Docentencursus relativiteitstheorie
|
|
- Nathalie Simons
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Docentencursus relativiteitstheorie Opgaven bijeenkomst 2, "Rekenen en tekenen" 8 september 203 De opgaven die met een "L" zijn aangegeven, zijn op leerlingenniveau dit zijn dus opgaven die in de les of in een examen zouden kunnen voorkomen. De opgaven die met een "D" zijn aangegeven, zijn op docentenniveau. Deze opgaven zijn bedoeld om het inzicht en de kennis van de docent te verdiepen. Opgave (L): Tijdsdilatatie ("Zoals het klokje thuis tikt...") Waarnemer B beweegt ten opzichte van waarnemer A met 60% van de lichtsnelheid. Waarnemer B heeft een klok bij zich die in zijn referentiekader eenmaal per seconde tikt. a) Bereken hoeveel tijd er in het referentiekader van waarnemer A zit tussen twee tikken van de klok. De Lorentzfactor voor v = 3c/5 is De formule voor de tijdsdilatatie zegt dat een bewegende klok een factor γ langzamer loopt dan dezelfde klok in stilstand. Tussen twee tikken van de bewegende klok zit dus 5/4 =.25 seconden. b) Waarnemer A heeft een metronoom, die hij even snel laat tikken als de klok van B volgens hem tikt. (Dus met de tussenpozen die je in (a) hebt berekend.) Hoeveel tijd lijkt er in het referentiekader van B te zitten tussen twee tikken van de metronoom? De metronoom tikt in het referentiekader van A met tussenpozen van 5/4 seconde (antwoord (a) ). Waarnemer A beweegt ten opzichte van waarnemer B met een tegengestelde snelheid van v'= 3c/5. Bij deze snelheid hoort dezelfde Lorentzfactor, γ =5/4. Voor waarnemer B loopt de metronoom met deze factor langzamer, dus met tussenpozen van 25/6,56 seconden. c) Hieronder zie je een ruimtetijddiagram met in doorgetrokken lijnen het referentiekader van waarnemer A, en in gestippelde lijnen het referentiekader van waarnemer B. Geef de tikken van de klok van B en van de metronoom van A in het ruimtetijddiagram aan met stippen. Zie het diagram op de volgende pagina voor de antwoorden op opgaven (b) en (c).de donkerrode stippen zijn de tikken van de klok die waarnemer B bij zich heeft. Ze bevinden zich op de tijdlijn x'=0, op de kruisingen met de ruimtelijnen t'=0,, 2, enzovoort ze vinden voor waarnemer B dus om de seconde plaats. De rode stippellijnen lopen evenwijdig aan de ruimte as van waarnemer A; de gebeurtenissen op deze lijnen zijn voor A dus gelijktijdig met de tikken van de klok van B. Dat geldt in het bijzonder voor de blauwe stippen op de tijdlijn x=0; deze stippen geven de tikken van de metronoom aan. 5 4.
2 De blauwe stippellijnen lopen evenwijdig aan de ruimteas van waarnemer B; de gebeurtenissen op deze lijnen zijn voor B dus gelijktijdig met de tikken van de metronoom van A. Dat geldt in het bijzonder voor de lichte rode stippen op zijn tijdas x'=0; deze stippen geven dus de gevraagde gebeurtenissen in opgave (d) weer. We zien inderdaad dat deze stippen zo'n anderhalf keer zo ver (zie antwoord (b) ) uit elkaar staan als de donkerrode stippen. d) Teken in het diagram ook de gebeurtenissen op de wereldlijn van waarnemer B die voor hem gelijktijdig zijn met de tikken van de metronoom. Zie bovenstaand diagram en de uitleg op de vorige bladzijde. e) Is de volgende bewering waar? "Twee klokken die met verschillende snelheden bewegen, lopen voor de ene waarnemer gelijk als ze voor de andere ook gelijk lopen." Verklaar je antwoord aan de hand van de resultaten uit deze opgave. Uit deze opgave blijkt dat de bewering niet waar is. Bijvoorbeeld: voor waarnemer A lopen de klok van B en zijn eigen metronoom gelijk ze tikken allebei om de,25 seconden (opgave (a) ). Voor B lopen de twee allesbehalve gelijk: hij ziet zijn eigen klok elke seconde tikken, maar de metronoom van A om de,56 seconden (opgave (b) ). We kunnen de loopsnelheid van twee klokken dus niet op een waarnemeronafhankelijke manier vergelijken. Dat vergelijken kan alleen op een waarnemeronafhankelijke manier als de twee klokken zich op dezelfde plaats bevinden. (Of in elk geval: geen onderlinge snelheid hebben.) Alleen in dat geval heeft het begrip "gelijktijdigheid" namelijk in het referentiekader van beide klokken dezelfde betekenis.
