Biomassa in het klimaatakkoord en de energietransitie
Over Morgen Energieke ruimdenkers en versnellers. Adviseurs die zichtbare oplossingen bieden voor een betere en toekomstbestendige leefomgeving. Oplossingen met blijvende maatschappelijke impact. over mij martijn.vanlier@overmorgen.nl
Biomassa blijft actueel
Biomassa in ontwerp van het klimaatakkoord?
Biomassa in klimaatakkoord Ontwerp van het klimaatakkoord: Het kabinet is ervan overtuigd dat de inzet van biomassa nu en richting 2030 en 2050 noodzakelijk is voor de verduurzaming van onze economie en het realiseren van de klimaatopgave.
Biomassa in klimaatakkoord Uitgangspunten klimaatakkoord: Alleen duurzame biomassa Duurzame biomassa mondiaal op termijn schaars Biomassa gebruik zien we in een cascade: primair om de bodem vruchtbaar te houden en maken, vervolgens als humaan voedsel en als diervoer, daarna als grondstof voormaterialen (lange koolstof vasthouding), chemie en als laatste voor energie. Biomassa wordt in alle klimaatsectoren gebruikt als energiebron.
Biomassa in klimaatakkoord
Biomassa in klimaatakkoord Routekaart Nationale Biomassa (2019): In 2019 wordt over de sectoren heen, met de hiervoor benodigde partijen, een routekaart uitgewerkt gericht op een verdubbeling van het binnenlandse aanbod van duurzame biomassa. Relatie met Grondstoffenakkoord: Transitieagenda Biomassa en Voedsel Voor het realiseren van deze hernieuwbare energiedoelstelling voor transport worden in ieder geval niet meer additionele biobrandstoffen uit voedsel- en voedergewassen in Nederland ingezet dan het niveau van 2020.
Biomassa in klimaatakkoord De Rijksoverheid zorgt voor een robuust duurzaamheidskader voor biomassa (inclusief groen gas). Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan borging, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Op dit moment is er nog een onbenut potentieel van onder meer bermgras, snoeiafval en zuiveringsslib en reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie.
Biomassa in klimaatakkoord Bomen, bossen en natuur leggen al veel koolstof (CO 2 ) vast. Een toename van bomen, bossen en natuur (ten opzichte van het business as usual scenario) leidt dus tot klimaatwinst die bijdraagt aan de opgave voor 2030 en nadrukkelijk ook 2050. Bron: ProBos Hout als hernieuwbare brandstof
Biomassa in klimaatakkoord In de periode tot 2030 kan biomassa voor meerdere toepassingen dienen als transitiebrandstof. Bron: ProBos Toelichting en achtergrondinformatie infographics over houtige biomassa
Biomassa in klimaatakkoord In de periode tot 2030 kan biomassa voor meerdere toepassingen dienen als transitiebrandstof.
Aandeel biomassa in energievoorziening
Huidig aandeel biomassa in energievoorziening Bron: ECN Nationale Energieverkenning 2017
Huidig en toekomstig aandeel biomassa RE Bruto eindverbruik hernieuwbare energie (vastgesteld en voorgenomen beleid) 2000 2010 2015 2016 2018 2019 2020 2025 2030 2035 Biomassa (PJ) 31,4 71,6 80,7 78,5 110,5 134,0 148,9 162,1 129,9 113,0 meestook elektriciteitscentrales 5 0,8 12,9 ntb ntb 13,1 26,4 27,1 26,4 2,1 1,5 afvalverbrandingsinstallaties 9,1 14,1 20,7 20,5 19,2 19,6 19,8 20,6 21,0 21,0 Biomassa huishoudens 14,5 17,1 18,6 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 biomassa