Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Vergelijkbare documenten
Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Subjectieve gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Subjectieve Gezondheid

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Leefstijl en preventie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Screening van suikerziekte

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

SUBJECTIEVE GEZONDHEID

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Inleiding. Johan Van der Heyden

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische Ongelijkheden in Gezondheid

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Gezondheid en samenleving

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Inleiding. Bespreking pagina 1

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête, België Gezondheidsstatus. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Patiëntentevredenheid

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Contacten met beoefenaars van niet-conventionele geneeswijzen

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Gezondheid en Samenleving

Contacten met paramedische zorgverstrekkers

Medische preventie van cardiovasculaire aandoeningen

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Inleiding. Sabine Drieskens

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Inleiding. Bespreking pagina 1

Transcriptie:

Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index4.htm http://statbel.fgov.be Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Kristina Bayingana Stefaan Demarest Lydia Gisle Edith Hesse Pieter-Jan Miermans Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Logistieke steun : Monique Schoonenburg Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid: IPH/EPI REPORTS N 2006 035 Depotnummer : D/2006/2505/4

De opdrachtgevers van de Gezondheidsenquête 2004 B. Cerexhe Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Landbouwbeleid Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. Demotte Minister van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Federale regering C. Fonck Ministre de la Santé, de l'enfance et de l'aide à la Jeunesse Franse Gemeenschap B. Gentges Vize-Ministerpräsident, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus Duitstalige Gemeenschap G. Vanhengel Minister van de Brussels Gewestse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Informatica Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. Vervotte Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaamse Gemeenschap C. Vienne Ministre de la Santé, de l'action sociale et de l'egalité des chances Waals Gewest

Boek II Gezondheidstoestand Gezondheidsenquête België 2004 IPH/EPI REPORTS nr 2006-035

Algemene Inhoud Boek I Inleiding Methodologish rapport...5 Boek II Gezondheidstoestand Subjectieve Gezondheid...9 Chronische aandoeningen...47 Mentale gezondheid...191 Langdurige lichamelijke beperkingen...364 Tijdelijke beperkingen...495 Boek III Leefstijl Lichaamsbeweging...5 Voedingsstatus...112 Voedingsgewoontes...183 Gebruik van alcohol...260 Tabaksgebruik...386 Gebruik van illegale drugs...499 Gezondheid en seksualiteit...542 AIDS : kennis, attitudes en opsporing...596 Boek IV Preventie Vaccinatie...5 Cardiovasculaire preventie...114 Vroegtijdige opsporing van diabetes...183 Vroegtijdige opsporing van borstkanker...221 Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker...297

Boek V Medische Consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts...5 Ambulante contacten met de specialist...154 Contacten met de dienst spoedgevallen...274 Contacten met de tandarts...331 Contacten met paramedische zorgverstrekkers...465 Opname in het ziekenhuis... 525 Gebruik van geneesmiddelen... 649 Niet-conventionele geneeswijzen... 787 Boek VI Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van de gezondheidszorgen... 5 Socio-economische verschillen in gezondheid... 64 Gezondheid en omgeving... 80 Traumata... 155 Sociale gezondheid... 327 Gebruik sociale en preventieve diensten... 387 Boek VII Ouderen... 5 Boek VIII Internationale vergelijking... 5

Boek II Hoofdstuk 1 Subjectieve Gezondheid Jean Tafforeau Inleiding Gezondheidstoestand Subjectieve Gezondheid Leefstijl Preventie Medische consumptie Chronische aandoeningen Mentale gezondheid Beperkingen en participatieproblemen Gezondheid en samenleving Ouderen Internationale vergelijking Gezondheidsenquête, België 2004

Inhoudstafel SAMENVATTING... 9 DANKWOORD... 10 1. INLEIDING... 11 2. VRAGEN... 13 3. INDICATOREN... 14 4. RESULTATEN... 15 4.1. SUBJECTIEVE PERCEPTIE VAN DE GEZONDHEID (SH01_1)... 15 4.1.1. België... 15 4.1.2. Regio s... 16 4.1.3. Bijkomende analyses... 19 4.2. EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEID (SH02_1)... 19 4.2.1. België... 19 4.2.2. Regio s... 21 5. BESPREKING... 24 6. BIBLIOGRAFIE... 25 BASIS TABELLEN... 26 GESTANDAARDISEERDE TABELLEN... 35

Samenvatting De subjectieve gezondheid is een globale maatstaf die verschillende dimensies van gezondheid (fysiek, sociaal en emotioneel) omvat. De notie subjectieve appreciatie wijst erop dat het hier veeleer gaat om een emotionele reactie veeleer dan om een systematische cognitieve analyse. De subjectieve evaluatie van de gezondheid wordt beschouwd als een van de beste gezondheidsindicatoren en dit zowel op het individuele niveau als op het maatschappelijke niveau. Vele auteurs hebben aangetoond dat subjectieve perceptie van de eigen gezondheid goed de impact van klachten en ziekten waaraan de persoon lijdt, weerspiegelt. Daarnaast is subjectieve gezondheid duidelijk gelieerd met mortaliteit, morbiditeit, functionele beperkingen en het gebruik van gezondheidszorgen. In België oordeelt 77% van de bevolking dat hun gezondheid bevredigend is. Omgekeerd is 23% van de bevolking niet tevreden over de eigen gezondheid, een percentage dat stijgt tot 47% bij die personen van 75 jaar en ouder. 15% van de bevolking is van oordeel dat hun gezondheid er in het afgelopen jaar op is vooruitgegaan, 74% meldt geen veranderingen en 11% geeft aan dat hun gezondheid erop is achteruit gegaan. Het percentage vrouwen dat ontevreden zijn over de eigen gezondheid is vanaf de leeftijd van 45 jaar steeds groter dan bij de mannen. Aangaande subjectieve gezondheid kan een duidelijke socio-economische gradiënt vastgesteld worden: personen met een eerder beperkte opleiding geven relatief meer aan ontevreden te zijn over de eigen gezondheid: er dienen dan ook nog aanzienlijke maatregelen genomen te worden om te strijden tegen ongelijkheden op vlak van gezondheid. De resultaten voor 1997, 2001 en 2004 zijn quasi identiek. Dit betekent dat de indicatoren van subjectieve gezondheid zeer stabiel zijn in België en in elk van de gewesten afzonderlijk: er kan geen verbetering noch een verergering worden vastgesteld. Dit wil tevens zeggen dat de methodes gebruikt in het kader van de gezondheidsenquête voldoende robuust zijn om dit soort van resultaten jaar na jaar te produceren. Daarentegen kunnen wél regionale verschillen worden vastgesteld: 21% van de inwoners van het Vlaams Gewest is niet tevreden over de eigen gezondheid tegen 25% van de inwoners van het Brussels Gewest en 27% van de inwoners van het Waals Gewest (deze verschillen bestonden reeds in 1997 en 2001). - 9 -

