6 Licht. 6.1 Licht en kleuren zien. 2 a Rood, oranje, geel, groen, blauw, violet b



Vergelijkbare documenten
3HAVO Totaaloverzicht Licht

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht

3 Licht en lenzen. 1 Lichtbreking. Nova. Leerstof. Toepassing

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO

Samenvatting door een scholier 1922 woorden 10 februari keer beoordeeld. Natuurkunde

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen

Samenvatting Natuurkunde H3 optica

T1 Wat is licht? FIG. 3 Zo teken je een lichtstraal. De pijl geeft de richting van het licht aan.

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Uitwerkingen 1. Opgave 1 Bij mist wordt het licht door de waterdruppeltjes weerkaatst. Opgave 2 Groter Kleiner. Opgave 3

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 1 van 23

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Opgave 1 Geef van de volgende zinnen aan of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn. Omcirkel je keuze.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

Licht. Pulsar havo natuurkunde deel Terugkaatsing en breking

Kernvraag: Hoe verplaatst licht zich en hoe zien we dat?

5,7 6.1A 6.1B 6.2A. Antwoorden door een scholier 1913 woorden 10 april keer beoordeeld. Natuurkunde. Tekstboek Hoofdstuk 6

Tekstboek. VMBO-T Leerjaar 1 en 2

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

3.0 Licht Breking 3.3 a Vergroting b Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en bril (Crocodile)

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op

Voor deze les heb je nodig: een computer met internet verbinding

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht. Leerstof. Toepassing. 3 a Zie figuur 2. b Zie figuur 2. c Zie figuur t a bij B b bij A

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7

Licht. 1 Schaduw 2 Terugkaatsing van licht 3 Beeldpunt, beeld, gezichtsveld 4 Kleuren 5 Elektromagnetische golven

> Lees Niels heeft een bril.

Thema 7Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties

Exact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen

3hv h2 kortst.notebook January 08, H2 Licht

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie

Oog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk.

Spiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)

Overal Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht

Zonder zintuigen weet je niet wat er om je heen gebeurt. Daarom gebruik je oren, je ogen, je neus, je huid en je tong.

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden.

8 Licht. Licht en kleur. Nova

Handleiding Oogfunctiemodel

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

kaarsen de zon olielampen petroleumlampen gloeilampen fakkel maan en sterren brandend hout TL buizen gaslantaarns de zon vuur

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

Natuur-/scheikunde Klas men

Gebruik module 1 bij het beantwoorden van de vragen. Indien je het antwoord hierin niet kunt vinden dan mag je andere bronnen gebruiken.

Handleiding bij geometrische optiekset

Basic Creative Engineering Skills

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

Docentenhandleiding Oogfunctiemodel

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Licht en zicht ( ) Pagina 1 van 19

Handleiding Optiekset met bank

Het oog (H2) Harro Reeders. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

5.0 Licht 1

Licht & schaduw. Inlage

uitleg proefje 1 spiegelbeeld schrijven

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Licht en zicht ( ) Pagina 1 van 14

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)

5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright

3.0 Licht Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog

2 Je moet weten dat licht beweegt langs een rechte lijn. [P1, T1, W1]

BASISSTOF 1 Wat is licht? 38 W1 41 T2 Als licht op een voorwerp valt 42 W2 43 T3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand 44 W3 47

Tussen een lichtbron en een scherm staat een voorwerp. Daardoor ontstaat een schaduw van het voorwerp op het scherm. lichtbron

Theorie beeldvorming - gevorderd

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

5.0 Licht 1

Speurtocht Wandelen met Licht. Naam leerling:...

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

Proefbeschrijving optiekset met bank

v (in cm)

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1

9 6,5 + 4 is ongeveer 11, dus 7 Vlamingen en 4 Walen. 11 abcde

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 12

3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht

2. Bekijk de voorbeelden bij Ziet u wat er staat? Welke conclusie kun je hier uit trekken?

Suggesties voor demo s lenzen

Hoofdstuk 13 SYMMETRIE VWO. b A, H, I, M, O, T, U, V, W, X, Y c B, C, D, E, H, I, K, O, X 13.0 INTRO

Hoofdstuk 2: Licht en kleur

Exact Periode 5. Dictaat Licht

jaar: 1994 nummer: 12

Biologie Tijdsduur : * Goed gezien????? Doel: Na deze opdracht heb je zelf gemerkt dat je soms de dingen anders ziet dan ze zijn.

