Zorgverzekeraars Nederland nr 10 / 4 maart 2015 ZN: zienswijze ACM over protonentherapie slecht nieuws voor premiebetalers Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vindt het slecht nieuws voor de premiebetaler dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zorgverzekeraars verbiedt om gezamenlijk protonentherapie in te kopen. Vier medische centra hebben een vergunning gekregen van minister Schippers (VWS) om protonentherapie in Nederland te introduceren. De bouw van elk protonencentrum vraagt om een miljoeneninvestering. ZN vindt het belangrijk dat mensen met kanker voor protonentherapie in Nederland terecht kunnen, maar heeft grote twijfels of het verstandig is om gelijk vier nieuwe, dure zorgcentra te bouwen. Het is namelijk nog onduidelijk of er wel genoeg patiënten zijn die in aanmerking komen voor deze behandeling. Hierdoor dreigt overcapaciteit voor vier gloednieuwe centra. Het lijkt zorgverzekeraars verstandiger via gezamenlijke inkoop met één centrum te beginnen. Zorgverzekeraars hebben eind 2014 bij de ACM de vraag neergelegd of dit vanuit mededinging is toegestaan. Nu de ACM dit in haar zienswijze niet toestaat, vreest ZN dat de bouw van vier centra honderden miljoenen extra gaat kosten. Dat is tientallen euro s per premiebetaler. Ongeveer een jaar geleden heeft minister Schippers aan vier centra in oprichting een vergunning verleend voor protonentherapie. De zorgverzekeraars hebben toen aangegeven dat het uit oogpunt van doelmatigheid, ook gelet op de verwachte patiënten aantallen, ongewenst is om meteen en gelijktijdig met de bouw van vier centra te starten. Als het aantal patiënten toch toeneemt dan is een uitbreiding van het aantal centra altijd nog mogelijk. Maar als het aantal patiënten laag blijft, dan zijn de miljoeneninvesteringen niet meer terug te draaien. Op basis van de zienswijze van de ACM de afzonderlijke zorgverzekeraars besluiten of, hoe en met welk(e) Nederlandse protonencentrum/centra ze straks in zee gaan. Onnodige overcapaciteit Zorgverzekeraars willen in het belang van de premiebetalers de doelmatigheid van zorg bevorderen. In het door zorgaanbieders, patiënten, minister en zorgverzekeraars ondertekende Hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg is vastgelegd dat partijen gaan werken aan concentratie en spreiding van zorg. Initiatieven van zorgverzekeraars, zoals bij de specialistische spoedzorg en nu bij de inkoop van protonentherapie, stuiten echter op bezwaren van de ACM. ZN is benieuwd hoe de minister de doelmatigheid van de zorg denkt te vergroten als zorgverzekeraars op dit terrein niet mogen samenwerken. Vraag is hoe onnodige capaciteit van dure infrastructurele voorzieningen kan worden voorkomen. Wel gezamenlijke zorginkoop in buitenland ZN is blij dat de ACM wel gezamenlijke inkoop in het buitenland toestaat. Daardoor kunnen zorgverzekeraars, in afwachting van de beschikbaarheid van protonenzorg in Nederland, protonenzorg in het buitenland op korte termijn beter toegankelijk maken voor Nederlandse patiënten. Zorgverzekeraars zullen nu snel het initiatief nemen om gezamenlijk en in afstemming met patiënten en specialisten in het buitenland protonentherapie te contracteren. Voordelen van samenwerking zijn kortere wachttijden, betere dienstverlening en betere aansluiting bij het Nederlandse behandeltraject voor patiënten met kanker. Zorgverzekeraars uniformeren publicatie van jaarcijfers Zorgverzekeraars maken met ingang van dit jaar bij de publicatie van hun jaarcijfers gebruik van een uniform sjabloon. Hierdoor geven zorgverzekeraars verzekerden en andere belangstellenden op eenduidige wijze inzicht in de opbouw van hun jaarcijfers. Het sjabloon is in afstemming met het ministerie van VWS tot stand
