7,2. Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart keer beoordeeld

Vergelijkbare documenten
Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn

6,6. Inkomsten belasting progressief: Eigenwoningforfait. Samenvatting door een scholier 1910 woorden 6 februari keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie H13+H14

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

5,7. Samenvatting door S woorden 30 juli keer beoordeeld Onderhandse Lening

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5

Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting 10 t/m 15

Een onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstukken 12, 13, 14 en 17

5,8. Samenvatting door een scholier 3135 woorden 30 maart keer beoordeeld. Management en Organisatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

7, Samenvatting door een scholier 1812 woorden 4 januari keer beoordeeld

Leverancierskrediet à hiervan is sprake wanneer de leverancier goederen levert die pas later door de afnemer betaald te hoeven worden.

Samenvatting M&O Samenvatting hoofdstuk 11, 12 en 13 In Balans

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 10 t/m 13, Theorie

Je koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. De afnemer ontvangt het leverancierskrediet

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 7

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4

Nadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.

Samenvatting Management & Organisatie H10 t/m 15

Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest

Aan de vraagzijde van de vermogensmarkt vinden we vrij wel dezelfde categorieën als bij de aanbodzijde:

PTA M&O. Hoofdstuk 10.

Samenvatting M&O hoofdstuk

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16

Samenvatting Management & Organisatie Berekeningen

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is!

Samenvatting Management & Organisatie Hoofstuk 1 t/m 7 en 10

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

M&O VWO 2011/

Om je goed voor te bereiden ontvang je bijgaand op de volgende bladzijden:

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 9

Samenvatting door een scholier 2640 woorden 15 augustus keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Hoofdstuk 8. Vreemd vermogen

Samenvatting M&O Hoofdstuk

- De site voor samenvattingen

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.

6.2 De functie van de banken

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Financiële aspecten van de planning

Financieel Management

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 maandag 12 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Een schets van situatie pag. 2. Het huis dat wij kiezen pag. 9

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Vraag Antwoord Scores

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Algemeen 1. Wat is de rechtsvorm van een onderneming? 2. Noem twee redenen waarom de keuze van de rechtsvorm belangrijk is voor een onderneming.

Verslag bespreking Centraal Examen M&O, HAVO, 2016 tijdvak 1. dd 20 mei 2016

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9

Samenvatting Management & Organisatie H11 en 12

Hypotheekrecht en - vormen

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II.

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak 1 en 2, Naamloze Vennootschap, Stichting en Vereniging

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Om een zaak te beginnen is geld nodig. Er zijn 2 verschillende soorten vermogen.

Afbetaling Aflossing Aflossingsvrije lening Beleggingskrediet BKR of Bureau Kredietregistratie Consumptief krediet Creditcard

7,2. Samenvatting door een scholier 1567 woorden 9 december keer beoordeeld. M&O hf 1 t/m 6.

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1, 3, 4, 8, 10, 11, 12

De resultatenrekening

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Samenvatting m&o hoofdstuk 9: 9.2

Vermogensbehoefte en financiering

Lineaire hypotheek > Wordt met periodiek gelijke bedragen afgelost, schuldrest daalt, dus ook de rente

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Beginner. Beginner. Beginner

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 (Management in beweging)

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 13

5.6. Boekverslag door H woorden 31 maart keer beoordeeld

De grootste financiële beslissing in een mensenleven

Bij een keten van elektronicawinkels kunnen consumenten hun aankopen in termijnen betalen. enkelvoudige interest per jaar

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Samenvatting M&O Alle stof

Alle beslissingen kan je indelen naar: rechtsvorm, personeel en organisatie, marketing, financiën en verslaggeving.

De Eenmanszaak deel 1

BECO: DE BALANS - THEORIE

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Eindexamen m&o vwo I

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Wij zijn VDZ. Onze boodschap is helder: niemand regelt je geldzaken. beter dan wij. Dat is niet arrogant bedoeld, maar het uitgangspunt

