Algemeen. Wet van 24 december 2002 tot wijziging. tot wijziging van de vennootschapsregeling

Algemeen Wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (Uittreksel)......... 3 Titel III. Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken.............................. 3 Titel IV. Diverse bepalingen............. 4 Hoofdstuk II. Actieplan dat tot doel heeft een doeltreffende inning van de vennootschapsbelasting te waarborgen......... 4 Titel V. Inwerkingtreding en overgangsbepalingen.............................. 4 Koninklijk Besluit van 17 januari 2003 tot uitvoering van artikel 22, tweede lid, van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken............................. 4 Koninklijk Besluit van 30 januari 2003 tot uitvoering van artikel 26 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken........ 5 Programmawet van 27 december 2004 (Uittreksel)................ 6 Hoofdstuk III. Aanwending van terug te geven of te betalen sommen............. 6 Programmawet van 22 december 2008 (Uittreksel)................ 6 Hoofdstuk III. Betere inning........... 6 Programmawet van 27 december 2005 (Uittreksel)................ 7 Hoofdstuk VI. De fiscale regularisatie.... 7 Wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing (Uittreksel).............................. 9 Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV) (Uittreksel).............................. 9 Hoofdstuk V. Bemiddeling op fiscaal gebied.............................. 9 Afdeling I. De fiscale bemiddelingsdienst.... 9 Koninklijk besluit van 9 mei 2007 tot uitvoering van Hoofdstuk 5 van Titel VII van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV).............................. 10 Hoofdstuk I. Oprichting van de fiscale bemiddelingsdienst en aanwijzing van zijn leden.............................. 10 Hoofdstuk II. Werking van de fiscale bemiddelingsdienst.................... 10 Bijlage.......................... 11 Wet van 9 januari 2012 houdende omzetting van Richtlijn 2010/24/ EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen.............. 12 Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen...... 12 Hoofdstuk II. Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen.................. 12 Hoofdstuk IV. Regels betreffende het verzoeken om bijstand door België aan een lidstaat............................. 13 Afdeling I. Verzoek om inlichtingen....... 13 Afdeling II. Verzoek tot notificatie........ 13 Afdeling III. Verzoek tot invordering of bewarende maatregelen.................. 13 15 juli 2012 i

Hoofdstuk V. Regels betreffende het verstrekken van bijstand door België aan een lidstaat........................... 14 Afdeling I. Verzoek om inlichtingen....... 14 Afdeling II. Verzoek tot notificatie........ 14 Afdeling III. Verzoek tot invordering of bewarende maatregelen.................. 15 Afdeling IV. Begrenzing van de verplichtingen van de Belgische autoriteit............. 15 Hoofdstuk VI. Algemene bepalingen..... 16 Afdeling I. Geschillen................ 16 Afdeling II. Verjaring................. 16 Afdeling III. Kosten.................. 17 Afdeling IV. Standaardformulieren en wijze van communicatie................... 17 Afdeling V. Taalregeling.............. 17 Afdeling VI. Verstrekken van inlichtingen en documenten....................... 17 Hoofdstuk VII. Slotbepalingen......... 18 Inkomstenbelastingen Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - Aanslagjaar 2013 (Inkomsten 2012)................ 21 Titel I. De verschillende inkomstenbelastingen - definities........................... 21 Titel II. Personenbelasting............... 23 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen personen....................... 23 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting. 23 Afdeling I. Algemene bepaling van het belastbare inkomen...................... 23 Afdeling II. Inkomen van onroerende goederen 23 Onderafdeling I. Belastbare inkomsten.. 23 Onderafdeling II. Vrijgestelde inkomsten. 24 Onderafdeling III. Vaststelling van het netto- inkomen...................... 25 Onderafdeling IV. Woningaftrek....... 25 Afdeling III. Inkomen van roerende goederen en kapitalen....................... 25 Onderafdeling I. Bepaling............ 25 Onderafdeling II. Niet als inkomsten van roerende goederen en kapitalen belastbare inkomsten....................... 28 Onderafdeling III. Vaststelling van het netto- inkomen...................... 29 Afdeling IV. Beroepsinkomen........... 29 Onderafdeling I. Belastbare inkomsten.. 29 Onderafdeling II.Vrijgestelde inkomsten. 