Nieuwsbrief Diagnosegroep Rendu-Osler-Weber. St. Antonius



Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief RENDU-OSLER-WEBER nr. 9 februari Een uitgave van de diagnosegroep ROW in samenwerking met het St. Antonius Ziekenhuis

Riet Alaverdy-van der Knijff, voorzitter Diagnosegroep ROW

INFORMATIEBULLETIN RENDU-OSLER-WEBER NUMMER 8 JULI 2013

VERSLAG 7 e PATIENTENDAG RENDU OSLER WEBER (ROW) DD. 1 OKTOBER 2011

Inhoud. Diagnosegroep Rendu Osler Weber. Nieuwsbrief Nummer 3 november 2010

NIEUWSBRIEF NR. 19, DECEMBER 2018

Hersenonderzoek bij de ziekte van Rendu-Osler-Weber

Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?

Nieuwsbrief RENDU-OSLER-WEBER nr. 10 juli 2014

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Rendu-Osler-Weber

Nieuwsbrief Diagnosegroep Rendu-Osler-Weber. St. Antonius

Informatie over Exoom sequencing

Familiaire Hypercholesterolemie (FH)

Verslag informatiebijeenkomst over Rendu Osler Weber (ROW) dd

Wil ik het wel weten?

NIEUWSBRIEF NR. 20, MEI 2019

Cardiologisch onderzoek

INFORMATIEBULLETIN DIAGNOSEGROEP RENDU-OSLER-WEBER NUMMER 7 OKT. 2012

Nieuwsbrief RENDU-OSLER-WEBER nr. 13, december 2015

Nieuws uit Dubrovnik VERSLAG 10 E LANDELIJKE PATIËNTENDAG RENDU-OSLER-WEBER

Mogen wij ons even voorstellen? Nieuwsbrief DIAGNOSEGROEP RENDU OSLER WEBER

Cardiologisch onderzoek

Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn. vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek?

Nieuwsbrief Rendu Osler Weber

De epilepsie van Annemarie Als je hersens soms op hol slaan

Riet Alaverdy-van der Knijff, voorzitter Diagnosegroep ROW

Hemochromatose (ijzerstapeling) in de familie

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek

Onderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten

Wat is Familiaire Exsudatieve Vitreoretinopathie?

Cardiologisch onderzoek

Erfelijke spastische paraparese

Sam envatting en conclusies T E N

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek

Aan: patiënten met de ziekte van Rendu Osler Weber. Betreft: informatiebrochure ROW voor uw huisarts. Geachte heer, mevrouw,

Informatie voor de huisarts over. de ziekte van Rendu Osler Weber

De ziekte van Rendu Osler Weber (ROW) Officiële naam: Hereditaire Hemorrhagische Teleangiëctasieën (HHT)

Samen komen we verder. Draag bij aan onderzoek naar kanker, steun stichting VUmc CCA

Cardiologisch onderzoek

Medisch-wetenschappelijk onderzoek Algemene informatie voor de proefpersoon


NIEUWSBRIEF NR. 18, MEI 2018

UMC St Radboud. Schisis: Erfelijkheidsadvisering. jong-volwassenen

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon

Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing

PDS B e l a n g e n v e r e n

Verzekeringen & erfelijkheid

DEMENTIE EN HET GENETISCH ONDERZOEK

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek

Wat is een genetische test?

Informatiebrief D-dimer and AP-FXIII in CVT studie, versie november D-dimer en AP-FXIII in de diagnostiek van sinustrombose

Thoracaal Aorta Aneurysma (met kans op) Dissectie (TAAD)

Doorbraak in onderzoek naar ME

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Veelgestelde vragen over bloedonderzoek

Ziekte van von Hippel Lindau

Hoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker?

Gebruik van uw medische gegevens en lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs Geen bezwaar?

Plenaire opening. Themamiddag Wil ik het weten? En dan? 28 september 2013

Kinderwens spreekuur Volendam

NEUZEN NAAR NIEUWS OVER DE ZIEKTE VAN RENDU-OSLER-WEBER

INFO VOOR PATIËNTEN CARDIOGENETISCHE CONSULTATIE

Wat weten we van de ZvH in China?

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid

LONGGENEESKUNDE. Chronische longembolieën

Idiopathisch ventrikelfibrilleren

Informatiebrief voor de patiënt

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

Uw kans op een kind met cystic fibrosis (taaislijmziekte) of sikkelcelziekte en thalassemie (erfelijke bloedarmoede)

Tweeslippige aortaklep. Cardiologisch onderzoek

Screening op aneurysmata in families met subarachnoïdale bloedingen

Cardiologisch onderzoek

Een prospectieve, multicenter Europese Registratiestudie voor nieuw gediagnosticeerde patiënten met Myelodysplastische Syndromen (EUMDS)

Kinderen uit familiehuwelijken

P Doe de risicotest P Laat uw bloedsuikerwaarde meten P Lees wat u zelf kunt doen

EEN LICHTJE VOOR. 19 december 2015 Boerderij Molenberg Burgh-Haamstede.

