Rolstoelkarakteristieken

Vergelijkbare documenten
Psychometrische eigenschappen van de 6 minuten push test en de one stroke push test. voor kinderen met een spastische cerebrale parese

Onderzoeksprotocol voor rolstoelrijdende kinderen gericht op aeroob en anaeroob uithoudingsvermogen

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf

Handleiding Rolstoelvaardigheden

Interval Shuttle Run Test KNKV

Afstudeerproject Maximale Interval Shuttle Run Test van getrainde voetballers. Hogeschool Rotterdam door: Simone Guinée en Pauline van Donkelaar.

14 Stap-stap-sprong. A-pupillen B-pupillen C-pupillen Mini-pupillen. In de verte In de hoogte Met een stok Meervoudig. Lopen Werpen Springen

Les 2 Talentontwikkeling Opdrachtenblad

INTERVENTIESTUDIE. Fitkids, a Nationwide exercise therapy program in the Netherlands: is it effective?

Dynamic Gait Index (DGI)

Instructie- en scoreformulieren aanstellingskeuring

Pvo LAAT ZE MAAR LOPEN.. MAAR WEL MET EEN HART

B8. Functionele fysieke test: aanstellingskeuringbrandbestrijdingstest. Benodigdheden aanstellingskeuringbrandbestrijdingstest

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Kijkwijzer talentherkenning en -ontwikkeling November 2011

AANVULLING VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE: TEKST LEZEN

Wetenschappelijk Onderzoek

Prinsen en prinsessen les 7. Doelen:

Activiteiten bij het thema Waarnemen en bewegen uit de boekenreeks Wetenschappelijke doorbraken de klas in! (boek 3, 2014)

VERDIEPINGSSTOF LEEREENHEID 10

Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden.

Questionnaire (in Dutch): LASAB034 / LASAC034 / LASAD034 / LASAE034 / LAS2B034 / LASAF034 / LASAG034 / LASAH034 / LAS3B034 / LASMB034 / LASAI034

Acht leesadviezen voor thuis

7UDLQLQJYRRU*HUW-DQ. Datum : maandag 19 juli 2004 Doel : aëroob 0-1, techniek, snelheid. Vooraf : drinken (minimaal 1 glas!!!

Doelgroep: groep 7/8. Ontwikkelt en bedacht door: Renske Brouwer, Lisette Centen, Maud Löring en Inge Vogelsangs

Mini-BESTest: Balance Evaluation Systems Test

De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je?

oefening Elke speler staat in zijn/haar vak. De spelers spelen naar elkaar over dit doeje ongeveer 5 minuten per oefening.

Algemene regels bij het testen

En dit alles met als hoofddoel: het verbeteren van de prestaties op het veld en een zo hoog mogelijke eindklassering op de ranglijst die seizoen!

B-FIT TRAININGSWIJZER. Appendix 2

SELECTIE PROCEDURE ON ICE TEST

Instructies voor de testafname Groep 5

Bijlage 2: 3.2 onderzoek

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Instructies voor de testafname Groep 6

Copyright 2016 In Gezondheid BVBA Rapid Fatloss onderdeel van Bioprofile

Instructies voor de testafname Groep 4

FVT_UM Fysieke Vaardigheids Toets Beschrijving/instructie parcours

6.a.1. GESTANDAARDISEERDE MMSE

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

BURN- OUT RISICO CHECK

Voorbeeld 1. Kan je langer (aantal keer) touwtje springen als het touw precies op een metronoom gedraaid wordt?

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde

Hoogspringen. Rol van de begeleider

Uitvoeringsprotocol MAG-test. (Bijlage Reglement MAG test)

Freewheelen. Notities voor de leerkracht

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)

HOE BEGELEID IK HET FIETSBREVET ZILVER?

Groep 3 t/m 8. Woensdag 10 september. Toolenburgse plas

Cycling Vlaanderen Proef

1. Beenbeweging. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Materiaal:

Antwoordmodel Reglemententoets wedstrijdleiders / scheidsrechter Wedstrijdreglement 2016/2017

Fietswielspellen. Een uitgave van Veilig Verkeer Nederland. Leuke fietslessen voor alle groepen!

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

4.1 Het uitdelen van de antwoordbladen en de testboekjes.

Mini-BESTest: Balance Evaluation Systems Test

Groep Inleiding. 2. Het invullen van leerling informatie. 3. Maken van voorbeelden voor de testafname

Educatieve Verkeerstuin

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training?