Dankwoord Wij willen graag de volgende personen bedanken voor het nalezen van dit onderdeel en hun nuttige opmerkingen. Mevr. Heidi Cloots, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Gezondheidszorg, Entiteit Beleidsondersteuning Mevr. Martine CORIJN, Vlaams Wetenschappelijke Instelling, Centrum voor Bevolking en Gezin Studies Dhr. Wim PEERSMAN, Vakgroep Bevolkingswetenschappen en Sociale Wetenschappen Methoden, Universiteit Gent Mme. Christine Ruyters, Institut Wallon de l'evaluation, de la Prospective et de la Statistique - 10 -

1. Inleiding De vraag rond de subjectieve appreciatie van de gezondheid is één van de meest gebruikte vragen in gezondheidsenquêtes in Europa. Het gaat hierbij om het antwoord op de volgende vraag : hoe is uw algemene gezondheid? Het betreft dus duidelijk een subjectieve beoordeling over de eigen gezondheid. De subjectieve gezondheid is een globale indicator die verschillende dimensies van gezondheid (fysieke, sociale en emotionele) omvat. Ze wordt beïnvloed door de aanwezigheid van symptomen of specifieke klachten of door de diagnose van een mogelijke ziekte door een arts. Er werden reeds talrijke studies uitgevoerd naar de factoren die de inschatting van de eigen gezondheid beïnvloeden. Dit heeft tot dusver nog niet toegelaten om hiervan een precieze conceptuele omschrijving te geven (1). De notie subjectieve appreciatie wijst erop dat het hier veeleer gaat om een emotionele reactie dan om een systematische cognitieve analyse. De vraag verwijst zeker naar de gezondheidsstatus, maar wellicht ook naar de levenskwaliteit (in relatie tot gezondheid). Het is evident dat een beoordeling van de eigen gezondheid zeer subjectief is. De indicator is uitsluitend beperkt tot de beoordeling door het individu zelf en niet door iemand anders. Het is evenzeer evident dat de subjectieve gezondheid beïnvloed wordt door de impressies en meningen van anderen, maar het is nog altijd het individu zelf dat zal oordelen. Het feit dat in de vraag naar subjectieve gezondheid de term algemeen wordt gebruikt en niet nu geeft aan dat er niet getracht wordt de invloed van actuele gezondheidsproblemen te meten. Eén van de doelstellingen die gedefinieerd werden door de WGO, is erop gericht aan eenieder de mogelijkheid te geven om zijn eigen gezondheidspotentieel te ontwikkelen. Een reeks indicatoren werd voorgesteld op het domein van de gezonde levensverwachting. De subjectieve gezondheid kan als basis dienen voor de berekening van een dergelijke indicator. De subjectieve evaluatie van de gezondheid wordt beschouwd als een van de beste gezondheidsindicatoren en dit zowel op het individuele niveau als op bevolkingsniveau. De validiteit ervan werd al in talrijke studies aangetoond. Steeds kon een hechte samenhang vastgesteld worden tussen subjectieve gezondheid en tal van andere indicatoren i.v.m. de huidige en toekomstige gezondheid. Tal van auteurs hebben aangetoond dat de subjectieve perceptie van de gezondheidstoestand een weerspiegeling is van de impact van de klachten en ziekten waaraan de persoon lijdt (2). De subjectieve gezondheid is bovendien nauw verbonden met de mortaliteit (3), en een goede predictor voor de morbiditeit (4-10), de functionele status en het gebruik van gezondheidszorgen (11). De subjectieve perceptie van de gezondheid mag dan ook beschouwd worden als een nuttig instrument voor het bepalen van groepen binnen de samenleving met een hoger risico en als indicator voor de behoeften van een samenleving op het vlak van gezondheidszorgen. - 11 -

De subjectieve beoordeling van de eigen gezondheid laat voor een stuk toe de culturele diversiteit te overstijgen en op internationaal vlak de gezondheid van zeer verschillende populaties met elkaar te vergelijken. Omgekeerd kan deze subjectiviteit ook deels beïnvloed worden door een culturele geneigdheid om makkelijker te klagen of om eerder pessimistisch te zijn. Zo is bijvoorbeeld aangetoond dat de resultaten voor Portugal duidelijk beïnvloed zijn door een culturele eigenheid, die sterk verschilt met de andere Europese landen. Vanuit conceptueel oogpunt bestaan er nog enige twijfels omtrent de validiteit van een algemene vraag naar subjectieve gezondheid. Zo is het verband dat zou bestaan tussen subjectieve gezondheid en chronische morbiditeit nog niet duidelijk uitgeklaard, terwijl de relatie die er zou bestaan met de functionele status danig beïnvloed zou worden door etnische kenmerken (1). In het kader van de Gezondheidsenquête wordt tevens gepeild naar mogelijke veranderingen in de gezondheid gedurende het afgelopen jaar ( Reported Health Transition ). Longitudinale studies hebben aangetoond dat deze vraag nauw samenhangt met de reële evolutie van de fysieke en/of mentale gezondheid in de loop van deze referentieperiode (2). - 12 -

2. Vragen Vier vragen werden gebruik in het kader van de subjectieve gezondheid : Hoe is uw algemene gezondheidstoestand? 1. Zeer goed 2. Goed 3. Gaat wel (redelijk) 4. Slecht 5. Zeer slecht Hoe beoordeelt u uw gezondheidstoestand nu, in vergelijking met een jaar geleden? 1. Veel beter dan vorig jaar 2. Iets beter 3. Ongeveer hetzelfde 4. Iets slechter 5. Veel slechter Hebt u een langdurige ziekte of aandoening (gezondheidsprobleem)? Bent u, vanwege een gezondheidsprobleem, sinds 6 maanden of langer beperkt geweest in activiteiten die mensen gewoonlijk doen? - 13 -