3 Opgave 2 (L): Lorentzcontractie Waarnemer B beweegt ten opzichte van waarnemer A met 80% van de lichtsnelheid. Waarnemer B heeft een (extreem lange) liniaal bij zich met een lengte van ls. a) Bereken hoe lang de liniaal is volgens waarnemer A. De Lorentzfactor voor v = 4c/5 is De formule voor de Lorentzcontractie zegt dat een bewegende liniaal een factor γ korter is dan dezelfde liniaal in stilstand. De bewegende liniaal is dus voor de stilstaande waarnemer 3/5 = 0.60 lichtseconden lang. b) Waarnemer A heeft twee stoelen, die hij neerzet op de plaatsen waar hij de uiteinden van de liniaal op t=0 s ziet. Hoe ver ziet waarnemer B deze stoelen van elkaar af staan? De stoelen staan in het referentiekader van A 3/5 lichtseconden van elkaar (antwoord (a) ). Waarnemer A beweegt ten opzichte van waarnemer B met een tegengestelde snelheid van v'= 4c/5. Bij deze snelheid hoort dezelfde Lorentzfactor, γ =5/3. Voor waarnemer B staan de stoelen dus een factor γ dichter bij elkaar, dus op een afstand van 9/25 = 0,36 lichtseconden. c) Hieronder zie je een ruimtetijddiagram met in dikke lijnen het referentiekader van waarnemer A, en in dunne lijnen het referentiekader van waarnemer B. Geef wereldlijnen van de uiteinden van de liniaal en van de twee stoelen in het diagram weer. Zie het diagram op de volgende pagina voor de antwoorden op opgaven (b) en (c).de groene lijnen zijn de wereldlijnen van de uiteinden van de liniaal die waarnemer B bij zich heeft. Ze bevinden zich op de tijdlijnen x'=0 en x'= de uiteinden bevinden zich voor waarnemer B dus op een afstand van lichtseconde. De blauwe lijnen lopen evenwijdig aan de tijdas van waarnemer A en snijden zijn ruimteas t=0 op dezelfde plaatsen als de groene lijnen; deze lijnen geven dus de wereldlijnen van de twee stoelen weer. Waarnemer B meet afstanden langs zijn ruimtelijnen bijvoorbeeld de lijn t'=0 die door de punten A, B en C gaat. Het lijnstuk AB geeft voor hem dus de afstand tussen de stoelen weer; het lijnstuk AC de afstand tussen de uiteinden van de liniaal. We zien (zie antwoord (b) ) dat de afstand tussen de stoelen voor hem inderdaad ongeveer een derde is van de afstand tussen de uiteinden van de liniaal. 5 3.
4 d) Geef met een lijnstuk in het diagram aan hoe ver de stoelen voor waarnemer B uit elkaar lijken te staan. Geef ter vergelijking ook een lijnstuk weer dat voor hem een lengte van lichtseconde heeft. Zie bovenstaand diagram en de uitleg op de vorige bladzijde. e) Is de volgende bewering waar? "Als twee voorwerpen een onderlinge snelheid hebben, zullen twee waarnemers het altijd eens zijn over welk voorwerp langer is." Licht je antwoord toe aan de hand van de resultaten uit deze opgave. Uit deze opgave blijkt dat de bewering niet waar is. Bijvoorbeeld: voor waarnemer A is de afstand tussen de twee stoelen en tussen de twee uiteinden van de liniaal gelijk ze bevinden zich allebei 0,60 lichtseconden van elkaar af (opgave (a) ). Voor B zijn de afstanden allesbehalve gelijk: hij ziet de liniaal met een lengte van lichtseconde, maar de stoelen met een onderlinge afstand van 0,36 lichtseconden (opgave (b) ). A zal dus zeggen dat de beide afstanden even groot zijn; B zal zeggen dat de lengte van de liniaal ruimschoots de grootste afstand is. We kunnen de lengte van de liniaal en de afstand tussen de stoelen dus niet op een waarnemeronafhankelijke manier vergelijken. Vergelijken van lengtes kan alleen op een waarnemeronafhankelijke manier als twee voorwerpen zich op dezelfde plaats bevinden. (Of in elk geval: geen onderlinge snelheid hebben.) Voor een lengtemeting meten we namelijk de afstand tussen twee (eind)punten op hetzelfde tijdstip. Ook voor een lengtemeting speelt het begrip gelijktijdigheid daarom een centrale rol. Alleen als twee voorwerpen met dezelfde snelheid bewegen, heeft het begrip gelijktijdigheid in het referentiekader van beide voorwerpen dezelfde betekenis en kunnen we de twee lengtes dus op een waarnemeronafhankelijke wijze vergelijken.