Kanker in de familie.

INFORMATIEBULLETIN DIAGNOSEGROEP RENDU-OSLER-WEBER NUMMER 6 JUNI 2012

X-gebonden Overerving

Saunder s plastiek en Argonplasma

Is een bipolaire stoornis erfelijk?

Klinische Genetica. Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is

Verslag van uitgeoefende activiteiten in Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Cardiologisch onderzoek

Erfelijke borst-, eierstoken eileiderkanker

STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES

Recessieve Overerving

Vragenlijst Intakegesprek

WES: Informatiebrief en toestemmingsformulier voor whole exome sequencing

Biobank Alzheimercentrum

BRCA themamiddag, zaterdag 31 oktober UMCG expertisecentrum borst - eierstokkanker. Welkom

Informatiebrief. Geachte heer/mevrouw,

NL [BASICS PIF en IC wilsbekwaam Isala versie 2.0 dd ]

Transcriptie:

Nieuwsbrief Diagnosegroep Rendu-Osler-Weber in samenwerking met het Z I E K E N H U I S St. Antonius Nieuwsbrief RENDU-OSLER-WEBER nr. 11, oktober 2014 Inhoud: Van de redactie Hoe ik als ROW-patiënte de Vierdaagse beleefde Etenswaren kunnen ROW-neusbloedingen beïnvloeden Not any bubble matters! (Geen CT-scan bij shunt graad 1!) Bloedneuzen en gekkigheid? De ontwikkeling van het Nederlandse ROW-Centrum Wist u dat... * U SWORO kunt helpen helpen? * ROW op Facebook is te vinden? * U patiënten- en huisartsenbrochures over ROW kunt downloaden? * U lotgenotencontact over ROW kunt aanvragen? 1. Van de redactie Er ligt ditmaal een heel gevarieerde ROW-Nieuwsbrief voor u! Ere wie ere toekomt, dus we vestigen allereerst uw aandacht op het levenswerk van de oprichter van het ROW-Centrum, Dr. C.J.J. Westermann. In een indrukwekkend overzicht (zie punt 6) verhaalt hij van de voorgeschiedenis en de actuele stand van zaken van de vele onderzoeken die de klinische onderzoeksgroep in de loop der jaren heeft verricht. U zult zich waarschijnlijk evenals wij verbazen over de vele genmutaties die ten grondslag liggen aan de ziekte van ROW en alle zorgvuldig per familie in kaart gebracht zijn. Eén van de meest recente onderzoeken, dat naar de zo gevaarlijke PAVMs in de longen, wordt in dit nummer beschreven. Ook kunt u lezen over het resultaat van een internationaal onderzoek naar het effect van bepaalde voedingsmiddelen op ROWneusbloedingen. Het is zonneklaar waarom ons Ministerie van Volksgezondheid dit ook mondiaal gerenommeerde instituut heeft uitgeroepen tot Centre of Excellence. Dit nummer begint met het verslag van de sportieve inspanning die een ROW-patiënte met veel doorzettingsvermogen en een dosis geluk heeft geleverd: zij volbracht de Vierdaagse zonder de ons bekende problemen. Die kwamen toen zij weer thuis was. En last but not least kunt u genieten van de humor van onze KNO-arts na vernomen te hebben dat de Iq Nobelprijs is verstrekt voor de ontwikkeling van een wel heel speciale neustampon om die ergerlijke bloedneuzen te temperen. Toepassing is niet aan te raden!! Mede namens de overige redactieleden veel leesgenoegen toegewenst. Riet Alaverdy-van der Knijff, voorzitter Diagnosegroep ROW