Trainingsprogramma C-junioren

Rijschool Amstelland

Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur ( uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.

Bijzondere verrichtingen

Instructie voor de afname

Nevobo Inhoud: CMV werkgroep Eindredactie: Communicatie Nevobo Coördinatie: Jacqueline de Wit, Ruben Nijhuis. Eerste druk, maart 2011

Overgangsexamen van B naar C April 2012

KNGF-richtlijn Beroerte

MEN TREC Hindernis beschrijvingen

Bijzondere Verrichtingen CBR

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

Lesfiche 1 FIETSCONTROLE EN INDIVIDUELE VAARDIGHEDEN.

01. Smashen op voorwerp

Maximale inspanningstest

Bal oefeningen. Parcourtje 1. Zet een parcour op conform de afbeelding.

SEIZOEN 2017 WOD 2 RX WOD 3 RX FOR TIME AMRAP ROND ZO SNEL MOGELIJK AF OF BEHAAL ZOVEEL MOGELIJK HERHALINGEN ALS MOGELIJK IN 10 MINUTEN VAN:

LESBRIEF LOPEN ALS EEN MENS

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

KAMPHUIS "DE BLOKKEN" BAARLE - NASSAU

Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld

Doel: Je kunt je eigen lichaamsgewicht beoordelen en diagrammen invullen en aflezen.

TRI-TENNIS NEDERLAND DIVERSE SPELVORMEN. zowel voor jong als oud, ongeacht je spelniveau

Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau

Parantee vzw Zuiderlaan Gent T TORBAL RICHTLIJNEN TESTPROCEDURE

Instructies voor de testafname Groep 4

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG

spelregels Paul de Leeuw

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 1

Leestekst Een kus op een been

Special Olympics Belgium. Floorbal: Skills. Januari Belgium

NSCCT. Instructies voor de testafname. Groep NIET SCHOOLSE COGNITIEVE CAPACITEITEN TEST

LEESHUIS. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

LES 22. GROEP: 3 t/m 8 FITNESSLES

De condensator en energie

TEST JEZELF (WERKBLAD BIJ ANIMATIE 3)

Parantee-Psylos vzw Zuiderlaan Gent T Boccia

Transcriptie:

Rolstoelkarakteristieken Merk rolstoel Type / nummer ADL rolstoel of sportrolstoel Datum levering Merk banden Bandenspanning Gewicht Rolstoel in kg Datum laatste keer aangepast Wat is er toen aangepast tov vorige meting NB: Banden worden 0,5 bar onder de maximale aanbevolen bandenspanning opgepompt. Het maximale aantal bar staat op de zijkant van de band aangegeven. Indien de druk in PSI staat aangeven, worden ze 5 PSI onder de maximale aanbevolen bandenspanning opgepompt. Bandenspanning wordt altijd op dezelfde wijze gemeten; bij voorkeur met het kind uit de rolstoel en de rolstoel dient niet op de rem te staan. Let op dat veranderingen aan de rolstoel van grote invloed kunnen zijn op de prestaties. Tijdens de metingen de vervoersstang (indien aanwezig) eraf halen!

OneStroke Push Test (uitleg) Behendigheid Materialen: Meetlint Tape Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een startlijn met een kruis.. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijn over is, zodat het kind zo ver mogelijk kan rijden. start Afstand in meters Uitvoering: Zorg dat de proefpersoon klaarstaat met zijn/haar voorwielen achter de startlijn en het kruis tussen de voeten. Nu is het de bedoeling dat de proefpersoon met één slag zichzelf zover mogelijk naar voren verplaatst. Deze test wordt drie keer herhaald, zodat achteraf een gemiddelde afstand kan worden bepaald. Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Bij deze test moet je proberen vanuit stilstand een zo groot mogelijke afstand af te leggen met maar één slag. Je start met je voorwielen achter de startlijn en dan probeer je om in een slag zo ver mogelijk naar voren te rijden. Leg je handen op je schoot en laat jezelf vervolgens uitrollen tot je helemaal stilstaat en dan kom ik de afstand opmeten die je hebt afgelegd. In totaal doen we dit drie keer. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind echt een zo goed mogelijke slag maakt. Aanmoedigen: n.v.t. Noteren: Na uitrollen wordt de afgelegde afstand gemeten in meters met 2 cijfers achter de komma nauwkeurig, vanaf de startlijn tot de voorwielen. Wanneer de proefpersoon schuin rijdt, dan wordt de afstand vanaf de startlijn tot aan het verste voorwiel genomen. Als de proefpersoon schuin rijdt (een afwijking heeft) dan de lente(x) meten, en de breedte(y). X Y