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart 2012 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lang termijn Paragraaf 1. Onderhandse lening Een onderhandse lening is een lening op lang termijn verstrekt door één geldgever. Voordelen: - Onderhandelen over leningsvoorwaarden. - Geen emissie kosten. - Lagere administratie kosten. Paragraaf 2. Obligatie lening Een obligatie is een bewijs van deelname in een geld lening. Een obligatie bestaat uit een mantel (= het officiële stuk, daar staan de belangrijkste gegevens) en uit het couponblad (= bestaande uit de coupons, dat is voor de interest betaling en de talons, deze gebruik je als alle coupons gebruikt zijn; stuur je naar de onderneming). Op initiatief van de belegger kun je de obligaties verzilveren, dit betekend dat je ze terug betaald. Dat dit bij de belegger ligt komt omdat de geldnemer niet weet wie de obligaties in bezit heeft, de meeste obligaties zijn namelijk aan toonder (= niet op naam). Het verzilveren van obligaties loopt meestal via de bank. Een obligatielening is een geldlening op lange termijn opgedeeld in kleine bedragen. Nadelen: - Er zijn emissie kosten aan verbonden. - Er zijn administratie kosten aan verbonden. Aflossen van een obligatie lening kan op verschillende manieren: - In één keer; aan het einde van de looptijd. - In gedeeltes gedurende de looptijd door middel van loting (=zoals bij Staatsloterij). - Inkopen van eigen obligaties. In het prospectus staan de belangrijke gegevens/bijzonderheden over de instelling of onderneming en obligatie leningen zoals: - De verhoudingen van vreemd en eigen-vermogen. - Resultaat en verwachting. - Doel lening en bedrag grootte. - Datum waarop koers bekend wordt gemaakt. - De data en aflos wijze. https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 1 van 11

- Het tijdstip waarop moet worden ingeschreven. - Het tijdstip waarop de obligaties kunnen worden opgehaald en betaald worden. Er worden 10000 obligaties worden uitgegeven. Je schrijft je in voor 90 obligaties. In totaal worden er ingeschreven op 15000 obligaties dus: 10000 : 15000 x 90 = 60 obligaties Dit word bij staatsleningen voorkomen door het tendersysteem: ministerie van financiën legt aan de hand van de inschrijvingen de uitgifte koers vast. Overeenkomst onderhandse en obligatie leningen: - Manier om aan lang vreemd vermogen te komen. - Alternatieve waardepapieren. - Via effecten beurs te kopen. Verschillen onderhandse en obligatie leningen : Aandelen Obligaties Bewijs mede eigendom NV of BV Schuldbewijs bij NV of BV Deel van Eigen Vermogen Deel van Vreemd Vermogen Permanent vermogen Tijdelijk vermogen Stemrecht in de AVA Geen mede zeggenschap Groot risico bij slecht resultaat Minder risico bij slecht resultaat Koers onstabiel; zeer afhankelijk van winstverwachting Koers stabieler; voornamelijk afhankelijk van de rentestand Dividend als beloning (afhankelijk van de winst) Vaste rente percentage Paragraaf 3. Hypothecaire lening Een hypothecaire lening is een geld lening met als onderpand ontroerend goed (=grond/gebouwen). De hypotheekgever is de geldnemer (=de eigenaar van het ontroerend goed) en de hypotheeknemer is de geldgever (=bijvoorbeeld de bank). Er zijn drie verschillende soorten hypothecaire leningen: - De lineaire hypotheek - De spaarhypotheek - De annuïteitenhypotheek Paragraaf 4. Lineaire hypotheek Een lineaire hypotheek wilt zeggen dat er iedere periode het zelfde bedrag wordt afgelost. Voordelen: - De interestkosten worden snel lager. - De schuld word steeds kleiner. Nadelen: - Het belastingvoordeel neemt snel af. - De uitgaven zijn in het eerste jaar het hoogst terwijl het inkomen dan meestal nog lang niet op zijn hoogte punt is. Een lineaire hypotheek is vooral gunstig voor oudere mensen, dit komt omdat de begin kosten hoog zijn. https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 2 van 11