35 Onderafdeling III. Vaststelling van het netto- inkomen..................... 44 Onderafdeling IV. Toekenning en toerekening van een deel van de beroepsinkomsten aan de echtgenoot............. 56 Afdeling V. Diverse inkomsten.......... 57 Onderafdeling I. Bepaling........... 57 Onderafdeling II. Vaststelling van het netto- inkomen..................... 60 Onderafdeling III. Aftrekbare verliezen.. 62 Afdeling VI. Aftrekbare bestedingen...... 62 Afdeling VII. Gemeenschappelijke aanslag voor echtgenoten en wettelijke samenwonenden............................ 68 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting 68 Afdeling I. Gewoon stelsel van aanslag.... 68 Onderafdeling I. Belastingtarief....... 68 Onderafdeling II. Belastingvrije som.... 69 Onderafdeling IIbis. Vermindering voor het lange termijnsparen................ 72 Onderafdeling IIter. [...]............ 77 Onderafdeling IIquater. Vermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor prestaties betaald met dienstencheques........... 77 Onderafdeling IIquinquies. Vermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning......................... 78 Onderafdeling IIsexies. Vermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid...................... 79 Onderafdeling IIsepties. Vermindering voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het Kringloopfonds - Terugname van de vermindering............... 79 Onderafdeling IIocties. Vermindering voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het Startersfonds - Terugname van de vermindering..................... 80 Onderafdeling IInonies. Vermindering voor uitgaven met het oog op de verwerving van een elektrisch voertuig of met het oog op de installatie van een oplaadpunt voor elektrische voertuigen.............. 80 Onderafdeling IIdecies. Vermindering voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het Fonds ter reductie van de globale energiekost - Terugname van de vermindering............................ 81 ii 15 juli 2012

Onderafdeling IIundecies. Vermindering voor uitgaven gedaan voor vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen................. 82 Onderafdeling IIduodecies. Vermindering voor uitgaven ter beveiliging van woningen tegen inbraak of brand.............. 82 Onderafdeling IIterdecies. Vermindering voor uitgaven voor een ontwikkelingsfonds - terugname van de vermindering...... 82 Onderafdeling III. Vermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten...... 83 Onderafdeling IIIbis. Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag......................... 85 Onderafdeling IV. Vermindering voor inkomsten uit het buitenland........... 86 Onderafdeling IVbis. Omzetting van verminderingen in een terugbetaalbaar belastingkrediet....................... 86 Onderafdeling V. Vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan...................... 87 Afdeling II. Bijzondere stelsels van aanslag.. 88 Onderafdeling I. Omzetting van sommige kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente.................... 88 Onderafdeling II. Afzonderlijke aanslagen 89 Onderafdeling III. Bijkomende heffing op roerende inkomsten................ 94 Afdeling III. Bonificatie voor voorafbetaling van de belasting.................... 95 Afdeling IV. Jaarlijkse indexatie......... 95 Titel III. Vennootschapsbelasting.......... 96 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen vennootschappen................ 96 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting. 97 Afdeling I. Algemene bepalingen......... 97 Afdeling II. Belastinggrondslag.......... 100 Afdeling III. Vrijgestelde inkomsten....... 102 Onderafdeling I. Meerwaarden........ 102 Onderafdeling Ibis. Vrijgestelde gewestelijke steunmaatregelen................ 103 Onderafdeling II. Ondernemingen die in België afzettingen van vloeibare of gasachtige koolwaterstoffen ontginnen....... 104 Onderafdeling III. Technische voorzieningen van verzekeringsondernemingen.... 104 Onderafdeling IV. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk.... 104 Onderafdeling V. Investeringsreserve.... 106 Afdeling IV. Vaststelling van het netto- inkomen............................ 107 Onderafdeling I. Beroepskosten........ 107 Onderafdeling II. Aftrek van vrijgestelde inkomsten......................... 111 Onderafdeling III. Aftrekken van de belastbare winst....................... 112 Onderafdeling IIIbis. Aftrek voor octrooiinkomsten....................... 114 Onderafdeling IIIter. Aftrek voor risicokapitaal........................... 115 Onderafdeling IV. Vorige Verliezen...... 