Scherptediepte. Inleiding



Vergelijkbare documenten
Diafragma - sluitertijd - ISO-waarde

Fotografie Pro 1 SCHERPTEDIEPTE

SENSOR op stof en vlekken controleren

Gebruik hyperfocale afstand

7 supertips over SCHERPTE & DIEPTE. voor natuurfoto s met een WOW-factor. Fotograferen in de natuur.nl. Toine Westen

Brandpunten en cropfactor

Macro fotografie De eerste is de scherpstelafstand van de lens De tweede belangrijke waarde is de reproductiefactor

SCHERPTEDIEPTE EN EXPOAPERTURE 2

Diafragma, hoe werkt het

thema sport Sportfotografie Hoe doe

Lenzen. Welke lens moet ik kiezen en voor welk doel?

FOTOGRAFIE BASIS. Jelmer de Haas

Portretfotografie. Portretfotografie. Scherptediepte. Tips & Trucs portretfotografie

Scherp of onscherp? Omgaan met scherptediepte.

Algemene Camera techniek

Fotograferen in de Berry

SCHERPSTELLEN DIGITALE FOTOGRAFIE VAN OPNAME TOT AFDRUK HOOFDSTUK 3

BASIS FOTOGRAFIE BASISBEGRIPPEN

SCHERPTE? Scherpte in de fotografie en wat het doet in je foto?

Scherptediepte in de praktijk

Het doel. is om een eerste inzicht te geven in de basis van de digitale fotografie.

Instellingen. Afbeelding 3.1 Boven op een spiegelreflexcamera. draaiknop waarmee de M-stand kan worden ingesteld.

ISO. Diafragma. Sluitertijd. Scherptediepte

7 stappen naar een onscherpe achtergrond

Digitale fotografie onder water

Wat zijn tussenringen?

Oog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk.

fotografie Aquarium Er E n r ö ö Dob Do ro r n o yi

Les 2. Brandpuntsafstand/Objectieven & Sluitertijd. Basiscursus Digitale Fotografie

Fotografie Basiskennis! 13 september 2005 Door Augustijn Buelens & Jeff Ceuppens

Minicursus Digitale fotografie

Scherptediepte. Scherpte diepte wordt dikwijls weergegeven als 'DOF' (DepthOf Field)

Welkom op de avond Basistechniek camera. Gerrit Valkenwoud

Welkom workshop Portretfotografie

Belichting. Bepaal je ISO-waarde altijd nadat je de diafragma en sluitertijd hebt bepaald.

Fotoclub OPTIKA. Zwijndrecht. Macrofotografie. 1. Wat is macrofotografie? OPTIKA Zwijndrecht 9 november 2012

HDR- FOTOGRAFIE. Inleiding. Het digitale beeld - Bijlage

BELICHTING(SDRIEHOEK)

Scherptediepte. Hannes Haisma. Computer Gebruikers Club/Fotoclub 22 november 2018

M A C R O fotografie

Close-up Techniek avond. Filmen met fotocamera

HET DIAFRAGMA. Voor iedereen die er geen gat meer in ziet. Algemeen

Figuur 1: gekleurde pixels op een digitale sensor

Consequent scherpe foto's in 3 stappen

LOREO MACRO 3D LENS. Tips voor het gebruik

Scherpte in de fotografie

Objectieven voor digitaal

Samyang introduceert 2e Autofocus objectief voor Canon Full-Frame, de AF 85mm ƒ/1.4 EF.

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto.

Digitale fotografie. 7 juni Gezinsbond Kieldrecht en Luc Bosmans

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 7. Beweging AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

Fotografie: van opname tot archivering deel 1. Bruno Vandermeulen

Techniek. Microfotografie. Huub de Waard

Wat is fotograferen? foto=licht grafie=schrijven Het vastleggen van licht

Bij de meeste camera s is de keuze van de belichtingsregelingen met een zogenaamd programmakeuzewiel

Architectuurfotografie. Tips

Ontdek De Basis Van De Betere Foto. Door Peter van Veen

Basic Creative Engineering Skills

Telelens of zoom. Een telelens is een lens met een beperkte beeldhoek Hierdoor worden verder weg gelegen objecten op groter weergegeven.