Er moet 100000 worden afgelost in 10 jaar, de jaarlijkse aflossing is dan dus: 100000 : 10 = 10000 euro per jaar. Er moet 100000 afgelost worden in 10 jaar en de interest percentage bedraagt 6% en het belasting voordeel bedraagt 40 %. Jaren Schuldrest Aflossing 6% Interest 40% Belasting voordeel Lasten per maand 1 100000 10000 6000 2400 1133,33 2 90000 10000 5400 2160 1103,33 3 80000 10000 4800 1920 1073,33 4 70000 10000 4200 1680 1043,33 5 60000 10000 3600 1440 1013,33 6 50000 10000 3000 1200 983,33 7 40000 10000 2400 960 953,33 8 30000 10000 1800 720 923,33 9 20000 10000 1200 480 893,33 10 10000 10000 600 240 863,33 Interest is 6% van de Schuldrest Belasting voordeel is 40% van de interest Lasten per maand zijn de Aflossingen + Interest Belastingvoordeel : 12 In Nederland kennen wij de inkomstenbelasting deze belasting is progressief (= naar mate je inkomen hoger is, betaal je procentueel meer belasting). De belasting schijven: Schijf Belastbaar inkomen uit werk en woning Inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen 1 t/m 17046 34,15% belasting en premies 2 17047 t/m 30631 41,15% belasting en premies 3 30632 t/m 5228 42% belasting en premies 4 Vanaf 52229 52% belasting en premies WOZ-waarde: Waardering ontroerende zaken. Je hebt een belastbaar inkomen van 25000 en je koopt een huis met een WOZ-waarde van 110000 en sluit daarop een 6% hypothecaire lening van 100000. - Zonder aankoop van het huis: Schijf 1: 34,15% van 17046 5821.21 Schijf 2: 41,15% van ( 25000-17046) 3296,93 + 9118,14 - Na aankoop van het huis: Belastbaar inkomen vanuit werk 25000 Interest hypotheek: 6% van 100000 6000 WOZ- waarde 0,6% van 110000 660-5340 - 19660 https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 3 van 11

- Na de aankoop van het huis: Schijf 1: 34,15% van 17046 5821,21 Schijf 2: 41,45% van ( 19660-17046) 1083,50 + 6904,71 De belasting voordeel is dan dus: 9118,14-6904,71 = 2213,43 Paragraaf 5. Spaarhypotheek Een spaarhypotheek is een lening die je gedurende tijd niet aflost, je betaalt steeds een spaarpremie. Die spaarpremie wordt belegd zodat je het na een tijd kan aflossen. De belangrijkste verstrekkers zijn institutionele beleggers (=levensverzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen). Voordelen: - Het fiscale voordeel is groot (= elk jaar maximale interest aftrek). - Over de interest van het spaarbedrag hoeft onder bepaalde voorwaardes geen belasting over worden betaald. - De maandlasten blijven ieder jaar even hoog. Nadelen: - De interestlasten zijn hoog. - Het percentage interest dat je over je spaarbedrag vergoed krijgt, is vaak lager dan het percentage dat je zelf moet betalen. Er moet 100000 afgelost worden in 10 jaar en de interest percentage bedraagt 6% en het belasting voordeel bedraagt 40 %. Jaren Geleend bedrag Spaarpremie 6% Interest 40%Belasting voordeel Lasten per maand 1 100000 8209,65 6000 2400 984,14 2 100000 8209,65 6000 2400 984,14 3 100000 8209,65 6000 2400 984,14 4 100000 8209,65 6000 2400 984,14 5 100000 8209,65 6000 2400 984,14 6 100000 8209,65 6000 2400 984,14 7 100000 8209,65 6000 2400 984,14 8 100000 8209,65 6000 2400 984,14 9 100000 8209,65 6000 2400 984,14 10 100000 8209,65 6000 2400 984,14 Interest is 6% van het Geleend bedrag Belasting voordeel is 40% van de interest Lasten per maand zijn de Spaarpremie + Interest Belastingvoordeel : 12 Paragraaf 6. Annuïteitenhypotheek Een annuïteit is een gelijk blijvend bedrag aan interest en aflossing samen. https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 4 van 11