2. Hoe ik als ROW-patiënte de Vierdaagse van Nijmegen beleefde Als verpleegkundige weet Rita van der Kolk als geen ander hoe belangrijk het is om die nare en uitputtende ROW-neusbloedingen te voorkomen. Voor zover als mogelijk is...en als het toch losbarst om daar vooral nuchter onder te blijven. Maar wat is het leven zonder uitdagingen? En als die uitdaging een goed doel betreft is dat een extra stimulans om het uiterste van jezelf te vergen. Rita waagde het om de Vierdaagse te lopen, ondanks de zware inspanning onder de vaak juist dan brandende zon. Wij vonden Rita bereid om haar ervaringen met u te delen. Na een hele serie zaterdagen oefenen is het zover: de Vierdaagse te Nijmegen. Voor mij de eerste keer om deze te lopen. Kan ik dat? Verleden jaar heb ik op de laatste dag van de Vierdaagse een kennisje binnen gehaald en het leek mij geweldig om zo n prestatie ook te leveren. Wat een sfeer, wat een feest! Ik wilde graag gesponsord worden voor de inrichting van de medische post op het terrein van het kindertehuis van mijn dochter in Kenia. De sponsoring bracht het mooie bedrag van 1688,- op. Ook de Diagnosegroep ROW hartelijk bedankt voor de sponsoring. Maar door de ROW, die mij continue plaagt met bloedneuzen, zag ik zo n inspanning om de vierdaagse te lopen niet zo zitten. Ik ben eerst maar eens naar de huisarts gegaan. Met een HB van 6.6 had ik niet zoveel reserves. Maar ik waagde het. Met een doosje ferrofumaraat dus op naar Nijmegen. En het was geweldig! Ik heb m gelopen en wel zonder blaren en spierpijn. De groep was leuk, het weer geweldig, de laatste dag zelfs [te] warm om te lopen en GEEN ENKELE bloedneus! Niet s morgens vroeg, niet door de warmte tijdens het lopen. Waar ik bang voor was gebeurde niet. Vrijdagavond kwam ik thuis, moe en voldaan ging ik op de bank zitten. En daar begon het! Een enorm hevige bloedneus, bijna niet te stoppen. Deze bloeding duurde drie kwartier. Daarna ben ik maar naar bed gegaan. Ik heb gepresteerd wat ik wilde. Maar ROW houdt ons altijd bezig en zal, wanneer ons lichaam en geest tot rust komen, toeslaan. Als we hier rekening mee houden, kunnen we heel veel. Zelfs de Vierdaagse van Nijmegen lopen! Rita van der Kolk-Kooman N.B. Hopelijk is dit verslag aanleiding voor ROW-patiënten en hun familieleden, vrienden en bekenden om een sponsorloopteam voor de volgende Vierdaagse samen te stellen ten bate van SWORO, de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Rendu Osler. De redactie van de Nieuwsbrief verneemt graag van u via e-mail www.hartenvaatgroep.nl.

3. ETENSWAREN KUNNEN ROW-NEUSBLOEDINGEN BEINVLOEDEN. door A.E. Hosman, MsC Neusbloedingen zijn een groot probleem in het dagelijks leven van menig ROW-patiënt. Er zijn vele behandelingen beschikbaar maar zeer weinig patiënten hebben daar permanent baat bij. De neusbloedingen kunnen behalve sociale beperkingen ook ernstige bloedarmoede veroorzaken. Er is nader onderzoek gedaan naar de ervaring van patiënten met de bekende behandelingen en ervaringen die neusbloedingen verergeren en verminderen. In 2012 is onder leiding van Dr. Claire Shovlin een onderzoek gedaan onder 666 HHT- patiënten van wie bijna de helft dagelijks last had van één of meer bloedneuzen. In 2013 publiceerde MSc Maneesha Silva de data in een zeer interessant artikel. Alle 666 participanten kregen vragen over medische ingrepen, omgevingsfactoren en etenswaren die hun neusbloedingen verergerden en de uitkomsten waren fascinerend. De medische ingrepen die werden geëvalueerd waren onder andere cauterisatie/dichtbranden (ondergaan door 267 patiënten) en laser-fotocoagulatie (221 patiënten). Patiënten beoordeelden de voor- en nadelen van de therapieën en hoewel beide behandelingen als gunstig werden beschouwd, werd lasertherapie vaker als heilzaam beoordeeld. De effecten van vrouwelijke hormonen en Tamoxifen werden ook met elkaar vergeleken: beide lijken te helpen tegen neusbloedingen. Daarbij werd echter Tamoxifen duidelijk beter beoordeeld door patiënten dan alleen vrouwelijke hormonen. Bepaalde omgevingsfactoren werden ook als gunstig beschouwd ten aanzien van het aantal neusbloedingen. Patiënten rapporteren een hoge luchtvochtigheid als een positieve invloed op hun neusbloedingen. Een andere verrassende uitkomst was dat een aantal patiënten aangaf dat het Chinese kruid Yunnan Baiyao goed helpt tegen neusbloedingen. Omgevingsfactoren zoals snel wisselende temperaturen, droge lucht, grote inspanning tijdens sport en seizoensgebonden allergieën kunnen neusbloedingen verergeren. Alcohol (6.8% van de deelnemers) en kruiden (3.9%) werden het meest aangegeven als een verergerende factor voor neusbloedingen. Er werden echter meer voedingsmiddelen opgegeven en bij nader onderzoek bleek dat deze meer gemeen hadden dan op het eerste gezicht lijkt. Uit verdere analyse blijkt voedsel dat een hoge hoeveelheid salycilaten bevat, een natuurlijke bloedverdunnende werking heeft of waar omega-3 zuren in zitten mogelijk invloed heeft op neusbloedingen. Daarbij moet wel gezegd worden dat elk mens uniek is, wat betekent dat de mate van invloed van deze voedingsmiddelen per persoon sterk kan verschillen. De voedingsmiddelen met een hoge salycilaat-concentratie zijn voornamelijk rode wijn, kruiden (onder andere cayennepeper en hete kruiden), pure chocolade, koffie of cafeïne, appels, ananas, blauwe bessen of kersen en sinaasappels. De voedingsmiddelen met een natuurlijke bloedverdunnende werking zijn vooral knoflook, gember, ginseng, ginkgo biloba en vitamine E15. Voedingsmiddelen met omega-3 vetzuren zijn vooral vette vis en zalm. De invloed van deze voedingsmiddelen verschillen per persoon en het vermijden van een aantal van deze etenswaren kan mogelijk een gunstig effect hebben op de ernst of het aantal bloedneuzen. Invloed van omgevingsfactoren, ervaring met medische ingrepen of behandeling en etenswaren blijven persoonlijk en kunnen tussen individuen sterk variëren. Zij kunnen helpen de dagelijkse lasten van HHT te verlichten. 4. NOT ANY BUBBLE MATTERS! door Sebastiaan Velthuis, cardioloog i.o. St. Antonius Ziekenhuis Een pulmonale arterioveneuze vaatmalformatie (PAVM) wordt frequent aangetroffen binnen ROW- patiënten. Een PAVM is een abnormale vaatstructuur die meestal een longslagader direct verbindt met een longader en daarmee het normale netwerk van haarvaatjes van de long gedeeltelijk passeert. Dit resulteert in een abnormale rechts-links shunt van bloed door de long, waardoor bloedpropjes en/of bacteriën in enkele gevallen niet meer uit het bloed worden gefilterd en rechtstreeks in de hersenen terecht komen. In dat geval kan een herseninfarct (beroerte) of hersenabces ontstaan. Beide zijn ernstige ziektebeelden. Grote PAVMs kunnen door een procedure via de lies behandeld/afgesloten worden (embolisatie) om het risico op deze problemen te voorkomen.