3. Indicatoren De subjectieve gezondheid als dusdanig is zonder meer een van de belangrijke indicatoren voor de opvolging van gezondheid en kwaliteit van het leven. Zo is ze opgenomen in de tweede doelstelling van de Health for All van de WGO (11) en in de lijst van Europese Gezondheidsindicatoren (12). Een eerste indicator (SH01_1) is gebaseerd op de vraag naar subjectieve gezondheid ; hiervoor werden de aanbevelingen van de WGO gevolgd (11) waarbij de antwoorden zeer goed en goed in een categorie werden ondergebracht en de antwoorden redelijk, slecht en zeer slecht in een andere categorie. Deze indicator kan samen met de mortaliteitsgegevens gebruikt worden om de gezonde levensverwachting te meten (13). Een tweede indicator is gebaseerd op de vraag naar veranderingen in de gezondheidstoestand in de afgelopen 12 maanden (SH02_1). Hierbij worden drie categorieën beschouwd: betere, onveranderde en slechtere gezondheidstoestand (2). De vragen SH01, SH03 en SH04 zijn onderdeel van de Europese standaardmodule genaamde de Mini European Health Status Module (MEHM). De analyse van deze MEHM is hier niet voorzien omdat de wijze waarop de gegevens moeten geanalyseerd worden door de Euroreves-groep, die de module ontwikkeld heeft, nog niet omschreven werd. Bovendien worden de vragen SH03 en SH04 hernomen in de modules rond beperkingen (IL) en chronische aandoeningen (MB) in het hoofdstuk gezondheidsstatus. In dit onderdeel worden dus enkel de resultaten van de vragen SH01 en SH02 behandeld. De vragen rond subjectieve gezondheid zijn opgenomen in de schriftelijke vragenlijst. Hierdoor is enkel informatie aanwezig voor personen van 15 jaar en ouder. - 14 -

4. Resultaten 4.1. Subjectieve perceptie van de gezondheid (SH01_1) 4.1.1. België In België evalueert 26% van de bevolking (van 15 jaar en meer) de eigen gezondheid als zeer goed, 51% als goed, 19% als matig, 3% als slecht en 1% als zeer slecht. In totaal beschouwt 77% de eigen gezondheid als bevredigend (goed of zeer goed) en 23% als onbevredigend (matig, slecht of zeer slecht). Analyse volgens leeftijd en geslacht 25% van de vrouwen en 21% van de mannen bestempelt de eigen gezondheid als onbevredigend. Dit verschil is evenwel niet significant na correctie voor leeftijd. Figuur 1: Percentage van de bevolking (van 15 jaar en meer) met een slecht subjectieve gezondheid, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2004. Het percentage personen dat de eigen gezondheid als onbevredigend beschouwt, evolueert significant met de leeftijd. Dit percentage varieert tussen 8-16% bij die personen jonger dan 35 jaar en stijgt stelselmatig om uiteindelijk 47% te worden bij de personen van 75 jaar en meer. In bijna alle leeftijdsgroepen vanaf de leeftijd van 45 jaar leggen de percentages hoger bij vrouwen dan bij mannen (maar de verschillen zijn niet significant na correctie voor leeftijd). Analyse volgens opleidingsniveau Na correctie voor leeftijd en geslacht, varieert de subjectieve gezondheid op een significante wijze in functie van het opleidingsniveau (hoewel de verschillen soms niet erg groot zijn). 45% van die personen zonder diploma of met slechts een diploma lager onderwijs geeft aan in slechte (subjectieve) gezondheid. Deze proportie daalt daaropvolgend bij de hogere opleidingsniveaus om uiteindelijk nog 14% te bedragen bij diegenen met een diploma hoger onderwijs. - 15 -

Analyse volgens urbanisatiegraad 26% van diegenen die woonachtig zijn in stedelijk gebieden geeft aan dat hun gezondheid niet bevredigend is tegen 21% van diegenen woonachtig in landelijke gebieden. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Evolutie doorheen de tijd In 1997 evalueerde 78% van diegenen van 15 jaar en ouder de eigen gezondheid als goed tot zeer goed, 22% vond deze niet bevredigend. De resultaten bekomen in 2001 zijn quasi identiek (respectievelijk 76% en 24%). Dezelfde cijfers kunnen teruggevonden worden voor 2004 (respectievelijk 77% en 23%). Figuur 2: Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met een slechte subjectieve gezondheid, volgens regio en jaar, Gezondheidsenquête, België, 2004. 4.1.2. Regio s De subjectieve gezondheid varieert gevoelig volgens de regio: slechts 21% van de inwoners van het Vlaams Gewest beschouwt de eigen gezondheid als onbevredigend; dit percentage is gevoelig lager in vergelijking met het Brussels Gewest (25%) en het Waals Gewest (27%). Deze verschillen konden reeds in 1997 en 2001 teruggevonden worden. Deze verschillen zijn significant na controle voor leeftijd en geslacht, maar ook indien het opleidingsniveau meegenomen wordt in het logistisch regressiemodel : Een Odds Ratio van 1.6 voor het Brussels Gewest, indien het Vlaams Gewest als referentiecategorie wordt gebruikt, met een betrouwbaarheidsinterval van 1.3 tot 1.8 Een Odds Ratio van 1.5 voor het Waals Gewest, indien het Vlaams Gewest als referentiecategorie wordt gebruikt, met een betrouwbaarheidsinterval van 1.3 tot 1.8-16 -

Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest beschouwt 21% van de bevolking de eigen gezondheid als onbevredigend. Een zelfde profiel als dat van toepassing voor België kan hier vastgesteld worden. Enige uitzondering: er kunnen geen significante verschillen vastgesteld worden tussen de percentages in stedelijke of landelijke gebieden. In 1997 gaf 18% van diegenen ouder dan 15 jaar aan dat hun gezondheid niet bevredigend te vinden. De resultaten voor zowel 2001 als 2004 (21%) zijn iets minder positief, maar het verschil 1997 is niet significant na controle voor leeftijd en geslacht. Figuur 3: Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met een slechte subjectieve gezondheid, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2004 Vlaams Gewest. Brussels Gewest In het Brussels Gewest beschouwt 25% van de bevolking de eigen gezondheid als onbevredigend. Het profiel voor het Brussels Gewest verschilt in beperkte mate met deze van toepassing voor België: zelfs al is dit niet significant, toch is het verschil tussen mannen (23% vindt de eigen gezondheid onbevredigend) en vrouwen (28%) meer uitgesproken. Zoals dit ook voor België van toepassing is, kan voor het Brussels Gewest een gradiënt vastgesteld worden in functie van het opleidingsniveau, maar hier kan geen significant verschil vastgesteld worden tussen diegenen zonder diploma of met slechts een diploma lager onderwijs en diegenen met een diploma lager secundair. - 17 -