5 Opgave 3 (L): Relativiteit in het dagelijks leven. a) Een vliegtuig vliegt met 000 km/u. Het vliegtuig is in stilstand 20m lang. Hoe lang lijkt het vliegtuig als het vliegt? Uitgedrukt in meters per seconde vliegt het vliegtuig met ongeveer v=278 m/s. Het licht beweegt met c= m/s. De Lorentzfactor voor deze snelheid is Het vliegende vliegtuig lijkt vanwege de Lorentzcontractie een factor γ korter. Het vliegtuig lijkt dus 9, meter lang zo'n 8,6 picometer korter dan in stilstand. Dit afstandsverschil is zo'n maal kleiner dan de golflengte van zichtbaar licht het effect van de relativiteitstheorie is bij deze "alledaagse" snelheid dus enorm klein. b) Iemand rijdt met 40 km/u in de auto naar zijn werk, dat 20 km bij hem vandaan is. Aan het eind van de dag rijdt hij met dezelfde snelheid weer terug. Hoeveel jonger is hij na deze dag dan hij zou zijn als hij was thuisgebleven? Uitgedrukt in meters per seconde rijdt de auto met ongeveer v=, m/s. Het licht beweegt met c= m/s. De Lorentzfactor voor deze snelheid is Ten opzichte van een stilstaande waarnemer lijkt de tijd in de auto een factor γ langzamer te lopen. Voor de stilstaande waarnemer is de auto in totaal een uur onderweg; voor de bewegende waarnemer duurt de totale reis dus 0, uur omgerekend in seconden zo'n 2,4 picoseconden korter dan een uur. Ter vergelijking: dit is ongeveer twee maal de snelst mogelijke schakeltijd die we tegenwoordig met transistoren kunnen bereiken. We zien dus wederom dat het effect van de relativiteitstheorie is bij deze alledaagse snelheid enorm klein is.
6 Opgave 4 (D): Lorentztransformaties De Lorentztransformaties zijn Herschrijf deze formules zodat ze t en x uitdrukken in t' en x'. Hint: gebruik de afkorting Laat zien dat de resulterende formules gelijk zijn aan de oorspronkelijke Lorentztransformaties, maar met v vervangen door v. Leg aan de hand van het relativiteitsbeginsel uit dat dit antwoord te verwachten was. Als we de Lorentzfactor γ gebruiken, kunnen we de Lorentztransformaties schrijven als We kunnen nu bijvoorbeeld beide vergelijkingen omschrijven zodat t aan de linkerkant staat: Gelijkstellen van de rechterleden geeft
7 We kunnen deze vergelijking oplossen voor x: Invullen van deze vergelijking in één van de vergelijkingen voor t geeft We zien dat we in de laatste twee vergelijkingen de oorspronkelijke Lorentztransformaties terugvinden, met de accenten nu aan de rechterkant, en v vervangen door de tegengestelde snelheid v. Dit is in overeenstemming met het relativiteitsbeginsel: B moet dezelfde Lorentztransformaties kunnen toepassen als A om coördinaten in elkaar om te rekenen. (Merk op dat zowel v als v tot dezelfde Lorentzfactor γ leiden.) Opgave 5 (D): Lorentzcontractie in meer dimensies In deze opgave is de ruimte tweedimensionaal, en heeft dus een x en een y richting. Waarnemer B beweegt ten opzichte van waarnemer A in de x richting. Zoals we weten ervaren beide waarnemers een Lorentzcontractie in die richting. Beredeneer dat er, bij beweging in de x richting, in de y richting geen Lorentzcontractie zal zijn. Er zijn veel argumenten denkbaar; we geven hier het argument van Taylor en Wheeler dat ook in de NiNa module "relativiteitstheorie" wordt genoemd. Een trein rijdt in de x richting langs een muur, waarop op twee meter hoogte (de hoogte is de y richting) een blauwe lijn is getrokken. Iemand steekt op twee meter hoogte (in zijn eigen, bewegende referentiekader) een kwast met rode verf uit de trein. Komt de rode lijn dat hoger, lager of even hoog als de blauwe lijn op de muur terecht? Het antwoord kan niet "hoger" zijn, omdat de gemeten twee meter in de bewegende trein dan voor de stilstaande waarnemer meer dan twee meter zouden moeten zijn. Maar omgekeerd zou uit het relativiteitsbeginsel volgen dat voor de bewegende waarnemer de twee meter gemeten langs de muur ook meer dan twee meter zouden moeten zijn en dat de blauwe lijn dus juist hoger op de muur staat. Dit leidt tot een tegenspraak, en op precies dezelfde manier leidt het antwoord "lager" tot een tegenspraak. De rode lijn moet dus wel precies even hoog op de muur terechtkomen als de blauwe lijn twee meter in de y richting is dus in beide frames precies even ver. Kortom: in de loodrechte richting is geen sprake van Lorentzcontractie.
