Rolstoelkarakteristieken Merk rolstoel Type / nummer ADL rolstoel of sportrolstoel Datum levering Merk banden Bandenspanning Gewicht Rolstoel in kg Datum laatste keer aangepast Wat is er toen aangepast tov vorige meting NB: Banden worden 0,5 bar onder de maximale aanbevolen bandenspanning opgepompt. Het maximale aantal bar staat op de zijkant van de band aangegeven. Indien de druk in PSI staat aangeven, worden ze 5 PSI onder de maximale aanbevolen bandenspanning opgepompt. Bandenspanning wordt altijd op dezelfde wijze gemeten; bij voorkeur met het kind uit de rolstoel en de rolstoel dient niet op de rem te staan. Let op dat veranderingen aan de rolstoel van grote invloed kunnen zijn op de prestaties. Tijdens de metingen de vervoersstang (indien aanwezig) eraf halen!
OneStroke Push Test (uitleg) Behendigheid Materialen: Meetlint Tape Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een startlijn met een kruis.. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijn over is, zodat het kind zo ver mogelijk kan rijden. start Afstand in meters Uitvoering: Zorg dat de proefpersoon klaarstaat met zijn/haar voorwielen achter de startlijn en het kruis tussen de voeten. Nu is het de bedoeling dat de proefpersoon met één slag zichzelf zover mogelijk naar voren verplaatst. Deze test wordt drie keer herhaald, zodat achteraf een gemiddelde afstand kan worden bepaald. Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Bij deze test moet je proberen vanuit stilstand een zo groot mogelijke afstand af te leggen met maar één slag. Je start met je voorwielen achter de startlijn en dan probeer je om in een slag zo ver mogelijk naar voren te rijden. Leg je handen op je schoot en laat jezelf vervolgens uitrollen tot je helemaal stilstaat en dan kom ik de afstand opmeten die je hebt afgelegd. In totaal doen we dit drie keer. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind echt een zo goed mogelijke slag maakt. Aanmoedigen: n.v.t. Noteren: Na uitrollen wordt de afgelegde afstand gemeten in meters met 2 cijfers achter de komma nauwkeurig, vanaf de startlijn tot de voorwielen. Wanneer de proefpersoon schuin rijdt, dan wordt de afstand vanaf de startlijn tot aan het verste voorwiel genomen. Als de proefpersoon schuin rijdt (een afwijking heeft) dan de lente(x) meten, en de breedte(y). X Y
OneStroke Push Test (scoreformulier) Behendigheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee (In meters met 2 cijfers achter de komma) Poging 1 Poging 2 Poging 3 Gemiddelde (Bij afwijking) Poging 1: X: Y: in meters met 2 cijfers achter de komma Poging 2: X: Y: in meters met 2 cijfers achter de komma Poging 3: X: Y: in meters met 2 cijfers achter de komma
10x5 Meter Sprint Test (uitleg) Behendigheid Materialen: Tape Meetlint Stopwatch Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 5 meter met tape (parallelle lijnen). De lengte van de lijnen moet minimaal 3 meter zijn, zodat er gemakkelijk met een rolstoel gedraaid kan worden. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijnen over is, zodat het kind goed kan draaien en met volle snelheid over de lijn kan rijden bij de 10 de sprint. 5 meter Uitvoering: Het kind gaat klaar staan achter de lijn. Na het startsein wordt zo snel mogelijk de 5 meter, 10 keer achter elkaar afgelegd, zonder tussenpauzes. Het kind mag keren, wanneer de voorste wielen over de lijn zijn. Bij deze test gaat het dus om het sprinten, in combinatie met het keren. Tijdens de laatste sprint moet het kind doorrijden tot over de lijn. Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando rijd je zo snel mogelijk naar de andere lijn. Als je voorwielen over de lijn zijn, moet je zo snel mogelijk omdraaien en terug sprinten naar de andere lijn, dan weer zo snel mogelijk omdraaien en terug sprinten. We doen dit in totaal 10 keer, ik zal hardop tellen. De 10 de keer, spint je tot over de lijn. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind zo snel mogelijk rijdt en draait wanneer de voorwielen over de lijn zijn. Je telt mee, waarbij je de 10 de keer het accent legt dat het kind echt sprint tot over de lijn. Laat het kind 1 keer heen en weer rijden om te kijken of het kind de opdracht heeft begrepen. Aanmoedigen: Het is een maximale sprint test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: De tijd wordt geregistreerd op de 0,01 seconde nauwkeurig. De tijd wordt gestart wanneer het startsein wordt gegeven en gestopt wanneer de voorste wielen van de rolstoel over de lijn gaan na de 10 de keer.