Figuur 4: Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met een slechte subjectieve gezondheid, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2004 Brussels Gewest. Waals Gewest In het Waals Gewest beschouwt 27% van de bevolking de eigen gezondheid als onbevredigend. Eenzelfde profiel als dat van toepassing voor België kan hier vastgesteld worden. Enige uitzondering: er kunnen geen significante verschillen vastgesteld worden tussen de percentages in stedelijke of landelijke gebieden. In 1997 gaf 27% van diegenen ouder dan 15 jaar aan dat hun gezondheid niet bevredigend te vinden. De resultaten voor 2001 (29%) waren iets minder positief, zonder daarom significant verschillend te zijn van deze van 1997. Voor 2004 kan exact hetzelfde percentage als voor 1997 teruggevonden worden (27%). Figuur 5: Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met een slechte subjectieve gezondheid, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2004 Waals Gewest. - 18 -

4.1.3. Bijkomende analyses Nationaliteit 23 % van diegenen met een Belgische nationaliteit (op het moment van de enquête) vindt hun gezondheid onbevredigend. Bij niet-belgen met een Europese nationaliteit gaat het om 31%, bij niet- Belgen zonder een Europese nationaliteit om 21%. Dit verschil is globaal genomen significant na correctie voor leeftijd en geslacht. In het Brussels Gewest vindt 26% van diegenen met een Belgische nationaliteit hun gezondheids onbevredigend. Bij niet-belgen met een Europese nationaliteit gaat het om 21%, bij niet-belgen zonder een Europese nationaliteit om 30%. Dit verschil is globaal genomen significant na correctie voor leeftijd en geslacht. De nodige voorzichtigheid dient aan de dag gelegd te worden bij de interpretatie van deze resultaten gezien het beperkt aantal niet-belgen in de gerealiseerde steekproef : zij maken ongeveer 7% uit van de steekproef en ongeveer 800 niet-belgen hebben geantwoord op vraag SH01 (waarvan 400 woonachtig zijn in het Brussels Gewest Evolutie van de gezondheid Bij diegenen die stellen tevreden te zijn over de eigen gezondheid geeft voor België 15% aan dat hun gezondheid erop vooruitgegaan is tijdens het afgelopen jaar, terwijl 80% vindt dat hun gezondheid onveranderd is gebleven. Omgekeerd, bij diegenen die niet tevreden zijn over de eigen gezondheid geeft 33% aan dat hun gezondheid erop is achteruitgegaan in het afgelopen jaar, terwijl 54% van oordeel is dat hun gezondheid onveranderd is gebleven. 4.2. Evolutie van de gezondheid (SH02_1) 4.2.1. België In België geeft 15% van diegenen (van 15 jaar en ouder) dat hun gezondheid erop is vooruitgegaan, 74% stelt dat deze dezelfde is gebleven en 11% is van oordeel hun gezondheid erop is achteruitgegaan. Analyse volgens geslacht en leeftijd Er kunnen hieromtrent geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen vastgesteld worden. - 19 -

Figuur 6 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat stelt dat hun gezondheid er in het afgelopen jaar is op achteruitgegaan, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Het percentage personen dat stelt dat hun gezondheid erop is achteruitgegaan in de loop van het afgelopen jaar hangt significant samen met de leeftijd : het zijn vooral diegene tussen 65 en 74 jaar (16%) en diegenen van 75 jaar en ouder (27%) die deze mening zijn toegedaan. Vanaf de leeftijd van 55 jaar liggen de percentages bij de vrouwen hieromtrent hoger dan bij de mannen, maar deze verschillen zijn niet significant. Analyse volgens opleidingsniveau Er bestaat een duidelijk significante samenhang tussen het opleidingsniveau en de (perceptie aangaande de) evolutie van de gezondheidstoestand. Na controle voor leeftijd en geslacht, kunnen twee groepen onderscheiden worden 1) Diegenen die niet op z n minst een diploma hoger onderwijs bezitten (10 à 18% is van oordeel dat hun gezondheidstoestand erop is achteruitgegaan); 2) Diegenen in het bezit van een diploma hoger onderwijs (ongeveer 8% is van oordeel dat hun gezondheidstoestand erop is achteruitgegaan); Analyse volgens urbanisatiegraad Er kan hieromtrent geen significante samenhang met de urbanisatiegraad worden vastgesteld. Evolutie over de tijd In 1997 gaf 11% van diegenen van 15 jaar en ouder aan van oordeel te zijn dat hun gezondheid erop was gegaan in het afgelopen jaar. De resultaten teruggevonden in 2001 (12,5%) wezen op een lichte verhoging maar in 2004 (11%) worden dezelfde resultaten als deze van 1997 bekomen. De verschillen tussen de jaren zijn niet significant, ; we kunnen er dus van uitgaan dat deze indicator relatief stabiel is in de tijd. - 20 -

Figuur 7 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat stelt dat hun gezondheid er in het afgelopen jaar is op achteruitgegaan, volgens regio en jaar, Gezondheidsenquête, België, 2004 4.2.2. Regio s 11% van de inwoners van het Vlaams Gewest zijn voor oordeel dat hun gezondheidstoestand erop is achteruit gegaan. Dit percentage is het hoogst in het Brussels Gewest met 13% (in het Brussels Gewest kan ook het hoogste percentage personen teruggevonden worden dat de eigen gezondheid als slecht beoordeelt). Voor het Waals Gewest gaat om 12% van de bevolking. Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest geeft 11% van de bevolking aan dat hun gezondheidstoestand erop is achteruit gegaan tijdens de afgelopen 12 maanden. Vooral personen in de leeftijdsgroepen 65 74 jaar en personen van 75 jaar of ouder geven dit aan. Eenzelfde profiel als dat van toepassing voor België kan hier vastgesteld worden. Er kunnen echter geen significante verschillen vastgesteld worden in functie van het opleidingsniveau. Figuur 8 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat stelt dat hun gezondheid er in het afgelopen jaar is op achteruitgegaan, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Vlaams Gewest - 21 -