Docentencursus relativiteitstheorie
Docentencursus relativiteitstheorie Uitwerkingen opgaven bijeenkomst 1, "Waarom relativiteit?" 18 september 2013 De opgaven die met een "L" zijn aangegeven, zijn op leerlingenniveau dit zijn dus opgaven
Nadere informatie1 Leerlingproject: Relativiteit 28 februari 2002
1 Leerlingproject: Relativiteit 28 februari 2002 1 Relativiteit Als je aan relativiteit denkt, dan denk je waarschijnlijk als eerste aan Albert Einstein. En dat is dan ook de bedenker van de relativiteitstheorie.
Nadere informatieRelativiteitstheorie met de computer
Relativiteitstheorie met de computer Jan Mooij Mendelcollege Haarlem Met een serie eenvoudige grafiekjes wordt de (speciale) relativiteitstheorie verduidelijkt. In vijf stappen naar de tweelingparadox!
Nadere informatieFormuleblad relativiteit (deel 1)
Formuleblad relativiteit (deel 1), www.roelhendriks.eu 1 Formuleblad relativiteit (deel 1) c v β en 1 1 β γ 1 c v t t o 1 c v L L o ) ( ct β x γ x ) ( x β ct γ ct ) ( ct β x γ x + ) ( x β ct γ ct + Δx
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie Relativiteit (versie A)
Naam: Klas: Repetitie Relativiteit (versie A) Opgave 1 Jack is verliefd op Jennifer (18) en wil graag een relatie met haar, liefst een seksuele! Het probleem is echter dat Jennifer hem te dik en te oud
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 2 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VWO 009 tijdvak dinsdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieMODULE GLIESE 667 RELATIVITEIT GLIESE 667. Naam: Klas: Datum:
GLIESE 667 RELATIVITEIT GLIESE 667 Naam: Klas: Datum: GLIESE 667 GLIESE 667 WE GAAN OP REIS De invloed van de mensheid reikt steeds verder. In de oertijd kon een mens zich maar enkele kilometers van zijn
Nadere informatieTolpoortje RELATIVITEIT KEPLER 22B. 200 m. aket. Naam: Klas: Datum:
KEPLER 22B RELATIVITEIT KEPLER 22B Tolpoortje chterste krachtveld de raket binnen is. aket 200 m Krachtveld. het tolsystee zet zodra he krachtveld a Naam: Klas: Datum: KEPLER 22B KEPLER 22B VERDER EN VERDER
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieOpgaven bij de cursus Speciale relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek
Opgaven bij de cursus Speciale relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Inhoudsopgave 1 Nav Sessie 1 en 2: Elektromagnetisme en licht 2 1.1 Zwaartekracht binnen de aarde.................
Nadere informatieRelativiteit. Bijlagen
Relativiteit 1 Referentiestelsels; Galileï-transformatie Postulaten van de speciale relativiteitstheorie 3 Tijdsduurrek 4 Lengtekrimp 5 Minkowskidiagram 6 Lorentztransformatie 7 Ruimtetijdinterval 8 Relativistisch
Nadere informatieMENS & NATUUR. Inleiding
MENS & NATUUR THEMA BEWEGINGEN EN OVERBRENGINGEN WERKBLAD SNELHEID Inleiding Emiel komt op de fiets naar school. Als hij begint te fietsen, wordt zijn snelheid steeds groter. Hij moet even op gang komen.