De 10x5 Meter Sprint Test (scoreformulier) Behendigheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Seconden (op honderdsten nauwkeurig) Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel
Slalom Test (uitleg) Behendigheid Materialen: 4 pionnen Meetlint Stopwatch Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Zet 4 pionnen achter elkaar, elk met 1,5 meter ertussen. Maak met tape een start/finish lijn voor de eerste pion. Zorg ervoor dat er voldoende afstand naast de pionnen over is, zodat het kind met volle snelheid tussen de pionnen kan rijden en goed kan keren. 1,5 meter Uitvoering: Het kind gaat klaar staan met de voorwielen achter de startlijn, rechts naast de eerste pion. Na het startsein wordt zo snel mogelijk geslalomd tussen de pionnen. Bij de 4 de pion rijdt het kind terug in een rechte lijn naar de eerste pion en herhaalt het parcours nog eens. De tijd wordt gestopt wanneer het kind met de voorwielen over de start/finish lijn gaat. Als het kind een pion raakt, dan de test overdoen. Als het kind een verkeerde rijweg neemt, dan de test stoppen en nogmaals overdoen (wel eerst rust nemen). Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando rijd je zo snel mogelijk tussen de pionnen door. Dat heet ook wel slalommen. Na de laatste pion draai je snel om. Dan rij je zo snel mogelijk recht terug naar de eerste pion en doe je het nog een keer. Let op dat je echt zo snel mogelijk rijdt en pas stopt als je over de finish lijn bent. Je mag geen pionnen raken Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind echt slalomt en bij de tweede keer netjes om de eerste pion gaat. Aanmoedigen: Het is een maximale sprint test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: De tijd wordt geregistreerd op de 0,01 seconde nauwkeurig. De tijd wordt gestart wanneer het startsein wordt gegeven en gestopt wanneer de voorste wielen van de rolstoel over de finishlijn gaan.
De Slalom Test (scoreformulier) Behendigheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Seconden (op honderdsten nauwkeurig) Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel
Muscle Power Sprint Test (MPST) (uitleg) Anaerobe fitheid Materialen: Tape Meetlint Stopwatch Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 15 meter met aan elke kant 2 parallelle lijnen met tape. De lengte van de 2 lijnen moet minimaal 2 meter zijn, zodat er gemakkelijk een rolstoel doorheen kan. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijnen over is, zodat het kind met volle snelheid over de lijnen kan rijden. 15 meter Uitvoering: Het kind gaat klaar staan achter de lijn. Na het startsein wordt zo snel mogelijk de 15 meter afgelegd. Dit wordt 6 keer herhaald, met een tussenpauze van 10 seconden. In deze 10 seconden krijgt het kind de tijd te draaien en weer klaar te gaan staan. Als je ziet dat het kind de test niet goed uitvoert (stopt met rijden voor hij over de lijn is: dan test stoppen en nogmaals benadrukken). Bij kinderen met CP wordt deze test 3 keer herhaald ipv 6 keer. Instructies aan de deelnemers: Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando rijd je zo snel mogelijk over de andere lijn. Aan de overkant heb je 10 seconden om te keren, je hebt dus alle tijd om om te draaien en klaar te gaan staan voor de volgende sprint. Op commando rijd je zo snel mogelijk terug. Dit doe je 6 keer achter elkaar. Let op dat je echt zo snel mogelijk over de lijn rijdt en niet eerder stopt met rijden. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind echt sprint tot over de lijn. Aanmoedigen: Het is een maximale sprint test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: De tijd van iedere sprint wordt geregistreerd op de 0,01 seconde nauwkeurig. De tijd wordt gestart wanneer het startsein wordt gegeven en gestopt wanneer de voorste wielen van de rolstoel over de lijn gaan. De tijden van alle 6 de sprints worden ingevoerd in het rekenschema behorend bij de MPST inclusief het gewicht van het kind en de rolstoel. Hieruit verkregen Mean Power en Peak Power waarden worden op het scoreformulier genoteerd. Dit rekenschema is te vinden op www.netchild.nl/praktijkinstrumenten.html onder het kopje MPST (Muscle Power Sprint Test) en 10x5 Meter Sprint Test.
