen. Maak er een spelletje van. De peuter doet mee als het leuk is! Wat vindt de peuter belangrijk aan de manier waarop je deze zorg geeft? 2 eigen jassen G
Werkveld Korte beschrijving. Je werkt als Je cliënt Je doet Werkveld Korte beschrijving. Je werkt als Je cliënt Je doet