Omdat PAVMs binnen ROW veel voorkomen, deze kunnen leiden tot ernstige complicaties en er dus een goede behandeling bestaat om dit te voorkomen, wordt het aangeraden alle personen met mogelijk of bewezen ROW te screenen op aanwezigheid van PAVMs. Dit screenen gebeurde vroeger voornamelijk met een CT-scan van de longen, maar de afgelopen jaren is dit (mede door het onderzoek in het ROW-centrum te Nieuwegein) wereldwijd vervangen door een contrast echo-onderzoek van het hart. Dit onderzoek is namelijk veel nauwkeuriger in het opsporen van PAVMs en kent tevens lagere gezondheidsrisico's en kosten voor de patiënt. Er wordt een infuusnaald in de arm geprikt waardoor vervolgens een mengsel van o.a. zout water snel wordt ingespoten. Onder normale omstandigheden voorkomt het netwerk van haarvaatjes van de long dat dit contrastmengsel in de linker hartkamer terechtkomt. Als dit wel het geval is, wijst dit op een abnormale rechts-links shunt in de long en bij de meeste ROW-patiënten op aanwezigheid van een PAVM. Onze onderzoeksgroep in Nieuwegein heeft de afgelopen jaren een scoring systeem ontwikkeld om de ernst van deze longshunt bij echo-onderzoek uit te drukken. Door het tellen van het aantal contrast- "bubbles" in de linker hartkamer kan namelijk onderscheid gemaakt worden tussen de grootte van de longshunt; graad 1, 2 en 3 representeren respectievelijk een kleine, middelmatige of grote long-shunt. Recent onderzoek van onze groep in Nieuwegein toont nu aan dat het risico op bovenbeschreven herseninfarct of hersenabces sterk afhangt van de graad van de longshunt bij dit echo-onderzoek; patiënten met een graad 1 longshunt blijken geen verhoogd risico te lopen op deze problemen. Patiënten met een graad 2 of 3 long shunt lopen wel een verhoogd risico; een eerder herseninfarct of hersenabces werden in respectievelijk 6,5% en 20,9% van deze patiënten aangetroffen. Tevens toont ons onderzoek aan dat de graad van de longshunt bij echo-onderzoek de kans op aanwezigheid van een PAVM bij CT-scan voorspelt; bij 13%, 45% en 93% van de patiënten met respectievelijk een graad 1, 2 of 3 longshunt werd op de CT namelijk een PAVM waargenomen. In de overige gevallen bestaat dus wel een abnormale longshunt, maar worden geen PAVMs gezien op de CT-scan. Belangrijker is vervolgens onze observatie dat in de 13% patiëntencategorie met een graad 1 longshunt waarbij de CT-scan wel een PAVM toont, deze PAVM altijd te klein blijkt te zijn om te kunnen en hoeven behandelen. De combinatie van deze nieuwe recente onderzoeksbevindingen uit Nieuwegein betekent dat een graad 1 longshunt bij contrast echo-onderzoek niet belangrijk is, omdat deze longshunt geen verhoogd risico vormt op een herseninfarct of hersenabces en in alle gevallen te klein is voor behandeling (embolisatie). Dit betekent dat een aanvullende CT-scan van de longen veilig achterwege kan blijven bij alle patiënten met een dergelijk kleine longshunt, hetgeen kan leiden tot een sterke afname van stralingsbelasting voor een grote groep van voornamelijk jongvolwassenen met ROW. Dit is belangrijke informatie voor zowel de dokter als de patiënt en verbetert de huidige inzichten met betrekking tot de screening op en behandeling van PAVMs. 5. BLOEDNEUZEN EN GEKKIGHEID? door Dr. F. Disch, KNO-arts Laatst was het weer zover. In de beroemde universiteitsstad Harvard in Amerika zijn de Ig Nobelprijzen uitgereikt. Nee, niet de echte Nobelprijzen, die verkrijgt men altijd in Zweden. In Harvard hebben ze reeds vele jaren een beetje komische variant hierop bedacht: een prijs voor het meest onzinnige of absurde onderzoek waar een echte wetenschapper zich voor zou schamen. Deze prijzen worden uitgereikt door echte Nobelprijswinnaars. Dit jaar vielen Tjechische, Japanse, Amerikaanse en Indiase onderzoekers in de prijzen. Tjechische onderzoekers vonden dat het hebben van een kat geen relatie had met depressies. Japanse onderzoekers hebben een studie gemaakt naar de wrijving tussen schoenzool, bananenschil en de grond. En... er was dit jaar een prijs voor bloedneusonderzoek! Amerikaanse en Indiase onderzoekers hebben ontdekt dat een niet te stelpen bloedneus wel goed reageert op een tampon die gemaakt is van ontbijtspek. Als je dat leest denk je: Wat is dit nu weer voor gekkigheid? Zo kun je wel van alles in je neus stoppen. In mijn 25 jaar als bloedneuzen-kno-arts heb ik echt wel van alles meegemaakt maar dit ging mij toch wel te ver! Hoewel... Toch eens even goed nadenken. Ontbijtspek is goed te modelleren tot een passende prop. Er zit zout in, wat geneeskrachtig kan zijn. Door het vet glijdt de prop er makkelijk in en ook weer uit. En zitten er misschien stollingsstoffen in varkensvlees en vet?