Muscle Power Sprint Test (MPST) (scoreformulier) Anaerobe fitheid Datum Tijd Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Seconden sprint 1 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 2 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 3 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 4 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 5 (op honderdsten nauwkeurig) Seconden sprint 6 (op honderdsten nauwkeurig) Power sprint 1 Power sprint 2 Power sprint 3 Power sprint 4 Power sprint 5 Power sprint 6 Peak Power Mean Power Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel
6 Minuten Rolstoel Test (uitleg) Functioneel rolstoelrijden Materialen Hartfrequentie meter Tape 2 Pionnen Meetlint Stopwatch Rondeteller Scoreformulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 10 meter met aan elke kant 1 pion. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de pionnen over is, zodat het kind voldoende ruimte heeft om te draaien. 10 meter Uitvoering: De proefpersoon begint naast pion 1 met de voorste wielen en dient zoveel mogelijk meters af te leggen in 6 minuten tijd. De test bestaat uit het heen en weer rijden tussen om de pionnen op een afstand van 10 meter. De tijd wordt gestopt wanneer het kind met de voorwielen over de start/finish lijn gaat. Met behulp van een rondeteller of een notitieblok kunnen het aantal rondes geteld worden en zo kunnen de gemaakte meters achteraf eenvoudig uitgerekend worden. Instructie aan de deelnemers Mondelinge instructie: Bij deze test moet je proberen een zo groot mogelijke afstand af te leggen in zes minuten. Je moet daarbij heen en weer rijden om deze pionnen. Zes minuten is een lange tijd om te rolstoelrijden, dat vraagt dus een inspanning. Misschien raak je buiten adem of raak je uitgeput. Je mag langzamer gaan rijden of stoppen en rusten indien dit nodig is, maar je moet weer gaan rijden zo snel als dit weer mogelijk is. Nogmaals, de bedoeling van deze test is om zo vaak als mogelijk heen en weer te rijden in zes minuten. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind om de pionnen heen rijdt en dat het zelf mag kiezen of hij dit linksom of rechtsom doet. Aanmoedigen: Deze test is geen maximaal test, dus de aanmoedigen zijn gestandaardiseerd en behoren altijd op dezelfde manier uitgevoerd te worden: Na 1 min: Je gaat goed. Nog vijf minuten te gaan. Na 2 min.: Blijf zo door gaan. Nog 4 minuten te gaan. Na 3 min.: Je gaat goed. Je bent al halverwege de test. Na 4 min.: Blijf zo doorgaan. Nog maar twee minuten te gaan. Na 5 min.: Je gaat goed. Nog één minuut te gaan. Na 5.45 min.: Over enkele seconden zeg ik dat je mag stoppen. Wanneer ik dat roep, stop je waar je op dat moment bent en ik kom naar je toe. Na 6 min.: Stop Noteren: Direct na het stopteken leest de therapeut de hartfrequentie van de proefpersoon af en meet vanaf de dichtstbijzijnde markering met het meetlint de totaal afgelegde afstand in meters, met 2 cijfers achter de komma nauwkeurig.