Nadere informatieRELATIVITEIT VWO. Lengtecontractie Rust- bewegende massa Relativistisch optellen
RELATIVITEIT VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op
Nadere informatieSpeciale relativiteitstheorie
Speciale relativiteitstheorie De drie vragen van Einstein Wat is licht? Wat is massa? Wat is tijd? In 1905, Einstein was toen 26 jaar! Klassiek: wat is licht? Licht is een golf, die naar alle kanten door
Nadere informatieWerkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)
Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert
Nadere informatie1 Coördinaten in het vlak
Coördinaten in het vlak Verkennen Meetkunde Coördinaten in het vlak Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er niet uitkomt, ga je gewoon naar de Uitleg, maar bekijk het probleem
Nadere informatieEinstein s Relativiteits theorie Een uitleg met middelbare school wiskunde Andrré van der Hoeven Docent natuurkunde Emmauscollege Rotterdam
Einstein s Relativiteits theorie Een uitleg met middelbare school wiskunde André van der Hoeven Docent natuurkunde Emmauscollege Rotterdam Einstein s speciale relativiteitstheorie, maarr dan begrijpelijk
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur
wiskunde B Eamen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit eamen zijn maimaal 86 punten te behalen; het eamen bestaat uit 9 vragen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieExamen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)
Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen; het examen bestaat uit
Nadere informatieGravitatie en kosmologie
Gravitatie en kosmologie FEW Cursus Jo van den Brand & Joris van Heijningen Speciale relativiteitstheorie: 29 September 2015 Copyright (C) Vrije Universiteit 2009 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke mechanica
Nadere informatieAntwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2
Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2 Antwoorden door Daan 4301 woorden 3 april 2016 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde 2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 a De (gemiddelde)
Nadere informatie2.1 Onderzoek naar bewegingen
2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 afstand a De (gemiddelde) snelheid leid je af met snelheid =. tijd Je moet afstand en snelheid bespreken om iets over snelheid te kunnen zeggen. afstand snelheid
Nadere informatieExamen HAVO. Wiskunde A1,2
Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een
Nadere informatieEindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II
Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.
Nadere informatieOp basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt
Inhoud en stoot... 2 Voorbeeld: Kanonschot... 3 Opgaven... 4 Opgave: Tennisbal... 4 Opgave: Frontale botsing... 5 Opgave: Niet-frontale botsing... 5 1/5 en stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan
Nadere informatieRelativiteitstheorie VWO
Inhoud... 2 Waarnemingen verrichten... 2 Relativiteitsprincipe van Galileo Galilei... 3 Het (tijd, plaats)-diagram... 4 Iedereen kijkt naar Bobs raket... 4 Het relativiteitsprincipe van Galilei en de snelheid
Nadere informatiede eenheid m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.
Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)
Wiskunde B, (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Vrijdag 4 mei 3.30 6.30 uur 0 0 Voor dit examen zijn maximaal 86 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen.
Nadere informatieHOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK 1
HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK Opgave : Causaliteit In het jaar 300 wordt door de Aardse Federatie een ruimteschip naar een Aardse observatiepost op de planeet P47 gestuurd. Op de maan van
Nadere informatieImpuls en stoot. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt.
Inhoud en stoot... 2 De grootheid Stoot... 2 De grootheid impuls... 3 Voorbeeld: USS-Iowa... 4 Opgaven... 5 Opgave: Tennisbal... 5 Opgave: Frontale botsing... 6 Opgave: Niet-frontale botsing... 6 1/6 en
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I
Uit de kust Een kustlijn bestaat uit drie rechte stukken AB, BC en CD, die hoeken van 90 met elkaar maken. De lengte van elk recht stuk is 4 kilometer. Zie figuur. In de figuur zijn twee stippellijnen
Nadere informatieGravitatie en kosmologie
Gravitatie en kosmologie FEW Cursus Jo van den Brand & Joris van Heijningen Speciale relativiteitstheorie: 7 oktober 2013 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke mechanica Galileo, Newton Lagrange formalisme
Nadere informatieT1 Wat is licht? FIG. 3 Zo teken je een lichtstraal. De pijl geeft de richting van het licht aan.