Voordelen: - Doordat er weinig wordt afgelost in de eerste periodes, is er in de eerste periodes sprake van een groot belastingvoordeel. - De lasten zijn in de eerste jaren lager waardoor het vaak gemakkelijker is qua inkomsten. Nadelen: - Het belastingvoordeel daalt in de jaren. - De lasten zijn aan het eind hoog wat lastig kan zijn bijvoorbeeld in verband met pensionering. Een annuïteitenhypotheek is vooral gunstig voor jongere mensen, dit komt omdat de eerste jaren de schuld relatief laag is wat handig is qua inkomsten en werk. Er moet 100000 afgelost worden in 10 jaar en de interest percentage bedraagt 6% en het belasting voordeel bedraagt 40 %. Jaren Schuld begin jaar Annuïteit 6% Interest Aflossing Schuld einde jaar 40% Belasting Voordeel Lasten per maand 1 100000 13568,80 6000 7586,80 92413,20 2400 923,33 2 92413,20 13568,80 5544,79 8042,01 84371,19 2217,92 947,41 3 84371,19 13568,80 5062,27 8524,53 75846,66 2024,91 963,39 4 75846,66 13568,80 4550,80 90364 66810,66 1820,32 980,54 5 66810,66 13568,80 4008,64 9578,16 57232,50 1603,46 998,61 6 57232,50 13568,80 3443,95 10152,85 47079,65 1373,58 1017,77 7 47079,65 13568,80 2824,78 10762,02 36317,63 1129,91 1038,07 8 36317,63 13568,80 2179,06 11407,74 24909,89 871,62 1059,60 9 24909,89 13568,80 1494,59 12092,21 12817,68 597,84 1082,41 10 12817,68 13568,80 796,06 12817,74-307,62 1106,60 Interest is 6% van het Schuld begin jaar Aflossing is de Annuïteit Interest Schuld einde jaar is Schuld begin jaar - Interest Belasting voordeel is 40% van de Interest Lasten per maand zijn de Aflossing + Interest Belastingvoordeel : 12 Hoofdstuk 13. Vreemd vermogen op korte termijn Paragraaf 1. Leverancierskrediet Een leverancierskrediet is krediet dat de leverancier verleent aan de afnemer. De leverancier levert goederen die pas later worden betaald door de afnemer. Er zijn twee soorten leverancierskredieten: - Consumptief leverancierskrediet (= leverancier aan consument). Kosten leverancier lager (=hij hoeft er niets aan te verdienen) en leverancier bindt zich aan de klant - Productief leverancierskrediet (= bedrijft verleent aan een ander bedrijf). Kort vermogen (=periode van 1 tot 6 maanden) Postorderbedrijven verlenen consumptief leverancierskrediet. Bij deze kredieten loop je vooruit op de inkomensvorming. De consument neemt verplichtingen op zich waardoor hij inkomen besteedt pas maanden, soms zelfs jaren later wordt gevormd. https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 5 van 11

Bezwaren: - De consument is er nooit zeker van dat dit inkomen in de toekomst ook inderdaad wordt gevormd. - In de toekomst kunnen zich behoeften voordoen die veel belangrijker zijn. Ondernemingen maken liever gebruik van leverancierskrediet dan van bankkrediet omdat: - De kosten zijn meestal lager. - Het risico is kleiner omdat de leverancier meestal beter dan de bank kan beoordelen hoe de afnemer ervoor staat. Bowling en partycentrum s-heerenberg BV ontvangt bij betaling binnen 7 dagen een leverancier 1% korting voor contante betaling. In ieder geval moet de rekening binnen vier weken betaald worden. Bereken de kosten per jaar. 1 week --------------- 4 weken verschil 3 weken 1% korting -------- geen korting verschil 1% 52 : 3 x 1% = 17,3 % korting op jaar basis. Of 1 : 99 x 52 : 3 x 100% = 17,5 % korting op jaar basis. Paragraaf 2. Afnemerskrediet Een afnemers krediet is een krediet dat de afnemer verstrekt aan de leverancier. De afnemer betaald de goederen die pas later worden geleverd door de leverancier. Afnemerskrediet komt vooral voor bij: - Dienstverlenende bedrijven (=vb. abonnementen, verzekeringen en transport). - De uitvoering van special orders. (=vb. Rolls Royce horloges). - De opkopende handel. (=vb. graangewassen). Ook afnemerskrediet kun je verdelen in de twee groepen: consumptief en productief. Paragraaf 3. Rekening-courant krediet Vrijwel alle ondernemingen hebben bij één of meer banken een rekening-courant. Dit is een rekening van dagelijkse lasten en ontvangsten. Bij een rekening-courant krijgt de onderneming een kredietplafond tot waar je in de rood mag staan. Stel je staat op 0 en je hebt afgesproken dat je tot de 100 in de min mag staan heb je nog 100 depositie ruimte. Ook zijn er ondernemingen die kiezen voor anticipatie krediet dit is een krediet die vooruitloopt op de plaatsing van aandelen of obligaties. Deze ondernemingen willen groeien en hebben geld nodig. Paragraaf 4. Leasing Leasen is het huren van duurzame productiemiddelen in plaats van ze te kopen. Dit is omdat er dan geen geld is om de producten te kopen. Er zijn drie verschillende soorten leasen: - Operational leasing: Lease overeenkomst op korte termijn opzegbaar, het risico ligt in handen van de verhuurder en verhuurder https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 6 van 11