118 Onderafdeling V. Gemene bepalingen betreffende de in de artikelen 199 tot 206 omschreven aftrekken............... 118 Afdeling V. Ontbinding en vereffening..... 119 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting 122 Afdeling I. Gewoon stelsel van aanslag..... 122 Onderafdeling I. Belastingtarief........ 122 Onderafdeling II. [ ]............... 123 Onderafdeling III. Vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan....................... 123 Afdeling II. Afzonderlijke aanslagen....... 123 Titel IV. Rechtspersonenbelasting.......... 124 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen rechtspersonen.................. 124 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting. 124 Hoofdstuk III. Berekening van de belasting 125 Titel V. Belasting van niet-inwoners........ 126 Hoofdstuk I. Aan de belasting onderworpen personen....................... 126 Hoofdstuk II. Grondslag van de belasting. 126 Afdeling I. Belastbare inkomsten......... 126 Afdeling II. Vrijgestelde inkomsten........ 129 Hoofdstuk III. Samenvoeging van sommige inkomsten......................... 132 Afdeling I. Maatstaf van belastingheffing.... 132 Afdeling II. Vaststelling van het nettobedrag van de samen te voegen inkomsten........ 133 Afdeling III. Aftrekbare bestedingen....... 134 Hoofdstuk IV. Berekening van de belasting 134 Titel VI. Aan de vier belastingen gemene bepalingen............................. 136 Hoofdstuk I. Storting van de belasting door voorheffing........................ 136 Afdeling I. Algemene bepalingen......... 136 Afdeling II. Onroerende voorheffing....... 136 15 juli 2012 iii

Afdeling III. Roerende voorheffing........ 145 Onderafdeling I. Schuldenaars van de voorheffing....................... 145 Onderafdeling II. Vrijstelling en verzaking van de voorheffing................. 147 Onderafdeling III. Opeisbaarheid van de voorheffing....................... 149 Onderafdeling IV. Berekening van de voorheffing.......................... 150 Afdeling IV. Bedrijfsvoorheffing.......... 151 Hoofdstuk II. Verrekening van de voorheffingen............................ 156 Afdeling I. Algemene bepalingen......... 156 Afdeling II. Onroerende voorheffing....... 157 Afdeling III. Roerende voorheffing........ 157 Afdeling IIIbis. Bijkomende heffing op roerende inkomsten...................... 158 Afdeling IV. Forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting.................... 158 Afdeling IVbis. Belastingkrediet......... 159 Onderafdeling I. Belastingkrediet voor belastingplichtigen - natuurlijke personen.. 159 Onderafdeling II. Belastingkrediet voor belastingplichtigen - vennootschappen.... 161 Afdeling V. Mate van verrekening van de onroerende voorheffing, de roerende voorheffing en het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en het belastingkrediet........... 161 Afdeling VI. Bedrijfsvoorheffing.......... 163 Titel VII. Vestiging en invordering van de belastingen............................. 163 Hoofdstuk I. Algemene Bepalingen...... 163 Hoofdstuk II. Aangifte................ 165 Afdeling I. Aangifte inzake personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting en belasting van niet-inwoners........ 165 Afdeling II. Aangifte inzake roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing............. 168 Afdeling III. Vrijstelling van de verplichting om bepaalde inkomsten uit kapitalen en bepaalde diverse inkomsten aan te geven.......... 168 Afdeling IV. Identificatie van de belastingplichtige............................. 168 Afdeling V. Bewijskracht van aangiften..... 170 Hoofdstuk III. Onderzoek en controle.... 170 Afdeling I. Plichten van de belastingplichtige. 170 Afdeling Ibis. Bijzondere plicht van collectieve beleggingsinstellingen................. 173 Afdeling II. Plichten van derden......... 173 Afdeling III. Plichten van openbare diensten, instellingen en inrichtingen............. 174 Afdeling IV. Gemene bepalingen inzake recht van onderzoek ten aanzien van de belastingplichtige en van derden............... 176 Afdeling V. Aan alle belastingen gemene bepalingen.......................... 176 Afdeling VI. Beroepsgeheim............ 177 Afdeling VII. Wederzijdse bijstand....... 178 Hoofdstuk IV. Bewijsmiddelen van de administratie........................ 182 Hoofdstuk V. Aanslagprocedure........ 184 Afdeling I. Wijziging van de aangifte...... 184 Afdeling II. Aanslag van ambtswege...... 185 Hoofdstuk VI. Aanslag............... 186 Afdeling I. Aanslagtermijnen........... 186 Afdeling II. Aanslagjaar en belastbaar tijdperk 189 Afdeling III. Aanslag in hoofde van de overnemende of verkrijgende vennootschap...... 