gekomen. Eind vorig jaar publiceerde ZN ook een sjabloon dat zorgverzekeraars gebruiken om verzekerden inzicht te geven in opbouw van hun zorgpremie. Zorgverzekeraars vinden het belangrijk dat verzekerden meer inzicht hebben in de besteding van hun premiegeld. Het sjabloon dat zorgverzekeraars gaan gebruiken bij de publicatie van hun jaarcijfers moet daar aan bijdragen. Het sjabloon heeft betrekking op de basisverzekering en geeft inzicht in onder andere de premie-inkomsten, zorgkosten, bedrijfskosten en benodigde reserveringen. Omdat de afgelopen jaren voortdurend onjuiste berichten verschenen over de reclamekosten van zorgverzekeraars, is deze post expliciet in het sjabloon opgenomen. Vrijwel alle zorgverzekeraars zijn coöperaties of onderlinge waarborgmaatschappijen; ze zijn niet gericht op het maken van winst: ondernemerschap en onderlinge concurrentie staan in dienst van betere en betaalbare zorg. Het financiële resultaat over enig jaar blijft behouden voor de zorg of wordt in de vorm van premiekorting teruggegeven aan de verzekerden. ZN: geen risicodragendheid in 2017 voor wijkverpleging en GGZ Het risicovereveningssysteem voor wijkverpleging en GGZ is op dit moment ondermaats. Zonder duidelijke kwaliteitsverbeteringen is het onverantwoord om de risicodragendheid voor zorgverzekeraars op deze terreinen in 2017 te vergroten. Dit schrijft ZN in een brief aan de Tweede Kamer die morgen een algemeen overleg heeft over de Zorgverzekeringswet en het zorgstelsel. ZN vindt het positief dat de minister extra inzet gaat plegen om het risicovereveningssysteem daadwerkelijk te verbeteren, maar is wel benieuwd op welke wijze de minister dat denkt te doen. ZN vindt het op dit moment prematuur om te stellen dat de zorgverzekeraars in 2017 volledig risicodragend gemaakt kunnen worden voor de kosten van de wijkverpleging en GGZ aangezien er nu nog geen zekerheid te geven is over de kwaliteit van het ex ante vereveningsmodel in 2017. Solidariteit basis van zorgstelsel Het risicoverveningssysteem is de ruggengraat van het zorgstelsel. Het systeem compenseert zorgverzekeraars zodat zij de zorg kunnen vergoeden voor verzekerden met hoge gezondheidskosten. In de praktijk blijkt echter dat deze compensatie vaak niet toereikend is. Het risicovereveningssysteem zorgt ervoor dat iedere Nederlander, ongeacht leeftijd, inkomen of gezondheid, verzekerd is van zorg uit het basispakket. ZN onderstreept in de brief aan de Tweede Kamer dat solidariteit het fundament is van de Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeraars steunen daarom ook de plannen van minister Schippers in haar brief Kwaliteit loont om het zorgstelsel te verbeteren en de solidariteit in de zorg ook voor de toekomst te behouden. Lees op onze site de brief dd. 27 februari van ZN aan de Tweede Kamer. Zorgverzekeraars verbeteren controle op declaraties Zorgverzekeraars hebben een grote stap vooruit gezet in de controle van declaraties. Dat concludeert de NZa in haar rapport Rechtmatige uitvoering Zorgverzekeringswet 2013. In 2012 schoot nog ruim de helft van de zorgverzekeraars te kort in de materiële controle, gepast gebruik en misbruik en oneigenlijke gebruik. Naar aanleiding daarvan nam de NZa maatregelen, waaronder het opleggen van aanwijzingen. De Nederlandse Zorgautoriteit vindt het positief dat de verbeteracties van zorgverzekeraars zo'n effect hebben gehad. Ook het bedrag aan opgespoorde verkeerde declaraties is in 2013 fors omhoog gegaan. Zag Zorgverzekeraars Nederland in 2012 nog 214 miljoen aan besparingen door controles, in 2013 steeg dat tot 356 miljoen.
