NIEUWSBULLETIN RAETHUIS FINANCE HERENWAL 88 8441 BC HEERENVEEN TELEFOON 0513 84 29 87 MAIL INFO@RAETHUIS.NL WWW.RAETHUIS.NL Prinsjesdagspecial Zoals verwacht is het demissionaire kabinet met een Belastingplan met weinig verrassing gekomen. Het is vooral ook een uitwerking van het veel besproken Lente-akkoord. Het Lente-akkoord voorzag al in opmerkelijke lastenverzwaringen en dat vinden we nu uitgewerkt in diverse op fiscale maatregelen. Het accent ligt op vereenvoudiging, fraude- en constructiebestrijding, welk voor een deel gepaard gaan met lastenverzwaring van de belastingbetaler. Wat kunt u als ondernemer en belastingbetaler nu verwachten? Deze uitgave bevat de hoogtepunten uit de Miljoenennota 2013 en het Belastingplan 2013. Inclusief uitgebreide adviestip! Prinsjesdagspecial inzake de btwverhoging van 19% naar 21% Zie pagina 6 Inhoud Voor de Belastingplichtige IB-tarieven worden gewijzigd! Voor de ondernemer Meer profijt S&O-afdrachtvermindering Afdrachtvermindering onderwijs wijzigt Fiscus krijgt sterkere positie bij naderende insolventie Versoepeling beleid uitstel van betaling Voor de DGA Eenmalig fiscaal pardon bij onderdekking Pensioen BV s Thincap-regeling vennootschapsbelasting Fiscale eenheid vennootschapsbelasting en de Flex-BV Buitenlandse management-vennootschappen die diensten leveren aan Nederlandse bedrijven Voor de werkgever en werknemer Premiekorting 62-plussers gaat eruit per 2013 Verlaging drempel voor aftrek studiekosten Ontslagrecht op de schop in 2014 Voor Woon-werkverkeer en mobiliteit Forensentax Voor de woningmarkt Aftrek van hypotheekrente beperkt Kapitaalverzekering eigen woning Doorverkoopregeling overdrachtsbelasting Verhuurderheffing Diversen Notaris verantwoordelijk voor digitale registratie akten Eigen risico zorgverzekering gaat omhoog! Prinsjesdag 2012 1
Belastingplichtige 2 Voor de belastingplichtige IB-tarieven worden gewijzigd! In 2013 stijgt het tarief voor de inkomstenbelasting (IB) in de eerste schijf fors van 1,95% naar 5,85%. Daardoor wordt het tarief in deze schijf ook hoger, namelijk 37% waar het in 2012 nog 33,1% was. Het IB-tarief van de tweede schijf stijgt licht, namelijk van 10,80% naar 10,85%. Daarmee blijft het algehele belastingtarief van deze schijf nagenoeg gelijk. Omdat het tarief voor de inkomstenbelasting in de derde schijf gelijk blijft net als de tarieven voor de volksverzekeringen is er geen verschil tussen de tweede en de derde schijf: voor beide geldt het tarief van 42%. De lengte van de schijven is eveneens aangepast ten opzichte van 2012. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tarieven van 2012 en 2013. Voor de ondernemer Meer profijt S&Oafdrachtvermindering Om de kleinere en middelgrote bedrijven beter te laten profiteren van S&O-afdrachtvermindering, wordt de loongrens voor de eerste schijf verlengd van 110.000 tot 200.000. Daar staat wel tegenover dat het tarief van de eerste schijf wordt verlaagd van 42% (2012) naar 38%. Het starterstarief wordt verlaagd van 60% (2012) naar 50%. Het plafond van 14 miljoen blijft ongewijzigd. Nieuw is ook dat de 10%-margeregeling voor zogeheten onderrealisatie vervalt. Hoe gering ook, voortaan moet u van iedere onderrealisatie, mededeling doen aan AgentschapNL. Ook moet iedere S&O-inhoudingsplichtige die tenminste het aantal S&O-uren heeft besteed dat in de afgegeven S&O-verklaring is vermeld, dit melden. Doel is een betere aansluiting met de