MENS & NATUUR. Inleiding



Vergelijkbare documenten
Natuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

12,6 km m. 102 km m. 34 cm m. 0,3 m cm. 0,012 m cm. 30 minuten s. 1,3 uur s. 125 s minuten. 120 km/h m/s. 83 km/h m/s. 19 m/s km/h.

Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

Module D: Wie was waar op het moment van de moord?

de eenheid m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.

10 m/s = km/h 5 km = m 4 m/s = km/h. 15 m/s = km/h 81 km/h = m/s 25 m/s = km/h. 2,25 h = h min 3 m/s = km/h 6 min = s

De lengtematen. Naam:...

3. Een trein heeft een snelheid van 108 km/h. Hoeveel seconden heeft de trein nodig om een afstand van 270 meter af te leggen?

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h

Voorkennis : Breuken en letters

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

RekenGroen Titel Rekenmodule Onderdeel Tijd Versie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging

Voorkennis : Breuken en letters

Lessenserie snelheid. Dit is een voorlopige versie. De lesbeschrijvingen moeten op een aantal punten nog worden aangevuld

Reis door het zonnestelsel

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

Docentencursus relativiteitstheorie

Natuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging

De klas wordt opgedeeld in groepen van drie leerlingen. Noteer hier de naam van je medeleerlingen.

Inleiding tot de natuurkunde

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Naam: Klas: Practicum: de maximale snelheid bij rennen en de maximale versnelling bij fietsen

Practicum: Snel, sneller, snelst!

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Extra opdrachten Module: bewegen

SO energie, arbeid, snelheid Versie a. Natuurkunde, 4M. Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a

Inleiding tot de natuurkunde

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

Een stilstaand voertuig voorbijrijden

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

Natuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

De Grote Verkeerstoets /08/ Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

Natuurkunde. Lj2P4. Beweging

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

BEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode

Toets gecijferdheid maart 2004

Mobiliteit Naam: Klas: Nummer:

TUINCENTRUM VIJVERPOMP

Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief

Oversteken in een rechte straat

10 m/s = km/h 5 km = m 4 m/s = km/h. 15 m/s = km/h 81 km/h = m/s 25 m/s = km/h. 2,25 h = h min 3 m/s = km/h 6 min = s

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk.

1 Leerlingproject: Relativiteit 28 februari 2002

Determinatietoets Rekenen 3F Deze toets bestaat in totaal uit 40 opgaven verdeeld over twee onderdelen.

Diagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.

bijlagen groep 7 en 8

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

exclusief 19% BTW. Bereken de prijs van de kandelaar inclusief 19% BTW. Schrijf je berekening op.

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Inleiding opgaven 3hv

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering snelheid 1

Bereken hoeveel liter benzine de auto verbruikt voor de heen- en terugreis samen. Schrijf hieronder de berekening op

Spelletjesboekje. voor groot en klein SUPERHELD- Het hele jaar superveilig naar school

LESBRIEF LOPEN ALS EEN MENS

Toets gecijferdheid. versie 2 november Naam... Score: Klas... Algemene aanwijzingen:

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Hoe spel ik een werkwoord?

1. Ga je lopen, fietsen of met de auto?

Zwaartekrachtenergie contra Bewegingsenergie. Rekenen met de snelste rollercoaster ter wereld de Kingda Ka

Lichtbreking en weerkaatsing

HOE KOM JE NAAR DE LES?