Er is een belangrijke stap gezet, vindt de NZa, maar er kan nog meer verbeterd worden in de controles. Door bijvoorbeeld controles tijdiger uit te voeren en door meer gebruik te maken analyse van data om onregelmatigheden op te sporen en hier actie op te ondernemen. Verzekeraars kunnen daarbij bijvoorbeeld voortborduren op het rapport over onregelmatigheden in de zorg. In dit onderzoek bekeek de NZa de verschillende sectoren in de zorg en gaf daarbij aan waar het mis gaat en waar het beter kan. In 2015 blijft de NZa aandacht houden voor het correct declareren van zorg, niet alleen bij verzekeraars, maar ook bij aanbieders. Bron: NZa Zorgverzekeraars nemen verantwoordelijkheid in jaar van de transparantie ZN is blij dat minister Schippers prioriteit geeft aan het beschikbaar stellen van goede kwaliteits- en keuzeinformatie voor patiënten. Net als de minister onderstrepen de zorgverzekeraars het belang voor patiënt, zorgaanbieder en zorgverzekeraar van het ontwikkelen van richtlijnen en indicatoren voor goede zorg. De minister van VWS liet gisteren in een brief aan de Tweede Kamer weten hoe zij invulling wil geven aan het jaar van de transparantie. Voor zorgverzekeraars is een voorwaarde om zorg op basis van kwaliteit te kunnen inkopen, dat die kwaliteit ook transparant is. Zorgverzekeraars hebben zich, gezamenlijk en afzonderlijk, de afgelopen jaren zeer ingespannen om meer inzicht in kwaliteit te krijgen als basis voor hun zorginkoop. Anders dan soms gesuggereerd wordt, is het niet in de laatste plaats aan het initiatief van zorgverzekeraars te danken dat er op een aantal terreinen vooral in de medisch specialistische zorg goede voortgang wordt geboekt. Op andere terreinen, met name de GGZ, signaleren wij met de minister dat er nog een wereld te winnen is. Zorgprofessionals in beweging ZN is daarom ook zeer positief over de initiatieven van de minister om zorgprofessionals verder in beweging te krijgen om inzicht te geven in de kwaliteit van hun zorg. En waar beroepsgroepen het niet eens kunnen worden of blijven weigeren om inzicht te geven in hun kwaliteit, kijkt ZN uit naar hoe het Zorginstituut Nederland met snelheid en doorzettingsmacht de benodigde kwaliteitsinformatie gaat organiseren. Inzet is dat betrouwbare kwaliteitsinformatie in de zorg wordt uitgebreid en steeds eenduidiger wordt. Het spreekt voor zich dat zorgverzekeraars eenduidige, door het Zorginstituut Nederland vastgestelde kwaliteitsindicatoren als uitgangspunt nemen voor hun zorginkoop en op die terreinen daarnaast geen andere indicatoren zullen gebruiken. Programma Kwaliteit van zorgverzekeraars Binnen het Programma Kwaliteit hebben zorgverzekeraars 30 aandoeningen benoemd waarvoor zij samen met zorgaanbieders en patiëntenorganisaties per aandoening kwaliteitsindicatoren vaststellen. Deze 30 aandoeningen zijn wat ZN betreft input voor de kwaliteits- en doelmatigheidsagenda van de gezamenlijke partijen: het ministerie van VWS, patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. In 2014 zijn door de gezamenlijke partijen voor 14 aandoeningen al indicatoren vastgesteld. Kwaliteitsinformatie over deze aandoeningen komt de komende jaren getrapt beschikbaar. De eerste kwaliteitsinformatie zullen zorgverzekeraars al voor de zorginkoop 2016 inzetten. ZN vindt het goed dat de minister voor een groot aantal aandoeningen inzet op een permanente planmatige verbetercyclus, waarbij onder andere richtlijnontwikkeling, implementatie van richtlijnen, kwaliteitsregistratie, zorginkoop en zorgevaluatie kritisch onder de loep worden genomen en aangescherpt. Marianne Lensink: Dit is een zorgvuldig en soms langdurig proces dat veel tijd en afstemming kost. De ervaring van de zorgverzekeraars met ons eigen programma is dat een pragmatische aanpak de snelste resultaten geeft. Het is goed dat het Kwaliteitsinstituut daarin waar nodig kan ondersteunen.