190 Hoofdstuk VII. Rechtsmiddelen........ 191 Afdeling I. Administratief beroep........ 191 Afdeling II. Bijzondere bepalingen inzake rechtsmiddelen.................... 194 Hoofdstuk VIII. Invordering van de belasting.............................. 195 Afdeling I. Belastingschuldigen.......... 195 Afdeling II. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de belastingschulden van een aannemer.... 197 Afdeling III. Betwiste belastingen........ 200 Afdeling IV. Betaaltermijn van voorheffingen en belastingen..................... 200 Afdeling IVbis. Onbeperkt uitstel van de invordering van directe belastingen.......... 201 Afdeling V. Interesten............... 202 Onderafdeling I. Nalatigheidsinteresten. 202 Onderafdeling II. Moratoriuminteresten. 204 Hoofdstuk IX. Rechten en voorrechten van de Schatkist inzake invordering........ 204 Afdeling I. Door sommige belastingschuldigen te stellen waarborg................. 204 Afdeling II. Voorrecht van de Schatkist.... 205 Afdeling III. Wettelijke hypotheek....... 205 Afdeling IV. Aansprakelijkheid en plichten van sommige ministeriële officieren, openbare ambtenaren en andere personen........ 206 Afdeling V. Verplichtingen van kredietinstellingen of - inrichtingen............... 212 Hoofdstuk IXbis. Verjaring van de rechten van de schatkist.................... 213 Hoofdstuk X. Strafbepalingen......... 213 Afdeling I. Administratieve sancties...... 213 Onderafdeling I. Belastingverhogingen.. 213 iv 15 juli 2012

Onderafdeling II. Administratieve boete. 213 Onderafdeling III. Verval van het recht om belastingplichtigen te vertegenwoordigen 213 Afdeling II. Strafrechtelijke sancties....... 214 Titel VIIbis. Aanvullende Crisisbijdrage..... 216 Titel VIII. Toekenningen aan de provincies, de agglomeraties en de gemeenten........... 217 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...... 217 Hoofdstuk II. Aanvullende belastingen... 217 Hoofdstuk III. Bijzondere invorderingsregels.............................. 218 Titel IX. Het kadastraal inkomen van onroerende goederen........................ 218 Hoofdstuk I. Bepaling van het kadastraal inkomen.......................... 218 Hoofdstuk II. Vaststelling van het kadastraal inkomen..................... 219 Afdeling I. Algemene bepalingen......... 219 Afdeling II. Aangifte van de belastingplichtigen en recht van onderzoek van de administratie. 219 Afdeling III. Gebouwde onroerende goederen 219 Afdeling IV. Ongebouwde onroerende goederen............................. 220 Afdeling V. Materieel en outillage........ 220 Afdeling VI. Referentietijdstip.......... 221 Hoofdstuk III. Tijdstip van vaststelling en invoegetreding van de kadastrale inkomens 221 Afdeling I. Algemene perekwatie van de kadastrale inkomens.................. 221 Afdeling II. Herzieningen van de kadastrale inkomens.......................... 221 Afdeling III. Schatting en herschatting van de kadastrale inkomens................. 222 Hoofdstuk IV. Betekening van de kadastrale inkomens........................ 222 Hoofdstuk V. Bezwaar tegen het kadastraal inkomen.......................... 223 Afdeling I. Recht van bezwaar.......... 223 Afdeling II. Voorwaarden van geldigheid van het bezwaar...................... 223 Afdeling III. Procedure bij het onderzoek van de bezwaren...................... 223 Afdeling IV. Uitwerking van de bezwaren... 223 Hoofdstuk VI. Bewaring en bijhouding van de kadastrale bescheiden............. 223 Titel X. Overgangsbepalingen............ 224 Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992............. 235 Hoofdstuk I. Grondslag en berekening van de belastingen...................... 235 Afdeling I. Kadastraal inkomen - Revalorisatiecoëfficiënt....................... 235 Afdeling Ibis. Bepaling van het percentage per jaar met het oog op het berekenen van het belastbaar inkomen uit rechten van deelneming in bepaalde instellingen voor collectieve beleggingen als de rentecomponent niet vastgesteld is............................... 235 Afdeling II. Fiscale voorwaarden inzake spaardeposito's........................ 235 Afdeling III. Forfaitaire raming van de kosten die aftrekbaar zijn van het bruto-inkomen uit verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen en auteursrechten... 236 Afdeling IV. Vaststelling van het nettobedrag van de beroepsinkomsten.............. 237 Afdeling V. Optiestelsel van landbouwvennootschappen...................... 238 Afdeling VI. Bezoldigingen van volledig, hoofdzakelijk of bijkomend met fooien bezoldigde werknemers - Belastbare minimumbezoldiging 238 Afdeling VII. Forfaitaire raming van anders dan in geld verkregen voordelen van alle aard 239 Afdeling VIII. PC-Privé-plannen......... 243 Afdeling VIIIbis. Vrijstelling van de meerwaarden gerealiseerd op bepaalde bedrijfsvoertuigen............................. 243 Afdeling VIIIter. Vrijstelling van de meerwaarden gerealiseerd op bepaalde binnenvaartuigen............................. 243 Afdeling IX. Grenzen en voorwaarden voor belastingvrijstelling van waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten.... 244 Afdeling IXbis. Vrijstelling van de winst die voortvloeit uit minderwaarden die zijn opgetekend ten gevolge van de homologatie van een reorganisatieplan of ten gevolge van de vaststelling van een minnelijk akkoord........ 244 Afdeling X. Forfaitaire aftrek voor uitzonderlijke beroepskosten ten gevolge van de afstand tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling.......................... 245 Afdeling XI. [...].................... 245 Afdeling XII. Verantwoording van sommige beroepskosten....................... 245 15 juli 2012 v

Afdeling XIII. Werkgeversbijdragen en - premies bedoeld in artikel 52, 3, b........ 246 Afdeling XIV. Degressieve afschrijvingen.... 248 Afdeling XIVbis. Beroepskosten met betrekking tot de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling.......... 249 Afdeling XV. Vrijstelling voor bijkomend personeel dat voor [ ] uitvoer en integrale kwaliteitszorg wordt tewerkgesteld in België..... 249 Afdeling XVbis. Stage in de onderneming... 250 Afdeling XVI. Investeringsaftrek......... 250 Afdeling XVII. [...].................. 254 Afdeling XVIII. Belastingvrijstelling van prijzen en subsidies betaald of toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars........... 254 Afdeling XIX. Meerwaarden op onroerende goederen......................... 255 Afdeling XX. Aftrek van uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde onroerende goederen....................... 256 Afdeling XXI. Aanrekening van de van het totale netto- inkomen aftrekbare bestedingen.. 257 Afdeling XXII. Instellingen die giften ontvangen 257 Afdeling XXIII. Aftrek van uitgaven voor kinderoppas......................... 260 Afdeling XXIV. Aftrek voor enige woning.... 260 Afdeling XXV. Aanrekening van de verliezen van één van de echtgenoten op de inkomsten van de andere echtgenoot.............. 261 Afdeling XXVbis. Persoonlijke bijdragen en premies betaald door de werkgever of de onderneming........................ 261 Afdeling XXVter. Voorwaarden en wijze waarop de vermindering voor het lange termijnsparen wordt toegepast met betrekking tot premies van individuele levensverzekeringen en betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van hypotheekleningen.......... 261 Afdeling XXVquater. Vermindering voor pensioensparen - Maximumbedrag - Inlichtingen te verstrekken betreffende betalingen voor pensioensparen..................... 262 Afdeling XXVquinquies. Voorwaarden tot toekenning en behoud van de erkenning van pensioenspaarfondsen................... 262 Afdeling XXVsexies. Vermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor prestaties betaald met dienstencheques.. 263 Afdeling XXVsepties. Vermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning...... 264 Afdeling XXVocties. Vermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid.. 266 Afdeling XXVnonies. Vermindering voor de uitgaven met het oog op het verwerven in nieuwe staat van een elektrisch voertuig...... 266 Afdeling XXVdecies. Vermindering voor uitgaven gedaan voor vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen.. 267 Afdeling XXVundecies. Vermindering voor uitgaven voor beveiliging van een woning tegen inbraak of brand.................... 267 Afdeling XXVduodecies. Vermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag. 268 Afdeling XXVI. Voorafbetalingen - Belastingvermeerdering - Bonificatie............ 268 Afdeling XXVII. Omzetting in rente van kapitalen en afkoopwaarden.............. 270 Afdeling XXVIIbis. Voorwaarden en grenzen van de vrijstelling van de technische voorzieningen............................ 270 Afdeling XXVIIter. Investeringsmodaliteiten in het kader van de investeringsreserve ingeval van inbreng van een tak van werkzaamheid of een bedrijfsafdeling of van een algemeenheid van goederen of ingeval van fusie of splitsing. 271 Afdeling XXVIIquater. Definitief belaste inkomsten......................... 271 Afdeling XXVIIquater/1. Aftrek voor risicokapitaal.......................... 272 Afdeling XXVIIquinquies. Erkenningsvoorwaarden waaraan een gecentraliseerd systeem voor het lenen en ontlenen van financiële instrumenten dat geïntegreerd is in een betalings- en afwikkelingssysteem van effectenverrichtingen moet voldoen en periode gedurende dewelke de erkenning kan worden verleend......................... 273 Afdeling XXVIII. Vaststelling van het belastbare inkomen inzake vennootschapsbelasting.. 275 Afdeling XXIX. Opcentiemen op de belasting van niet- inwoners (natuurlijke personen).. 277 Afdeling. XXX. Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling................ 277 Hoofdstuk II. Voorheffingen en verrekening van voorheffingen................... 277 Afdeling I. Roerende voorheffing........ 277 Afdeling II. Bedrijfsvoorheffing.......... 278 Afdeling IIbis. Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.................. 281 vi 15 juli 2012

Afdeling III. Roerende voorheffing op inkomsten van roerende goederen en kapitalen en op sommige diverse inkomsten............ 284 Onderafdeling I. Inkomsten van vreemde waarden, van schuldvorderingen op of van gelddeposito's in het buitenland en inkomsten bedoeld in artikel 90, 11 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ten laste van een schuldenaar niet rijksinwoner - Controlemaatregelen..... 284 Onderafdeling II.Vrijstelling van de roerende voorheffing.................... 284 Onderafdeling III. Volledige of gedeeltelijke verzaking van de inning van roerende voorheffing...................... 285 Onderafdeling IV. In België in open bewaring gegeven aandelen of aandelen op een effectenrekening in België uitgegeven vanaf 1 januari 1994 - Voorwaarden en toepassingswijze voor het verkrijgen van een verlaagd tarief inzake roerende voorheffing. 298 Afdeling IV. Verrekening van voorheffingen. 299 Onderafdeling I. Fictieve onroerende voorheffing.......................... 299 Onderafdeling II. Fictieve roerende voorheffing.......................... 299 Onderafdeling III. Mate van verrekening. 299 Hoofdstuk III. Vestiging en invordering van de belasting....................... 300 Afdeling I. Aangiften................. 300 Afdeling II. Kohieren................. 300 Afdeling III. Betalingen en kwitanties...... 301 Afdeling IIIbis. Aandeel van iedere belastingplichtige in de gemeenschappelijke aanslag.. 302 Afdeling IV. Verjaring................ 304 Afdeling V. Vervolgingen.............. 304 Onderafdeling I. Inleidende bepaling - Indeling van de vervolgingen........... 304 Onderafdeling II. Rechtstreekse vervolgingen............................ 304 Onderafdeling III. Onrechtstreekse vervolgingen.......................... 305 Onderafdeling IV. Met de vervolgingen belaste personen.................... 306 Onderafdeling V. Vervolgingskosten.... 307 Onderafdeling VI. Algemene bepalingen. 307 Afdeling VI. Opsporing van inbreuken..... 307 Afdeling VII. Vestiging en invordering door de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, van de belasting van niet- inwoners op meerwaarden op onroerende goederen............ 307 Afdeling VIII. Vrijstelling van aangifteplicht in de personenbelasting................. 308 Afdeling VIIIbis. Aangifteplicht betreffende betalingen die zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen gevestigd in Staten zonder of met een lage belasting....... 309 Afdeling IX. Aanwijzing van derden om mededeling te verkrijgen van informatiegegevens voor de uitvoering van een opdracht van algemeen belang....................... 309 Afdeling IXbis. Aanwijzing van ambtenaren van andere fiscale administraties die bevoegd zijn om onderzoekingen uit te voeren...... 309 Afdeling X. Minimum van de belastbare winst of baten van ondernemingen of beoefenaars van een vrij beroep.................. 309 Afdeling XI. [ ].................... 310 Afdeling XII. Bepaling van het belastbare tijdperk voor de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting, belasting van niet- inwoners en voorheffingen, en van de inkomsten die daartoe behoren... 310 Afdeling XIII. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de belastingschulden van een aannemer. 312 Afdeling XIIIbis. Inning door de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, van de bedrijfsvoorheffing op meerwaarden verwezenlijkt op onroerende goederen door niet-inwoners in het kader van hun beroepswerkzaamheid...... 312 Afdeling XIV. Zakelijke zekerheid en persoonlijke borgstelling.................... 313 Afdeling XV. Verplichtingen van kredietinstellingen of - inrichtingen................ 314 Afdeling XVI. Schaal van de belastingverhogingen............................. 315 Hoofdstuk IV. Belastingwezen van de provincies, de agglomeraties en de gemeenten 316 Afdeling I. Provinciale belastingen........ 316 Afdeling II. Aanvullende agglomeratie- en gemeentebelastingen................... 316 Hoofdstuk IVbis. Bijzondere invorderingsregels inzake de toekenningen aan de provincies, de agglomeraties en de gemeenten 317 Hoofdstuk V. Overgangsbepalingen...... 317 Afdeling I. Inhouding van een gedeelte van de roerende voorheffing................. 317 15 juli 2012 vii

