fopsteller Marianne van der Veen Aantal pagina s 7 Onderwerp Algemeen bestuur 8 februari 2018 Datum overleg 8 februari 2018 19 april 2018 Agendapunt Intern 23-3-2018 3 Kenmerk V0388/H007294 Aanwezigen: De heren J. Batelaan, G. Beugelink, B.J. Bussink, H.H.G. Dijk (voorzitter), P.A.E. van Erkelens, P. Ketelaars, J. Kramer, E. Luitjens, C.A.A.A. Maenhout, G.J.A. Nieuwenhuis, H. Pluckel, T. Poppelaars, P. Robijn, Th. Schots G.J.A. Smits (secretaris-directeur) R.L.M. Sleijpen, R. Smits, W. Stegeman, mevrouw E. Stravens, de heer B.J. van Vreeswijk en mevrouw A.M. van Zoelen. mevrouw M.H. van der Veen (verslaglegging) en mevrouw S. Hooijer (controller) Afwezigen: De heer P. Smit 1 Opening en vaststelling agenda De heer Dijk opent de vergadering om 13.30 uur. De heer Dijk is blij dat vanmiddag aan de hand van het aangeboden koersplan kan worden nagedacht over de toekomst van Het Waterschapshuis. De heer Smits (sd) geeft aan dat hij bij de mededelingen graag het nieuwe online magazine van Het Waterschapshuis wil presenteren. Ook is aan de AB-leden het boek Komt een vrouw bij de h@cker van Maria Genova uitgedeeld. 2 Mededelingen De heer Smits presenteert de eerste editie van het online magazine IT s HWH. In deze editie wordt teruggekeken naar 2017 en worden enkele spraakmakende projecten gepresenteerd. Het is de bedoeling dat het magazine breed onder de aandacht wordt gebracht binnen de waterschappen/ watersector. Er wordt positief gereageerd op het magazine. 2.1 Vacature DB De heer Dijk meldt dat er een vacature in het Dagelijks bestuur Gr HWH ontstaat doordat de heer Beugelink met ingang 6 maart 2018 terugtreedt als waterschapbestuurder. De vacature die in het Algemeen bestuur ontstaat wordt ingevuld door een nieuwe vertegenwoordiger namens De Stichtse Rijnlanden. Vanuit het Algemeen bestuur moet een nieuw lid voor het Dagelijks bestuur Gr HWH worden aangewezen. De AB-leden die daarin geïnteresseerd zijn, kunnen zich bij de heer Dijk melden. Het nieuwe DB-lid wordt tijdens de vergadering op 19 april a.s. aangewezen. 3 Verslag en actielijst AB Gr HWH 30 november 2017 Tekstueel: Rondvraag en sluiting, blz. 6 mevrouw Van Zoelen heeft een kleine nuance bij de opmerking over de interne projecten. Zij heeft tijdens de vergadering de suggestie gedaan om interne projecten die niet in de begroting zaten eerst voor te leggen aan het Algemeen bestuur zodat de leden zich erover kunnen uitspreken en kijken of het Algemeen bestuur het een goed idee vindt. Zij heeft niet bedoeld dit met een delegatie van het Algemeen bestuur te doen. Besloten wordt het woord delegatie te verwijderen. Het verslag wordt met inachtneming van deze wijziging verder ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van: 6 Vergaderschema Algemeen bestuur. Opgemerkt wordt dat de vergadering
op 19 april a.s. samenvalt met de aandeelhoudersvergadering van de Nederlandse Waterschapsbank waar een aantal AB-leden ook naar toe moeten. Besloten wordt de ABvergadering op 19 april a.s. te houden om 10.30 uur in Den Haag. Actielijst: 1. er is geen nieuwe informatie beschikbaar over de BTW. De overige acties zijn of afgehandeld of komen nog aan de orde. Het verslag van het besloten gedeelte van de vergadering van het Algemeen bestuur Gr HWH d.d. 30 november 2017 wordt ongewijzigd vastgesteld. Besloten wordt het verslag niet openbaar te maken. 