regeling van de RDA (Research & Development Aftrek). Belastingplichtigen tot 65 jaar 2012 2013 Tarief eerste schijf 33,10% 37,00% waarvan inkomstenbelasting 1,95% 5,85% waarvan volksverzekeringen 31,15% 31,15% Lengte eerste schijf 0-18.945 0-19.645 Tarief tweede schijf 41,95% 42,00% waarvan inkomstenbelasting 10,80% 10,85% waarvan volksverzekeringen 31,15% 31,15% Lengte tweede schijf 18.945-33.863 19.645-33.363 Tarief derde schijf 42,00% 42,00% waarvan inkomstenbelasting 42,00% 42,00% Lengte derde schijf 33.863-56.491 33.363-55.991 Tarief vierde schijf 52,00% 52,00% waarvan inkomstenbelasting 52,00% 52,00% Lengte vierde schijf > 56.491 > 55.991 Afdrachtvermindering onderwijs wijzigt In de nieuw plannen komt het toetsloon voor werknemers onder de 25 voor het leerwerktraject BBL en werkend leren op hbo-niveau, te vervallen. Voorts verdwijnt de afdrachtvermindering startkwalificatie (2012: 3.337). Om de regeling beter af te stemmen op de toekomst komt het kabinet ook met een aanvullende afdrachtvermindering bij BBL of werkend leren op hbo-niveau bij afronding met diploma. De afdrachtvermindering onderwijs zal voortaan gekoppeld worden aan de inhoud en duur van onderwijsprogramma s. De details hiervan zijn complex. De meeste wijzigingen in de regeling voor de afdrachtvermindering onderwijs worden naar verwachting met ingang van het studiejaar 2013-2014 ingevoerd
Fiscus krijgt sterkere positie bij naderende insolventie De Ontvanger heeft de mogelijkheid om bij een dwanginvordering bij de ondernemer gebruik te maken van het bodem(voor)recht. In praktijk blijkt dat de Ontvanger regelmatig het nakijken heeft. Het bodemrecht houdt in dat de Ontvanger beslag kan leggen op bedrijfsmiddelen die zich bevinden op de bij de belastingplichtige in gebruik zijnde bodem. Soms is bij ondernemers de prikkel groter om eerst de kredietverstrekker of de leverancier te betalen dan de Ontvanger, ofwel verminderen deze partijen hun risico s door hun zekerheidsrechten uit te oefenen. Vanaf 1 januari 2013 zijn zekerheidshouders verplicht de Ontvanger vooraf te melden dat ze een zekerheidsrecht willen uitoefenen. Er geldt voor bestaande zekerheidsrechten een overgangsperiode van 3 maanden. Tip! De Ontvanger dient binnen 4 weken na een mededeling over te gaan tot uitoefenen van het bodemrecht. Geeft de Ontvanger aan hier geen gebruik van te maken of te laat is, dan kan de zekerheidshouder (hypotheek- of pandhouder) tot actie overgaan. Is de zekerheidshouder in gebreke, dan dient deze alsnog de opbrengst af te dragen of waarde te vergoeden aan de Ontvanger. Het wordt met deze maatregel voor kredietverleners opeens belangrijker om ook zicht te krijgen op uw belastingschulden om zo potentiele risico s beter in kaart te hebben. Hiermee krijgt de verklaring omtrent betalingsgedrag die de ontvanger op uw verzoek afgeeft, een belangrijke rol! Versoepeling beleid uitstel van betaling Voor ondernemers die zich aan de wet houden, wil het kabinet het verlenen van uitstel van betaling vereenvoudigen en versoepelen. Met een structureel en verruimd uitstelbeleid wil het kabinet de ondernemer in deze tijden van crisis tegemoet komen. Een tweetal maatregelen worden hierbij voorgesteld. Allereerst krijgt u de mogelijkheid tot kort uitstel op verzoek voor maximaal 4 maanden. Daarnaast krijgt u de mogelijkheid van een betalingsregeling voor een langere periode zonder te hoeven aantonen dat het aan de economische crisis is te wijten! Voor het korte uitstel mogen de openstaande aanslagen maximaal 12.000 bedragen, geen dwangbevelen zijn betekend, geen sprake zijn van aangifteverzuim en oude oninbare belastingen. Voor de DGA Versoepeling beleid uitstel van betaling Voor veel directeur-grootaandeelhouders (DGA) was de pensioen-bv de manier waarop zij hun pensioen geregeld hebben. Door slechte beleggingsresultaten is er bij veel pensioen-bv s eigenlijk te weinig geld om de pensioenen volledig te kunnen uitkeren. Tot nu toe stond de fiscus afwijzend tegenover het doorvoeren van een korting op de uitkeringen bij pensioen in eigen beheer. Voor menig pensioenfonds is die mogelijkheid wel aanwezig. Voorgesteld wordt nu om ook bij eigen beheer alsnog eenmalig te mogen korten op de uitkeringen. Daaraan zijn wel strenge voorwaarden gekoppeld. Ondermeer dient overtuigend te worden aangetoond dat er sprake is van substantiële onderdekking (in de voorstellen een dekking lager dan 75%). Er moet sprake zijn van reële beleggings- en/ of ondernemingsverliezen. De korting mag alleen maar toegepast worden op het moment dat het pensioen moet ingaan. Voor reeds lopende pensioenuitkeringen wordt voor de DGA een overgangsregeling geïntroduceerd. Deze loopt tot en met 2015 en biedt eenzelfde eenmalige kortingsoptie. Het prijsgeven van in eigen beheer opgebouwde pensioenrechten door de DGA wordt gezien als een verkapte afkoop. Met als gevolg een totale belastingheffing die kan oplopen tot 72% (oneigenlijke handeling). Korten gaat dus niet zomaar, maar daardoor kan het opgebouwde pensioen sneller op zijn. Bij verlaging van de uitkering moet de dga momenteel loonbelasting afdragen, plus 20% revisierente. Dit is overigens niet het geval bij een faillissement van de bv, schuldsanering of betalingsonmacht. Het kabinet vindt het echter ook niet nodig als er sprake is van onderdekking bij uw pensioen-bv. ondernemer 3
DGA Thincap-regeling vennootschapsbelasting De onderkapitalisatieregeling, ook wel thincap-regeling genoemd, wordt afgeschaft. De regeling is aan haar doel voorbij geschoten door ook het MKB met fiscale renteaftrekbeperkingen te treffen, waar ze niet voor bedoeld was. Fiscale eenheid vennootschapsbelasting en de Flex-BV Met de per 1 oktober 2012 ingaande Flex-BV-wetgeving is het mogelijk om aandelen te introduceren waaraan uitsluitend een stemrecht en/of winstrecht is verbonden. In verband hiermee worden de voorwaarden voor het aangaan van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting aangepast. Om een fiscale eenheid te mogen vormen, is voortaan ook vereist dat 95% van de statutaire stemrechten in bezit zijn bij de moedermaatschappij. de beloningen voor werkzaamheden die niet formeel maar wel inhoudelijk als bestuur of management gelden, te betrekken in de Nederlandse vennootschapsbelasting. De uitbreiding van deze belastingheffing heeft alleen in verdragssituaties effect indien het belastingverdrag de heffingsbevoegdheid over deze beloningen ook daadwerkelijk toewijst aan Nederland. In het belastingverdrag met Belgie is dit het geval. Vitaliteitspakket en oudere werknemers Om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te verhogen, bevat het vitaliteitspakket een aantal maatregelen om de mobiliteit te bevorderen. Zo worden mobiliteitsbonussen gericht ingezet om oudere uitkeringsgerechtigden en arbeidsgehandicapten aan het werk te houden. Ook kunnen werknemers via de vitaliteitsregeling sparen voor een periode van inkomensachteruitgang. Buitenlandse managementvennootschappen die diensten leveren aan Nederlandse bedrijven De fiscus heeft geconstateerd dat in toenemende mate door in het buitenland gevestigde vennootschappen, in het bijzonder Belgische management- BVBA s, directie- en managementdiensten verrichten voor Nederlandse bedrijven. Voorzover sprake is van werkzaamheden als formeel bestuurder, zijn deze buitenlandse vennootschappen in Nederland belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Nu wordt voorgesteld ook Voor de werkgever en werknemer Premiekorting 62-plussers gaat eruit per 2013 Vanaf volgend jaar komt de premiekorting voor het in dienst houden van 62-plussers te vervallen. Op dit moment kunnen werkgevers nog drie jaar lang een premiekorting op de werknemersverzekeringen toepassen als ze een werknemer in dienst houden van 62 jaar of ouder. Maar vanaf volgend jaar wordt deze premiekorting afgeschaft. De premiekorting voor het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde die 50 jaar of ouder is, blijft wel gewoon bestaan. Verlaging drempel voor aftrek studiekosten! Een werknemer die een opleiding volgt die niet door zijn werkgever wordt vergoed, komt volgend jaar eerder in aanmerking voor fiscale aftrek. De drempel in box 1 in de inkomstenbelasting voor de aftrek van scholingsuitgaven wordt namelijk verlaagd naar 250. Op dit moment zijn de uitgaven voor een opleiding of studie pas aftrekbaar als de kosten hoger zijn dan 500. Vanaf 1 januari 2013 moeten de studiekosten al vanaf 250 aftrekbaar worden. De persoonsgebonden aftrek mag maximaal 15.000 bedragen. 4
Ontslagrecht op de schop in 2014 Per 2014 bent u als werkgever waarschijnlijk verantwoordelijk voor de eerste zes maanden van de WW-uitkering van tijdelijke en vaste werknemers die u ontslaat. Dit blijkt uit de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierop vooruitlopend krijgt u vanaf volgend jaar al te maken met een hogere WW-premie. In overeenstemming met de plannen die de Kunduz-coalitie eerder bekend maakte, ondergaat het ontslagrecht een aantal belangrijke wijzigingen. Bij het beëindigen van een dienstverband draait de werkgever straks bij zowel een vast als een tijdelijk contract op voor de eerste periode van werkloosheid met een maximale termijn van zes maanden. Als de Tweede en Eerste Kamer hiermee instemmen, zijn de wijzigingen in 2014 een feit. In aanloop hierop moet de werkgever vanaf volgend jaar al een hogere WW-premie betalen. Transitiebudget in plaats van ontslagvergoeding Daarnaast moet de werkgever zijn tijdelijke en vaste werknemers bij ontslag een zogeheten transitiebudget geven. Dit budget vervangt de huidige ontslagvergoeding. De werknemer kan het transitiebudget gebruiken voor scholing of bij het vinden van ander werk. Met de maatregelen hoopt de overheid de ongelijkheid tussen werknemers met een vast contract en werknemers met een tijdelijk contract te verkleinen. Preventieve ontslagtoets vervalt Een andere wijziging is dat de preventieve ontslagtoets door UWV WERKbedrijf of de kantonrechter per 2014 komt te vervallen. Is een werknemer achteraf van mening dat het ontslag onterecht is, dan kan hij alsnog naar de rechter stappen. Voor Woon-werkverkeer en mobiliteit Forensentax Op het gebied van woon-werkverkeer worden grote wijzigingen voorgesteld, ook wel de forensentaks genoemd. Woon-werkverkeer wordt voortaan als privé aangemerkt in plaats van zakelijk. Deze principiële verandering heeft grote gevolgen. Voor zakelijke reizen blijft de mogelijkheid om onbelaste vergoedingen te geven (maximaal 0,19 per kilometer) in 2013 gehandhaafd. Definitie woon-werkverkeer Ook is het begrip woon-werkverkeer anders ingevuld, zowel voor werknemers als voor ondernemers. Vanaf 2013 geldt dat sprake moet zijn van een vaste werkplaats die in het kader van een arbeidsovereenkomst is overeengekomen. Het begrip vaste werkplaats gaat dus een cruciale rol spelen. Mensen die ambulant zijn, zoals bijvoorbeeld een loodgieter of thuiszorg-medewerker, zullen in principe alleen zakelijke kilometers maken omdat zij geen vaste werkplaats hebben. Maar op deze regel worden weer allerlei uitzonderingen voorgesteld waardoor soms toch weer sprake is van woon-werkverkeer. Een arbeidsplaats die langer dan één jaar bezocht wordt of een arbeidsplaats waar op regelmatige basis in belangrijke mate werkzaamheden worden verricht, kan zo toch leiden tot woonwerkverkeer in plaats van zakelijke reizen! In de praktijk zal deze regeling voor allerlei afbakeningsproblemen gaan zorgen waarbij de fiscale belangen zeer groot kunnen zijn. Bijtelling Ook de bijtelling voor privégebruik van een auto van de zaak wijzigt. Omdat woon-werkverkeer als privé wordt aangemerkt, zal de bekende 500-km grens bijna in alle gevallen worden overschreden en dus zal volledig bijgeteld moeten worden. Overgangsrecht Er is wel voorzien in overgangsrecht, waarbij 25 mei 2012 de relevante datum is. Zo geldt voor OV-abonnementen die vóór 25 mei 2012 zijn verstrekt, dat deze voor de resterende looptijd (inzake de periode vanaf 1 januari 2013) fiscaal onder de oude regels blijven vallen. Hetzelfde geldt voor de regeling inzake reisaftrek openbaar vervoer. Ook voor de auto van de zaak wordt voorzien in overgangsrecht. Auto s die zijn aangeschaft vóór 25 mei 2012 of waarvan het leasecontract vóór 25 mei 2012 is gesloten, vallen gedurende de periode 1 januari 2013 tot 1 januari 2017 onder een lagere bijtelling. De bijtelling is dan 1/4e deel van het bedrag van de normale bijtelling (die 25%, 20% of 14% van de cataloguswaarde bedraagt). Aan dit overgangsrecht is dan wel verbonden dat de werknemer onder de 500 km-grens blijft op basis van de oude regels. Een sluitende kilometeradministratie is en blijft dus belangrijk! Tot slot is nog van belang dat een nieuwe regering deze voorstellen wellicht drastisch gaat wijzigen of zelfs zal intrekken. Werkgever werknemer 5
PRinsjesdagspecial 6 Prinsjesdagspecial inzake de btw-verhoging van 19% naar 21% Wat betekent de btw-verhoging voor u als ondernemer? Doe uw voordeel met onderstaande informatie. formulier aangegeven worden. Dit is de rubriek waar tot 1 oktober 2012 het 19% btw-tarief moet worden aangegeven en dat vanaf 1 oktober 2012 wordt aangeduid met hoog tarief. extra verschuldigde btw wel voldoen over het tijdvak oktober 2012. Service- en onderhoudsabonnementen die in termijnen worden betaald of al vooraf zijn betaald Het kabinet heeft een aantal vragen beantwoord over de btwverhoging. Btw factureren naar het tarief van 21% voor 1 oktober 2012 Mag een ondernemer voor prestaties die hij gaat verrichten na 30 september 2012, al vóór 1 oktober 2012 btw factureren naar het tarief van 21%? Welk tarief is van toepassing bij doorlopende prestaties Als de afrekening voor doorlopende prestaties betrekking heeft op een periode die eindigt na 30 september 2012 moet de afrekenperiode worden gesplitst. Voor het deel van de prestatie dat plaatsvindt vóór 1 oktober 2012 geldt het oude tarief van 19%. Voor het deel van de prestatie dat plaatsvindt ná 30 september 2012 geldt het nieuwe tarief van 21% Hierbij valt te denken aan het verlenen van licenties, abonnementen op leveringen van bijvoorbeeld gas, elektriciteit en water en telecommunicatiediensten. (lees: ook al gefactureerd) in januari Stel dat de onderhoudsbeurt plaatsvindt na 30 september 2012, is de ondernemer nog extra 2% verschuldigd als gefactureerd is en betaling al heeft plaatsgevonden tegen 19%? Ja. Het moment waarop de prestatie wordt verricht is beslissend. Opgemerkt wordt nog dat het opmaken van de factuur als zodanig niet relevant is. Als bijvoorbeeld de prestatie vóór 1 oktober 2012 wordt verricht en de factuur wordt opgemaakt ná die datum is toch het 19% tarief van toepassing. Negatieve tijdvak- en jaarwinstmarges Het antwoord is ja. Om te voorkomen dat ondernemers aanvullende Heeft de btw-verhoging naar 21% gevolgen facturen voor het verschil tussen 19% voor de wijze van verrekenen en 21% moeten uitreiken mogen van negatieve tijdvak- en jaarwinstmarges ondernemers voor prestaties die zij bij toepassing van de globali- verrichten na 30 september 2012 en satieregeling bij de margeregeling? die onder het 21% tarief vallen reeds Nee, er hoeft bij het verrekenen van voor 1 oktober 2012 btw factureren naar het tarief van 21%. De ondernemer die de prestatie afneemt mag die 21% conform de regels voor het recht op aftrek in aftrek brengen. Rubriekpost op het aangifteformulier Als voor prestaties die na 30 september 2012 verricht worden vóór 1 oktober 2012 een factuur wordt uitgereikt met 21% btw, dan kan deze btw opgenomen worden in rubriek 1c van het aangifteformulier. Als het aangeven in rubriek 1c problematisch is voor de ondernemer dan mag hij er voor kiezen dat het wordt aangegeven in rubriek 1a (momenteel 19%). Met ingang van 1 oktober 2012 moet het algemene btw-tarief van 21% gewoon weer in rubriek 1a van het aangifte- Correctie in verband met de btw verhoging van 19% naar 21% over de periode 1 oktober tot en met 31 december 2012 bij doorlopende prestaties Voor het deel van de (doorlopende) prestatie dat plaatsvindt ná 30 september 2012 moet in beginsel bij prestaties aan ondernemers en rechtspersonen een aanvullende factuur worden uitgereikt met 21% btw. Als een ondernemer begin 2013 een jaarfactuur uitreikt over het jaar 2013 dan kan hij om administratieve redenen er voor kiezen op deze factuur mede de extra verschuldigde btw over het laatste kwartaal van 2012 in rekening te brengen. Op deze factuur kan de 2012 btw vermeld worden als na gefactureerde btw 2012. De ondernemer moet de negatieve tijdvak- en jaarwinstmarges geen rekening te worden gehouden met de tariefsverhoging. Berekening btw bij toepassing van de globalisatieregeling Hoe wordt bij toepassing van de globalisatieregeling bij de margeregeling na afloop van het kalenderjaar 2012 de btw berekend over de voor 2012 vastgestelde winstmarge voor goederen waarop het algemeen tarief van toepassing is? De btw over de jaarwinstmarge 2012 voor goederen waarvoor het algemeen tarief van toepassing is moet tijdsevenredig worden berekend. Dat wil zeggen dat voor ¾ van de jaarwinstmarge het 19%-tarief geldt en voor ¼ van de jaarwinstmarge het 21%-tarief.