OneStroke Push Test (scoreformulier) Behendigheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee (In meters met 2 cijfers achter de komma) Poging 1 Poging 2 Poging 3 Gemiddelde (Bij afwijking) Poging 1: X: Y: in meters met 2 cijfers achter de komma Poging 2: X: Y: in meters met 2 cijfers achter de komma Poging 3: X: Y: in meters met 2 cijfers achter de komma

10x5 Meter Sprint Test (uitleg) Behendigheid Materialen: Tape Meetlint Stopwatch Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 5 meter met tape (parallelle lijnen). De lengte van de lijnen moet minimaal 3 meter zijn, zodat er gemakkelijk met een rolstoel gedraaid kan worden. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijnen over is, zodat het kind goed kan draaien en met volle snelheid over de lijn kan rijden bij de 10 de sprint. 5 meter Uitvoering: Het kind gaat klaar staan achter de lijn. Na het startsein wordt zo snel mogelijk de 5 meter, 10 keer achter elkaar afgelegd, zonder tussenpauzes. Het kind mag keren, wanneer de voorste wielen over de lijn zijn. Bij deze test gaat het dus om het sprinten, in combinatie met het keren. Tijdens de laatste sprint moet het kind doorrijden tot over de lijn. Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando rijd je zo snel mogelijk naar de andere lijn. Als je voorwielen over de lijn zijn, moet je zo snel mogelijk omdraaien en terug sprinten naar de andere lijn, dan weer zo snel mogelijk omdraaien en terug sprinten. We doen dit in totaal 10 keer, ik zal hardop tellen. De 10 de keer, spint je tot over de lijn. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind zo snel mogelijk rijdt en draait wanneer de voorwielen over de lijn zijn. Je telt mee, waarbij je de 10 de keer het accent legt dat het kind echt sprint tot over de lijn. Laat het kind 1 keer heen en weer rijden om te kijken of het kind de opdracht heeft begrepen. Aanmoedigen: Het is een maximale sprint test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: De tijd wordt geregistreerd op de 0,01 seconde nauwkeurig. De tijd wordt gestart wanneer het startsein wordt gegeven en gestopt wanneer de voorste wielen van de rolstoel over de lijn gaan na de 10 de keer.

De 10x5 Meter Sprint Test (scoreformulier) Behendigheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Seconden (op honderdsten nauwkeurig) Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel

Slalom Test (uitleg) Behendigheid Materialen: 4 pionnen Meetlint Stopwatch Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Zet 4 pionnen achter elkaar, elk met 1,5 meter ertussen. Maak met tape een start/finish lijn voor de eerste pion. Zorg ervoor dat er voldoende afstand naast de pionnen over is, zodat het kind met volle snelheid tussen de pionnen kan rijden en goed kan keren. 1,5 meter Uitvoering: Het kind gaat klaar staan met de voorwielen achter de startlijn, rechts naast de eerste pion. Na het startsein wordt zo snel mogelijk geslalomd tussen de pionnen. Bij de 4 de pion rijdt het kind terug in een rechte lijn naar de eerste pion en herhaalt het parcours nog eens. De tijd wordt gestopt wanneer het kind met de voorwielen over de start/finish lijn gaat. Als het kind een pion raakt, dan de test overdoen. Als het kind een verkeerde rijweg neemt, dan de test stoppen en nogmaals overdoen (wel eerst rust nemen). Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando rijd je zo snel mogelijk tussen de pionnen door. Dat heet ook wel slalommen. Na de laatste pion draai je snel om. Dan rij je zo snel mogelijk recht terug naar de eerste pion en doe je het nog een keer. Let op dat je echt zo snel mogelijk rijdt en pas stopt als je over de finish lijn bent. Je mag geen pionnen raken Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind echt slalomt en bij de tweede keer netjes om de eerste pion gaat. Aanmoedigen: Het is een maximale sprint test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: De tijd wordt geregistreerd op de 0,01 seconde nauwkeurig. De tijd wordt gestart wanneer het startsein wordt gegeven en gestopt wanneer de voorste wielen van de rolstoel over de finishlijn gaan.