Transparantie gecontracteerde zorg De afgelopen maanden is ook veel gesproken over het verbeteren van de transparantie van de zorginkoop. Zorgverzekeraars onderschrijven de noodzaak van meer transparantie en hebben daarom besloten om dit jaar al uiterlijk 1 april hun inkoopbeleid voor verzekerden en zorgverleners transparant te maken, zodat zij kunnen zien welke voorwaarden en kwaliteitseisen elke zorgverzekeraar hanteert bij de contractering. Rechter: zorgverzekeraars kunnen protocol hoorzorg blijven hanteren Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is vandaag door de rechter, in een zaak aangespannen door GAIN (de branchevereniging van fabrikanten en importeurs van hoortoestellen), op alle punten in het gelijk gesteld. Dit is goed nieuws voor verzekerden omdat zorgverzekeraars het protocol hoorzorg kunnen blijven hanteren, waardoor de mensen die aangewezen zijn op hoorhulpmiddelen verzekerd zijn van transparante, kwalitatief hoogstaande en doelmatige hoorzorg. GAIN bracht ZN voor de rechter omdat het protocol hoorzorg onzorgvuldig tot stand zou zijn gekomen en daarmee in strijd met wet- en regelgeving zou zijn. De rechter heeft dat echter verworpen en geoordeeld dat het protocol wel zorgvuldig tot stand is gekomen, onder meer omdat leveranciers bij de indeling van hoortoestellen nauw betrokken zijn. De rechter vindt ook dat niet is aangetoond dat de classificatie van hoortoestellen niet zou deugen. GAIN is op al deze punten door de rechter in het ongelijk gesteld. Protocol zet gehoorbeperking van patiënt centraal Vanaf 1 januari 2013 is de aanspraak op hoorhulpmiddelen functiegericht omschreven. Dat betekent dat de gehoorbeperking van mensen met passende hulpmiddelen worden verholpen. Daarmee staat de patiënt centraal en niet meer het toestel of de verstrekking. Vanwege deze patiëntgerichte benadering is voor de inkoop van hoorzorg door zorgverzekeraars in 2013 een uniform protocol hoorzorg ontwikkeld. Alle gecontracteerde audiciens volgen sindsdien dit protocol dat resulteert in een advies voor een bepaalde klasse hoortoestel. Doordat audiciens het protocol als leidraad nemen, krijgen verzekerden het juiste hoortoestel, passend bij de gehoorbeperking. Het protocol voorkomt ook dat mensen onnodig dure hoorhulpmiddelen krijgen aangemeten, wat kan betekenen dat het audiciens extra inkomsten mislopen. ZN vindt dat de vraag van de patiënt centraal staat en dat hun zorgpremie niet moet worden besteed aan onnodige zorg. Betere zorg tegen minder kosten Doel van het protocol is dat de patiënt een hoortoestel krijgt aangemeten dat het beste past bij zijn beperking in het horen. Door het hanteren van het protocol in de inkoop is in 2013 gebleken dat de patiënten onverminderd tevreden zijn over hun hoortoestel. Tegelijkertijd zijn de kosten van een hoorhulpmiddel per verzekerde gemiddeld ruim 200 euro lager dan in 2012. Ook daalde de eigen betaling van de patiënten. Dit is het resultaat van betere inkoopafspraken door zorgverzekeraars. Kijk voor meer informatie over dit onderwerp (inclusief het protocol) bij het dossier hoorzorg op onze site. DBC-doorlooptijd korter: patiënt krijgt eerder zicht op zorgkosten De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben afspraken gemaakt over de invoering van het terugbrengen van de maximale looptijd van een DBC-zorgproduct. Die looptijd ging al op 1 januari van 365 naar 120 dagen, maar de invoering daarvan bleek technisch lastig te zijn. Ziekenhuizen en zorgverzekeraars hebben nu afgesproken hoe ze deze problemen oplossen. Een kortere DBC-doorlooptijd maakt de zorg voor de patiënt transparanter. Ziekenhuizen kunnen de geleverde zorg eerder declareren, waardoor patiënten hun zorgnota sneller krijgen. Daarmee krijgen zij eerder zicht op de gemaakte zorgkosten. Ze zien dan meteen wat onder het eigen risico valt en welk deel van het