4 Koersplan De heer Dijk geeft aan dat het Dagelijks bestuur blij is met zowel het eerder dit jaar vastgestelde evaluatierapport als met het koersplan dat deze vergadering wordt behandeld. Het Dagelijks bestuur heeft het plan uitvoerig besproken met de voorzitter van de koerscommissie, de heer Van Vreeswijk. Het Dagelijks bestuur is van mening dat het plan de juiste koers weergeeft richting de toekomst. Het plan staat niet op zich. Er zijn nauwe verbindingen met de Unie van Waterschappen (UvW), de STOWA en de koersen van de waterschappen zelf. De UvW heeft de sectorscan digitalisering laten uitvoeren. De waterschappen weten daardoor waar ze staan. Het is nu tijd om als waterschappen gezamenlijk de totale koers te bepalen. Deze vergadering staat in het teken van de rol van HWH. Het kan zijn dat er in de toekomst op basis van ontwikkelingen bijstelling van de HWH-koers moet plaatsvinden, maar het is goed om een uitgangspunt te hebben. De heer Poppelaars (als bestuurder UvW) meldt dat binnen de UvW wordt nagedacht over een strategisch beraad. Men heeft geconcludeerd dat de CBCF te weinig tijd en onvoldoende aandacht heeft voor het digitaliseringsvraagstuk. Er wordt nagedacht om een digitaliseringsberaad in te stellen waar zowel UvW als HWH mee kan werken. Het moet één gremium zijn waar alle waterschappen aan kunnen deelnemen. Als het digitaliseringsberaad op draagvlak kan rekenen, wordt dit gezamenlijk uitgewerkt. Mevrouw Van Zoelen informeert of het digitaliseringsberaad een zelfstandige commissie wordt in plaats van een beraad onder de CBCF. De heer Poppelaars geeft aan dat het idee is om het digitaliseringsberaad een formele adviescommissie te laten zijn aan de CBCF. De heer Van Vreeswijk (als voorzitter koerscommissie) licht aan de hand van het huis op bladzijde 8 van het koersplan toe dat de waterschappen met elkaar staan voor de digitaliseringsopgave. De samenleving kijkt anders tegen de overheid aan. Er moet eenheid zijn. ICT moet uit de lijn van de uitvoering komen. Op het niveau van CIO s moet worden samengewerkt. Een flexibele inrichting is belangrijk zodat snel kan worden ingespeeld op veranderingen. Er moeten op korte termijn doelen worden bepaald en bereikt. HWH krijgt nieuwe taken: ondersteunend bij realisatie en innovatief met ontwikkelruimte. We moeten beseffen dat innovatie niet zelfstandig kan worden opgepakt; kijk b.v. ook naar KING. Er is voor de innovatieve activiteiten een denktank nodig. De heer Van Vreeswijk geeft aan dat de koerscommissie de governance van de Gemeenschappelijke regeling als uitgangspunt neemt en deze zolang mogelijk wil vasthouden. Taak van de UvW is het bepalen van de langetermijnvisie. De OGT is opdrachtgever op hoofdlijnen en de uitvoering moet meer flexibel vorm worden gegeven. Een ander belangrijk punt is hoe we HWH bemenst krijgen. Voorwaarde is dat HWH een aantrekkelijke werkgever is waar medewerkers verrijkt terugkeren naar hun waterschap of ander werk. Op pagina 19 van het koersplan zijn enkele belangrijke randvoorwaarden aangegeven. De waterschappen moeten onderling vertrouwen uitspreken zodat het mogelijk wordt dat niet alles door 21 waterschappen gebeurt, maar dat koplopers starten en overige waterschappen in vertrouwen volgen. Mevrouw Van Zoelen onderschrijft wat de heer Van Vreeswijk aangeeft. Tijdens deze vergadering kan een richting worden gegeven voor nadere uitwerking, maar de feitelijke besluitvorming moet Kenmerk: V0388/ Pagina 2 van 7