T1 Wat is licht? Lichtbron, lichtstraal en lichtsnelheid Licht ontstaat in een lichtbron. Een aantal bekende lichtbronnen zijn: de zon en de sterren; verschillende soorten lampen (figuur 1); vuur, maar
Nadere informatieNatuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging
Natuurkunde - MBO Niveau 4 Beweging OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 3 - Periode 4 UITGAVE: 2014/2015 Natuurkunde - MBO Niveau 4 Beweging OPLEIDING: Noorderpoort
Nadere informatieExamen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)
Wiskunde (oude stijl) Examen HVO Hoger lgemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak Woensdag 30 mei 3.30 6.30 uur 20 0 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen. Voor
Nadere informatieElementaire Deeltjesfysica
Elementaire Deeltjesfysica FEW Cursus Jo van den Brand 10 November, 2009 Structuur der Materie Inhoud Inleiding Deeltjes Interacties Relativistische kinematica Lorentz transformaties Viervectoren Energie
Nadere informatieGravitatie en kosmologie
Gravitatie en kosmologie FEW Cursus Jo van den Brand & Joris van Heijningen Speciale relativiteitstheorie: september 015 Copyright (C) Vrije Universiteit 009 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke mechanica
Nadere informatieHoofdstuk 4: Arbeid en energie
Hoofdstuk 4: Arbeid en energie 4.1 Energiebronnen Arbeid: W =............. Energie:............................................................................... Potentiële energie: E p =.............
Nadere informatieMooie samenvatting: http://members.ziggo.nl/mmm.bessems/kinematica%20 Stencil%20V4%20samenvatting.doc.
studiewijzer : natuurkunde leerjaar : 010-011 klas :6 periode : stof : (Sub)domeinen C1 en A 6 s() t vt s v t gem v a t s() t at 1 Boek klas 5 H5 Domein C: Mechanica; Subdomein: Rechtlijnige beweging De
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 vwo 2005-II
Eindeamen wiskunde B vwo 2005-II Twee benaderingen van sin Met domein [0, ] is gegeven de functie f() = sin. De grafiek van f snijdt de -as in en en heeft als top T. Zie figuur. figuur T Gegeven is verder
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B1
wiskunde B1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 19 mei 13.30 16.30 uur 0 06 Voor dit examen zijn maximaal 83 unten te behalen; het examen bestaat uit 3 vragen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieGravitatie en kosmologie
Gravitatie en kosmologie FEW Cursus Jo van den Brand & Joris van Heijningen Speciale relativiteitstheorie: 30 september 013 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke mechanica Galileo, Newton Lagrange formalisme
Nadere informatie1 Cartesische coördinaten
Cartesische coördinaten Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-d Analytische Meetkunde Cartesische coördinaten Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
amen VWO 2009 tijdvak dinsdag 2 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B,2 Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 9 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieStevin vwo Uitwerkingen Speciale relativiteitstheorie ( ) Pagina 1 van 8
Stevin vwo Uitwerkingen Speiale relativiteitstheorie (14-09-015) Pagina 1 van 8 Opgaven 1 Het is maar hoe je het ekijkt 1 a Een inertiaalsysteem is een omgeving waarin de eerste wet van Newton geldt. a
Nadere informatieEindexamen wiskunde B havo 2001-I (oude stijl)
Drie functies f, g en h In figuur zijn de grafieken getekend van figuur de functies y g f(x) = 3 x 2 en g(x) = x +. f De grafieken van f en g snijden elkaar in de punten ( 2, ) en (, 2). 4p Los op: f(x)
Nadere informatieOpgave 1 - Uitwerking
Opgave 1 - Uitwerking Bekijk bovenstaande figuur. We weten dat EF horizontaal loopt, en GF verticaal. Dus is EG de middellijn van de cirkel met middelpunt H die door E, G en F gaat (omgekeerde stelling
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 0 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor
Nadere informatieBewijzen en toegiften
Bewijzen en toegiften 1 Het bewijs van Mermin voor het optellen van snelheden W op een perron ziet W in een treinwagon passeren met snelheid v. W schiet een kogel af met snelheid u en stuurt tegelijkertijd
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het
Nadere informatieNatk4All Leraren opleiding Speciale Relativiteitstheorie (leerjaar )
Natk4All Leraren opleiding Speciale Relativiteitstheorie (leerjaar 2016-2017) February 5, 2017 Tijd: 2 uur 30 min Afsluitend Maximum Marks: 78+5(bonusopgave) 1. In wereld van serie Star-Trek kunnen mensen
Nadere informatie5.5 Gemengde opgaven. Gemengde opgaven 159
Gemengde opgaven 159 5.5 Gemengde opgaven Opgave 40 a) Teken de lijn l waarvan alle punten dezelfde x- en -coördinaat hebben. Geefdeformulevan l. b) Tekendelijnkloodrechtopl endooro. Geefdeformule van
Nadere informatieExamen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-15.00 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.