Brussels Gewest In het Brussels Gewest geeft 13% van de bevolking aan dat hun gezondheidstoestand erop is achteruit gegaan tijdens de afgelopen 12 maanden. Eenzelfde profiel als dat van toepassing voor België kan hier vastgesteld worden. Er kan echter geen stijging in vergelijking met de resultaten van 2001 zoals dit wel het geval is voor België worden vastgesteld. Figuur 9 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat stelt dat hun gezondheid er in het afgelopen jaar is op achteruitgegaan, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Brussels Gewest Waals Gewest In het Waals Gewest geeft 12% van de bevolking aan dat hun gezondheidstoestand erop is achteruit gegaan tijdens de afgelopen 12 maanden. Eenzelfde profiel als dat van toepassing voor België kan hier vastgesteld worden. Er kunnen echter geen significante verschillen tussen de jaren worden vastgesteld. - 22 -

Figuur 10 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat stelt dat hun gezondheid er in het afgelopen jaar is op achteruitgegaan, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Waals Gewest - 23 -

5. Bespreking In België is het percentage vrouwen die klaagt over hun gezondheid vanaf de leeftijd van 45 jaar hoger in vergelijking met mannen. Dit fenomeen kan weliswaar niet op een systematische manier teruggevonden worden in de andere Europese landen (zie het hoofdstuk omtrent Europese vergelijkingen). Er kan een verschil teruggevonden worden tussen de stedelijke en de landelijke gebieden : relatief meer mensen woonachtig in een stedelijk gebied is ontevreden over hun gezondheid. Gaat het hier werkelijk om een stedelijk onwelbevinden? Zelfs indien deze verschillen significant zijn, zijn ze niet echt belangrijk (26% in vergelijking met 21%). Een zelfde samenhang kan ook teruggevonden worden in andere landen (13;14). Het is moeilijk een verklaring ervoor te vinden waarom niet Belgen met een Europese nationaliteit meer dan achter klagen over hun gezondheidstoestand. Het kan hier gaan om een cultureel fenomeen, gezien reeds op Europees vlak soms uitgesproken verschillen bestaan tussen de diverse landen (met name voor Portugal) die op een enkele andere wijze kan worden verklaard. Er dient hier wel aan toegevoegd te worden dat in 2001 er geen dergelijk verschil kon worden vastgesteld. De resultaten voor 1997, 2001 en 2004 zijn quasi identiek. Dit betekent dat de indicatoren van subjectieve gezondheid zeer stabiel zijn in België en in elk van de gewesten afzonderlijk: er kan geen verbetering noch een verergering worden vastgesteld. Dit wil tevens zeggen dat de methodes gebruikt in het kader van de gezondheidsenquête voldoende robuust zijn om dit soort van resultaten jaar na jaar te produceren. Er dient onderlijnd te worden dat er sprake is van een socio-economische gradiënt: diegenen met een eerder beperkte opleiding klagen meer dan anderen over hun gezondheid. Er dienen dus nog doortastende maatregelen genomen te worden om sociale ongelijkheid op het vlak van gezondheid te bestrijden. Alhoewel die weinig uitgesproken zijn, zijn er verschillen tussen de gewesten met een betere (subjectieve) gezondheidstoestand in het noorden van het land. Deze verschillen bestonden reeds in 1997 en 2001. Dit kan niet enkel verklaard worden door te wijzen op de globaal slechtere scores voor het Brussels en Waals Gewest, maar ook omdat het percentage personen dat er ontevreden is over hun gezondheid reeds in de jongere leeftijdsgroepen relatief sterk toeneemt, zoals in de leeftijdgroep 45 54 jaar. - 24 -

6. Bibliografie (1) König-Zahn C, Furer JW, Tax B. Het meten van de gezondheidstoestand. Beschrijving en evaluatie van vragenlijsten. 1. Algemene gezondheid. Assen: Van Gorcum, 1993. (2) Ware Jr JE. SF-36 Health Survey: manual and interpretation guide. Boston: The Health Institute, New England Medical Center, 1993. (3) Idler EL, Kasl S. Health perception and survival: do global evaluations of health status really predict mortality? Journal of Gerontology: Social Sciences 1991; 46(2):S55-65. (4) Grant MD, Piotrowski ZH, Chappell R. Self-reported health and survival in the longitudinal study of aging, 1984-1986. J Clin Epidemiol 1995; 48(3):375-387. (5) Mossey JM, Shapiro E. Self-rated health: A predictor of mortality among the elderly. Am J Public Health 1982; 72:800-808. (6) Wolinsky FD, Johnson RJ. Perceived Health Status and Mortality Among Older Men and Women. Journals of Gerontology 1992; 47(6):S304-S312. (7) Wolinsky FD, Callahan CM, Johnson RJ. Subjective health status and mortality in the elderly. Facts and Research in Gerontology 1994: Epidemiology and Aging 1994;13-27. (8) McCallum J, Shadbolt B, Wang D. Self-rated health and survival: A 7-year follow-up study of Australian elderly. Am J Public Health 1994; 84:1100-1105. (9) Valkonen T, Sihvonen AP, Lahelma E. Health expectancy by level of education in Finland. Soc Sci Med 1997; 44(6):801-808. (10) Yu ES, Kean YM, Slymen DJ, Liu WT, Zhang M, Katzman R. Self-perceived health and 5-year mortality risks among the elderly in Shanghai, China [see comments]. Am J Epidemiol 1998; 147(9):880-890. (11) Kramers PG. The ECHI project: health indicators for the European Community. Eur J Publ Health 2003; 13(3 Suppl):101-106. (12) Van Oyen H, Tafforeau J, Roelands M. Regional inequities in health expectancy in Belgium. Soc Sci Med 1996; 43(11):1673-1678. (13) Mackenbach JP. Inequalities in health in the Netherlands according to age, gender, marital status, level of education, degree of urbanization, and region. Eur J Publ Health 1993; 3:112-118. (14) Weich S, Lewis G, Jenkins SP. Income inequality and self rated health in Britain. J Epidemiol Community Health 2002; 56(6):436-441. - 25 -