eigen risico al verbruikt is. Voor behandelingen die op dit moment al lopen, merken patiënten vanaf medio 2015 dat de zorgnota eerder komt. De verkorting van de doorlooptijd leidt tot een eenmalige, technische correctie van de zorguitgaven in 2015: een verlaging van de zorguitgaven van 3,92% (ongeveer 700 miljoen) in 2015. Dat komt omdat de hoeveelheid onderhanden werk door de kortere doorlooptijd afneemt. Het percentage is een gemiddelde. Voor individuele ziekenhuizen en umc s kan het hoger of lager uitvallen, afhankelijk van de verschillende patiëntencategorieën die het ziekenhuis bezoeken. NVZ, NFU en ZN hebben afspraken gemaakt over de wijze waarop deze effecten zo goed mogelijk kunnen worden vastgesteld en verwerkt. Uitgangspunt is dat zowel ziekenhuizen als zorgverzekeraars geen voor- of nadelen van deze systeemwijziging ondervinden. De technische invoering vindt in de komende maanden plaats. Daarbij moeten de afspraken die ziekenhuizen en zorgverzekeraars al gemaakt hebben over de prijzen van DBC-zorgproducten en zorgkostenplafonds in 2015, vertaald worden naar de nieuwe situatie. Daarna kunnen de ziekenhuizen declaraties sturen voor de zorg die zij in 2015 al geleverd hebben. Vervolgens kunnen de zorgnota s naar patiënten verzonden worden. Om liquiditeitsproblemen bij ziekenhuizen te voorkomen, zijn zorgverzekeraars bereid om voorlopige betalingen te doen voor deze zorg. De voorlopige betalingen worden vervolgens verrekend bij de definitieve facturering. Voorwaarde is wel dat een ziekenhuis meedoet aan de gemaakte samenwerkingsafspraken. Zilveren Kruis start online community Zilveren Kruis lanceert een nieuw platform: de Zilveren Kruis Community. Een online dorpsplein waar klanten, niet-klanten, patiënten en zorgexperts elkaar kunnen ontmoeten. Bezoekers kunnen vragen stellen of beantwoorden, onderling kennis en ideeën delen en hun mening geven over zorg en gezondheid. Annemiek Heijer, directeur Klant Contact bij Zilveren Kruis: Wat we met de community willen bereiken is een groep betrokken mensen die met elkaar en met ons in gesprek zijn over wat voor hen belangrijk is als het gaat om zorg en gezondheid. De Zilveren Kruis Community is het antwoord op drie trends die de communicatie steeds vaker beïnvloeden. Van dialoog naar multiloog In de fysieke wereld is een gesprek vluchtig en vaak beperkt tot twee mensen. Door toenemende digitalisering verplaatst de dialoog zich naar de virtuele wereld. We maken mobiele apparaten steeds slimmer en zijn altijd connected. We zijn dus steeds meer met elkaar in contact via de online wereld. De dialoog wordt hiermee een multiloog die wordt vastgelegd en bewaard. De virtuele wereld slaat alles op. Binnen de Zilveren Kruis Community kun je gesprekken van anderen niet alleen realtime volgen, maar de informatie uit de dialoog ook later nog raadplegen. De online gesprekken zijn daarmee een bron van informatie voor zorgverzekerden, patiënten en zorgexperts; een soort Google voor zorg