ketels, bedrijven 3,2 9,9 ntb ntb 20,9 23,7 27,7 39,6 34,3 27,4 biogas 3,8 8,0 10,9 10,9 12,4 13,2 13,9 22,4 20,1 10,3 vloeibare biotransportbrandstoffen 0,0 9,6 13,3 10,4 25,8 32,0 41,3 34,1 33,3 33,8 Totaal bruto eindverbruik (PJ) 2.141 2.352 2.041 2.090 2.023 2.010 2.000 1.977 1.933 1.871 Aandeel hernieuwbare energie 1,6% 3,9% 5,8% 6,0% 8,7% 10,6% 12,4% 19,9% 23,9% 27,6% Aandeel biomassa 1,5% 3,0% 4,0% 3,8% 5,5% 6,7% 7,4% 8,2% 6,7% 6,0% Biomassa als aandeel hernieuwbaar 89,5% 77,5% 67,7% 62,8% 62,9% 62,9% 60,0% 41,2% 28,2% 21,9% Bron: ECN Nationale Energieverkenning 2017
Huidig en toekomstig aandeel biomassa RE Bruto eindverbruik hernieuwbare energie (vastgesteld en voorgenomen beleid) 2000 2010 2015 2016 2018 2019 2020 2025 2030 2035 Biomassa (PJ) 31,4 71,6 80,7 78,5 110,5 134,0 148,9 162,1 129,9 113,0 meestook elektriciteitscentrales 5 0,8 12,9 ntb ntb 13,1 26,4 27,1 26,4 2,1 1,5 afvalverbrandingsinstallaties 9,1 14,1 20,7 20,5 19,2 19,6 19,8 20,6 21,0 21,0 Biomassa huishoudens 14,5 17,1 18,6 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 biomassa ketels, bedrijven 3,2 9,9 ntb ntb 20,9 23,7 27,7 39,6 34,3 27,4 biogas 3,8 8,0 10,9 10,9 12,4 13,2 13,9 22,4 20,1 10,3 vloeibare biotransportbrandstoffen 0,0 9,6 13,3 10,4 25,8 32,0 41,3 34,1 33,3 33,8 Totaal bruto eindverbruik (PJ) 2.141 2.352 2.041 2.090 2.023 2.010 2.000 1.977 1.933 1.871 Aandeel hernieuwbare energie 1,6% 3,9% 5,8% 6,0% 8,7% 10,6% 12,4% 19,9% 23,9% 27,6% Aandeel biomassa 1,5% 3,0% 4,0% 3,8% 5,5% 6,7% 7,4% 8,2% 6,7% 6,0% Biomassa als aandeel hernieuwbaar 89,5% 77,5% 67,7% 62,8% 62,9% 62,9% 60,0% 41,2% 28,2% 21,9% Bron: ECN Nationale Energieverkenning 2017
Huidig en toekomstig aandeel biomassa RE Bruto eindverbruik hernieuwbare energie (vastgesteld en voorgenomen beleid) 2000 2010 2015 2016 2018 2019 2020 2025 2030 2035 Biomassa (PJ) 31,4 71,6 80,7 78,5 110,5 134,0 148,9 162,1 129,9 113,0 meestook elektriciteitscentrales 5 0,8 12,9 ntb ntb 13,1 26,4 27,1 26,4 2,1 1,5 afvalverbrandingsinstallaties 9,1 14,1 20,7 20,5 19,2 19,6 19,8 20,6 21,0 21,0 Biomassa huishoudens 14,5 17,1 18,6 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 biomassa ketels, bedrijven 3,2 9,9 ntb ntb 20,9 23,7 27,7 39,6 34,3 27,4 biogas 3,8 8,0 10,9 10,9 12,4 13,2 13,9 22,4 20,1 10,3 vloeibare biotransportbrandstoffen 0,0 9,6 13,3 10,4 25,8 32,0 41,3 34,1 33,3 33,8 Totaal bruto eindverbruik (PJ) 2.141 2.352 2.041 2.090 2.023 2.010 2.000 1.977 1.933 1.871 Aandeel hernieuwbare energie 1,6% 3,9% 5,8% 6,0% 8,7% 10,6% 12,4% 19,9% 23,9% 27,6% Aandeel biomassa 1,5% 3,0% 4,0% 3,8% 5,5% 6,7% 7,4% 8,2% 6,7% 6,0% Biomassa als aandeel hernieuwbaar 89,5% 77,5% 67,7% 62,8% 62,9% 62,9% 60,0% 41,2% 28,2% 21,9% Bron: ECN Nationale Energieverkenning 2017
Huidig en toekomstig aandeel biomassa RE Bruto eindverbruik hernieuwbare energie (vastgesteld en voorgenomen beleid) 2000 2010 2015 2016 2018 2019 2020 2025 2030 2035 Biomassa (PJ) 31,4 71,6 80,7 78,5 110,5 134,0 148,9 162,1 129,9 113,0 meestook elektriciteitscentrales 5 0,8 12,9 ntb ntb 13,1 26,4 27,1 26,4 2,1 1,5 afvalverbrandingsinstallaties 9,1 14,1 20,7 20,5 19,2 19,6 19,8 20,6 21,0 21,0 Biomassa huishoudens 14,5 17,1 18,6 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 biomassa ketels, bedrijven 