De Slalom Test (scoreformulier) Behendigheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Seconden (op honderdsten nauwkeurig) Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel

Muscle Power Sprint Test (MPST) (uitleg) Anaerobe fitheid Materialen: Tape Meetlint Stopwatch Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 15 meter met aan elke kant 2 parallelle lijnen met tape. De lengte van de 2 lijnen moet minimaal 2 meter zijn, zodat er gemakkelijk een rolstoel doorheen kan. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijnen over is, zodat het kind met volle snelheid over de lijnen kan rijden. 15 meter Uitvoering: Het kind gaat klaar staan achter de lijn. Na het startsein wordt zo snel mogelijk de 15 meter afgelegd. Dit wordt 6 keer herhaald, met een tussenpauze van 10 seconden. In deze 10 seconden krijgt het kind de tijd te draaien en weer klaar te gaan staan. Als je ziet dat het kind de test niet goed uitvoert (stopt met rijden voor hij over de lijn is: dan test stoppen en nogmaals benadrukken). Bij kinderen met CP wordt deze test 3 keer herhaald ipv 6 keer. Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando rijd je zo snel mogelijk over de andere lijn. Aan de overkant heb je 10 seconden om te keren, je hebt dus alle tijd om om te draaien en klaar te gaan staan voor de volgende sprint. Op commando rijd je zo snel mogelijk terug. Dit doe je 6 keer achter elkaar. Let op dat je echt zo snel mogelijk over de lijn rijdt en niet eerder stopt met rijden. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind echt sprint tot over de lijn. Aanmoedigen: Het is een maximale sprint test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: De tijd van iedere sprint wordt geregistreerd op de 0,01 seconde nauwkeurig. De tijd wordt gestart wanneer het startsein wordt gegeven en gestopt wanneer de voorste wielen van de rolstoel over de lijn gaan. De tijden van alle 6 de sprints worden ingevoerd in het rekenschema behorend bij de MPST inclusief het gewicht van het kind en de rolstoel. Hieruit verkregen Mean Power en Peak Power waarden worden op het scoreformulier genoteerd. Dit rekenschema is te vinden op www.netchild.nl/praktijkinstrumenten.html onder het kopje MPST (Muscle Power Sprint Test) en 10x5 Meter Sprint Test.

Muscle Power Sprint Test (MPST) (scoreformulier) Anaerobe fitheid Datum Tijd Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Seconden sprint 1 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 2 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 3 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 4 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 5 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 6 (op honderdsten nauwkeurig) Power sprint 1 Power sprint 2 Power sprint 3 Power sprint 4 Power sprint 5 Power sprint 6 Peak Power Mean Power Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel

6 Minuten Rolstoel Test (uitleg) Functioneel rolstoelrijden Materialen Hartfrequentie meter Tape 2 Pionnen Meetlint Stopwatch Rondeteller Scoreformulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 10 meter met aan elke kant 1 pion. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de pionnen over is, zodat het kind voldoende ruimte heeft om te draaien. 10 meter Uitvoering: De proefpersoon begint naast pion 1 met de voorste wielen en dient zoveel mogelijk meters af te leggen in 6 minuten tijd. De test bestaat uit het heen en weer rijden tussen om de pionnen op een afstand van 10 meter. De tijd wordt gestopt wanneer het kind met de voorwielen over de start/finish lijn gaat. Met behulp van een rondeteller of een notitieblok kunnen het aantal rondes geteld worden en zo kunnen de gemaakte meters achteraf eenvoudig uitgerekend worden. Instructie aan de deelnemers Mondelinge instructie: Bij deze test moet je proberen een zo groot mogelijke afstand af te leggen in zes minuten. Je moet daarbij heen en weer rijden om deze pionnen. Zes minuten is een lange tijd om te rolstoelrijden, dat vraagt dus een inspanning. Misschien raak je buiten adem of raak je uitgeput. Je mag langzamer gaan rijden of stoppen en rusten indien dit nodig is, maar je moet weer gaan rijden zo snel als dit weer mogelijk is. Nogmaals, de bedoeling van deze test is om zo vaak als mogelijk heen en weer te rijden in zes minuten. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind om de pionnen heen rijdt en dat het zelf mag kiezen of hij dit linksom of rechtsom doet. Aanmoedigen: Deze test is geen maximaal test, dus de aanmoedigen zijn gestandaardiseerd en behoren altijd op dezelfde manier uitgevoerd te worden: Na 1 min: Je gaat goed. Nog vijf minuten te gaan. Na 2 min.: Blijf zo door gaan. Nog 4 minuten te gaan. Na 3 min.: Je gaat goed. Je bent al halverwege de test. Na 4 min.: Blijf zo doorgaan. Nog maar twee minuten te gaan. Na 5 min.: Je gaat goed. Nog één minuut te gaan. Na 5.45 min.: Over enkele seconden zeg ik dat je mag stoppen. Wanneer ik dat roep, stop je waar je op dat moment bent en ik kom naar je toe. Na 6 min.: Stop Noteren: Direct na het stopteken leest de therapeut de hartfrequentie van de proefpersoon af en meet vanaf de dichtstbijzijnde markering met het meetlint de totaal afgelegde afstand in meters, met 2 cijfers achter de komma nauwkeurig.