en gezondheid. Health = Wealth We beschouwen een goede gezondheid als een van de belangrijkste waarden in ons leven. Steeds meer Nederlanders gebruiken online bronnen om gezondheid gerelateerde informatie te verzamelen. Het is daarom belangrijk dat zorgverzekeraars mensen toegang geven tot kwalitatief hoogwaardige informatie via online kanalen. Zilveren Kruis bundelt informatie die beschikbaar komt vanuit de community in een kennisbank die voor iedereen op elk moment beschikbaar is. Review Economy De kritische consument wil niet alleen mooie beloftes of verhalen, maar realtime zien wat een organisatie doet, hoe ze naar klanten reageert en wat voor ervaring anderen hebben met de dienstverlening. Deze informatie bepaalt voor een groot deel of iemand kiest voor een merk. De Zilveren Kruis Community laat
ervaringen in zorg en gezondheid zien. Met een blog die ingaat op nieuws en actualiteiten en een denk mee omgeving waar bezoekers om hun bijdrage wordt gevraagd in de verbetering van de dienstverlening. Bron: Zilveren Kruis ZN-weblog In belang van patiënt: snel verder met kwaliteitsindicatoren! De brief van de minister over het jaar van de transparantie is net naar de Tweede Kamer verstuurd. Altijd spannend om te lezen wat er in zo n brief staat. Past het gekozen beleid bij de koers die de zorgverzekeraars hebben gekozen? Duidelijk is dat de brief aanleiding zal geven voor veelvuldige afstemming tussen veldpartijen. Voor welke 30 aandoeningen worden richtlijnen ingediend? Wanneer volstaan de zogenaamde ZiZo indicatoren en wanneer zegt praktijkvariatie voldoende? En hoe gaat Kiesbeter eruit zien? Hoe kunnen we gezamenlijk versnellen om uitkomstindicatoren transparant te krijgen? Wij hebben samen met zorgverzekeraars binnen het Programma Kwaliteit een Top 30 van aandoeningen gekozen, waarvan we betekenisvolle kwaliteitsinformatie willen genereren. Die kwaliteitsinformatie gebruiken zorgverzekeraars voor hun zorginkoop. Om zorgaanbieders te prikkelen zichzelf te verbeteren en om verzekerden in staat te stellen om een goede keuze te maken voor hun zorgaanbieder. De Top 30 van aandoeningen is vastgesteld op basis van verbeterpotentieel, ziektelast, of er al ervaring mee is. Het zal u daarom niet verbazen dat op de lijst een aantal oncologische aandoeningen staan, een aantal planbare ingrepen en belangrijke chronische aandoeningen als diabetes, COPD en CVRM. De gezamenlijke aanpak van de zorgverzekeraars heeft ertoe geleid dat voor 14 aandoeningen sets van indicatoren met alle veldpartijen zijn afgestemd en ingediend bij het Zorginstituut Nederland. Voor deze aandoeningen zullen de zorgverzekeraars geen eigen uitvragen meer doen. Dat beperkt de administratieve lasten voor zorgaanbieders! Nu de overige 16 aandoeningen nog. Dat wordt een hele uitdaging. Want met welke aandoeningen gaan we beginnen? Komen ze overeen met de prioriteitenlijst van de minister? Ik stel voor pragmatisch te werk te gaan en vooral te denken aan de patiënt. Welke aandoeningen komen vaak voor en hebben een hoge ziektelast? En voor welke aandoeningen daarvan is er bij de patiënt behoefte aan kwaliteitsinformatie? Deze aanpak is geheel in lijn met wat de minister wil: voor de patiënt toegankelijke, begrijpelijke informatie over de kwaliteit van de zorg. En natuurlijk hoort daar ook bij: transparantie over de polis. Laten we direct beginnen! Sytske de Vries, programmamanager Kwaliteit bij ZN