3,2 9,9 ntb ntb 20,9 23,7 27,7 39,6 34,3 27,4 biogas 3,8 8,0 10,9 10,9 12,4 13,2 13,9 22,4 20,1 10,3 vloeibare biotransportbrandstoffen 0,0 9,6 13,3 10,4 25,8 32,0 41,3 34,1 33,3 33,8 Totaal bruto eindverbruik (PJ) 2.141 2.352 2.041 2.090 2.023 2.010 2.000 1.977 1.933 1.871 Aandeel hernieuwbare energie 1,6% 3,9% 5,8% 6,0% 8,7% 10,6% 12,4% 19,9% 23,9% 27,6% Aandeel biomassa 1,5% 3,0% 4,0% 3,8% 5,5% 6,7% 7,4% 8,2% 6,7% 6,0% Biomassa als aandeel hernieuwbaar 89,5% 77,5% 67,7% 62,8% 62,9% 62,9% 60,0% 41,2% 28,2% 21,9% Bron: ECN Nationale Energieverkenning 2017
Huidig en toekomstig aandeel biomassa RE Bruto eindverbruik hernieuwbare energie (vastgesteld en voorgenomen beleid) 2000 2010 2015 2016 2018 2019 2020 2025 2030 2035 Biomassa (PJ) 31,4 71,6 80,7 78,5 110,5 134,0 148,9 162,1 129,9 113,0 meestook elektriciteitscentrales 5 0,8 12,9 ntb ntb 13,1 26,4 27,1 26,4 2,1 1,5 afvalverbrandingsinstallaties 9,1 14,1 20,7 20,5 19,2 19,6 19,8 20,6 21,0 21,0 Biomassa huishoudens 14,5 17,1 18,6 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 19,0 biomassa ketels, bedrijven 3,2 9,9 ntb ntb 20,9 23,7 27,7 39,6 34,3 27,4 biogas 3,8 8,0 10,9 10,9 12,4 13,2 13,9 22,4 20,1 10,3 vloeibare biotransportbrandstoffen 0,0 9,6 13,3 10,4 25,8 32,0 41,3 34,1 33,3 33,8 Totaal bruto eindverbruik (PJ) 2.141 2.352 2.041 2.090 2.023 2.010 2.000 1.977 1.933 1.871 Aandeel hernieuwbare energie 1,6% 3,9% 5,8% 6,0% 8,7% 10,6% 12,4% 19,9% 23,9% 27,6% Aandeel biomassa 1,5% 3,0% 4,0% 3,8% 5,5% 6,7% 7,4% 8,2% 6,7% 6,0% Biomassa als aandeel hernieuwbaar 89,5% 77,5% 67,7% 62,8% 62,9% 62,9% 60,0% 41,2% 28,2% 21,9% Bron: ECN Nationale Energieverkenning 2017
Biomassa voor duurzaam verwarmen gebouwde omgeving
Alternatieven voor verwarmen met aardgas
Alternatieven voor verwarmen met aardgas Alternatieve energie-infrastructuren voor de bestaande gasleidingen: Warmtenet: Een collectieve warmtevoorziening met een afleverset in de woning. 90 C: Geschikt voor slecht geïsoleerde woningen met verouderde radiatoren, geen aanvullende voorziening nodig in de woning voor warm tapwater 70 C: Geschikt voor woningen met een basis isolatieniveau (Label B), geen aanvullende voorziening nodig in de woning voor warm tapwater. 40 C: Geschikt voor zeer goed geïsoleerde bestaande woningen en nieuwbouwwoningen. Voor warm tapwater is nog wel een aanvullende voorziening nodig, bijvoorbeeld een woning gebonden booster met boilervat. All Electric: Een verzwaard elektriciteitsnet, met een individuele installatie voor de opwek van warmte voor ruimteverwarming en warm tapwater in de woning.
Basismaatregelen Basismaatregelen brengen de minimale afgiftetemperatuur voor ruimteverwarming terug naar maximaal 70 C. Dit is het minimale niveau voor aardgasvrije verwarming (no-regret). Basismaatregelen bestaan uit: Basisisolatie (label B/C) Ventilatie Elektrisch koken
Vergaande maatregelen Vergaande maatregelen brengen de minimale afgiftetemperatuur voor ruimteverwarming terug tot 35-55 C Vergaande maatregelen bestaan uit: Vergaande isolatie (waaronder dak, schil en kozijnen) Energiezuinige ventilatie Aanpassen afgiftesysteem (laag temperatuur radiatoren of vloerverwarming)
Alternatieven voor verwarmen met aardgas
Biomassa in gebouwde omgeving
Biomassa in gebouwde omgeving