Examen VMBO-BB 2008 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-15.00 uur wiskunde CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen
Nadere informatiewiskunde B vwo 2015-II
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2
wiskunde B1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 88 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen.
Nadere informatieBij een tonnage van ton (over mijl) kost het 0,75 $/ton totale kosten ,75 = ($).
C von Schwartzenberg 1/14 1a 0,5 $/ton (zie de verticale as bij punt A) 0 000 0,5 = 10 000 ($) 1b,1 $/ton (ga vanuit A verticaal omhoog naar de rood gestippelde grafiek) 0 000,1 = 4000 ($) us 4, keer zoveel
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II
Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.
Nadere informatieBEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode
BEWEGING HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op natuurkundeuitgelegd.nl/uitwerkingen
Nadere informatieRelativiteit. Bijlagen
Relativiteit 1 Referentiestelsels; Galileï-transformatie Postulaten van de speciale relativiteitstheorie 3 Tijdsduurrek 4 Lengtekrimp 5 Minkowskidiagram 6 Lorentztransformatie 7 Ruimtetijdinterval 8 Relativistisch
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 2019 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 17 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieRelativiteit. Bijlagen
Relativiteit 1 Referentiestelsels; Galileï-transformatie Postulaten van de speciale relativiteitstheorie 3 Tijdsduurrek 4 Lengtekrimp 5 Minkowskidiagram 6 Lorentztransformatie 7 Ruimtetijdinterval 8 Relativistisch
Nadere informatieProbeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
1 Formules gebruiken Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-b Werken met formules Formules gebruiken Inleiding Verkennen Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Nadere informatieDe speciale relativiteitstheorie. 1. Inleiding
De speciale relativiteitstheorie 1. Inleiding In de fysica zijn er waarschijnlijk weinig theorieën die de vorige eeuw zoveel tot de verbeelding van de mensen gesproken hebben als de relativiteitstheorie
Nadere informatieSpeciale relativiteitstheorie
versie 13 februari 013 Speciale relativiteitstheorie J.W. van Holten NIKHEF Amsterdam en LION Universiteit Leiden c 1 Lorentztransformaties In een inertiaalstelsel bewegen alle vrije deeltjes met een
Nadere informatienaar sporen Forensisch expert worden
Speuren B naar sporen Forensisch expert worden 1. Vaststellen tijdstip van overlijden Deze les ga je je verdiepen in één specifiek forensisch onderzoeksgebied. Je wordt als het ware zelf een beetje forensisch
Nadere informatiebij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2
bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2 B.vanLeeuwen 2010 Hints 2 HINTS 2.1 Vragen en Opgaven De vragen 1 t/m 6 Als er bij zulke vragen
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2016 tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 1 maandag 23 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift
Nadere informatieInleiding opgaven 3hv
Inleiding opgaven 3hv Opgave 1 Leg uit wat een eenparige beweging is. Opgave De maan beweegt met (bijna) constante snelheid om de aarde. Leg uit of dit een eenparige beweging is. Opgave 3 Geef twee voorbeelden
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-16.30 uur
Eamen HAV 2015 1 tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 16 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten
Nadere informatieRelativiteit (deel 1)
Relativiteit (deel 1) 1 Referentiestelsels, tijd-plaats-diagram Galileï-transformatie 3 Postulaten van de speciale relativiteitstheorie 4 Tijdsduurrek 5 Lengtekrimp 6 Minkowskidiagram 7 Lorentztransformatie
Nadere informatie3 Veranderende krachten
3 Veranderende krachten B Modelleren Een computermodel van bewegingen in SCYDynamics NLT-module Het lesmateriaal bij deze paragraaf vormt een onderdeel van de NLT-module Dynamische Modellen VWO. Wat gaan
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur
Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1,2 Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met
Nadere informatieWISKUNDE B-DAG 2009. De Wiskunde B-dag wordt mede mogelijk gemaakt door
WISKUNDE B-DAG 2009 vrijdag 20 november De Wiskunde B-dag wordt mede mogelijk gemaakt door Vooraf Tijdens deze Wiskunde B-dag bestudeer je een spel dat is bedacht in de jaren 70 van de vorige eeuw. Het
Nadere informatieNatuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging
Natuurkunde - MBO Niveau 4 Beweging OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 3 - Periode 4 UITGAVE: 2014/2015 Natuurkunde - MBO Niveau 4 Beweging OPLEIDING: Noorderpoort
Nadere informatieOpgave 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet van Newton geldt.