VERO voor voetgangers basisschool Pulle

De ANWB Lichtbrigade Fietsverlichtingsactie

STADSBOERDERIJ PAARDEN

Verkeersbordendomino werkblad 1 groep 7 en 8

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

Samenvatting snelheden en

De bus-oefening. Ontwikkeld als eindopdracht van de opleiding tot autismevriendelijk coach. Autisme Academie, Zwolle. Selma Dotinga-Kransen 2018

Nee, ik heb de cijfers nog niet. Ja, ik ga zo tijdens de les verder met nakijken REKENEN. Les Grootheden en Eenheden.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-BB 2006 WISKUNDE CSE BB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Opdrachten voortgezet onderwijs

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

De ANWB Lichtbrigade Fietsverlichtingsactie

. Dat kun je het beste doen in een donkere ruimte. Dan gebruik je een stroboscooplamp die de hele korte licht fitsen maakt van 0,5 sec.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

DE DAPPERE REIZIGER WERKBLAD DE STEKELBAARS: 1. DE STEKELBAARS IN BEELD 2. DAPPERE REIZIGER. De stekelbaars is een veelvoorkomend visje in Nederland.

Uitgeversgroep presenteert: Oefenexamen , versie 0 (voorbeeld) ABONNEMENT REKENEN 3F

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Met de voetjes aan elkaar gebonden

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

SCHOOL op SEEF Schoolbrengweek 2019

Hoofdstuk 1. In het dorp

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Zone 30 BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Transcriptie:

MENS & NATUUR THEMA BEWEGINGEN EN OVERBRENGINGEN WERKBLAD SNELHEID Inleiding Emiel komt op de fiets naar school. Als hij begint te fietsen, wordt zijn snelheid steeds groter. Hij moet even op gang komen. Daarna moet hij bijvoorbeeld remmen voor een stoplicht. Zijn snelheid wordt dan kleiner. Als hij wacht voor het stoplicht is zijn snelheid zelfs 0 kilometer per uur. Bij het fietsen verandert je snelheid dus vaak. Daarom is het moeilijk om te zeggen wat precies de snelheid van Emiel is geweest. Daarom gebruiken we meestal de gemiddelde snelheid.

De snelheid kun je zo berekenen: snelheid (V) = afgelegde afstand (S) : tijd die daarvoor nodig is (T) Dat schrijven we liever kort op: V = S : T De V komt van het Engelse woord voor snelheid. Namelijk Velocity. De S komt van het Latijnse woord voor afstand. Namelijk Spatium. De T komt van het Latijnse woord voor tijd. Namelijk Tempus. Voorbeeld Emiel legt een afstand af van 100 kilometer. Hij heeft daar 4 uur voor nodig. Je wilt zijn snelheid berekenen. V = S : T V = 100 km : 4 uur V = 25 km per uur Nog korter: V = 25 km/u Dus de snelheid van Emiel was 25 km/u. Dat betekent dat hij elk uur dat hij fietste ongeveer 25 kilometer heeft afgelegd. Na 4 uur heeft hij dan 4 x 25 = 100 km gefietst.

Opdracht 1 Patricia maakt een wandeling van 42 km. Ze doet daar 7 uur over. Bereken haar snelheid. V = S : T V =. : V =..km/u Opdracht 2 Een vliegtuig vliegt van Amsterdam naar Londen. Dat is een afstand van 350 kilometer. Het vliegtuig doet daar een half uur over (0,5 uur). Bereken de snelheid van het vliegtuig. V = S : T.. Opdracht 3 Schat de snelheden van de volgende voorwerpen. Vul ze in. Gemiddelde snelheid Topsnelheid Fiets. km/u. km/u Bromfiets. km/u. km/u Auto. km/u. km/u Vliegtuig. km/u. km/u Wandelaar. km/u. km/u

Km/u of m/s? Als je op reis gaat met een auto, let je op het aantal kilometers dat je moet rijden en op het aantal uur dat de reis gaat duren. De snelheid druk je dan uit in kilometer per uur (km/u). Een sprinter let vooral op het aantal meters dat hij loopt en het aantal seconden die hij daarvoor nodig heeft. Justin Gatlin loopt bijvoorbeeld de 100 meter in 9,76 seconden. Dat is het wereldrecord op de 100 meter sprint. Aan kilometers en uren heeft hij niet zoveel. Hij rent alleen korte afstanden. Daarom drukt hij zijn snelheid liever uit in meter per seconde (m/s). De snelheid van Justin Gatlin is ongeveer 10 m/s. Dat bereken je zo: V = S : T V = 100 meter : 9,76 seconde V = 10,2 meter per seconde (m/s).