nog komen. Er moet eerst meer duidelijkheid komen over de financiële gevolgen, kostenverdeling koplopers, structuur OGT en Uitvoeringsorganisatie en meer bindende afspraken over bemensing. Als deze elementen zijn uitgewerkt, kan een formeel besluit worden genomen over de koers. De heer R. Smits is zeer enthousiast en onderstreept de woorden van de heer Van Vreeswijk. Het meer investeren in HWH wordt belangrijker gevonden. Het gepresenteerde online magazine is onderdeel van het wij-gevoel dat we moeten krijgen. De bureaucratisering mag niet groter worden, maar we moeten niet in dezelfde val trappen die we al achter de rug hebben. Houdt het zakelijk en werk naar oplossingen. Concluderend: het is een prima rapport. De heer Van Erkelens informeert naar de wijze van besluitvorming. Is het nodig de koers HWH in de Algemene besturen van de waterschappen te bespreken en wanneer en wat wordt gevraagd aan de Algemene besturen? Hoe gaat dat in relatie tot de ontwikkelingen bij de UvW zoals door de heer Poppelaars zijn verwoord? De heer Van Erkelens vindt dat de verbinding met de UvW niet operationeel wordt gemaakt. Als je HWH de rol van innovatiemakelaar geeft, hoe pas je dat in de governancestructuur? Wat voor rol gaat HWH-vertegenwoordiger betrekken in Unieberaad. Dit is nog niet duidelijk voor de heer Van Erkelens. De heer Bussink heeft ook geen duidelijk beeld welk bestuurlijk gremium over het koersplan beslist. Is dat het Algemeen bestuur HWH en daarna doorgeleiden naar de Dagelijks besturen van de waterschappen? Moet er eerst groen licht worden opgehaald bij de individuele waterschappen? Verder mist de heer Bussink de financiële vertaling. Misschien kunnen de secretarissen-directeuren van de waterschappen, HWH voorthelpen. Het gewicht van het koersplan kan binnen de ambtelijke organisaties van de waterschappen worden gebracht. De heer Bussink wil alvorens te besluiten inzicht in de financiële inspanningen en wat de personele invulling is. De heer Poppelaars wil de bureaucratie verminderen. Het moet mogelijk zijn om iets anders om te gaan met de loden deuren door programmagestuurd te werken. Hij beseft dat het werven van geschikt personeel voor de overheid lastig kan zijn. Het bedrijfsleven kan assertiever werven. De heer Poppelaars wil het Algemeen bestuur van zijn waterschap liever meenemen als het koersplan leidt tot concrete projecten/uitwerking. Verder licht hij toe dat zijn eerdere inbreng tijdens deze vergadering een eerste gedachte betreft van het Uniebureau en hemzelf. Hoe het vorm moet krijgen komt bij het vervolg en de uitwerking. De heer Luitjens vindt dat de koerscommissie een goed koersplan heeft opgesteld. Hij sluit zich aan bij de heren Poppelaars en Bussink. Alvorens het eigen Algemeen bestuur mee te nemen wil hij meer concrete uitwerking zien en de implicaties op financiën en personeel moeten meer concreet zijn. Hij wil zo snel mogelijk verder met de uitwerking. Let er daarbij op dat er geen overlap in taken ontstaat met STOWA en HWBP. Landelijk zullen data gemeenschappelijk een eenduidig beschikbaar moeten komen. Er is een grote opgave. Hij gaat ervan uit dat waterschappen elkaar gaan vertrouwen zodat de uitwerking eensgezind opgepakt kan worden. De heer Kramer herkent bij zijn waterschap de problemen met personeel niet. Hij vindt dat de behaalde resultaten en successen zijn onderbelicht in het koersplan. Hollands Noorderkwartier is niet zo somber over de digitaliseringsopgave. Samenwerking met UvW en STOWA is prima. Verder is de heer Kramer van mening dat het koersplan HWH wel in het Algemeen bestuur van het waterschap kan worden gebracht. Wat betreft het personeel merkt hij op dat de waterschappen blijkbaar niet in staat zijn om de beste mensen te leveren. Als dat zo is, moet het nog steeds wel waar worden gemaakt, desnoods met extra bijdrage zodat HWH capabel personeel krijgt. De in het koersplan genoemde rol van innovatiemakelaar en ondersteuner is nieuw en niet eenvoudig om op te zetten. Alles overziend geeft het koersplan goede aanbevelingen en observaties. De heer Batelaan geeft aan dat de waterschappen eigenaar moeten willen zijn van opdrachten. Hij Kenmerk: V0388/ Pagina 3 van 7