6 Minuten Rolstoel Test (scoreformulier) Functioneel rolstoelrijden Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Afstand in meters na 1 minuut* Hartfrequentie na 1 minuut* Afstand in meters na 2 minuten* Hartfrequentie na 2 minuten* Afstand in meters na 3 minuten* Hartfrequentie na 3 minuten* Afstand in meters na 4 minuten* Hartfrequentie na 4 minuten* Afstand in meters na 5 minuten* Hartfrequentie na 5 minuten* Afstand in meters na 6 minuten Hartfrequentie na 6 minuten Vermoeidheid OMNI (010) na test Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel *indien niet mogelijk na 6 min noteren
SRiT (uitleg) Maximaaltest aerobe fitheid Materialen: Hartfrequentie meter Tape Meetlint CD 10m SRT protocol II CD speler Score formulier + pen Belangrijk voor afname van de test: Het kind moet minimaal 10 minuten pauze hebben, als hiervoor een sprinttest of de 6 minuten rolstoel test is afgenomen. Als dit de eerste test is van de dag, laat het kind dan in een rustig tempo 3 minuten warm rijden, met daarna een pauze van 5 minuten. Rolstoel altijd controleren op bandenspanning en eventuele aanpassingen! Let erop dat je testen altijd herhaald op dezelfde ondergrond! Het is dus belangrijk deze te noteren. Parcours: Markeer een afstand van 10 meter met 2 parallelle lijnen van tape. De lengte van de 2 lijnen moet minimaal 2,5 meter zijn, zodat er gemakkelijk met een rolstoel gedraaid kan worden. Zorg ervoor dat er voldoende afstand na de lijnen over is, zodat het kind voldoende ruimte heeft om te draaien. 10 meter Uitvoering: De test bestaat uit het heen en weer rijden tussen twee lijnen op een afstand van 10 meter. De rijsnelheid bij aanvang van de test bedraagt 2 km/uur. Iedere minuut neemt de snelheid met 0,25 km/uur toe. De snelheid wordt aangegeven met behulp van piepsignalen (CD). Het interval tussen de piepsignalen wordt dus steeds korter. De verhoging van de snelheid wordt als trap aangeduid en wordt tevens als testresultaat gebruikt. Een testtrap komt overeen met ongeveer 1 minuut heen en weer rijden. De trappen zijn op de CD met een nauwkeurigheid van een halve trap weergegeven. De test is afgelopen indien de deelnemer zelf opgeeft of de deelnemer 2 opeenvolgende keren bij het signaal meer dan ca. 1,5 meter van de 10meterlijn verwijderd is. Dit is ter beoordeling van de testleider. Instructie aan de deelnemers Mondelinge instructie: Neem plaats achter de startlijn. Op commando van de CD ( de test start nu ), rijd je naar de andere lijn. Je moet zorgen dat je met de piep bij de andere lijn bent. Wanneer je met je voorwielen over de lijn bent, keer je snel om en rijd je weer terug. Je begint met rustig te rijden, maar elke minuut gaan de piepjes steeds sneller. Als je eerder dan de piep bij de lijn bent, dan moet je wachten met rijden tot je de piep weer hoort. Als je te laat bij de lijn bent, dan moet je snel doorrijden naar de lijn en meteen omdraaien. Ik loop in het begin met je mee om de snelheid aan te geven. We willen weten hoe lang jij kunt rijden, dus je moet doorgaan tot je heel erg moe bent en je echt niet meer kunt. Je wordt hier moe van, maar dat is niet erg, dat is juist goed. Visuele instructie: Doe het voor, waarbij je accent legt dat het kind het juiste tempo rijdt en draait wanneer de voorwielen over de lijn zijn. Laat ook zien dat de piepjes steeds sneller komen als de test vordert en dat het kind door moet gaan tot het echt niet meer kan. Aanmoedigen: Het is een maximale test, dus het kind aanmoedigen tijdens de test. Noteren: Aantal behaalde trappen, op de halve trap nauwkeurig. Als behaald resultaat geldt de laatste volledig afgemaakte halve of hele trap. De hartfrequentie aan het eind van de test wordt tevens genoteerd.
SRiT (scoreformulier) Maximaaltest aerobe fitheid Datum Tijdstip test Locatie Vermoeidheid OMNI (010) voor test Ziek in de afgelopen week Gezondheid (010) Extra activiteiten van die dag of de dag ervoor Overig Ja / Nee Trap (halve nauwkeurig) Hartfrequentie rust Hartfrequentie maximaal Vermoeidheid OMNI (010) na test Reden van stoppen kind/onderzoeker Maximale inzet? Toelichting Ja/ Nee/ Twijfel