Tegemoetkoming bij onroerende zaken Bij de levering van onroerende zaken geldt voor een aantal situaties een tegemoetkoming. Levert u een onroerende zaak ná 30 september 2012 op grond van een overeenkomst die u vóór 1 oktober 2012 hebt gesloten? En hebt u op grond van die overeenkomst 1 of meer termijnen van de vergoeding ontvangen vóór 1 oktober 2012? Dan blijft voor deze termijnen het 19%-tarief gelden. Op termijnen die op of ná 1 oktober 2012 vervallen past u het 21%-tarief toe. Relevantie voor de praktijk Het algemene btw-tarief wordt per 1 oktober 2012 verhoogd van 19% naar 21%. Dit levert structureel 4,06 miljard op. Deze opbrengst wordt in 2012 en 2013 deels ingezet ter verbetering van het EMU-saldo. In 2013 wordt 1,5 miljard van de opbrengst teruggesluisd via maatregelen in de inkomsten- en loonbelasting, het kindgebonden budget en de zorgtoeslag. In 2014 en 2015 zal het restant van de opbrengst uit de btw-verhoging in twee gelijke stappen van telkens 1,28 miljard teruggesluisd worden via de tarieven in de inkomsten- en loonbelasting. Hierdoor zal vanaf 2015 de gehele opbrengst van de btwverhoging teruggesluisd zijn. Het lage btw-tarief van 6% (op onder andere levensmiddelen) blijft gehandhaafd. Voor de woningmarkt Aftrek van hypotheekrente wordt beperkt De veelbesproken aftrek van hypotheekrente wordt nu echt beperkt. Alleen als er daadwerkelijk wordt afgelost op een hypotheeklening, zal de hypotheekrente aftrekbaar zijn. De nieuwe regeling geldt alleen voor nieuwe (hypotheek) leningen, dus vanaf 1 januari 2013. Voor bestaande hypotheken blijft de oude regeling gelden gedurende de resterende looptijd van die hypotheekleningen. Het overgangsrecht bevat complexe details. Voor nieuwe hypotheken is de rente alleen aftrekbaar als er in (maximaal) 30 jaar tenminste op annuïtaire basis wordt afgelost. Kapitaalverzekering eigen woning De vrijsteling in box 1 wordt afgeschaft voor nieuwe, dus na 31 december 2012 afgesloten kapitaalverzekeringen eigen woning. Hetzelfde geldt voor beleggings- en spaarrekening eigen woning producten. Doorverkoopregeling overdrachtsbelasting Om de vastgoedmarkt verder te steunen, wordt de regeling in de overdrachtsbelasting voor het doorverkopen per 1 januari 2013 verruimd. De termijn is nu 6 maanden. Voor onroerende zaken,zoals woningen en bedrijfspanden, wordt de termijn tijdelijk verlengd naar 36 maanden. Overigens kan al sinds 1 september jl. een beroep worden gedaan op deze nieuw regeling! Een termijn van 3 jaar moet voldoende zijn om bijvoorbeeld een pand aan te kopen, vervolgens eventueel op te knappen en dan weer door te verkopen. Ook de situatie waarin iemand kort na aanschaf van een pand toch gedwongen wordt om het weer te verkopen, kan hierdoor voor de overdrachtsbelasting gunstig worden afgewikkeld. Voorbeeld: X koopt op 20 maart 2013 een ander huis voor 350.000 k.k. De overdrachtsbelasting bedraagt dan 2% van 350.000 = 7.000. Omdat de oude woning nog niet verkocht is en de bank eist dat hij één van de twee huizen moet verkopen, verkoopt X het nieuwe huis op 31 december 2015 voor 380.000. Op grond van de doorverkoopregeling is bij de doorverkoop niet 7.600 aan overdrachtsbelasting verschuldigd, maar slechts 600 ( 7.600 minus 7.000 bij de eerste transactie. Voor in 2011 gekochte woningen was de termijn van 6 maanden tijdelijk verlengd naar 12 maanden. Deze gold overigens niet voor bedrijfspanden. De nu voorgestelde verruiming naar 36 maanden geldt voor onroerende zaken aangekocht in de periode van 1 september 2012 tot 1 januari 2015. Woningmarkt 7