Basis tabellen België SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND... 27 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR... 28 Vlaams gewest SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND... 29 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR... 30 Brussels gewest SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND... 31 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR... 32 Waals gewest SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND... 33 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) VOLGENS DE EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR... 34-26 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand BELGIE Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand SH01_1 Goed tot zeer goed Zeer slecht tot redelijk % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 78.8 21.2 4375 75.2 24.8 5048 76.9 23.1 9423 92.2 7.8 1036 88.7 11.3 1374 83.4 16.6 1580 74.6 25.4 1480 71.2 28.8 1283 61.3 38.7 1331 46.9 53.1 1339 76.9 23.1 9423 55.1 44.9 1468 69.5 30.5 1676 79.5 20.5 2750 86.4 13.6 3213 77.0 23.0 9107 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied 74.5 25.5 3539 77.2 22.8 2985 78.9 21.1 2899 76.9 23.1 9423 VERBLIJFPLAATS (REGIO) JAAR Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest 1997 2001 2004 jaren 79.3 20.7 3624 74.6 25.4 2158 72.9 27.1 3641 76.9 23.1 9423 78.3 21.7 7953 76.2 23.8 9366 76.9 23.1 9423 77.1 22.9 26742 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-27 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar BELGIE Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar SH02_1 Iets - veel beter Ongeveer hetzelfde Veel - iets slechter % % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 14.6 75.1 10.2 4365 14.9 73.3 11.8 5046 14.8 74.2 11.0 9411 18.5 77.3 4.2 1036 17.1 75.2 7.7 1374 15.9 74.7 9.4 1579 15.2 74.8 10.0 1482 14.3 73.5 12.2 1277 9.9 73.8 16.3 1327 7.5 65.6 27.0 1336 14.8 74.2 11.0 9411 12.6 69.0 18.4 1462 12.1 73.8 14.1 1666 13.8 76.0 10.2 2750 17.0 75.5 7.5 3217 14.5 74.5 11.0 9095 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied 17.9 69.9 12.2 3533 13.3 76.1 10.6 2982 13.6 76.0 10.4 2896 14.8 74.2 11.0 9411 VERBLIJFPLAATS (REGIO) JAAR Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest 1997 2001 2004 jaren 14.1 75.7 10.2 3620 18.7 67.9 13.4 2152 15.0 73.1 11.9 3639 14.8 74.2 11.0 9411 15.2 74.0 10.8 7938 13.2 74.3 12.5 9354 14.8 74.2 11.0 9411 14.3 74.2 11.5 26703 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-28 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand VLAAMS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand SH01_1 Goed tot zeer goed Zeer slecht tot redelijk % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 81.1 18.9 1729 77.6 22.4 1895 79.3 20.7 3624 93.7 6.3 392 89.4 10.6 499 85.0 15.0 581 79.9 20.1 573 76.4 23.6 498 64.0 36.0 564 47.6 52.4 517 79.3 20.7 3624 57.2 42.8 615 72.9 27.1 627 82.9 17.1 1140 87.0 13.0 1139 79.2 20.8 3521 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied 75.9 24.1 798 79.6 20.4 1790 81.6 18.4 1036 79.3 20.7 3624 JAAR 1997 2001 2004 jaren 81.7 18.3 2849 79.2 20.8 3330 79.3 20.7 3624 80.0 20.0 9803 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-29 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar VLAAMS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar SH02_1 Iets - veel beter Ongeveer hetzelfde Veel - iets slechter % % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 13.9 76.0 10.1 1725 14.3 75.4 10.3 1895 14.1 75.7 10.2 3620 17.2 79.4 3.5 392 16.6 76.7 6.7 500 15.9 74.7 9.4 580 14.7 76.9 8.4 574 13.3 77.1 9.6 495 8.6 75.8 15.6 562 7.7 64.2 28.1 517 14.1 75.7 10.2 3620 12.0 69.6 18.4 616 10.1 77.3 12.6 624 13.1 77.8 9.1 1139 17.2 75.7 7.1 1138 13.9 75.8 10.2 3517 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied 16.5 72.3 11.2 799 13.2 76.9 9.9 1788 13.8 76.2 10.1 1033 14.1 75.7 10.2 3620 JAAR 1997 2001 2004 jaren 14.7 75.7 9.5 2844 12.0 76.3 11.7 3324 14.1 75.7 10.2 3620 13.5 75.9 10.5 9788 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-30 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand BRUSSELS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand SH01_1 Goed tot zeer goed Zeer slecht tot redelijk % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU JAAR Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 1997 2001 2004 jaren 77.3 22.7 957 72.3 27.7 1201 74.6 25.4 2158 88.8 11.2 229 86.5 13.5 386 75.9 24.1 370 71.1 28.9 297 68.4 31.6 254 61.6 38.4 277 45.3 54.7 345 74.6 25.4 2158 60.9 39.1 276 60.1 39.9 356 72.6 27.4 532 84.3 15.7 919 74.6 25.4 2083 74.8 25.2 2312 74.3 25.7 2235 74.6 25.4 2158 74.6 25.4 6705 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-31 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar BRUSSELS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar SH02_1 Iets - veel beter Ongeveer hetzelfde Veel - iets slechter % % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU JAAR Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 1997 2001 2004 jaren 18.1 69.7 12.2 954 19.3 66.3 14.4 1198 18.7 67.9 13.4 2152 28.2 63.6 8.2 229 21.4 66.6 12.0 385 18.3 69.9 11.8 368 16.8 71.8 11.4 297 15.9 70.3 13.8 254 15.7 68.3 16.0 276 7.2 61.9 30.9 343 18.7 67.9 13.4 2152 17.7 65.7 16.7 273 17.8 63.5 18.7 354 19.9 65.7 14.3 531 18.3 72.2 9.5 919 18.6 68.3 13.1 2077 16.0 70.4 13.6 2307 17.1 68.9 14.0 2230 18.7 67.9 13.4 2152 17.2 69.1 13.7 6689 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-32 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand WAALS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de subjectieve gezondheidstoestand SH01_1 Goed tot zeer goed Zeer slecht tot redelijk % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 74.6 25.4 1689 71.4 28.6 1952 72.9 27.1 3641 90.3 9.7 415 88.2 11.8 489 82.2 17.8 629 65.7 34.3 610 61.6 38.4 531 55.7 44.3 490 45.9 54.1 477 72.9 27.1 3641 49.3 50.7 577 65.4 34.6 693 74.7 25.3 1078 85.7 14.3 1155 73.3 26.7 3503 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied 72.0 28.0 583 70.4 29.6 1195 75.5 24.5 1863 72.9 27.1 3641 JAAR 1997 2001 2004 jaren 73.0 27.0 2792 71.3 28.7 3801 72.9 27.1 3641 72.4 27.6 10234 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-33 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar WAALS GEWEST Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) volgens de evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar SH02_1 Iets - veel beter Ongeveer hetzelfde Veel - iets slechter % % % N GESLACHT LEEFTIJDSGROEP OPLEIDINGSNIVEAU Man Vrouw 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 + Lager of geen diploma Lager middelbaar Hoger middelbaar Hoger onderwijs 15.1 75.0 10.0 1686 14.9 71.5 13.6 1953 15.0 73.1 11.9 3639 18.2 77.4 4.4 415 16.3 75.7 8.0 489 15.1 75.9 9.0 631 15.8 71.8 12.4 611 15.9 67.1 17.0 528 11.1 70.8 18.0 489 7.2 69.3 23.6 476 15.0 73.1 11.9 3639 12.6 68.7 18.7 573 14.5 69.7 15.9 688 13.8 74.9 11.3 1080 16.3 76.2 7.6 1160 14.6 73.6 11.9 3501 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Halfstedelijk gebied Landelijk gebied 19.6 67.7 12.7 582 13.6 73.7 12.7 1194 13.4 75.7 10.8 1863 15.0 73.1 11.9 3639 JAAR 1997 2001 2004 jaren 15.7 71.9 12.4 2787 14.5 72.0 13.5 3800 15.0 73.1 11.9 3639 15.0 72.4 12.6 10226 Bron: Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2004-34 -