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

NATIONALE LICHTMETING. beeld: DigiDaan DOCENTENHANDLEIDING

Transcriptie:

6 Licht 6.1 Licht en kleuren zien 2 a Rood, oranje, geel, groen, lauw, violet 3 a Vooreelden van goede antwoorden zijn: zaklamp, straatlantaarn, je moieltje, lamp, haardvuur. Alle deze voorwerpen zijn lichtronnen, omdat ze zelf licht uitzenden. De rots zendt zelf geen licht uit en er is geen licht wat via de rots naar je ogen wordt weerkaatst. 4 lichtron ledje op de afstandediening sterren zaklamp lcd-scherm van je telefoon voorwerp dat licht terugkaatst cd-speler maan fiets spiegel jijzelf 5 De zon. 6 Spectrum. 7 Vuur ziet er rood uit. Er zit dus meer rood in het spectrum en minder lauw. 8 a Blauw en geel. c Bijvooreeld rood en groen, maar andere cominaties kunnen ook. 9 Het licht van een tl-uis, want niet alle kleuren komen er in dezelfde mate voor. 10 Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 1

11 Nee, alle warme voorwerpen zenden infrarode straling uit, maar deze straling is met het menselijk oog niet waar te nemen. 12 Alle delen van zijn lichaam waarvan de lichaamswarmte direct kan worden waargenomen zullen licht zijn. Dit zijn de delen die niet door kledingstukken zijn edekt, dus zijn enen en gezicht. Alle overige delen, die wel edekt zijn, zullen er donker uitzien. 13 IR staat voor InfraRood UV staat voor UltraViolet. 14 De helikopters heen infrarood camera s en de mensen zien er lichter uit dan de omgeving omdat ze warmer zijn. 15 Als het iljet echt is lichten er fluorescerende stoffen op die in het iljet verwerkt zijn 16 a Om te voorkomen dat ze verranden. Factor 24 eschermt eter dan factor 10. c Vooreelden van goede antwoorden zijn: gevoelige huid, ewolking, stand van de zon, zomer/winter, hoog in de ergen, Spanje of Nederland. d Met factor 10 kun je maximaal twee uur in de zon zitten, dus zonder factor 10 kun je maximaal slechts 2 / 10 = 0,2 uur in de zon zitten. Met factor 24 wordt dit 24 keer zo lang, dus 24 x 0,2 uur = 4,9 uur (= 4 uur en 48 min). 17 De loemen heen patronen die UV straling terugkaatsen. Bijen kunnen deze UV straling zien. 18 Op het T-shirt moet licht vallen dat in ieder geval de kleur rood evat. Dit kan ijvooreeld wit of rood licht zijn. 19 De omgeving van het T-shirt is niet zwart. Waar geen (of weinig) licht vandaan komt is dus kennelijk het shirt. 20 a Doordat het lamplicht andere kleuren evat dan zonlicht, kaatsen er ook andere kleuren terug en zie je de kleding anders gekleurd. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 2

21 a Nee, zwart licht estaat niet. Blacklight is uv-licht dat door fluorescerende stoffen als violet licht wordt terugkaatst. Naast violet. c d De lamp zend voornamelijk UV-straling uit. Dit kan het menselijk oog niet waarnemen. Het enige wat we zien is een eetje violet licht dat de lamp uitzendt. 22 a In de lamp zit een klein draadje wat gaat gloeien als er voldoende elektrische stroom door heen gaat. Vooreelden van goede antwoorden zijn: De peer zorgt er voor dat er ij de gloeidraad geen lucht komt, waardoor de draad meteen zou verranden. De peer eschermt de draad, zodat je er niet tegenaan stoot. De peer is van glas, zodat het licht er uit komt. Je verrandt je vingers niet aan de draad. 23 De walvisolie werd geruikt als randstof voor lampen. 24 Bij een gloeilamp is al het licht direct afkomstig van een gloeidraad. Bij een tl-uis is er geen gloeidraad. Hier wordt elektriciteit door een gas gestuurd, waardoor er UV-straling vrij komt. Aan de innenkant van de uis zitten fluorescerende stoffen die het UV-licht omzetten naar zichtaar licht. 6.1 Test jezelf 1 a De zon. Als je hem in de rand steekt, wordt het een korte tijd een lichtron. Dan zendt de randende tafel namelijk zelf licht uit. c Nee, wel moeten van alle punten die je ziet lichtstralen in je oog vallen. d Er zijn dan geen lichtstralen die via de tafel naar je ogen kunnen weerkaatsen. 2 a Rood, oranje, geel, groen, lauw, violet. Nee, ook lauw, rood en groen licht geven samen wit (zoals ij een tv). 3 a Een IR-ril of IR camera zet infrarood licht om in zichtaar licht. UV-straling kleurt de huid. Te veel UV-straling kan zonnerand of zelfs huidkanker veroorzaken. 4 Je ziet alleen de gele streep. De andere strepen zie je niet omdat het opvallende licht die kleuren mist. 5 Zonder fluorescerend laagje zendt de tl voornamelijk UVstraling uit. Je krijgt dan een lack-light lamp. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 3

6.2 Spiegels 2 De lichtstralen kaatsen onder dezelfde hoek weer evenwijdig terug. 3 a Diffuus, weerkaatsing in alle richtingen. Het licht kaatst precies naar je uurvrouw en dus niet naar jou. De spiegel ziet er voor jou niet fel verlicht uit. Je ziet alleen wat er naast de zon zit. 4 a Je spiegeleeld lijkt even ver achter de spiegel te staan als jij voor de spiegel staat. Nee. 5 a, Bij terugkaatsing geldt: de hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing. 6 Aan de hoek die de teruggekaatste lichtstraal met de spiegel maakt. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 4

7 a, c 8 Zie antwoord ij vraag 5. 9 a Het geied dat je kunt zien via de spiegel. Teken het spiegeleeld van het hoofd ten opzichte van eide spiegels zo als in opgave 7. Trek vanuit dat spiegeleeld de kijkhoeken (hier het gele en het groene geied). De dode hoek is het deel dat niet gedekt wordt door de eide spiegels. Een deel van dit geied kan de estuurder tijdens het rijden overigens gewoon waarnemen, ijvooreeld alles wat zich voor de auto evindt. Maar een deel van het geied, nl. links, rechts en in dit geval ook een deel achter de auto, kan de estuurder niet waarnemen. c Vrachtauto s kunnen niet zonder spiegel naar het geied van de dode hoek kijken. Door de dode hoek zijn diverse fietsers (dodelijk) verongelukt. Met de spiegel kan de chauffeur zien of er fietsers zich naast de vrachtauto evinden. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 5

10 a De reflector kaats altijd terug in de richting waar de straal vandaan komt. Dit komt doordat een reflector geruik maakt van meerdere spiegeltjes, die allemaal onder een rechte hoek staan t.o.v. elkaar 11 a De stralen kaatsen twee maal en gaan dan weer terug in de tegengestelde richting van waar ze vandaan kwamen. De stralen kaatsen twee keer tegen de spiegel en gaan er dan weer horizontaal uit. De stralen moeten vrijwel horizontaal lopen willen ze deze weg kunnen volgen. Het gezichtsveld is dus maar klein. 6.2 Test jezelf 1 Bij diffuse terugkaatsing kaatst elk punt van een voorwerp lichtstralen in alle richtingen terug. Hierdoor lijken al deze punten lichtronnen en kan iedereen die naar het voorwerp kijkt het ook zien. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 6

2 a Die zijn even groot. Teken eerst de lichtstraal door, totdat deze de olle spiegel raakt. Teken vervolgens de loodlijn. Deze vind je door de straal te tekenen van de (halve) cirkel en deze door te trekken, zie de stippellijn in de figuur. Daarna kun je met je geodriehoek de hoek van inval opmeten en de hoek van terugkaatsing teken. c De normaal. 3 a Recht tegenover het voorwerp, aan de andere kant van de spiegel. De afstand van de spiegel tot het eeld is even groot als de afstand van de spiegel tot het voorwerp. Met het spiegeleeld hoef je geen hoeken op te meten en kun je in een keer veel teruggekaatste lichtstralen teken. 4 a Teken eerst het spiegeleeld van het rondje en trek vanuit het spiegeleeld twee stralen langs de randen van de spiegel. Deze lijnen egrenzen het gezichtsveld. Dichterij de spiegel wordt het gezichtsveld groter. 5 a Vooreeld van een antwoord: Dan ziet de achterligger alleen rood licht als hij recht achter de fietser rijdt, omdat alleen dan de lichtstralen naar zijn oog worden weerkaatst. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 7

6.3 Foto s maken 2 Schilders geruikten een donkere kamer met een gaatje. Tegenover het gaatje ontstond een eeld van uiten dat ze over konden trekken. 3 a Het eeld is nu minder scherp. Het licht van het ovenste puntje van de vlam komt nu niet in één punt terecht, maar wordt over een groter geied verspreid. c Het eeld is nu wel helderder omdat er meer licht in de camera valt. 4 Een olle lens is aan de rand dunner dan in het midden. Een holle lens is aan de rand juist dikker dan in het midden. 5 Vooreelden van goede antwoorden zijn: Een fototoestel, eamer, overheadprojector, loep, microscoop, filmcamera, filmprojector, ril, contactlens. 6 Een olle. Een loep is aan de rand dunner dan in het midden. 7 a Het eeld staat op zijn kop. Je moet het scherm dichterij de lens zetten om een scherp eeld te zien. Het eeld komt dus dichterij de lens te staan. c Kleiner. d Voorwerpsafstand. e Beeldafstand. 8 a Je ziet de wereld verkleind en op zijn kop. Links en rechts zijn verwisseld. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 8

9 a 10 a De lichtstralen gaan niet door het midden van de lens en het eeld staat niet omgekeerd. 4,1 cm c 6,8 cm 11 a Joep heeft gelijk. (Let op dat het scherm dichterij de lens moet komen te staan.) 12 a Je moet de eelden in de camera ook vast kunnen leggen. De tekening lijkt heel veel op die van een camera oscura, zoals in vraag 3. Op de plek van het gaatje evindt zich nu echter ook een olle lens. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 9

13 Noem het aantal eeldpunten in de reedte en het aantal eeldpunten in de hoogte h. - Er geldt: x h = totaal aantal eeldpunten = 6 000 000. - Voor de verhouding geldt: h / = 2 / 3, oftewel = 3/2 x h. Als je deze twee formules comineert, dan krijg je (3/2 x h) x h = 6 000 000. h 2 = 4 000 000 h = 2000 pixels 6.3 Test jezelf 1 De lichtstralen kruisen elkaar in het gaatje. 2 a Positieve lenzen en negatieve lenzen. Vooreelden van goede antwoorden zijn: Positief: loep, camera. Negatief: ril. 3 a juist onjuist c onjuist d onjuist 4 a C In de tekening moet lijken dat oven en onder verwisseld zijn en links en rechts verwisseld zijn. IN de camera ontstaat dus het eeld zoals in afeelding D. Je kijkt echter van uitenaf tegen de achterkant van de camera, waardoor de toren eruit ziet zoals in afeelding C. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 10

6.4 Kijken naar je oog 2 Oogwit, iris, pupil, hoornvlies. 3 De rode ogen op de foto ontstaan doordat een gedeelte van het flitslicht wat in je oog terecht komt, weer wordt teruggekaatst richting de camera. Bij een camera met rodeogenreductie wordt er minimaal twee keer geflitst. Bij de eerste flits(en) knijpt de pupil snel samen. De sluiter van het fototoestel is dan nog gesloten. Bij de laatste flits is de pupil kleiner, waardoor er minder licht door de pupil gaat en kan terugkaatsen. Op dit moment gaat ook de sluiter van het fototoestel open en wordt de foto gemaakt. 4 Bron 2 is alleen te zien door iemand die de kleuren rood en groen kan onderscheiden. Dit plaatje kan dus geruikt worden om rood/groen kleurenlindheid ij mensen te testen. 5 Er valt wit zonlicht op de kers, maar alleen het rode licht wordt weerkaatst, richting je oog. De rode lichtstralen worden geroken door het hoornvlies en de lens en vormen een eeld op het netvlies. De zenuwuiteinden in het netvlies, de kegeltjes en de staafjes, geven een signaal door dat via de oogzenuw naar je hersenen gaat. Het signaal wordt door je hersenen verwerkt: mmmhh, lekkere kersen. 6 Kleuren worden waargenomen door de zgn. kegeltjes. De kegeltjes zijn echter niet erg gevoelig, waardoor ze minder goed werken ij weinig licht. In het donker kun je dus nooit de kleur kanariegeel herkennen. In het donker zie je voornamelijk alles in grijstinten. 7 Je hersenen vertalen het signaal naar rechtop. 8 In de fariek heen ze het schermpje er omgekeerd op gezet. Dan staat alles weer recht. 9 De kringspiertjes rond je ooglens trekken samen. Hierdoor wordt de ooglens oller en sterker. Dit heet accommoderen. Zo kun je ook dichtij scherp zien. 10 a Wordt groter. De ooglens wordt steeds minder soepel. Oudere mensen kunnen ij het accommoderen hun ooglens niet meer genoeg ol maken, waardoor ze dichterij niet meer zo scherp kunnen zien. c Een leesril. 11 Iemand die ijziend is kan dichtij wel scherp zien. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 11