zorgt ook voor de onderhoud van de productiemiddelen. - Financial leasing: Er wordt een overeenkomst gesloten voor de geschatte economische levensduur van het product. De overeenkomst is tussentijds opzegbaar en het risico en onderhoud zijn voor de huurder. - Sale-and-lease back Als een bedrijf wilt uitbreiden maar geen geld heeft lease je het aan een ander bedrijf (=sale) en later lease je het weer terug. (=lease back) Paragraaf 5. Consumptief krediet Consumptief krediet is bestemd voor particulieren voor consumptieve doeleindes. Er zijn vier verschillende krediet vormen voor particulieren: - Doorlopend krediet: Terug betalen in termijnen en hoeft niet in één keer worden opgenomen. - Persoonlijke lening: In één keer wordt het maximale bedrag opgenomen en er wordt terug betaald in termijnen met interest. Deze kredietvorm wordt gebruikt voor bijvoorbeeld vakanties of belastingaanslagen. - Koop en verkoop op afbetaling Er wordt een bedrag afgesproken (= minstens 20%) dat wordt eerst betaald daarna pas de rest. Deze kredietvorm wordt gebruikt voor bijvoorbeeld auto s of keukens. - Huurkoop: Verhuurder is eigenaar van het product tot dat de huurder zijn laatste termijn heeft afgelost. De huurder wordt daarna pas eigenaar. Hoofdstuk 14. Enkelvoudige interest Paragraaf 1. Berekeningen met enkelvoudige interest Bij het lenen van geld heb je dus te maken met twee verschillende soorten betalingen: - Aflossen (= het terug betalen van het geleende vermogen) - Interest (= de vergoeding voor het ter beschikking stellen van het vermogen) Interest is een ander woord voor rente. Interest zijn er in twee verschillende groepen - Enkelvoudige interest - Samengestelde interest Bij een enkelvoudige interest gebruik je de formule: I = K x P x T : 100 I: Interest K: Kapitaal P: Percentage T: Looptijd in jaren Bereken de interest over een bedrag van 4816,73 dat twee jaar tegen 7,5% enkelvoudige interest uitstaat. I= K x P x T : 100?= 4816,73 x 7,5% x 2 : 100 = 722,51 https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 7 van 11

Bereken de interest van een kapitaal van 4803,26 dat in 8 maanden tegen 6% enkelvoudige interest uitstaat. I= K x P x T : 100?= 4803,26 x 6 x 1 : 100 = 288,1956 (= 1 jaar) 288,1956 : 12 = 24,0163 (= 1 maand) 24,0163 x 8 = 192,13 Paragraaf 2. Terugrekenvraagstukken Een bedrag van 10000 wordt uitgezet tegen 5% enkelvoudige interest per jaar. Na een aantal jaren is het bedrag aangegroeid tot 14000. Bereken het aantal jaren dat het bedrag van 10000 heeft uitgestaan. I= K x P x T : 100 4000 = 10000 x 5 x T : 100 Kruisproducten geeft dan T = 400000 : 50000 = 8 jaar Hoofdstuk 15. Samengestelde interest Paragraaf 1. Enkelvoudige en samengestelde interest Bij een samengestelde rente krijg je rente over rente, het rente bedrag neemt dus iedere periode toe. Paragraaf 2. Berekening van de eindwaarde van één bedrag Perunage betekent per 1, zoals percentage per 100 betekent en promillage per 100. Het symbool voor perunage is dan ook een 1. En = K x (1+i)n E: Eindwaarde K: Kapitaal I: Interest perunage N: Aantal perioden Bereken de eindwaarde van een kapitaal groot 5000 dat gedurende 5 jaar wordt uitgezet tegen 1.5 % samengestelde interest per jaar. En = K x (1+i)n? = 5000 x (1,015)10 = 5802,70 Paragraaf 3. Berekening van de contante waarde van één bedrag Het kan zijn dat je over een bepaalde periode een bedrag bij elkaar gespaard wilt hebben, dat kun je uitreken door middel van de contante waarden (= de aanvangswaarde). Cn= E x (1+i)-n C: contante waarde E: eindkapitaal I: Interest perunage N: Aantal perioden https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 8 van 11

