Herhalingsles 1 Getallenkennis en bewerkingen 1 Weeroefeningen HB2.1 1 Noteer het getal in de positietabel. Schrijf de positiewaarde bij elk cijfer. HD TD D H T E t HD TD D H T E t 1 4 5 2 0 2 3 8 7 6 9 14 520 = 1 TD 4 D 5 H 2 T 0 E 238 769 = 2 HD 3 TD 8 D 7 H 6 T 9 E 2 Zoek de prijs van elke vaas. Schrijf de prijs op het prijskaartje. 3 921 2 756,15 : 1 E / 9 H / 3 D / 2 T : 1 t / 7 H / 2 D / 5 T / 6 E / 5 h Rond de prijs van elke vaas af. Hoeveel kost de duurste vaas? tot op het dichtstbijzijnde tiental tot op het voorgaande honderdtal tot op het eerstvolgende duizendtal 3 920 2 760 2 700 3 000 Antwoord: De duurste vaas kost 3 921. 3 G/B 29 Farah en Maxim maken een uitstap naar Antwerpen. Wanneer ze door de straten wandelen, zien ze oude huizen waarop het bouwjaar in Romeinse cijfers staat. Wanneer werden de huizen gebouwd? Schrijf onder elke gevelsteen het bouwjaar. MDCCC MDCXC MCMXIV 1800 1690 1914 De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 HB2.1 Kopieerblad HB2.1.1
4 G/B 25 Julie en Mauro kregen onlangs een autoracebaan. Julie heeft een blauwe auto, terwijl Mauro met een rode auto rijdt. Beide auto s starten tegelijkertijd. De blauwe auto doet 12 seconden over een ronde, terwijl de auto van Mauro een ronde in 8 seconden aflegt. Na 96 seconden is de race afgelopen. Los de vragen op. De blauwe auto rijdt op de volgende seconden over de finish: 0, 12, 24, 36, 48, 60, 72, 84, 96 De rode auto rijdt op de volgende seconden over de finish: 0, 8, 16, 24, 32, 40, 48, 56, 64, 72, 80, 88, 96 Na hoeveel seconden komen beide auto s voor het eerst samen over de finish? na 24 seconden Duid aan. Het antwoord op de voorgaande vraag is de grootste gemeenschappelijke deler van 8 en 12. het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 8 en 12. 5 Ontdek het patroon. Vul de rijen aan. : 10 : 10 : 10 : 10 + 52 + 52 + 52 + 52 2 000 200 20 2 0,2 52 104 156 208 260 6 Vorm met de cijfers 2, 5 en 8 alle mogelijke getallen die deelbaar zijn G/B 28 G/B 31 door 2 door 4 door 5 258 528 582 852 528 852 285 825 Bepaal de rest. 285 : 2 p rest 1 582 : 4 p rest 2 258 : 5 p rest 3 825 : 9 p rest 6 258 : 3 p rest 0 852 : 10 p rest 2 De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 HB2.1 Kopieerblad HB2.1.2
Herhalingsles 1 Getallenkennis en bewerkingen 1 Meeroefeningen HB2.1 1 Noteer het getal in de positietabel. Schrijf de positiewaarde bij elk cijfer of noteer het getal. HD TD D H T E t HD TD D H T E t 9 1 0 5 7, 1 2 0 6 0 2 0, 8 91 057,1 = 9 TD 1 D 5 T 7 E 1 t 206 020,8 = 2 HD 6 D 2 T 8 t 2 Zoek de prijs van elke vaas. Schrijf de prijs op het prijskaartje. 3 966,15 3 964,80 : 1 t / 9 H / 3 D / 6 T / 6 E / 5 h : 8 t / 9 H / 3 D / 6 T / 4 E / 0 h Plaats de prijzen op de getallenassen. 3 964,8 3 966,15 3 964,8 3 966,15 3 960 3 970 3 966,15 3 966 3 967 Rond de prijs van elke vaas af. tot op het dichtstbijzijnde tiental 3 970 tot op het voorgaande honderdtal tot op het eerstvolgende duizendtal 3 960 De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 HB2.1 Kopieerblad HB2.1.3
3 G/B 29 Farah en Maxim maken een uitstap naar Antwerpen. Wanneer ze door de straten wandelen, zien ze oude huizen waarop het bouwjaar staat. Wanneer werden de huizen gebouwd? Schrijf onder elke gevelsteen het bouwjaar. MDCXIII MDCCXLIX MDCCCXCIX 1613 1749 1899 4 G/B 25 Om de twee weken gaat Pieter in de voormiddag naar de tennisles. Kaat gaat om de tien dagen in de voormiddag, terwijl Storm elke week in de voormiddag gaat. Vandaag zijn ze alle drie samen in de les. Over hoeveel dagen zullen ze nog eens samen in de les zijn? Berekening: veelvouden van 7: 0, 7, 14, 21, 28, 35, 42, 49, 56, 63, 70... veelvouden van 10: 0, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70... veelvouden van 14: 0, 14, 28, 42, 56, 70... Antwoord: Over 70 dagen zullen ze nog eens samen in de les zijn. 5 In een put van 20 m diep zit helemaal onderaan een slak. De slak wil naar boven en begint te klimmen. Overdag klimt ze 5 m, maar s nachts daalt ze 4 m. Dat gaat zo elke dag door. Na hoeveel dagen bereikt de slak de rand van de put? dag 1: 0 m 5 m nacht 1: 5 m 1 m dag 2: 1 m 6 m nacht 2: 6 m 2 m dag 3: 2 m 7 m nacht 3: 7 m 3 m... dag 15: 14 m 19 m dag 16: 15 m 20 m nacht 15: 19 m 15 m De slak is boven! De slak bereikt na 16 dagen de rand van de put. De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 HB2.1 Kopieerblad HB2.1.4
6 G/B 28 G/B 31 Zet op de stip het kleinst mogelijke cijfer zodat het getal deelbaar wordt door 5 15 21 0. 42 3 0. 5 door 1 000 1. 000 54 0. 0 0. door 25 4 5 2. 5 6 0. 850 door 3 96 0. 1 1. 25 door 100 7 8 0. 0 95 0 0. 0. door 9 24 3. 7 03 8. Suri, Ilya, Mats en Tom hebben in totaal 139 knikkers. Ze willen ze eerlijk verdelen. Hoeveel knikkers blijven er over? 136 is deelbaar door 4, dus de rest is 3. Antwoord: Na het verdelen blijven er 3 knikkers over. De meester verdeelde over een heel schooljaar 743 stickers onder de 25 leerlingen van zijn klas. Sommige leerlingen kregen één sticker meer. Hoeveel leerlingen kregen één sticker meer? 743 725 = 18 p Na het verdelen blijven er 18 stickers over. Antwoord: 18 leerlingen kregen één sticker meer. Hoeveel stickers kreeg iedere leerling minstens? 725 : 25 = 29 Antwoord: Iedere leerling kreeg minstens 29 stickers. De Wiskanjers 5, Plantyn Herhalingsblok 2 HB2.1 Kopieerblad HB2.1.5