12 a Jason is ijziend. Dat Jasons ril negatieve/holle lenzen evat. c dpt is de eenheid voor de sterkte van een lens en is het symool voor dioptrie. d Jason heeft een holle lens nodig. Zijn ooglens is lijkaar te ol en dus te sterk. 13 Eigen antwoord. 14 a Beiden kunnen dichtij niet scherp zien. Bij verziend kun je in de verte scherp zien, maar je moet hiervoor nog steeds accommoderen. Als je verziend ent is je ooglens zelf niet ol genoeg. Bij oudziend kun je in de verte alles scherp zien zonder te accommoderen. Je ooglens is niet meer flexiel genoeg, waardoor de lens ij accommoderen niet meer ol genoeg kan worden. c Bij oudziend he je alleen een leesril nodig. Een verziende moet de hele dag een ril op, omdat anders zijn ogen vermoeid worden van het accommoderen. 15 Een verziend oog moet voortdurend accommoderen. Hier kun je hoofdpijn van krijgen. 16 Ja, de proef met de omkeerrillen toont aan dat je hersenen het eeld uiteindelijk zodanig verwerken dat het weer rechtop gaat staan. 17 Ja, de proef met de omkeerrillen toont aan dat je hersenen het eeld uiteindelijk zodanig verwerken dat het weer rechtop gaat staan. 6.4 Test jezelf 1 a dioptrie positieve lenzen negatieve lenzen c netvlies d iris e negatieve f kegeltjes g accommoderen 2 a Er zitten weinig kegeltjes in en veel staafjes. In het donker ziet hij eter omdat hij veel staafjes heeft. De staafjes zijn erg lichtgevoelig. 3 soort afwijking ril met ijziend negatieve lenzen verziend positieve lenzen oudziend positieve lenzen 4 Dit noem je het naijheidspunt. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 12

6.5 Licht en schaduw 2 C 3 In de ovenste tekening ontstaat de grootste schaduw. 4 a De schaduw ontstaat op praktisch dezelfde afstand als het voorwerp zelf. De schaduw is dan even groot als het voorwerp, dus 1,5 m. De schaduw ontstaat 2 m achter de paal, oftewel 2 keer zo ver weg van de lamp als dat de paal van de lamp staat. De grootte van de schaduw is dus: 2 x 1,5 m = 3 m. c De schaduw ontstaat 8 m achter de paal, oftewel 5 keer zo ver weg van de lamp als dat de paal van de lamp staat. De grootte van de schaduw is dus: 5 x 1,5 m = 7,5 m. d 1 mm 10 cm = 0,1 m. De oppervlakte is de lengte maal de reedte: 0,1 m x 1,5 m = 0,15 m 2. 2m de reedte van de schaduw is nu tweemaal zo groot, dus 0,20 m. Oppervlakte: 0,2 m x 3 m = 0,6 m 2. 8 m de reedte is nu vijfmaal zo groot, dus 0,5 m. Oppervlakte: 0,5 m x 7,5 m = 3,75 m 2. 5 Bij de zon lopen de lichtstralen evenwijdig en ij een lamp uit elkaar. 6 a Bij het derde plaatje. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 13