6 Minuten Rolstoel Test (scoreformulier) Functioneel rolstoelrijden Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Afstand in meters na 1 minuut* Hartfrequentie na 1 minuut* Afstand in meters na 2 minuten* Hartfrequentie na 2 minuten* Afstand in meters na 3 minuten* Hartfrequentie na 3 minuten* Afstand in meters na 4 minuten* Hartfrequentie na 4 minuten* Afstand in meters na 5 minuten* Hartfrequentie na 5 minuten* Afstand in meters na 6 minuten Hartfrequentie na 6 minuten Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel *indien niet mogelijk na 6 min noteren

SRiT (uitleg) Maximaaltest aerobe fitheid Materialen: Hartfrequentie meter Tape Meetlint CD 10m SRT protocol II CD speler Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 10 meter met 2 parallelle lijnen van tape. De lengte van de 2 lijnen moet minimaal 2,5 meter zijn, zodat er gemakkelijk met een rolstoel gedraaid kan worden. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijnen over is, zodat het kind voldoende ruimte heeft om te draaien. 10 meter Uitvoering: De test bestaat uit het heen en weer rijden tussen twee lijnen op een afstand van 10 meter. De rijsnelheid bij aanvang van de test bedraagt 2 km/uur. Iedere minuut neemt de snelheid met 0,25 km/uur toe. De snelheid wordt aangegeven met behulp van piepsignalen (CD). Het interval tussen de piepsignalen wordt dus steeds korter. De verhoging van de snelheid wordt als trap aangeduid en wordt tevens als testresultaat gebruikt. Een testtrap komt overeen met ongeveer 1 minuut heen en weer rijden. De trappen zijn op de CD met een nauwkeurigheid van een halve trap weergegeven. De test is afgelopen indien de deelnemer zelf opgeeft of de deelnemer 2 opeenvolgende keren bij het signaal meer dan ca. 1,5 meter van de 10meterlijn verwijderd is. Dit is ter beoordeling van de testleider. Instructie aan de deelnemers Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando van de CD ( de test start nu ), rijd je naar de andere lijn. Je moet zorgen dat je met de piep bij de andere lijn bent. Wanneer je met je voorwielen over de lijn bent, keer je snel om en rijd je weer terug. Je begint met rustig te rijden, maar elke minuut gaan de piepjes steeds sneller. Als je eerder dan de piep bij de lijn bent, dan moet je wachten met rijden tot je de piep weer hoort. Als je te laat bij de lijn bent, dan moet je snel doorrijden naar de lijn en meteen omdraaien. Ik loop in het begin met je mee om de snelheid aan te geven. We willen weten hoe lang jij kunt rijden, dus je moet doorgaan tot je heel erg moe bent en je echt niet meer kunt. Je wordt hier moe van, maar dat is niet erg, dat is juist goed. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind het juiste tempo rijdt en draait wanneer de voorwielen over de lijn zijn. Laat ook zien dat de piepjes steeds sneller komen als de test vordert en dat het kind door moet gaan tot het echt niet meer kan. Aanmoedigen: Het is een maximale test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: Aantal behaalde trappen, op de halve trap nauwkeurig. Als behaald resultaat geldt de laatste volledig afgemaakte halve of hele trap. De hartfrequentie aan het eind van de test wordt tevens genoteerd.

SRiT (scoreformulier) Maximaaltest aerobe fitheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Trap (halve nauwkeurig) Hartfrequentie rust Hartfrequentie maximaal Vermoeidheid OMNI (010) na test Reden van stoppen kind/onderzoeker Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel