P r o d u c t i e r e k e n i n g v a n d e V l a a m s e l a n d - e n t u i n b o uw

Vergelijkbare documenten
PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

Productierekening 2005

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 2009

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

POP UP BOERENMARKT. 31 december 2014, Roeselare

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

Bijkomende informatie:

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

van de Vlaamse landbouw

Bijkomende informatie:

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

IMPACTANALYSE RUSLAND

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

De waalse landbouw in cijfers

DE VLAAMSE LANDBOUW- CONJUNCTUURINDEX VOORJAAR 2019

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

SCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie:

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

De agrarische handel van Nederland in 2012

Bijkomende informatie:

De waalse landbouw in cijfers

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS

Bijkomende informatie:

3 PLUIMVEE EN EIEREN. Beheerscomité Dierlijke Producten. Datum: 20/03/2014

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013

VLAAMS LANDBOUWINKOMEN 2012 BLIJFT ONDERMAATS

Beheerscomité dierlijke producten: pluimveevlees en eieren. Timo Delveaux Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid

Internationale varkensvleesmarkt

De agrarische handel van Nederland in 2010

1 VARKENSSECTOR. voorzitter: Luis Carazo verslaggever: Lieve De Smit

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Beheerscomité dierlijke producten: pluimveevlees en eieren. Lieve De Smit Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie:

Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op

De agrarische handel van Nederland in 2014

Bijkomende informatie:

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Bijkomende informatie:

Marktontwikkelingen varkenssector

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Bijkomende informatie:

Market Outlook. Een perspectief op de middellange termijn voor de Nederlandse landbouw

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie:

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Actuele ontwikkeling resultaten en inkomens in land- en tuinbouw 2018

Vooruitzichten granen en weersomstandigheden. Verkopen uit interventie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie:

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Bijkomende informatie:

Evolutie van de Belgische voorraden

Bijkomende informatie:

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Belgisch vlees. Feiten & Cijfers In België worden jaarlijks 11,7 miljoen varkens, runderen en kalveren geslacht.

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

4 VARKENS. Beheerscomité Dierlijke Producten. Datum: 20/03/2014

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Handel in toeslagrechten en premierechten voor zoogkoeien: campagne 2007

Persbericht. Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie.

Bijkomende informatie:

OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

over de economische toestand van de Vlaamse land- en tuinbouw

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Inkomensraming land- en tuinbouw Welkom door Jack van der Vorst, algemeen directeur Social Sciences Group

LTO- minimelkmarktbericht 21 maart 2013, Klaas Johan Osinga

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

In de periode januari- augustus is de gecumuleerde productie met 0.01 % gestegen.

Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2013

Barometer kinesitherapie 2013

Transcriptie:

P r o d u c t i e r e k e n i n g v a n d e V l a a m s e l a n d - e n t u i n b o uw 2 0 1 0 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Els Bernaerts Els Demuynck Jonathan Platteau

Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 2010 Els Bernaerts, Els Demuynck & Jonathan Platteau December 2010 Rapport, 10 blz Depotnummer: D/2010/3241/484 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Ellipsgebouw (6de verdieping) Koning Albert II - laan 35, bus 40 1030 Brussel Tel. 02 552 78 20 - Fax 02 552 78 21 e-mail: ams@vlaanderen.be Vermenigvuldiging en/of overname van gegevens zijn toegestaan mits de bron expliciet vermeld wordt: Bernaerts E., Demuynck E. & Platteau J. (2010) Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 2010, Beleidsdomein Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. Graag vernemen we het als u naar dit rapport verwijst in een publicatie. Als u een exemplaar ervan opstuurt, nemen we het op in onze bibliotheek. Wij doen ons best om alle informatie, webpagina's en downloadbare documenten voor iedereen maximaal toegankelijk te maken. Indien u echter toch problemen ondervindt om bepaalde gegevens te raadplegen, willen wij u hierbij graag helpen. U kunt steeds contact met ons opnemen. Wilt u op de hoogte gehouden worden van onze nieuwste publicaties, schrijf u dan in op de AMS-nieuwsflash via de onderstaande link: http://www.vlaanderen.be/landbouw/studies/nieuwsflash

P R O D U C T I E R E K E N I N G V A N D E V L A A M S E L A N D - E N T U I N B O U W 2 0 1 0

Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 2010 Het jaar 2010 wordt gekenmerkt door een forse stijging van de productiewaarde ten opzichte van het extreem lage cijfer van 2009. De kosten namen echter ook toe, maar in mindere mate. Hierdoor herstelde het globaal inkomen in de land- en tuinbouw gedeeltelijk na twee jaren met zeer zwakke inkomenscijfers. De netto toegevoegde waarde per arbeidseenheid is ten opzichte van 2009 gestegen met 29%, maar blijft nog onder het niveau van 2006 en 2007. Dit verslag geeft een beknopte analyse van de productierekeningen 2010 van de Vlaamse land- en tuinbouw. Voor de verschillende aggregaten (eindproductiewaarde, intermediair verbruik, bruto en netto toegevoegde waarde) worden de voornaamste evoluties ten opzichte van 2009 beschreven. Een samenvattend overzicht met de cijfers van de afgelopen jaren wordt opgenomen in bijlage 1. Er moet uitdrukkelijk gewezen worden op het zeer voorlopige karakter van de voorgestelde cijfers van 2010. De voornaamste basisconcepten van de productierekening worden in bijlage 2 weergegeven. Voor meer details in verband met de berekeningswijze wordt verwezen naar de publicatie Regionale rekeningen van de landbouw 1. 1. Eindproductiewaarde De eindproductiewaarde van de verkoopsactieve Vlaamse land- en tuinbouwsector in 2010 wordt geraamd op 5.069 miljoen euro of een forse stijging t.o.v. 2009 (+11%) (figuur 1). Figuur 1: Evolutie van de eindproductiewaarde, miljoen euro, 2000-2010 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009(*) 2010(*) (*): voorlopige cijfers Bron: afdeling Monitoring en Studie akkerbouw tuinbouw veeteelt totaal 1 Demuynck E. & Bernaerts E. (2005) Regionale rekeningen van de landbouw, Beleidsdomein Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. Brussel. 1

De opwaartse tendens is merkbaar bij alle sectoren, maar is procentueel het grootst bij de akkerbouw. Er dient wel opgemerkt te worden dat noch de productgebonden subsidies (o.a. zoogkoeienpremie, premie voor kalveren, specifieke steun melk, ) noch de nietproductgebonden subsidies (o.a. toeslagrechten, ) opgenomen worden in de eindproductiewaarde. 1.1 Akkerbouw De waarde van de akkerbouwproducten bedraagt in 2010 naar schatting 582 miljoen euro of een toename met 51% ten opzichte van de zeer lage waarde van 2009. De akkerbouw is, met een aandeel van bijna 12% in de totale eindproductiewaarde, een kleinere sector. Granen, aardappelen en suikerbieten zijn de voornaamste akkerbouwproducten. Zij nemen in 2010 samen 83% voor hun rekening (figuur 2). Figuur 2: Verdeling van de productiewaarde van de akkerbouwproducten, 2010 overige 17% granen 25% suikerbieten 7% Bron: afdeling Monitoring en Studie aardappelen 51% Bij de graangewassen en de aardappelen wordt een sterke waardevermeerdering opgetekend, terwijl de suikerbieten in waarde verminderen. De productiewaarde van graan wordt voor 2010 geraamd op 144 miljoen euro of een stijging met 73% ten opzichte van het lage cijfer van 2009. De Vlaamse graanoogst was kleiner door de lagere opbrengsten per ha. De droogte in juni en juli beïnvloedde het rendement negatief en de aanhoudende regen in augustus belemmerde de oogstwerkzaamheden en had bovendien een negatieve invloed op de kwaliteit van het graan. De graanprijzen zitten echter in de lift door een kleiner aanbod op de wereldmarkt. Oorzaken zijn de grote hoeveelheden neerslag in sommige landen van Europa en vooral de extreme droogte in het oosten, met name in Rusland en Oekraïne. In de aardappelsector wordt een afname van de productie in volume tenietgedaan door een sterke prijsstijging, zodat de totale productiewaarde op 303 miljoen euro wordt geschat (+67% ten opzichte van 2009). Ondanks de areaaluitbreiding, valt de aardappeloogst tegen door de slechte weersomstandigheden (o.a. hitte in juni-juli, gevolgd door aanhoudende regen). Door de overvloedige regen en daarna de vroege vorst, is ook een deel van de 2

aardappelen niet gerooid kunnen worden. Door het beperkte aanbod zijn de prijzen echter zeer sterk gestegen ten opzichte van de slechte prijzen van 2009. Wat de productiewaarde van de suikerbieten betreft, wordt een daling van bijna 20% voorspeld, vooral door een sterke productiedaling. Het areaal suikerbieten is gedaald, maar ook de suikerproductie per ha ligt duidelijk lager dan de uitzonderlijk hoge opbrengsten van vorig jaar. 1.2 Tuinbouw De productiewaarde van de tuinbouwproducten wordt geschat op 1.588 miljoen euro of een stijging met 9%. De tuinbouw neemt 31% van de totale productiewaarde voor zijn rekening, met groenten als grootste sector (figuur 3). Figuur 3: Verdeling van de productiewaarde van de tuinbouwproducten, 2010 niet-eetbare tuinbouwproducten 33% groenten 46% fruit 21% Bron: afdeling Monitoring en Studie De waardevermeerdering manifesteert zich bij de 3 deelsectoren (groenten +18%, fruit +3% en sierteelt +2%). Voor een aantal producten (o.a. hardfruit en boomkwekerijproducten) zijn er echter nog weinig cijfers beschikbaar zodat de raming met de nodige omzichtigheid dient te worden geïnterpreteerd. In de groentesector noteert men een omzetstijging van 18%. De lange winter en het matige voorjaar zowel in binnen- als buitenland (o.a. in Zuid-Europa) zorgden voor een matige oogst en dreven voor verschillende groenten de prijzen omhoog. Door de aanhoudende droogte en warmte in juni en juli waren de oogsten van heel wat producten kleiner in heel Europa, wat een positief effect had op de prijzen. Bovendien bevorderde de gunstigere wisselkoers van de euro ten opzichte van buitenlandse munten de export. De beschutte teelt noteert de grootste stijging (+31%). Hier is de waardestijging vrij algemeen na de zeer slechte resultaten van 2009. Bij de groenten in openlucht blijft de stijging beperkt tot een kleine 7%. Dit resulteert uit een stijging bij de versmarkt, die getemperd wordt door de achteruitgang bij de industriegroenten. Door de slechte weersomstandigheden is de productie van industriegroenten kleiner, en daarbovenop zijn de contractprijzen lager. 3

Volgens de eerste cijfers voor de fruitsector, zou er een omzetstijging zijn van ongeveer 3%. De Belgische appel- en perenoogst is naar schatting respectievelijk 16% en 7% lager dan in 2009. Niet alleen in België maar ook op Europees niveau wordt de hardfruitoogst lager geraamd, waardoor de prijzen van appelen en peren duidelijk aantrekken. Ook de aardbeiensector noteert een meerwaarde ten opzichte van 2009 door betere prijzen. De gespreide aanvoer ten gevolge van het koude voorjaar en de verminderde concurrentie vanuit Spanje hadden een positieve invloed op de prijsvorming. De lichte stijging voor de niet-eetbare tuinbouwproducten (+2%) is vooral toe te schrijven aan de waardestijging bij de bloemkwekerijproducten. 1.3 Veeteelt De veeteelt is in Vlaanderen de belangrijkste subsector (57% van de totale eindproductiewaarde), met als drie voornaamste producten varkensvlees, melk en rundvlees (figuur 4). Figuur 4: Verdeling van de productiewaarde van de veeteeltproducten, 2010 melk 22% eieren 4% andere 1% runderen 20% gevogelte 9% varkens 44% Bron: afdeling Monitoring en Studie In 2010 bedraagt de globale waarde van de veeteeltproducten 2.899 miljoen euro of een stijging van 7% ten opzichte van 2009. De evolutie is afhankelijk van de subsector: zuivel en pluimveevlees stijgen, varkens- en rundvlees blijven nagenoeg constant en de eieren dalen in waarde. De omzetwaarde van de zuivelsector vertoonde binnen de veeteeltsector de sterkste opwaartse beweging (+37%) na het crisisjaar 2009. Zowel de melkproductie als de prijzen zijn toegenomen. Het herstel van de melkprijs is te danken aan de prijsstijgingen van de zuivelproducten op de wereldmarkt. De vraag naar zuivel is opnieuw groter en de uitvoer uit de EU wordt bovendien vergemakkelijkt door de gunstigere wisselkoers van de euro. In de varkenssector is de productiewaarde bijna gelijk gebleven. De prijzen zijn gedaald, maar de slachtingen zijn gestegen. De sector kampt al twee opeenvolgende jaren met een laag prijsniveau. Het aanbod is in 2010 niet alleen in België, maar ook op Europees niveau hoger, met dalende prijzen tot gevolg. 4

Ook in de rundvleessector wordt gemiddeld een status-quo opgetekend. Dit resulteert uit een lichte daling bij de volwassen runderen die gecompenseerd wordt door een toename bij de kalveren. De volwassen runderen noteren een iets kleinere slachtproductie en iets lagere prijzen, terwijl bij de vleeskalveren zowel de slachtproductie als de gemiddelde prijzen hoger zijn. Pluimveevlees wordt gekenmerkt door een waardestijging (+9%). Zowel de productie als de gemiddelde jaarprijs zijn hoger dan in 2009. De exportmarkt kon profiteren van een gunstigere wisselkoers van de euro. De productiewaarde voor eieren wordt sterk neerwaarts bijgesteld (-19%). De eiersector heeft te kampen met een sterke prijsdaling na de sterke prijsstijging in 2009. In 2009 was er namelijk een tijdelijk tekort op de Duitse markt wegens de omschakeling naar alternatieve huisvestingssystemen. 2. Intermediair verbruik Het jaar 2010 wordt gekenmerkt door stijgende kosten. Volgens een eerste raming zou de waarde van het intermediair verbruik stijgen met meer dan 7% en 3.649 miljoen euro bedragen. Het intermediair verbruik blijft op een hoog niveau (figuur 5). Figuur 5: Evolutie van het intermediair verbruik, miljoen euro, 2000-2010 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010(*) veevoeders meststoffen energie andere (*): voorlopig cijfer Bron: afdeling Monitoring en Studie Opvallend in 2010 is de stijging van de kosten voor veevoeders en energie. De veevoeders maken 48% uit van het totale intermediair verbruik. De veevoederprijzen lagen de eerste jaarhelft van 2010 nog onder het niveau van 2009, maar stegen daarna fors. De prijshausse hangt o.a. samen met de positieve prijstendens op de graanmarkt in het huidige seizoen. Ook de energieprijzen zitten opnieuw in de lift in 2010, na de sterke daling in 2009. De kosten voor energie blijven nog net onder het niveau van 2008. 5

3. Netto toegevoegde waarde Uit de respectieve ontwikkelingen van de waarde van de eindproductie en van het intermediair verbruik en rekening houdend met de afschrijvingen en de netto subsidies wordt de netto toegevoegde waarde geraamd op 1.203 miljoen euro of een stijging met 24% ten opzichte van 2009 (figuur 6). De netto toegevoegde waarde, als indicator voor het globale inkomen van de land- en tuinbouwactiviteit, herstelt zich dus gedeeltelijk. Voor de netto subsidies wordt een afname voorspeld. In 2009 werd immers in het kader van de zuivelcrisis extra steun toegekend aan de melkveehouders (fedissteun, extra Europese steun), die in 2010 niet meer van toepassing is. Figuur 6: Evolutie van de netto toegevoegde waarde (NTW) en de netto toegevoegde waarde per arbeidseenheid (NTW/AE), 2000-2010 2.000 40.000 NTW (miljoen euro) 1.500 1.000 500 30.000 20.000 10.000 NTW/AE (euro) 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009(*)2010(*) 0 NTW NTW/AE (*): voorlopige cijfers Bron: afdeling Monitoring en Studie Het aantal arbeidseenheden, uitgedrukt in aantal personen van 20 tot 65 jaar die voltijds op een landbouwbedrijf werkzaam zijn, is gedaald (-4%), zodat de netto toegevoegde waarde per arbeidseenheid met 29% stijgt tot 29.471 euro. Deze indicator blijft echter nog onder het niveau van 2006 en 2007. 6

BIJLAGEN 7

Bijlage 1: Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw, miljoen euro, 2000-2010 2000 2005 2006 2007 2008 2009(*) 2010(*) EINDPRODUCTIE 4.689 4.493 4.682 4.951 4.945 4.560 5.069 AKKERBOUWPRODUCTEN 386 413 432 505 437 385 582 Granen 64 69 93 138 97 83 144 Aardappelen 172 191 203 209 218 181 303 Suikerbieten 107 96 71 66 46 48 38 TUINBOUWPRODUCTEN 1.389 1.449 1.532 1.571 1.510 1.455 1.588 -GROENTEN : 692 577 657 620 641 606 717 beschutte teelt 381 335 358 350 349 289 378 in openlucht 311 243 300 270 292 317 339 -FRUIT : 287 345 350 419 357 329 340 Appelen 109 98 123 142 105 89 86 Peren 75 133 113 153 135 133 138 -NIET-EETBARE PRODUCTEN 410 526 524 532 512 520 530 VEETEELTPRODUCTEN 2.913 2.632 2.718 2.875 2.998 2.720 2.899 -DIEREN : 2.202 2.002 2.072 2.073 2.240 2.121 2.158 Runderen 546 491 566 586 569 583 588 Varkens 1.386 1.255 1.280 1.216 1.386 1.289 1.300 Gevogelte 241 231 207 248 263 230 250 -DIERLIJKE PRODUCTEN : 711 629 646 802 758 599 741 Melk en melkderivaten 573 519 515 658 624 459 629 Eieren 138 110 131 144 134 139 112 INTERMEDIAIRE CONSUMPTIE : 2.945 2.964 3.050 3.322 3.779 3.395 3.649 Veevoeders 1.477 1.362 1.400 1.597 1.863 1.592 1.737 Meststoffen-Grondverbeteringsmiddelen 136 129 144 160 212 159 160 Energie en smeermiddelen 327 380 406 402 483 393 472 BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE TEGEN MARKTPRIJZEN 1.744 1.529 1.632 1.629 1.165 1.166 1.420 Afschrijvingen 402 436 446 475 498 509 511 Subsidies taksen 176 240 279 300 323 317 295 NETTO TOEGEVOEGDE WAARDE TEGEN FACTORKOSTEN 1.518 1.333 1.464 1.454 991 973 1.203 Aantal arbeidseenheden 51.849 47.384 45.769 44.537 43.845 42.536 40.835 NETTO TOEGEVOEGDE WAARDE PER ARBEIDSEENHEiD (euro) 29.272 28.135 31.997 32.639 22.592 22.884 29.471 (*): voorlopige cijfers Bron: afdeling Monitoring en Studie 8

BIJLAGE 2. DEFINITIES EN CONCEPTEN VAN DE PRODUCTIEREKENING 1. ALGEMENE DEFINITIES EN CONCEPTEN - Productierekening In de productierekening worden de transacties met betrekking tot het productieproces geregistreerd. Samengevat zijn de productieoperaties deze die leiden tot de vorming van de bruto en netto toegevoegde waarde. De netto toegevoegde waarde tegen factorkosten wordt als volgt gedefinieerd: Eindproductiewaarde - Intermediair verbruik ----------------------------------------------------------------- = Bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen - Afschrijvingen + Subsidies - Indirecte belastingen ------------------------------------------------------------------ = Netto toegevoegde waarde tegen factorkosten - Referentieperiode Voor de dierlijke producten is dit het burgerlijk jaar, voor de plantaardige het oogstjaar. - Regionale hoeve De rekeningen worden opgesteld alsof er slechts één landbouwuitbating bestaat voor heel Vlaanderen. Men boekt dus de in- en output van deze uitbating. Uit dit principe volgt dat de transacties die rechtstreeks plaatsvinden tussen de eenheden die deel uitmaken van de regionale hoeve, niet in rekening worden gebracht. - Netto eindproductie en intermediair verbruik De rekeningen worden opgesteld met de begrippen netto eindproductiewaarde en netto intermediair verbruik, die het aandeel van de diverse regio s in de nationale eindproductiewaarde en intermediair verbruik weergeven. 2. INHOUD VAN DE VERSCHILLENDE POSTEN - Eindproductie De eindproductiewaarde omvat de waarde van: het gedeelte van de productie dat buiten de regionale hoeve verkocht wordt; het gedeelte van de productie dat verbruikt wordt door de landbouwer en zijn gezin (autoconsumptie); de inventarisverandering. 9

- Intermediair verbruik Het intermediair verbruik is de waarde van de goederen en diensten aangekocht van buiten de landbouw die bijdragen aan de productie van het beschouwde jaar. Het bevat geen uitgaven waarvan het gebruik verdeeld is over verschillende jaren. - Afschrijvingen De afschrijvingen geven aan met hoeveel het ingezette vaste kapitaal in de loop van de beschouwde periode door technische slijtage of economische veroudering in waarde verminderen. Zij worden berekend op de vervangingswaarde. - Subsidies en taksen De subsidies zijn betalingen die de publieke instanties aan de producenten van verhandelbare goederen en diensten uitkeren en die het inkomen rechtstreeks beïnvloeden. De intrestsubsidies, toegekend in het kader van de investeringssteun, worden niet opgenomen in deze rubriek. Onder taksen worden de door publiekrechtelijke organismen opgelegde betalingen aan de producenten geregistreerd. Deze belastingen hebben betrekking op producten of het gebruik van bepaalde productiefactoren. Bij conventie worden de rekeningen exclusief belasting over toegevoegde waarde opgesteld. - Arbeidseenheden (AE) Een arbeidseenheid vertegenwoordigt een persoon van 20 tot 65 jaar die voltijds op het landbouwbedrijf werkzaam is. 10