7 a De schaduw van de zon is scherp en de schaduw van een tl-uisje is vaag. Omdat de zon voor ons heel erg ver weg staat, zijn zonnestralen evenwijdig. Het tl-uisje staat heel dichtij en is niet als puntron te eschouwen. 8 a kernschaduw ijschaduw ijschaduw c De ijschaduw wordt van de zijkant naar het midden steeds donker omdat er van een steeds kleiner deel van de tl uis licht komt. 9 a 27,4 Volle maan Laatste kwartier Eerste kwartier Nieuwe maan 10 De aarde draait ook nog eens om de zon en om haar eigen as. Door deze drie draaiewegingen kloppen eide getallen niet met elkaar. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 14

11 a De maan draait in een vlak dat schuin staat op het vlak waarin de aarde om de zon draait. Beide vlakken heen een snijlijn. Als de maan op die snijlijn zit krijg je een zonsverduistering. Meestal zit de maan oven of onder de verindingslijn aarde-zon. ijschaduw c Nee, je krijgt alleen maar een ijschaduw. Je ziet alleen geen hap uit de zon, maar een lichte rand rond de maan als je op een plek met de meeste schaduw zit. 12 Nederland ligt op 52 º NB. 13 De eerste klokken waren nog niet zo heel precies en liepen dus te snel of te langzaam. De zonnewijzers waren nodig om de klokken weer gelijk te zetten. 14 B, De klok gaat ij de zomertijd een uur vooruit. De zonnewijzer loopt dus een uur achter. 6.5 Test jezelf kernschaduw 1 a De muur staat driemaal zo ver weg van de lamp als de allon. De doorsnede wordt 3 2 = 9 maal zo groot, dus 9 x 200 cm 2 = 1800 cm 2. Nu 3m van de lamp en de muur 4,5 m. Dat is 1,5 keer zo ver. Oppervlakte wordt nu 1,5 2 = 2,25 maal zo groot, dus 2,25 x 200 = 450 cm 2. 2 Nee, maansverduisteringen worden veroorzaakt doordat de maan zich geheel of gedeeltelijk in de schaduw van de aarde evindt. Deze situatie is onafhankelijk van waar je je evindt op de aarde. Overal op aarde zie je de maan op dezelfde manier. 3 Een tl-uis is geen puntron. Er ontstaan geen scherpe schaduwranden, omdat er plekken zijn waar het licht van een deel van de uis komt. Hierdoor ontstaat er een ijschaduw en een eventueel een kernschaduw. ijschaduw Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 15

4 Pijl A geeft de grootste schaduw. Hier is de afstand van de lamp tot het scherm ten opzichte van de afstand van de lamp tot de pijl het grootst. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 16

Verdieping Goocheltrucs en gezichtsedrog 1 Technische hulpmiddelen (spiegels). 2 Eigen antwoord. 3 B 4 a Eigen antwoord. Eigen antwoord. c Eigen antwoord. d Eigen antwoord. e Doordat je het woord rood ijvooreeld leest, terwijl het groen gekleurd is wordt je een eetje in verwarring geracht en daarom duurt het lezen van het rechter stuk meestal langer dan van het linker stuk. Als je de tekst vaker leest dan gaat de truc niet meer op en lees je eide stukken even snel omdat je je hersenen er dan aan het laten wennen. 5 In eide plaatjes lopen de lijnen precies horizontaal. Meet maar na met je geodriehoek! 6 a Eigen antwoord. Eigen antwoord. c Eigen antwoord. 7 Normale mensen horen antwoord B te geven. Maar een ieder ziet wat hij/zij ziet. 8 De mond en ogen zitten op de kop. 9 Eigen antwoord. 10 Je hersenen zijn aan standaardeelden gewend. Als het waargenomen eeld niet extreem afwijkt van wat je gewend ent, dan merken je hersenen de afwijkingen minder snel op 11 A 12 Om goed diepte te kunnen zien moeten je hersenen de eelden van eide ogen comineren. Als je met slechts één oog kijkt, kun je dus minder goed de diepte inschatten en zet je het potlood dus niet op de juiste plek neer. 13 Fellere kleuren zijn meestal dichterij. Als je ijvooreeld een landschap op een erg ekijkt zie je in de verte de kleuren van het landschap veel minder fel dan van dichtij 14 Eigen antwoord. 15 Eigen antwoord. Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask 2006 Wolters-Noordhoff v 17