Uitwerkingen 1 Opgae 1 Een inertiaalstelsel is een referentiestelsel waarin de eerste wet an Newton geldt. Opgae Een gebeurtenis is een fysishe situatie of ooral op één bepaalde plaats en op één bepaald
Nadere informatieEindexamen vmbo gl/tl wiskunde 2011 - I
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = diameter oppervlakte cirkel = straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte grondvlak
Nadere informatieVlakke meetkunde en geogebra
Vlakke meetkunde en geogebra Open de geogebra-app. Kies het algebra- en tekenvenster. Aan de linkerkant zie je het algebravenster en rechts daarvan het tekenvenster met een x-as en een y-as. Om een rooster
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VWO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen
Nadere informatiem 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db.
Doppler A B PASSERENDE FLUIT Het vriest licht; de maan schijnt door de bomen. Ik sta op 100 m van de kruising van twee wegen. Op de kruisende weg rijdt een open auto. Een inzittende blaast op een fluitje
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 008 tijdvak woensdag 18 juni 13.30-16.30 wiskunde B1, Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. it examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen. Voor elk
Nadere informatieKegelsneden. Figuur 1 Figuur 2 PYTHAGORAS FEBRUARI 2015
Kegelsneden Aflevering 1 Ellipsen, parabolen en hyperbolen zijn mooie figuren die in de natuur voorkomen. Denk maar aan een steen die door de lucht vliegt, of een komeet die om de zon beweegt. In de techniek
Nadere informatieMaar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal.
-09-5 Bijlage voor Stabiel Heelal. --------------------------------------- In deze bijlage wordt onderzocht hoe in mijn visie materie, ruimte en energie zich tot elkaar verhouden. Op zichzelf was de fascinatie
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 vwo 2008-II
Een eponentiële functie De functie f is gegeven door f( ) = e. is het snijpunt van de grafiek van f met de y-as. B is het snijpunt van de raaklijn aan de grafiek van f in met de -as. Zie figuur 1. figuur
Nadere informatieInleiding tot de natuurkunde
OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)
Nadere informatie2 Inproduct. Verkennen. Uitleg
2 Inproduct Verkennen Inproduct Inleiding Verkennen Het begrip arbeid komt uit de natuurkunde. Bekijk de applet zorgvuldig. Als je de rode stippellijn laat samenvallen met de beweging van A naar B dan
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur
Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1 Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met
Nadere informatieNatuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging
Natuurkunde - MBO Niveau 4 Beweging OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 3 - Periode 4 UITGAVE: 2014/2015 Natuurkunde - MBO Niveau 4 Beweging OPLEIDING: Noorderpoort
Nadere informatieCRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.
CRUESLI Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem. gegeven: b = 4,5 cm l = 14 cm gevraagd: A formule: A =
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1
wiskunde B Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.3 6.3 uur 5 Voor dit eamen zijn maimaal 87 punten te behalen; het eamen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer is
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen
Nadere informatieExamen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)
Wiskunde B (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 9 juni 3.30 6.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 9 vragen.
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.
Nadere informatieExtra opdrachten Module: bewegen
Extra opdrachten Module: bewegen Opdracht 1: Zet de juiste letters van de grootheden in de driehoeken. Opdracht 2: Zet boven de pijl de juiste omrekeningsfactor. Opdracht 3: Bereken de ontbrekende gegevens
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Achter dit eamen is een erratum opgenomen. Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieexclusief 19% BTW. Bereken de prijs van de kandelaar inclusief 19% BTW. Schrijf je berekening op.
Piramidekaars Mariska koopt in een winkel een piramidekaars, zie de foto. De kaars heeft een hoogte van 18 cm. Het grondvlak is een vierkant met zijden van 10 cm. Het toppunt ligt precies boven het midden
Nadere informatieBewijzen en toegiften
Bewijzen en toegiften Het bewijs van Mermin voor het optellen van snelheden W op een perron ziet W in een treinwagon passeren met snelheid v. W shiet een kogel af met snelheid u en stuurt tegelijkertijd
Nadere informatie