Ik wil op vakantie naar Spanje over een jaar, ik moet 1000 bij elkaar hebben gehaald binnen een half jaar (= eind juli). De bank vergoed mijn samengestelde interest voor 0,3% per maand. Bereken het bedrag dat ik op 1 januari op de bank moet zetten om in eind juli 1000 op de bank te hebben staan. Cn= E x (1+i)-n? = 1000 x (1,003)-7 = 979,25 Hoofdstuk 20. Voorraadwaardering Paragraaf 1. Economische en technische voorraad Brutowinst: omzet- de inkoopwaarde, het verschil tussen de verkoopprijs van de verkochte artikelen en de inkoopprijs er van. Technische voorraad: De voorraad die in de winkel aanwezig is. Economische voorraad: Bestel je bij Grolsch, is het al je eigendom en dus jou risico. Paragraaf 2. Fifo-systeem Fifo: First in first out, de producten worden bij verkoop afgeboekt tegen de prijs van de langst aanwezige partij. Bezwaren: - Stijgende prijzen leiden tot te gunstige berekeningen van de bruto winst. - Brutowinst op verkeerde manier berekend. - De voorraad wordt niet gewaardeerd op de recente prijs maar op de historische prijs op de balans. Bowling en party centrum s-heerenberg BV heeft de volgende artikelen in voorraad: 1 januari voorraad 800 stuks à 4,60 14 januari ingekocht 400 stuks à 4,90 Op 28 januari worden er 600 artikelen à 7 verkocht volgens het fifo systeem: a. Bereken de inkoopwaarde van de verkoop op 28 januari. b. Bereken de brutowinst van deze verkoop. c. Bereken de balanswaarde op 31 januari. a. 600 x 4,60 = 2760 b. Omzet: 600 x 7 = 4200 Inkoopwaarde: 2760 1440 c. Van voorraad 1 januari zijn nog 200 artikelen aanwezig dus: 200 x 4,60= 920 van 14 januari nog 400 stuks dus: 400 x 4,90 = 1960 samen is dat 2880 Paragraaf 3. Lifo-systeem Lifo: Last in first out, de inkoopwaarde van de producten worden bepaald door de inkoopprijs van de goederen die het laatst zijn ingekocht. Bezwaren: - Stijgende prijzen leiden tot een hoge brutowinst. - De voorraadwaardering is onjuist, de waarde staat gelijk aan die van een hele oude partij. https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 9 van 11

Bowling en party centrum s-heerenberg BV heeft de volgende artikelen in voorraad: 1 januari voorraad 800 stuks à 4,60 14 januari ingekocht 400 stuks à 4,90 Op 28 januari worden er 600 artikelen à 7 verkocht volgens het lifo systeem: a. Bereken de inkoopwaarde van de verkoop op 28 januari. b. Bereken de brutowinst van deze verkoop. c. Bereken de balanswaarde op 31 januari. a. 400 x 4,90 = 1960 200 x 4,60 = 920 + 2880 b. Omzet: 600 x 7 = 4200 Inkoopwaarde: 2880 1320 c. Van voorraad 14 januari zijn nog 200 stuks over dus: 200x 4,60= 920 Paragraaf 4. Vaste verrekenprijs De vaste verrekenprijs: een schatting van de gemiddelde inkoopprijs (inclusief de geschatte inkoopkosten) voor een komende periode. = vvp Bij Bowling en partycentrum s-heerenberg is de vaste verrekenprijs voor een bowling pin 9 dit is als volgt vast gesteld: Geschatte inkoopprijs: 7,50 Geschatte inkoopkosten: 1,50 + 9 Januari 2011 1 januari: voorraad 1600 artikelen 4 januari: gekocht 500 artikelen à 7,70 11 januari: verkocht 1400 artikelen à 12,50 18 januari: verkocht 300 artikelen à 12,50 21 januari: ontvangen via vrachtnota van 600 24 januari: gekocht 500 artikelen à 7,80 28 januari: ontvangen een vrachtnota van 400 28 januari: betaald het salaris van een partime inkoper 800 a. Bereken voor januari: 1. Het gerealiseerde verkoopresultaat 2. Het resultaat op inkoopprijs 3. Het resultaat op inkoopkosten 4. Het resultaat op inkopen 5. De brutowinst b. Bereken de balanswaarde van de voorraad op 31 januari. a. 1. 11 januari: 1400 x ( 12,50-9)= ` 4900 18 januari: 300 x ( 12,50 9) = 1050 + 5950 https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 10 van 11

2. 4 januari: 500 x ( 7,70-7,50)= 100 24 januari: 500 x ( 7,80-7,50)= 150 + 250 3. 600 + 400 + 800 = 1800 1000 x 1,50 = 1500-300 4. 250 + 300 = 550 5. 5950-550 = 5400 b. Voorraad 1 januari: 1600 artikelen Gekocht: (500+500) 1000 artikelen + Verkocht: 2600 artikelen Verkocht: (1400+300) 1700 artikelen - Voorraad op 31 januari: 900 artikelen Balanswaarde: 900 x 9 = 8100 https://www.scholieren.com/verslag/40141 Pagina 11 van 11