In elk geval laat het onderzoek zien dat er aandacht is voor de bloedneuzen. En dat is hard nodig, want alleen de mensen met chronische bloedneuzen weten hoe deze vervelende kwaal je leven kan beïnvloeden. Aan de andere kant ben ik erg nieuwsgierig geworden: zijn er niet nog veel meer manieren dan de mij bekende om de bloedneus te bestrijden? Wat voor tampons, zalfjes, druppels en andere middelen gebruikt iedereen? Misschien kunnen we het daar tijdens de volgende ROW-dag nog eens over hebben. Noot van de redactie: Ter voorbereiding kunt u de redactie alvast laten weten wat u zoal gebruikt om bloedneuzen te voorkomen of te stelpen. Dit kan per mail op info@hartenvaatgroep.nl of schriftelijk aan De Hart&Vaatgroep, Postbus 300, 2501 CH Den Haag, beide t.a.v. mevr. R. Alaverdy. 6. DE ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDSE ROW-CENTRUM PER 1 SEPTEMBER 2014 door Dr. C.J.J. Westermann Inleiding In het St. Antonius Ziekenhuis heeft altijd veel belangstelling bestaan voor de chirurgische verwijdering van pulmonale arterioveneuze malformaties (PAVMs). Deze PAVMs komen vooral voor bij de dominant erfelijke ziekte van Rendu Osler Weber (ROW). (De officiële naam van deze ziekte luidt Hereditaire Hemorrhagische Teleangiëctasia (HHT). Toch werd er nauwelijks familie-onderzoek gedaan. Systematisch onderzoek van familieleden van patiënten met ROW werd pas vanaf 1989, 25 jaar geleden, verricht. Dit was het begin van het Nederlandse ROW-centrum. Onderstaand treft u een overzicht aan van de voorgeschiedenis en de actuele stand van zaken. Voorgeschiedenis en mijlpalen Van 1993 tot 1997 werd eveneens familieonderzoek verricht op Curaçao en Bonaire. Hiertoe werd op 27 maart 1995 de Fundashon Antilliano Rendu Osler Weber (FAROW) opgericht, van waaruit twee onderzoeksartsen werden bekostigd. ROW bleek op deze eilanden onder de zwarte bevolking de hoogste prevalentie ter wereld te hebben. De eerste embolisatie van een PAVM vond plaats op 31 mei 1990 na een werkbezoek aan Yale University, USA, in 1989. Hiermede werd de operatieve verwijdering verouderd. Op 29 mei 1995 werd in samenwerking met de toenmalige Vereniging van Vaatpatiënten (nu De Hart&Vaatgroep) een patiëntenvereniging opgericht op initiatief van kinderarts Dr. A.L.M. Israëls. Deze vereniging verzorgt samen met het ROW-centrum voorlichtingsdagen, lotgenotencontact en een Nieuwsbrief over ROW. In 1997 en 2003 werd het internationale HHT-congres georganiseerd op resp. Curaçao en Bonaire. Dit heeft o.a. geleid tot het vaststellen van internationale criteria voor de klinische diagnose ROW: de zogenaamde Curaçao-criteria. Er waren toen tevens informatieve dagen voor de lokale patiënten. Sinds 21 december 1998 bestaat er een vruchtbare samenwerking met Prof.dr. Christine Mummery, aanvankelijk in het Hubrecht laboratorium, later in het laboratorium voor anatomie en embryologie van de universiteit van Leiden. Hier wordt basaal onderzoek verricht met behulp van stamcellen en gekloonde muizen. DNA-onderzoek naar de oorzakelijke mutaties vond aanvankelijk plaats in Duke s University (USA ), het Erasmus ziekenhuis en het St. Antonius Ziekenhuis, maar vanaf 26 Januari 2000 in het klinisch genetisch centrum van de Universiteit van Utrecht. Sinds 2003 bestaat er een nauwe samenwerking met de afdeling cardiologie van het St. Antonius ziekenhuis. Deze samenwerking is vooral tot stand gekomen door het in gebruik nemen van de bubble echo-cardiografie als screening voor de aanwezigheid van PAVMs. In 2004 werd een computerbestand ontwikkeld om de klinische gegevens van patiënten met ROW en hun familieleden in op te slaan. Er worden 100 gegevens per individu ingevoerd. In 2012 zijn enkele verfijningen aangebracht.