Gestandaardiseerde tabellen België SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND - GEZONDHEIDSENQUÊTE, BELGIË 2004... 36 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR - GEZONDHEIDSENQUÊTE, BELGIË 2004... 37 Vlaams gewest SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND - GEZONDHEIDSENQUÊTE, BELGIË 2004... 38 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR... 39 Brussels gewest SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND - GEZONDHEIDSENQUÊTE, BELGIË 2004... 40 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR - GEZONDHEIDSENQUÊTE, BELGIË 2004... 41 Waals gewest SH01_1 SH02_1 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT SUBJECTIEVE GEZONDHEIDSTOESTAND - GEZONDHEIDSENQUÊTE, BELGIË 2004... 42 PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING (VAN 15 JAAR EN OUDER) MET SLECHT EVOLUTIE VAN DE SUBJECTIEVE GEZONDHEID IN HET AFGELOPEN JAAR - GEZONDHEIDSENQUÊTE, BELGIË 2004... 43-35 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht subjectieve gezondheidstoestand - België Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 21,2 19,4 (17,8-21,2) 4375 Vrouw 24,8 22,1 (20,4-24,0) 5048 LEEFTIJDSGROEP 15-24 7,8 7,8 (5,8-10,5) 1036 25-34 11,3 11,3 (9,1-14,0) 1374 35-44 16,6 16,6 (14,2-19,4) 1580 45-54 25,4 25,4 (22,4-28,6) 1480 55-64 28,8 28,7 (25,6-32,1) 1283 65-74 38,7 38,6 (34,9-42,3) 1331 75+ 53,1 52,7 (48,2-57,3) 1339 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 44,9 35,3 (31,3-39,4) 1468 Lager secundair 30,5 25,4 (22,5-28,4) 1676 Hoger secundair 20,5 19,9 (17,8-22,2) 2750 Hoger onderwijs 13,6 14,1 (12,1-16,3) 3213 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 25,5 24,0 (21,7-26,4) 3539 Halfstedelijk gebied 22,8 20,3 (18,4-22,3) 2985 Landelijk gebied 21,1 18,3 (16,0-20,8) 2899 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 20,7 18,0 (16,3-19,9) 3624 Brussels Gewest 25,4 24,4 (22,0-26,9) 2158 Waals Gewest 27,1 25,1 (22,9-27,4) 3641 JAAR 1997 21,7 22,1 (20,6-23,6) 7953 2001 23,8 21,4 (20,2-22,6) 9366 2004 23,1 20,6 (19,3-21,9) 9423 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 36 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar - België Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 10,2 9,6 (8,4-10,9) 4365 Vrouw 11,8 10,6 (9,5-11,8) 5046 LEEFTIJDSGROEP 15-24 4,2 4,2 (2,9-5,9) 1036 25-34 7,7 7,7 (5,9-9,9) 1374 35-44 9,4 9,4 (7,4-11,9) 1579 45-54 10,0 10,0 (8,1-12,3) 1482 55-64 12,2 12,2 (10,1-14,7) 1277 65-74 16,3 16,3 (13,8-19,1) 1327 75+ 27,0 26,8 (23,1-30,8) 1336 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 18,4 13,8 (11,2-16,9) 1462 Lager secundair 14,1 11,9 (10,0-14,1) 1666 Hoger secundair 10,2 10,1 (8,6-11,8) 2750 Hoger onderwijs 7,5 7,8 (6,5-9,3) 3217 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 12,2 11,4 (9,8-13,2) 3533 Halfstedelijk gebied 10,6 9,7 (8,4-11,1) 2982 Landelijk gebied 10,4 9,4 (8,0-10,9) 2896 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 10,2 9,2 (8,1-10,5) 3620 Brussels Gewest 13,4 12,7 (11,1-14,5) 2152 Waals Gewest 11,9 11,0 (9,6-12,6) 3639 JAAR 1997 10,8 11,2 (10,2-12,3) 7938 2001 12,5 11,8 (10,9-12,7) 9354 2004 11,0 10,4 (9,5-11,3) 9411 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 37 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht subjectieve gezondheidstoestand - Vlaams Gewest Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 18,9 16,8 (14,6-19,2) 1729 Vrouw 22,4 19,5 (17,0-22,2) 1895 LEEFTIJDSGROEP 15-24 6,3 6,2 (3,8-10,0) 392 25-34 10,6 10,6 (7,6-14,6) 499 35-44 15,0 15,0 (11,6-19,1) 581 45-54 20,1 20,1 (16,3-24,4) 573 55-64 23,6 23,6 (19,5-28,2) 498 65-74 36,0 35,9 (31,1-41,1) 564 75+ 52,4 52,1 (45,5-58,5) 517 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 42,8 30,4 (25,3-36,0) 615 Lager secundair 27,1 22,0 (18,3-26,2) 627 Hoger secundair 17,1 16,6 (14,0-19,5) 1140 Hoger onderwijs 13,0 14,0 (11,0-17,6) 1139 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 24,1 22,4 (18,8-26,4) 798 Halfstedelijk gebied 20,4 17,6 (15,4-20,0) 1790 Landelijk gebied 18,4 15,7 (12,4-19,6) 1036 JAAR 1997 18,3 18,8 (16,8-20,9) 2849 2001 20,8 18,4 (16,7-20,2) 3330 2004 20,7 17,8 (16,1-19,6) 3624 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 38 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar Vlaams Gewest Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 10,1 9,2 (7,6-11,0) 1725 Vrouw 10,3 9,0 (7,6-10,6) 1895 LEEFTIJDSGROEP 15-24 3,5 3,5 (2,1-5,6) 392 25-34 6,7 6,7 (4,5-9,8) 500 35-44 9,4 9,4 (6,5-13,3) 580 45-54 8,4 8,4 (6,0-11,7) 574 55-64 9,6 9,6 (7,0-13,2) 495 65-74 15,6 15,6 (12,3-19,5) 562 75+ 28,1 28,1 (22,8-34,0) 517 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 18,4 12,4 (9,1-16,6) 616 Lager secundair 12,6 10,2 (7,9-13,0) 624 Hoger secundair 9,1 8,9 (7,1-11,2) 1139 Hoger onderwijs 7,1 7,5 (5,7-10,0) 1138 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 11,2 10,1 (7,9-13,0) 799 Halfstedelijk gebied 9,9 8,7 (7,1-10,5) 1788 Landelijk gebied 10,1 8,9 (7,0-11,3) 1033 JAAR 1997 9,5 10,1 (8,8-11,6) 2844 2001 11,7 11,1 (9,8-12,4) 3324 2004 10,2 9,5 (8,4-10,8) 3620 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 39 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht subjectieve gezondheidstoestand - Brussels Gewest Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 22,7 22,6 (19,5-26,0) 957 Vrouw 27,7 26,9 (23,9-30,1) 1201 LEEFTIJDSGROEP 15-24 11,2 11,1 (7,4-16,2) 229 25-34 13,5 13,5 (9,6-18,6) 386 35-44 24,1 24,0 (19,6-29,2) 370 45-54 28,9 28,7 (23,0-35,2) 297 55-64 31,6 31,6 (25,4-38,4) 254 65-74 38,4 38,1 (31,7-44,9) 277 75+ 54,7 54,0 (47,5-60,4) 345 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 39,1 38,3 (30,4-46,8) 276 Lager secundair 39,9 35,5 (29,7-41,9) 356 Hoger secundair 27,4 27,6 (23,0-32,7) 532 Hoger onderwijs 15,7 15,7 (13,0-18,8) 919 JAAR 1997 25,2 25,2 (22,6-28,0) 2312 2001 25,7 24,4 (22,3-26,7) 2235 2004 25,4 24,8 (22,5-27,2) 2158 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 40 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar - Brussels Gewest Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 12,2 12,2 (9,9-14,9) 954 Vrouw 14,4 13,8 (11,7-16,1) 1198 LEEFTIJDSGROEP 15-24 8,2 8,1 (5,1-12,7) 229 25-34 12,0 12,0 (8,7-16,3) 385 35-44 11,8 11,7 (8,5-16,0) 368 45-54 11,4 11,4 (7,7-16,4) 297 55-64 13,8 13,8 (9,9-18,8) 254 65-74 16,0 15,8 (11,5-21,3) 276 75+ 30,9 30,5 (24,9-36,7) 343 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 16,7 15,8 (11,5-21,2) 273 Lager secundair 18,7 16,1 (12,1-21,2) 354 Hoger secundair 14,3 14,0 (10,7-18,2) 531 Hoger onderwijs 9,5 9,6 (7,7-11,9) 919 JAAR 1997 13,6 13,4 (11,3-15,9) 2307 2001 14,0 13,2 (11,6-15,0) 2230 2004 13,4 13,0 (11,4-14,8) 2152 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 41 -

