19 Voorrangregel LES 3 Soorten Kruisingen Gelijkwaardige kruising Als je een gelijkwaardig kruispunt nadert, moet je je snelheid aanpassen en zorgen dat je het overzicht bewaart. Als er van rechts een bestuurder aankomt dan moet je hem voor laten gaan. Hij heeft immers voorrang. Naderingssnelheid gelijkwaardig kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling Naderingssnelheid gevaarlijk kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling Kruispunt: Bij een gelijkwaardig kruispunt gaan trams altijd voor ongeacht waar ze vandaan komen voor. Kijk op kruisingen ALTIJD naar links en naar rechts. Ongelijkwaardige kruising Als je een ongelijkwaardig kruispunt nadert, dus een kruising die wordt geregeld door o.a. voorrangsborden hou dan goed in de gaten dat je alle kruisende bestuurders voorrang verleent. Zij rijden immers op de kruisende verharde weg. VOETGANGERS GAAN DUS NIET VOOR! Nader een ongelijkwaardige kruising altijd met met lage snelheid FIETSER VALT ONDER DE CATEGORIE BESTUUR- DERS EN HEEFT HIER DUS VOORRANG VOETGANGER GAAT DUS NIET VOOR WANT VALT NIET ONDER DE CATEGORIE BESTUURDERS Gedrag op kruispunten Zorg altijd dat je weet wat voor soort kruising je nadert. Hou in het bijzonder rekening met: - Verkeerslichten - Haaietanden - Borden die de voorrang regelen - Hoe is het uitzicht op het kruispunt, denk aan bomen, geparkeerde auto's, enzovoort - Nader je een verharde of een onverharde weg? - Zijn er voetgangersoversteekplaatsen? Stopbord: Nader je een stopbord dan dien je ongeacht of er bestuurders op de kruisende weg rijden altijd te stoppen.
20 Afbuigende voorrangsweg Een voorrangsweg gaat niet altijd rechtdoor, de voorrangsweg kan ook afbuigen. Dit soort wegen worden aangegeven door de borden (B1, B3, B4 of B5) met daaronder enige onderborden. Voorbeelden van onderbordenzijn: De dikke streep op het onderbord geeft de voorrangsweg aan, de dunne streep of streepjes geven de zijstraten aan. Als je de afbuigende voorrangsweg blijft vervolgen of wilt verlaten krijg je voorrang van alle bestuurders die de afbuigende voorrangsweg naderen. Voorrangsregel: Hou goed in de gaten dat als we het over de voorrangsregel hebben we het alleen over bestuurders hebben. Een voetganger heeft dus nooit voorrang. Z.U.I.R. :Er zijn wel enige situaties wanneer een voetganger voor gaat. Dit kan je makkelijk onthouden door aan het woordje ZUIR te denken. ZUIR staat namelijk voor de 4 situaties wanneer een voetganger wel voor gaat. Z Zebra U Uitrit ( Verlaagde stoep of stoperand ) I Inrit R Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afbuigend verkeer op dezelfde weg.
21 Er zijn 4 basisregels die je moet kennen voor zowel het theorie als praktijk examen. Als je deze 4 regels uit je hoofd leert dan kan je een groot aantal van de vragen die je krijgt op het CBR beantwoorden, leer ze dus goed: 1. Voorrangsregel Op een gelijkwaardige kruising hebben alle BESTUURDERS van rechts voorrang. (voetgangers dus niet ) Nader je een voorrangskruising dan dien je alle bestuurders op de kruisende weg voor te laten gaan. (voetgangers dus niet) 2. Erf Bij het verlaten of oprijden van een erf dien je al HET VERKEER voor te laten gaan. Dus OOK VOETGANGERS. ( Zie ZUIR) 3. Onverharde weg Als je op een onverharde weg rijdt en je nadert een verharde weg dan moet je ALLE BESTUUR- DERS op de KRUISENDE verharde weg voor laten gaan. Voetgangers hoef je dus niet voor te laten gaan.
22 4. Rechtdoorgaand verkeer Rechtdoorgaand verkeer gaat voor afbuigend verkeer op dezelfde weg. Dus OOK VOETGANGERS. (Zie ZUIR) Rechtsaf voor linksaf Militaire colonne Korte bocht gaat voor ruime bocht. Verboden te doorsnijden ook een afbuigende mag je niet doorsnijden. Rij je tussen een militaire colonne en je nadert een rood verkeerslicht dan dien je ten alle tijden te stoppen tenzij een ander teken wordt gegeven door een daartoe bevoegde ambtenaar. ERVEN Erven worden aangegeven door bord G5. Op kruispunten in een erf moet je voorrang verlenen aan alle van rechts komende bestuurders, Voetgangers die op een kruispunt in een erf van rechts komen hebben geen voorrang. Als je een erf verlaat wordt dit aangegeven door bord G6. Nogmaals hou goed in de gaten dat je dan al het verkeer voor moet laten gaan dus ook voetgangers.
23 VOORSORTEREN Voorsorteren linksaf Voorsorteren rechtsaf Als je linksaf wilt slaan moet je tegen de as van de weg gaan voorsorteren. Als je op een eenrichtingsweg rijdt uiteraard helemaal links tenzij het een onvolledige eenrichtingsweg is, dan moet je uiteraard de as van de weg pakken. ( afbeeldingen afslaan) Uiterst rechts tenzij anders aangegeven door v verkeerstekens ( bv een busstrook die links van de rijbaan loopt )of aanwijzingen gegeven door daartoe bevoegde ambtenaren. Let bij het voorsorteren altijd op fietstroken naast je. Fietsers die namelijk rechtdoor gaan moet je immers voor laten gaan. Voorsorteerstrook Als er op de rijstroken pijlen zijn aangebracht dien je de richting te volgen die de pijl aangeeft. Verdrijvingsvlak Hier mag je niet op rijden of voorsorteren.