De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Rendu Osler (SWORO) werd op 13 september 2005 opgericht. De reserves van de FAROW zijn hier in opgegaan. De SWORO tracht bovenal het basale onderzoek van Professor Mummery te faciliteren, maar bekostigt ook de patiëntendagen en het bezoek van onderzoekers aan de internationale HHT-congressen. Er werd in 2005 ook een website gelanceerd. In 2006 werden de eerste patiënten behandeld met Thalidomide (Softenon). Het ROW-centrum werd in 2009 internationaal erkend als Centre of Excellence. In 2011 werd het St. Antonius Ziekenhuis door het Ministerie van Volksgezondheid aangewezen als enig expertisecentrum in Nederland voor ROW. In 2014 ontving de ROW-afdeling een belangrijke subsidie van het Ministerie van Volksgezondheid. Er verschenen 124 publicaties, inclusief samenvattingen van presentaties, in (inter)nationale tijdschriften, waarvan twee in Nature ( zie bijlage). Tevens werden er zes biologische en zes klinische proefschriften geschreven rond ROW: 1995 Tj. Haitjema : Hereditary Haemorrhagic Telangiectasia 1999 M.J. Goumans : Functional analysis of TGFB signalling in early mouse development 2002 J.J. Mager : Clinical aspects of hereditary haemorrhagic telangiectasia 2004 R. Carvalho : TGFB, endoglin and vascular development in mice 2005 S. v/d Driesche : Molecular and cellular mechanisms underlying hereditary haemorrhagic telangiectasia 2006 M.C. Post : Shunt closure and migraine relief 2007 B. van Tuyl : Videocapsule endoscopy 2008 L.W. van Laake : Cardiac recovery by stem and progenitor cells 2009 S. Post : Peripheral blood derived cells and angiogenesis in cardiovascular disease 2010 T.G.W. Letteboer : Hereditary hemorrhagic telangiectasia; clinical and molecular genetics 2010 M.W.F. van Gent : Cardiopulmonary aspects of hereditary haemorrhagic telangiectasia 2014 S. Velthuis : Clinical implications of pulmonary shunting on contrast echography Aan een viertal nieuwe proefschriften wordt gewerkt. GEGEVENS OVER DE PATIENTENPOPULATIE PER 1 SEPTEMBER 2014 Er zijn 1283 patiënten bekend met aangetoond ROW, waarvan bij 951 patiënten de klinische diagnose door DNA-onderzoek werd bevestigd. Jaarlijks worden hier ca. 50 nieuwe patiënten aan toegevoegd. Tevens zijn er 267 personen met een twijfelachtige diagnose ROW (twee van de vier Curaçaocriteria). Clusters Er zijn in het Nederlandse bestand een aantal clusters van patiënten met ROW. Dit komt enerzijds omdat er grote families zijn. Anderzijds zijn er families met dezelfde mutaties, die volgens het internationale databestand geen zogenaamde hot spot (= kwetsbare plek) zijn, terwijl deze families uit dezelfde regio afkomstig zijn. Hoewel het genealogisch verband niet is gelegd, worden dergelijke families als één familie beschouwd. 1. In drie families uit omgeving Hoogeveen met mutatie ENG;3:GLN83stop zijn 128 ROW-patiënten bekend. Mogelijk moeten hier nog 13 patiënten uit drie andere families aan worden toegevoegd. De stamouders met ROW werden rond 1750 geboren. 2. Elf families hebben de mutatie ENG;6:TRP261ARG gemeen. Dit is geen hot spot. De families komen uit Overijssel en de stamouders met ROW werden geboren in 1765. Er zijn 47 patiënten in deze cluster bekend. 3. Eén familie uit Cuijk onder Nijmegen heeft 28 bekende patiënten. 4 Eén familie uit St. Oedenrode heeft 34 bekende ROW-patiënten. De familie met ROW gaat terug tot 1780. De mutatie komt ook voor bij vier andere families, maar is een hotspot zodat deze families niet werden samengevoegd. 5. Zes families delen de mutatie ENG;9b:ARG437ARG en zijn afkomstig uit Polen in 1740. In deze cluster zijn 72 ROW-patiënten bekend. 6. Eén familie met ALK;10:GLU470stop kent 33 patiënten en komt uit de omgeving Amersfoort. 7. Een familie met ALK;7:TYR286stop komt uit Twente en kent 41 patiënten. De familie met ROW gaat terug tot 1790.