worstelt ermee dat waterschappen het zelf willen doen met eigen mensen, maar zijn die er wel? Soms is het misschien beter iemand van de markt halen. Het koersplan gaat uit van HWH, maar de heer Batelaan pleit voor een duidelijke link en relatie met UvW. In figuur 1 in het koersplan lijkt HWH een losse entiteit. Weeg goed af wat in samenhang met UvW kan worden gedaan. De heer Maenhout geeft aan dat de laatste jaren het vertrouwen is gegroeid, maar dat is afgedicht met een behoorlijk stuk bureaucratie. Er moet een gevoel van urgentie ontstaan t.a.v. de digitaliseringsopgave. Daarvoor is capaciteit nodig. Nu vooral aan de slag gaan; dat kan bilateraal, regionaal of landelijk. De heer Van Vreeswijk wijst op de reactie van de secretarissen-directeuren die afgelopen week de Algemeen bestuursleden Gr HWH hebben geïnformeerd. Zijn waterschap is kritisch op het proces. De flexibiliteit en de aanpak van de organisatie spreekt aan. De heer Robijn vraagt hoe het koersplan wordt vastgesteld. Wat zijn de financiële gevolgen, de kostenverdeling en wat wordt de structuur van de uitvoeringsorganisatie. Zoek mensen die de uitwerking kunnen concretiseren. De heer Ketelaars geeft aan dat het koersplan ambtelijk goed is gevallen. Er wordt nagedacht om alle losse elementen van de digitalisering samen te voegen tot een nieuw stuk in de organisatie. Er moet ook bemensing naar HWH toe. Het is belangrijk de primaire processen en informatieveiligheid te betrekken. De uitwerking van het koersplan moet nog verder worden opgepakt. De heer Stegeman beseft dat de digitaliseringsopgave gezamenlijk moet worden opgepakt. Het koersplan is een goed document wat je voorlopig moet vaststellen. Neem de tijd om het nader uit te werken en dan vanuit één gezamenlijk document de Algemene besturen van de waterschappen informeren. Hij heeft geen kritiek op wat er nu ligt, maar we zijn er nog niet. De heer Schots heeft ook alle waardering voor het koersplan. Hij wil het graag verder uitwerken. Het wankele vertrouwen is overwonnen. De digitaliseringstransitie moet samen worden opgepakt. Hetzelfde geldt overigens voor andere onderwerpen, zoals b.v. de circulaire economie. Hij ziet een nadrukkelijk link met UvW. Het eventueel niet beschikbaar krijgen van de financiële en personele middelen is een risicofactor. Het waterschap Brabantse Delta zal het document niet één op één naar het Algemeen bestuur van het waterschap brengen. Het hele proces wordt thematisch aangepakt in het Dagelijks bestuur en daarna komt het Algemeen bestuur aan bod. Mevrouw Stravens vindt het een prima koersplan. Zij steunt de opmerkingen over capaciteit en roept op elkaar daarin te steunen. Als er gewerkt gaat worden met koplopers moet er ook aandacht zijn voor achterblijvers zonder dat er vertraging optreedt door aanvullende eisen. De heer Sleijpen ziet het koersplan als een recept, maar het moet nog wel worden bereid. Het abstractieniveau is hoog; de uitwerking zal lastig zijn. Hij ziet hier een opgave voor het Dagelijks bestuur HWH. De heer Sleijpen steunt de opmerkingen van de heren Poppelaars en