diversen Verhuurderheffing Deze reeds eerder in september 2010 aangekondigde heffing wordt nu geconcretiseerd. Iedereen die 11 of meer woningen verhuurt in de gereguleerde sector, wordt voor deze nieuwe belasting een belastingplichtige. De belasting wordt berekend over het aantal verhuurde woningen minus 10. Vervolgens wordt de gemiddelde WOZ-waarde genomen maal dat aantal woningen. Over die grondslag wordt dan het tarief toegepast. In 2013 is dat tarief nog bescheiden, te weten: 0,0014%. Maar in 2014 stijgt het tarief naar 0,231%. Een cijfervoorbeeld: Eigenaar X bezit 17 huurwoningen met een totale WOZ-waarde van 2.550.000. De gemiddelde WOZ-waarde per huurwoning is dan 150.000. De grondslag is dan 7 woningen (17 minus 10), maal 150.000 = 1.050.000. De belasting in 2013 bedraagt dan slechts 14,70 (= 0,0014% x 1.000.000). Maar bij een zelfde grondslag stijgt de belasting in 2014 al naar 2.425,50! Tip! De heffing geldt niet voor huurwoningen die behoren tot de vrije sector, zijnde woningen met een huur boven de huurtoeslaggrens. Verhuur in het kader van een hotel- of recreatiebedrijf voor een korte verblijfperiode zijn ook uitgesloten. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het kalenderjaar het genot op grond van eigendom, bezit of een beperkt recht heeft van meer dan 10 huurwoningen in de gereguleerde sector. De peildatum van 1 januari is bepalend voor wel of geen belastingplicht. Veranderingen gedurende het jaar spelen geen verdere rol, alleen wellicht voor de heffing per eerstvolgende peildatum. De heffing dient overigens op aangifte te worden voldaan en wel binnen 3 maanden, dus voor 1 april! Diversen Notaris verantwoordelijk voor digitale registratie akten Na het opmaken van een akte stuurt de notaris de originele stukken naar de fiscus om vervolgens na inschrijving in een register, deze terug te sturen naar de notaris. Voor akten welke wettelijk geregistreerd dienen te worden, blijft de notaris deze weg volgen. Echter de registratie van de overige akten wordt binnenkort verzorgd door de notaris zelf en wel digitaal. De digitale bestanden worden versleuteld opgeslagen in een digitaal register dat wordt beheerd door de Koninklijke Notariële Broederschap. De gegevens zijn enkel toegankelijk voor de fiscus en verantwoordelijke notaris. Eigen risico zorgverzekering gaat omhoog! U moet volgend jaar weer meer bijdragen in de zorgkosten. Het eigen risico voor de zorgverzekering stijgt in 2013 naar 350 per persoon. Dit bedrag komt bovenop de maandelijkse premie voor de basisverzekering. Ter compensatie gaat de zorgtoeslag voor mensen met lage inkomens wel omhoog. Het eigen risico voor de zorgverzekering bedraagt nu nog 220 per persoon per jaar. De toename van het bedrag voor het eigen risico komt doordat de dekking van het basispakket wordt uitgebreid. Hulp bij het stoppen met roken en een bezoek aan de diëtiste zijn vanaf 2013 weer onderdeel van het basispakket, terwijl de rollator juist uit het basispakket verdwijnt. Ook komt er een eigen bijdrage van 7,50 per dag voor het verblijf in een instelling voor medischspecialistische zorg en moet u een eigen bijdrage van 25% betalen bij de aanschaf van een hoortoestel. Ondanks de uiterst zorgvuldige wijze waarop onze berichtgeving tot stand komt, kan er natuurlijk altijd iets misgaan. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze aansprakelijkheid uit ter zake van eventuele onjuiste berichtgeving. Voor toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen. 8