8. Er is een grote Scheveningse familie met ALK;7:delG1042stop en 75 bekende patiënten. De stamouders met ROW werden in 1722 geboren. 9. Acht Curacaose en Bonaireaanse families hebben alle de ENG;1: IVS1+1G>A-mutatie met 121patiënten. Twee families daarvan komen samen in een stamouder uit 1879 van een voormalige slavenfamilie. De overige families zijn hieraan vermoedelijk verwant, omdat de ENG-mutatie geen hot spot is. 581 patiënten op een totaal van 1283 patienten (45%) komen dus uit 9 van 272 families (3%)!! Families en land van herkomst Rekening houdend met bovengenoemde clusters en later ontdekte familieverbanden zijn er 273 verschillende families in Nederland. Jaarlijks komen daar ca. 10 nieuwe families bij. 211 families komen oorspronkelijk uit Nederland en 62 (23%) komen uit het buitenland. België en Duitsland leveren met 21 en 9 de grootste bijdrage. Er zijn 5 Turkse, 3 Antilliaanse en 2 Surinaamse families en 1 Marokkaanse en 1 Indonesische familie. Families en mutaties Er zijn 108 ALK-families met 83 verschillende mutaties; 6/83 betreft mogelijk een niet pathogene variant; 55/83 (66%) is niet elders beschreven voor zover vermeld in de Arup mutatie data base. Twaalf mutaties komen bij verschillende families voor zonder dat een genealogisch verband is gevonden. Elf van deze 12 mutaties zijn ook elders in de wereld beschreven en bij 4 betreft het een zogenaamde hot spot. Er zijn 109 ENG-families met 99 verschillende mutaties; 5/99 betreft mogelijk een niet pathogene variant; 60/109 (61%) is niet beschreven in de Arup mutatie data base. Zeven mutaties komen bij verschillende families voor zonder dat er een genealogisch verband is gevonden. Zes hiervan zijn ook elders in de wereld gevonden en bij 5 betreft het een hot spot. Er zijn 18 SMAD-families met 15 verschillende mutaties. Eén familie heeft een ENG-mutatie en een SMAD-variant en één familie heeft een SMAD-mutatie en waarschijnlijk benigne ENG- mutatie. Tien (56%) van de 16 mutaties zijn niet elders in de wereld beschreven (Arup). Drie families delen eenzelfde mutatie zonder aangetoond genealogisch verband. Er zijn 38 families zonder DNA-diagnose. Van 21 families is geen DNA beschikbaar of van een familielid zonder ROW. Bij 4 families is het DNA nog in bewerking. Tenslotte werd er bij 13 families geen ENG-, ALK- of SMAD-mutatie gevonden. Deze families participeren in het zogenaamde 4-Tech onderzoek naar nieuwe mutaties, die met de vigerende technieken niet zijn te vinden. Samenvattend zijn er 235 verschillende families met 197 verschillende mutaties, terwijl bij 38 families DNA-onderzoek geen mutatie heeft opgeleverd of wel geen DNA beschikbaar was of nog in onderzoek is. DE NOVO-mutaties Er zijn 10 zekere (d.w.z. de ouders hebben de mutatie niet) patiënten met een de novo-mutatie. Dat is 10/273 = 3.7 %. Opvallend is dat drie hiervan SMAD betreffen. Voorts zijn er 28 ROW-patiënten zonder ROW in de familiegeschiedenis. In negen gevallen betreft het een SMAD-mutatie. Bijzonderheden DNA-onderzoek -Mozaïek 1 fam., 1 fam. onzeker -Meerdere mutaties 12 families hebben meerdere mutaties. Van deze extra mutaties staat niet altijd vast dat zij ook ziekmakend zijn. -Overige erfelijke/aangeboren ziektes De ALK-mutatie in de literatuur geassocieerd met PH komt voor in 25 families. AT-3 deficiëntie komt voor bij 2 families; Prot S/C deficiëntie bij 2 andere families en familiaire trombose bij 2 andere families. Alpha-1 antitrypsine deficiëntie komt voor in 1 familie. De mutatie ALK;10:ALA482VAL is in de literatuur geassocieerd met hypofyse adenoom. Deze mutatie komt voor in 4 families.