Afdeling II. Herschatting voor de berekening van de afschrijving van bepaalde activa die zijn verkregen of tot stand gebracht vóór de normale datum van afsluiting van de laatste jaarbalans opgemaakt vóór 31 december 1940 en die nog in gebruik waren op de normale datum van afsluiting van de laatste jaarbalans opgemaakt vóór 31 december 1946......... 318 Afdeling III. Aftrek van interest van hypothecaire leningen aangegaan voor het vernieuwen van een woning..................... 320 Afdeling IV. Voorwaarden en wijze waarop de vermindering voor het lange termijnsparen wordt toegepast met betrekking tot premies van individuele levensverzekeringen en betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van hypotheekleningen................ 320 Afdeling V. PC-privé-plannen........... 321 Bijlage I........................... 321 Afdeling I. Maandelijkse referteïndexen voor hypothecaire leningen, toegestaan vanaf 1 januari 1995, waarin een veranderlijke rentevoet is bedongen.................... 321 Afdeling II. Maandelijks lastenpercentage voor niet- hypothecaire leningen gesloten tijdens de jaren 1981 tot 1984 met een vaste looptijd van meer dan 60 maanden............. 328 Afdeling III. [...].................... 328 Bijlage II. Lijst van activa die bedoeld zijn in artikel 69, eerste lid, 2, c. van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en die dienen voor een rationeler energieverbruik, de verbetering van de industriële processen uit energetische overwegingen en de terugwinning van energie in de industrie...... 328 Bijlage IIbis. Verplichte vermeldingen die moeten voorkomen op de factuur betreffende de uitgaven die in artikel 145/24, 1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 opgesomd zijn met het oog op een rationeler energiegebruik in een woning (KB/WIB 92, artikel 63/11)............ 331 Bijlage IIter. Vermeldingen die verplicht moeten voorkomen op de factuur betreffende de uitgaven opgesomd in artikel 145/ 31 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met het oog op het beveiligen van een woning tegen diefstal of brand (KB/WIB 92, artikelen 63/15 tot 63/18).. 332 Bijlage IIquater. Vermeldingen die verplicht moeten voorkomen op de factuur betreffende de materiële vaste activa opgesomd in artikel 69, 1, eerste lid, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake investeringsaftrek......... 333 Bijlage III. Schalen en regels die van toepassing zijn om de bedrijfsvoorheffing vast te stellen bij de bron verschuldigd op inkomsten betaald of toegekend vanaf 1 januari 2012............................ 334 Hoofdstuk I. Algemeen............... 334 Afdeling I. Grondslag................ 334 Afdeling II. Verminderingen wegens gezinslasten............................ 335 Afdeling III. Afronding............... 336 Hoofdstuk II. Bezoldigingen van werknemers en ermede gelijkgestelde inkomsten. 336 Afdeling I. Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500 EUR.................... 336 Afdeling II. Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500 EUR.................. 339 Afdeling III. Bijzondere regels.......... 339 Hoofdstuk III. Bezoldigingen van bedrijfsleiders............................ 345 Afdeling I. Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500 EUR.................... 346 Afdeling II. Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500 EUR.................. 346 Afdeling III. Bijzondere regels.......... 347 Hoofdstuk IV. Pensioenen, renten, kapitalen, afkoopwaarden en ermede gelijkgestelde inkomsten...................... 347 Afdeling I. Maandelijkse pensioenen of renten tot 7.500 EUR.................... 347 Afdeling II. Maandelijkse pensioenen of renten boven 7.500 EUR.................. 347 Afdeling III. Bijzondere regels.......... 348 Hoofdstuk V. Inkomsten van andere nietinwoners dan diegenen vermeld in de nrs. 2.1, B en C en 3.1, B en C............ 350 Afdeling I. Bezoldigingen van werknemers en ermede gelijkgestelde inkomsten......... 350 Onderafdeling I. Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500 EUR........... 350 Onderafdeling II. Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500 EUR........ 351 Onderafdeling III. Bijzondere regels.... 351 Afdeling II. Brugpensioenen............ 352 Afdeling III. Bezoldigingen van bedrijfsleiders 352 viii 15 juli 2012