HAND-OUT MACRO FOTOGRAFIE

donderdag 17 februari 2005 Analoog vs Digitaal 1

Reader 37. Workshop Fotografie. September 2007 Mediatheek Moller Tilburg

Cursus Fotografie Les 2. Nu aan de slag

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 2. De fotocamera AV Voorkennis: Geen

Welkom op deze presentatie over MACROFOTOGRAFIE

WORKSHOP PORTRETFOTOGRAFIE

EF-S60mm f/2.8 MACRO USM

Straatfotografie. Op jacht naar alledaagse maar bijzondere taferelen en mensen.

HANDMATIG FOTOGRAFEREN

Alles over lenzen voor de beginnende fotograaf

BEWEGING. > Doel. > Vele soorten beweging en > hoe Techniek we die vastleggen en benadrukken. 14 april 2016

Zoom - optisch & digitaal

1: Definities en onderwerpen 1 Introductie 2 Definities 2 Onderwerpen 12

BARCODE SCANNERS EN CMOS/CCD-SCANNERS

BETER FOTOGRAFEREN Sluitertijden

Basisbegrippen in de fotografie

Welkom op deze Fotocursus

Natuur en landschapsfotografie

Objectiefkeuze. Na de keuze voor de camera volgt een andere moeilijke keuze: kies ik voor de goedkope kitlens of zijn er betere alternatieven???

Personen bij weinig licht

De basis der digitale fotografie

De apparatuur die je nodig hebt

IK MAAK FOTO S, MAAR WAT KOMT ER BIJ KIJKEN?

Een machtige communicatietool

INVULFLITS. Niet zo geslaagd hé!

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 6. Scherptediepte AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

NIEUW! Twee unieke Lensbaby objectieven: de Lensbaby Sol 45 én Sol 22

Handleiding Optiekset met bank

Goed belicht. Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde

En toen was er licht! deel 1

FOTO- OPDRACHT 6. NatGeoFoto

Inhoudsopgave. Inleiding

Fotograferen op P, Av, Tv of M? Welke stand wanneer?

Fotografiecursus Deel 8

Transcriptie:

Inleiding In ieder objectief vinden we een diafragma. Het diafragma bestaat uit een aantal lamellen, die tesamen openingen met verschillende diameters kunnen vormen. Doordat het diafragma deze verschillende openingen kan vormen, kunnen we invloed uitoefenen op bepaalde aspecten: Door een kleinere diafragmaopening valt er minder licht door de lens, en moeten we de foto dus langer belichten dan wanneer het diafragma volledig blijft. Door een kleinere diafragmaopening gebruiken we een kleiner gedeelte van de lens, waardoor de bundels sterker bij de optische as blijven, en reduceren we sterk diverse lensfouten. Door een kleinere diafragmaopening te kiezen, wordt het scherptedieptegebied groter, dus krijgen we meer voorwerpen scherp op de foto. Voor de hand liggend is dus om altijd een kleine diafragmaopening te krijgen, omdat we dan veel scherp op de foto krijgen, en we veel lensfouten elimineren, en dus een kwalitatief beter beeld krijgen. Helaas liggen voor verschillende soorten van fotografie de belangen nogal eens tegenovergesteld: Voor sportfotografie zijn snelle sluitertijden belangrijk om aktie te bevriezen. Een grote diafragmaopening is daarvoor vereist. De kleine scherptediepte en iets mindere optische kwaliteit moeten we voor lief nemen. Voor portretfotografie is vaak een korte scherptediepte vereist om het model los van de onscherpte achtergrond te laten komen. Een grote diafragmaopening is daarvoor vereist. Bijkomend voordeel zijn de korte sluitertijden, zodat we uit de hand kunnen werken en mobieler zijn dan met statief. Nadeel is de wat mindere optische kwaliteit. Pagina 1 / 16

Hoewel de term scherptediepte een gebied impliceert wat scherp op de foto komt, is dit in feite niet helemaal correct. Ieder objectief stelt op een bepaalde afstand scherp. Die afstand is dan ook de enige afstand die ook echt scherp is. Alles ervoor en erachter vervaagt langzaam. Hoe verder weg van de scherpstelafstand, hoe vager het onderwerp op de foto verschijnt. Dit weglopen van scherpte gebeurt echter zeer geleidelijk. Voorwerpen, die zich niet op de scherpstelafstand bevinden zijn dus volgens bovenstaande definitie onscherp (theorie). In werkelijkheid kan deze onscherpte zo minimaal zijn, dat het voorwerp zich toch scherp op de foto lijkt te bevinden (praktijk). Dit voorwerp bevind zich dus binnen de scherptediepte. Hieruit mag blijken, dat scherptediepte een niet helemaal af te bakenen begrip is. We hanteren een definitie over hoeveel onscherpte we nog als scherp accepteren. Wanneer we een negatief afdrukken tot een 10x15 foto, zal de onscherpte veel minder opvallen dan wanneer we de afdruk op 60x90 papier laten maken. scherptediepte scherpstelafstand Pagina 2 / 16