Stegeman en voorziet dat het koersplan niet in het Algemeen bestuur van waterschap Limburg wordt voorgelegd. De heer Pluckel geeft aan dat Rijnland zich primair afstemt met Schieland en Delfland. De uitdaging van het koersplan zit in de concretisering en uitwerking. Als de loden deuren anders ingevuld worden, moeten er nog steeds afspraken zijn over hoe risico s worden gedeeld. Er moeten ook afspraken komen over hoe ontwikkelkosten met elkaar worden gedeeld. De heer Pluckel vindt het belangrijk dat er een commissie/groep komt die concreet gaat uitwerken. Daarna is het rijp om voor het leggen aan de Algemene besturen van de waterschappen. Verder vindt de heer Pluckel de samenwerking met en de deskundigheid bij UvW belangrijk. Kenmerk: V0388/ Pagina 4 van 7
De heer Dijk vindt het een mooi koersplan. De aangegeven koers is minder scherp aan de wind dan bij HWH 2.0, maar daardoor ontstaat er wel ruimte en dat maakt het sturen makkelijker. Het koersplan geeft niet aan dat alle verworvenheden van HWH 2.0 los moeten worden gelaten, maar er moeten oplossingen worden gezocht voor de knelpunten. De heer Beugelink vindt het goed om te constateren dat het vertrouwen terug is. De loden deuren liggen achter ons. De secretarissen-directeuren van de waterschappen hebben een cruciale rol bij de uitwerking. Zij moeten ook toezien dat HWH over voldoende, deskundig en adequaat personeel kan beschikken. De heer Van Vreeswijk geeft aan dat de uitwerking van de financiën nog moet gebeuren. In de kaderbrief die HWH heeft gepresenteerd is al een lijn uitgezet. HWH moet een centrale rol vervullen. Als dat lukt is de koerscommissie geslaagd in de opdracht. De heer Ketelaars vult aan dat het koersplan in opdracht van het Algemeen bestuur HWH is opgesteld. Het plan kan helpen bij de landelijke afstemming over de digitalisering. De heer Dijk constateert dat niemand de koers afwijst. Hij erkent dat het verder moet worden uitgewerkt. Als blijkt dat er zaken uitkomen die we niet willen, dan moet het mogelijk zijn terug te komen op de koers. Uitwerking moet plaatsvinden met UvW en STOWA. Het koersplan is een stepping stone die de discussie faciliteert. De komende tijd moet worden gekwantificeerd wat het betekent. Over hoeveel geld gaat het, betekent dat majeure of marginale veranderingen in de budgetten van HWH? Het vertrouwen dat er is moet vorm worden gegeven. De heer Dijk geeft verder aan dat elk waterschap voor zichzelf moet bepalen of het koersplan aan het Algemeen bestuur wordt voorgelegd. Het is een eerbiedwaardig document om de awareness te benadrukken, maar het is niet nodig om het plan in het Algemeen bestuur HWH te kunnen vaststellen. De uitwerking komt later. Doel is om als 21 waterschappen een richting te vinden waarbij we ons goed voelen. HWH heeft een faciliterende rol op gebied van uitvoering. UvW is er voor de strategische beleidsvorming. De heer Van Erkelens informeert of er nog een document komt waarin alle aspecten (koersplan, sectorscan, strategienota, strategisch beraad etc.) met elkaar worden verbonden en waarin de strategisch uitdaging is beschreven. De heer Poppelaars geeft aan dat sectorscan net achter de rug is. Binnenkort worden resultaten verwacht van BIWA-onderzoek. Uit beide stukken zal de enorme opgave blijken. Hij is er voorstander van een gezamenlijk document op te stellen met UvW en HWH en dat dan in beide gremia vast te laten stellen. Dat moet nog in gang worden gezet en moet binnen enkele maanden zijn beslag kunnen krijgen; zeker nu hij hier de richting