Onderafdeling I. Maandelijkse bruto bezoldigingen tot 7.500 EUR........... 352 Onderafdeling II. Maandelijkse bruto bezoldigingen boven 7.500 EUR......... 352 Onderafdeling III. Bijzondere regels..... 352 Afdeling IV. Onderhoudsuitkeringen en kapitalen vermeld in artikel 90, 3 en 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, die aan niet-inwoners worden betaald..... 353 Afdeling V. In artikel 87, 5, a tot c en e, van dit besluit vermelde inkomsten, betaald of toegekend aan niet- inwoners vermeld in die bepaling............................ 353 Afdeling VI. Inkomsten van podiumkunstenaars die niet- inwoners zijn............ 353 Afdeling VII. Winst en baten van niet- inwonende vennoten of leden van burgerlijke vennootschappen of van verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel 229, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992...................... 353 Afdeling VIII. In artikel 87, 8, van dit besluit vermelde meerwaarden, verwezenlijkt door niet-inwoners in het kader van hun beroepswerkzaamheid..................... 354 Hoofdstuk VI. Inkomsten van sportbeoefenaars, scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders...................... 354 Hoofdstuk VII. Diverse............... 355 Afdeling I. Presentiegelden............. 355 Afdeling II. Prijzen, subsidies, renten of pensioenen vermeld in artikel 90, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 355 Afdeling III. Persoonlijke vergoedingen als vermeld in artikelen 90, 12, en 228, 2, 9, k, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992........................... 356 Hoofdstuk VIII. Aanvullende inhoudingen. 356 Bijlage IIIbis. Lijst van de codes met betrekking tot de aard van de inkomsten in toepassing van artikel 952, 3, a, KB/ WIB 92 373 Bijlage IIIter. Modaliteiten na te leven door de in artikel 95/ 2, 1 KB/Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing.. 374 Bijlage IIIquater. Lijst van de erkende instellingen voor wetenschappelijk onderzoek (artikel 275/3, tweede lid, WIB 92)..... 376 Bijlage IV. [...]...................... 377 Bijlage V. [...]....................... 377 Bijlage. Overeenstemmingstabellen...... 378 Wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Uittreksel). 385 Hoofdstuk II. Omzetting van het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998.. 385 Afdeling VII. Aandelen met décote stock options............................ 385 Onderafdeling I. Aandelenopties....... 385 Onderafdeling II. Uitgifte van aandelen met prijsreductie................... 387 Hoofdstuk IV. Inwerkingtreding......... 387 Programmawet van 2 augustus 2002 (Uittreksel)................. 388 Titel V. Financiën..................... 388 Hoofdstuk I. Zeescheepvaart........... 388 Afdeling I. Winst uit zeescheepvaart aan de hand van de tonnage................. 388 Afdeling II. Bijzonder keuzestelsel van afschrijvingen........................... 389 Afdeling III. Vrijstelling van meerwaarden op zeeschepen........................ 390 Afdeling IV. Investeringsaftrek........... 390 Afdeling V. Winst op basis van de tonnage uit het beheer van zeeschepen voor rekening van derden.......................... 390 Afdeling VI. Vermindering van het registratierecht op vestiging van hypotheek op zee- en binnenschepen....................... 391 Koninklijk besluit van 25 februari 2005 tot uitvoering van de artikelen 413bis tot 413sexies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992...................... 391 Programmawet van 22 juni 2012 (Uittreksel)...................... 392 Afdeling II. Ontmoediging van het aanleggen binnen de onderneming van provisies voor aanvullende pensioenen.................. 392 Afdeling III. Taks op het lange termijnsparen. 392 15 juli 2012 ix

Decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening........... 393 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...... 393 Hoofdstuk I. Voorwaarden betreffende de partijen bij de Winwinlening........... 394 Hoofdstuk III. Vormvoorwaarden en voorschriften betreffende de Winwinlening.... 394 Hoofdstuk IV. Bestemming [...] van het kapitaal dat in het kader van de Winwinlening wordt geleend of ter beschikking wordt gesteld............................. 396 Hoofdstuk V. Jaarlijkse bewijslevering.... 396 Hoofdstuk VI. Fiscale bepalingen....... 396 Afdeling I. Jaarlijkse belastingvermindering. 396 Afdeling II. Eenmalige belastingvermindering 396 Hoofdstuk VII. Slotbepaling........... 397 x 15 juli 2012