Opdracht 5 Ga met je groepje naar een voetbalveld in de buurt. Neem een stopwatch mee. Neem ook een pen en dit werkblad mee. Een voetbalveld is ongeveer 100 meter lang. Iedereen sprint omstebeurten zo snel mogelijk van de ene kant van het veld naar de andere kant. Meet van iedereen de tijd die hij of zijn nodig heeft om de 100 meter te lopen. Noteer de tijden in de tabel hieronder. Naam Afstand Tijd Snelheid 100 meter..seconde..m/s 100 meter..seconde..m/s 100 meter..seconde..m/s 100 meter..seconde..m/s Bereken voor iedereen de snelheid in m/s. Noteer de snelheden in de tabel. Opdracht 6 Ga naar de Spoorlaan hier in Groesbeek. Neem een stopwatch en een rekenmachine mee. Jullie gaan de snelheid van een langsrijdende auto berekenen. Zoek een zo recht mogelijk deel van de straat uit.

Je weet dat een flinke pas ongeveer een meter is. Neem een beginpunt en doe 100 passen, zodat je ongeveer 100 m hebt. Een van jullie gaat bij het beginpunt staan. Iemand anders gaat bij het eindpunt 100 m verderop staan. De derde persoon neemt de stopwatch bij zich en gaat zo staan dat hij of zij het beginpunt en het eindpunt kan zien. Wacht tot er een auto langskomt. Degene bij het beginpunt steekt zijn arm op als de auto precies langs hem of haar komt. Degene met de stopwatch start de tijd. Als de auto degene bij het eindpunt passeert, steekt deze zijn hand op. Degene met de stopwatch stopt dan de tijd. Je weet nu precies hoeveel seconden de auto heeft gedaan over 100 m. Bereken de snelheid van de auto in m/s. Doe hetzelfde bij een voetganger en een fietser.

Van m/s naar km/u en andersom Nu weet je hoeveel m/s seconde de auto ging. Maar je wilt liever weten hoeveel kilometer per uur dat is. Hoe bereken je dat? Stel dat de snelheid van een kreeft 1 m/s is. Er gaan 60 seconden in een minuut. Dus 1 m/s is 60 x 1 = 60 meter per minuut. Er gaan 60 minuten in een uur. Dus 60 m per minuut is 60 x 60 = 3600 meter per uur. 1000 m = 1 km Dus 3600 m per uur is 3,6 kilometer per uur. Dus 1 m/s is 3,6 km/u Je kunt nu dus van m/s naar km/u omrekenen en andersom. Gebruik de formules: aantal m/s x 3,6 = aantal km/u en aantal km/u : 3,6 = aantal m/s Voorbeeld 1 De snelheid is 4 m/s. Bereken de snelheid in km/u. aantal m/s x 3,6 = aantal km/u 4 m/s x 3,6 = 14,4 km/u

Voorbeeld 2 Een jachtluipaard heeft een topsnelheid van 122 km/u. Dat is harder dan je op de snelweg mag!! Hoeveel m/s is dat? aantal km/u : 3,6 = aantal m/s 122 km/u : 3,6 = 33,9 m/s Opdracht 7 Bereken de snelheden in m/s die jullie hebben gevonden bij opdracht 5 om naar km/u.

Opdracht 8 Hoeveel kilometer per uur reed de auto van opdracht 6? Opdracht 9 Ga naar www.cijfers.net/sprintje.html. Op deze site vind je 24 dieren. Druk op de 3 nullen achter het dier en vind de snelheid in km/u van elk dier. Zet de 24 dieren in de tabel op de volgende bladzijde op volgorde van snelheid. Zet jezelf op de juiste plaats ertussen. Bereken van elke diersoort de snelheid ook in m/s. Let op! Op dezelfde site vind je een handige tool voor het omrekenen.

Diersoort Snelheid in km/u Snelheid in m/s