proeft die we op kunnen gaan. De heer Van Erkelens verduidelijkt dat het hem erom gaat dat de bestuurlijke kolom een belangrijke uitdaging is. Daarvoor moet een helder document komen. Eén overkoepelend document van UvW. De heer Dijk is van mening dat de UvW dat document voorlegt aan CBCF. De Algemene besturen van de waterschappen kunnen worden betrokken d.m.v. een soort symposium. Daarna moet de besluitvorming tot stand komen. De heer Ketelaars vindt het belangrijk als Algemene besturen waterschappen een urgentiegevoel gaan ervaren. Tot nu toe zijn deze nog niet zo meegenomen in het proces. Er moet worden bepaald wie, wanneer wordt meegenomen in welk document. De heer Ketelaars ziet niet zoveel in een symposium voor Algemeen bestuursleden waterschappen. Het is beter om een visionair te laten spreken in de vergadering zodat er besef ontstaat. Als er dan later een voorstel wordt voorgelegd, heeft het kans van slagen. Kenmerk: V0388/ Pagina 5 van 7
De heer Dijk stelt voor de genoemde elementen samen met UvW en STOWA in een proces gedurende de komende maanden uit te stippelen. In dat proces moeten Dagelijks en Algemeen besturen van de waterschappen worden meegenomen. Doel moet zijn dat waterschappen van harte ja zeggen tegen de uitwerking. De heer Kramer benadrukt dat het van essentieel belang is om de resultaten van HWH te benoemen. Nu is niet duidelijk wat er wordt bereikt en worden te veel knelpunten benoemd. De heer Smits (sd) ziet een urgentie omdat het primaire proces wordt doorspekt met digitalisering. Dat is een beetje onderbelicht in de discussie die zojuist heeft plaatsgevonden. De heer Dijk besluit met de conclusie dat er een grote mate van eensgezindheid is en dankt ieder voor de bijdragen. 5 Financiën 5.1 Kaderbrief 2019 De heer Dijk geeft aan dat de kaderbrief 2019 al vroeg in het jaar beschikbaar is. Wat betreft de inhoud merkt hij op dat niet alleen de kaderbrief maar ook de overige financiële voorstellen en documenten scherper worden, beter te begrijpen zijn en eerder in de tijd worden opgeleverd. Hij complimenteert mevrouw Hooijer daarmee. De heer Stegeman merkt op dat het koersplan voor een belangrijk deel al is geïntegreerd in de kaderbrief. Als de uitwerking van het koersplan anders wordt, moet de kaderbrief ook worden aangepast. De heer Van Erkelens verlaat op 14.55 uur de vergadering. De heer Ketelaars constateert dat de tarieven voor inleen en inhuur niet marktconform zijn, maar dat wordt wel verwerkt in de begroting. Is dat realistisch? De heer Maenhout vraagt om een toelichting ten aanzien van de doorbelasting voor inkoop/aanbesteding. Mevrouw Van Zoelen geeft aan dat nieuwe indeling in themaprogramma s nog niet wordt toegepast. Bij de projecten ligt de nadruk op kwaliteit, kwaliteit, kwaliteit, maar er moet een evenwicht zijn in kwaliteit, tijd en geld. Waar komt die nadruk op kwaliteit vandaan. Verder informeert mevrouw Van Zoelen of de vervanging van het financiële systeem door het systeem van Schieland, Rijnland en binnenkort ook Delfland voldoet aan de aanbestedingsregels. Bij capaciteitsmanagement en inkoop bestaat het risico dat niet voldoende kan worden doorbelast. Hoe kan je dat risico beheersen? Mevrouw Hooijer reageert op de gestelde vragen. In de kaderbrief en in de begrotingen die nu voor zienswijze bij de waterschappen voorliggen, is het koersplan beperkt geïntegreerd. Er is wel een cosmetische aanpassing gedaan in de instandhouding. Het programma kennis en verbinden is daar nu als subprogramma gepresenteerd, zodat