SH01_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht subjectieve gezondheidstoestand - Waals Gewest Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 25,4 23,5 (20,5-26,9) 1689 Vrouw 28,6 25,5 (22,6-28,7) 1952 LEEFTIJDSGROEP 15-24 9,7 9,7 (6,1-15,1) 415 25-34 11,8 11,8 (8,1-16,7) 489 35-44 17,8 17,8 (14,2-22,0) 629 45-54 34,3 34,3 (28,9-40,0) 610 55-64 38,4 38,4 (33,1-44,0) 531 65-74 44,3 44,2 (38,1-50,5) 490 75+ 54,1 53,8 (46,5-60,9) 477 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 50,7 43,9 (37,2-50,9) 577 Lager secundair 34,6 28,3 (23,5-33,6) 693 Hoger secundair 25,3 24,5 (20,6-29,0) 1078 Hoger onderwijs 14,3 13,6 (11,1-16,5) 1155 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 28,0 25,8 (20,7-31,7) 583 Halfstedelijk gebied 29,6 27,7 (24,1-31,5) 1195 Landelijk gebied 24,5 21,3 (18,4-24,6) 1863 JAAR 1997 27,0 27,4 (24,8-30,1) 2792 2001 28,7 26,0 (24,1-28,1) 3801 2004 27,1 24,5 (22,3-26,8) 3641 * Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 42 -

SH02_1 Percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) met slecht evolutie van de subjectieve gezondheid in het afgelopen jaar - Waals Gewest Ruw % Gecorrigeerd %* (+95% BI) N GESLACHT Man 10,0 9,4 (7,6-11,5) 1686 Vrouw 13,6 12,3 (10,2-14,8) 1953 LEEFTIJDSGROEP 15-24 4,4 4,3 (2,1-8,7) 415 25-34 8,0 7,9 (4,7-12,8) 489 35-44 9,0 8,9 (6,5-12,0) 631 45-54 12,4 12,3 (9,0-16,6) 611 55-64 17,0 16,8 (13,0-21,3) 528 65-74 18,0 17,7 (13,6-22,8) 489 75+ 23,6 22,8 (17,6-28,9) 476 OPLEIDINGSNIVEAU Lager of geen diploma 18,7 15,4 (10,9-21,3) 573 Lager secundair 15,9 13,4 (9,9-17,9) 688 Hoger secundair 11,3 11,1 (8,5-14,2) 1080 Hoger onderwijs 7,6 7,4 (5,8-9,3) 1160 URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied 12,7 11,7 (8,2-16,4) 582 Halfstedelijk gebied 12,7 11,6 (9,3-14,3) 1194 Landelijk gebied 10,8 9,6 (8,0-11,5) 1863 JAAR 1997 12,4 12,5 (10,8-14,5) 2787 2001 13,5 12,6 (11,3-14,1) 3800 2004 11,9 11,2 (9,8-12,8) 3639 *Correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel - 43 -