Familiair mamma carcinoom komt voor in 1 familie. Familiair colon carcinoom, behoudens SMAD-mutaties, komt voor in 1 familie. Polydactylie komt voor in twee families en brachymetacarpia in 1 andere familie. Von Willebrand is beschreven in 7 families. Familiaire hartafwijkingen komen voor in 2 families. Andere bijzondere aandoeningen zijn de ziekte van Worth, VACTERL, porfyrie, haemochromatose, cholinesterase, C1-Esterase, Prune belly-syndroom, C de Lange-syndroom, sequester, familiaire hersenbloedingen zonder ROW, syndroom van Oldi, Jansz-syndroom, Ehler Danlos, Recklinghausen en Cri du Chat. -Overige bijzonderheden Een spinaal AVM komt voor in 8 families, waarbij 1 familie 3 patiënten kent. Een nier-avm is gevonden in 1 familie. In 1 Belgische familie worden wegens ROW bij 5 personen levertransplantaties verricht. Consanguiniteit komt voor in 4 families. Klinische onderzoeksgroep per 1 augustus 2014: W. Balemans, kinderarts L. Dekter, secretaresse F. Disch, KNO-arts D.A.F. v.d. Heuvel, interventie-radioloog M. van Leersum, interventie-radioloog T.G.W. Letteboer, geneticus J.J. Mager, longarts H.K. Ploos van Amstel, geneticus M.C. Post, cardioloog R.J. Snijder, longarts S. Velthuis, cardioloog i.o. I. Verheul, verpleegkundige E. Vermorken, verpleegkundige V. Vorselaars, cardioloog i.o. J.A. Vos, interventie-radioloog C.J.J. Westermann, longarts 7. Wist u dat... - U SWORO kunt helpen helpen? Zeker na lezing van het bovenstaande overzicht van de ontwikkeling van het Nederlandse ROW- Centrum zult u opperen dat al heel wat bekend is over de zeldzame ziekte van Rendu Osier Weber (ofwel HHT). Echter: er zijn nog steeds vele vraagtekens en verder wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk. Het St. Antonius Ziekenhuis is in een goede positie voor dergelijk onderzoek, enerzijds door het grote aantal ROW-patiënten en anderzijds door de samenwerking met vooraanstaande laboratoria. Voor onderzoek is echter veel geld nodig: voor het salaris van jonge onderzoekers, proefdieren en laboratoriumbenodigdheden. Daarom is de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Rendu Osier (SWORO) opgericht, met genoemd ziekenhuis als thuisbasis. SWORO entameert wetenschappelijk onderzoek en reserveert middelen hiertoe. Als u wilt bijdragen in de kosten ervan kunt u denken aan een al dan niet regelmatige donatie, een lijfrente of nalatenschap. Uw gift is aftrekbaar van inkomsten- of vennootschapsbelasting. U kunt uw bijdrage overmaken naar ABN AMRO Mees Pierson te Amsterdam NL09ABNA024.89.78.543 ten name van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Rendu Osler te Nieuwegein. Meer informatie over de mogelijkheden om SWORO financieel te steunen kunt u verkrijgen bij Dr. C.J.J. Westermann, St. Antonius Ziekenhuis, Longafdeling, Postbus 2500, 3430 EM Nieuwegein, telefoon: 030-609 24 28, e-mail: c.westermann@antoniusziekenhuis.nl. - ROW op Facebook is? In Facebook staat ook een speciaal adres voor mensen met ROW die contact met Nederlandse en Belgische medepatiënten vragen. Het adres is http://www. facebook.com/paaes/rendu-osler-weber-belai%c3%ab- BelaiaueNederland/233633959992224

- Er patiënten- en huisartsenbrochures over ROW beschikbaar zijn? De Hart&Vaatgroep heeft in samenwerking met artsen van het St. Antonius Ziekenhuis een patiëntenbrochure over de ziekte van Rendu Osler Weber uitgegeven. Deze kunt u opvragen bij het secretariaat, tel. 088-1111600 of via www.hartenvaataroep.nl/bestellen. Ook kunt u daar de Informatiebrochure over ROW voor uw huisarts verkrijgen of downloaden. - U lotgenotencontact kunt aanvragen? ROW kenmerkt zich door talrijke symptomen die het leven nogal eens bemoeilijken. Als u daarover ervaringen of gedachten wilt uitwisselen is het mogelijk een lotgenotencontact aan te vragen bij De Hart&Vaatgroep. Het bureau brengt u dan graag in contact met onze ervaringsdeskundige op het gebied van ROW. Redactie: Dr. C.J.J. Westermann (St. Antonius Ziekenhuis), M.L. Alaverdy-van der Knijff en R. Blom (leden van De Hart&Vaatgroep) Verantwoording beeld: HHT Foundation, St. Antonius Ziekenhuis, Cor Koorneef, Ria Blom en VPRO. St. Antonius Ziekenhuis, T: 030-609 2428, sein 384, E: row@antoniusziekenhuis.nl De Hart&Vaatgroep, T: 088-1111 600, E: info@hartenvaatgroep.nl, www.hartenvaatqroep.nl