dit eventueel als apart programma kan worden opgenomen indien daar vanuit de uitwerking koersplan aanleiding voor bestaat. De handleiding overheidstarieven is gehanteerd bij de vaststelling van HWH-tarieven. Het deel overhead in de overheidstarieven is naar beneden bijgesteld. De nieuwe uurtarieven liggen dichter bij de gerealiseerde uurtarieven van 2017, dus we verwachten daar geen problemen. Wat betreft de doorbelasting van de inkoop geldt dat er tot nu toe als er een aanbesteding moest plaatsvinden, tijd op het project werd geschreven. Door het toepassen van een doorbelasting is het voor een projectleider makkelijker voorspelbaar met welke kosten er rekening moet worden gehouden. Het enige risico is dat als er minder aanbestedingen worden uitgevoerd dan begroot, Kenmerk: V0388/ Pagina 6 van 7
het verschil achter blijft in de instandhouding. Door rekening te houden met opdrachten die lopen, is het aantal te verwachten aanbesteding redelijk voorspelbaar. We proberen zoveel mogelijk in de buurt van de werkelijkheid te begroten. Het risico kan worden beheerst door telkens de vinger aan de pols te houden en eventueel extra capaciteit in te zetten zodat opdrachten in de markt kunnen worden uitgezet. De themaprogramma s zijn nog niet verwerkt in de begroting. Dit zal bij de actualisatie begroting 2019 naar voren komen. De prioriteit op kwaliteit is ook verwoord in het koersplan. De aspecten tijd en geld blijven onder de aandacht. Het eventueel aan te schaffen financiële systeem van de genoemde waterschappen is een serieuze optie. De keuze voor het genoemde systeem is nog niet definitief, maar wordt wel serieus onderzocht, inclusief de aanbestedingsaspecten. De kaderbrief 2019 wordt voor kennisgeving aangenomen. 5.2 Treasurystatuut (hamerstuk) Besloten wordt het treasurystatuut ongewijzigd vast te stellen. 6 Rondvraag De heer Smits (sd) geeft aan dat deze week een gewijzigd exemplaar wordt rondgestuurd van de geactualiseerde begroting 2018 en ontwerp begroting 2019. Helaas zet in de bijlages (verdeling naar deelnemers) bij de begrotingen die eerder zijn verzonden een fout in de spreadsheet welke doorwerkte in de bijdragen van de waterschappen. De heer Bussink verzoekt het verslag van deze vergadering z.s.m. rond te sturen. De heer Dijk richt zich tot de heer Beugelink, die deze keer voor het laatst bij het Algemeen bestuur aanwezig is. De heer Beugelink is een robuust bestuurder die een aantal keer in het Algemeen en Dagelijks bestuur van HWH heeft gezeten. HWH heeft veel aan zijn goede opmerkingen en inbreng te danken. De heer Dijk overhandigt een attentie aan de heer Beugelink. De heer Beugelink dankt de vergadering voor de steun en mogelijkheden om het DB-werk voor HWH te kunnen doen. Hij is blij dat het nu beter gaat met HWH en hoopt dat het bestuur erin slaagt de koers te implementeren. De heer Dijk geeft aan dat hij voornemens is rond de komende zomer het voorzitterschap HWH over te dragen aan een nieuwe voorzitter. HWH 2.0 is grotendeels afgerond en het is tijd om de nieuwe koers te gaan varen. Het is goed om dat met een nieuwe voorzitter te doen, die daar op zijn/haar manier leiding aan wil geven. De heer Dijk roept mensen op om deze rol voor de komende jaren op zich te nemen. Hij zal hier in de volgende vergadering op terug komen. 7 Sluiting De heer Dijk sluit de vergadering om 15.10 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 april 2018, ir. H.H.G. Dijk, Voorzitter drs. G.J.A. Smits, Secretaris-directeur Kenmerk: V0388/ Pagina 7 van 7