Formules De scherptediepte is afhankelijk van een paar factoren: Ba : Brandpuntsafstand van het objectief f : Ingestelde diafragmaopenig A ond : Afstand tot onderwerp K : Correctiefactor De correctiefactor K definieert waar de grens ligt wanneer we voorwerpen nog als scherp / reeds als onscherp waarnemen. Zoals reeds eerder gezegd, deze waarde is subjectief. In de berekeningen wordt steeds een factor 0.3 gehanteerd, ook om onderling vergelijken mogelijk te maken. In formulevorm is de scherptediepte als volgt te berekenen: De kortste afstand waarop onderwerpen nog als scherp waargenomen worden: D min = Ba f Aond 2 K Ba + 2 f K ( Aond Ba) Berekening kortste afstand waarop voorwerpen nog als scherp waargenomen worden De langste afstand waarop onderwerpen nog als scherp waargenomen worden: D min = Ba Aond 2 f K Ba 2 f K ( Aond Ba) Berekening langste afstand waarop voorwerpen nog als scherp waargenomen worden Pagina 3 / 16

Uit deze formule zijn een aantal conclusies af te leiden: Hoe groter het brandpunt van het objectief, hoe kleiner de scherptediepte. Hoe groter de afstand tot het onderwerp, hoe groter de scherptediepte. Hoe kleiner de diafragmaopening, hoe groter de scherptediepte. Op de volgende pagina s een paar grafieken om deze samenhang weer te geven: Pagina 4 / 16

1.000,0 100,0 10,0 1,0 2,8 3,4 4,1 4,9 5,9 7,1 8,6 10,4 12,5 15,1 18,2 22,0 28 mm objectief, voorwerpsafstand 5 meter, diafragmaopeningen 2,8-22 1.000,0 100,0 10,0 1,0 2,8 3,4 4,1 4,9 5,9 7,1 8,6 10,4 12,5 15,1 18,2 22,0 50 mm objectief, voorwerpsafstand 5 meter, diafragmaopeningen 2,8-22 1.000,0 100,0 10,0 1,0 2,8 3,4 4,1 4,9 5,9 7,1 8,6 10,4 12,5 15,1 18,2 22,0 100 mm objectief, voorwerpsafstand 5 meter, diafragmaopeningen 2,8-22 Pagina 5 / 16

1.000,0 100,0 10,0 1,0 2,8 3,4 4,1 4,9 5,9 7,1 8,6 10,4 12,5 15,1 18,2 22,0 50 mm objectief, voorwerpsafstand 2 meter, diafragmaopeningen 2,8-22 1.000,0 100,0 10,0 1,0 2,8 3,4 4,1 4,9 5,9 7,1 8,6 10,4 12,5 15,1 18,2 22,0 50 mm objectief, voorwerpsafstand 5 meter, diafragmaopeningen 2,8-22 1.000,0 100,0 10,0 1,0 2,8 3,4 4,1 4,9 5,9 7,1 8,6 10,4 12,5 15,1 18,2 22,0 50 mm objectief, voorwerpsafstand 10 meter, diafragmaopeningen 2,8-22 Pagina 6 / 16

Tot zover de theorie. Want wat kunnen we hier nu mee in de praktijk? Wanneer we bewust zijn hoe de grootte van de diafragma opening invloed uitoefent op de scherptediepte, kunnen we: Door een grote diafragma opening de scherpte heel selectief op een bepaalde afstand neerleggen. Door een grote diafragma opening de scherpte op een bepaald gedeelte van een geheel leggen, om zo de aandacht op dat gedeelte te leggen. Door een grote diafragma opening een bepaald onderwerp uit een grote groep onderwerpen scherp weergeven, terwijl de rest onscherp is. Door een kleine diafragma opening de scherpte van voor tot achter in de foto leggen. Enz... Enz... Hieronder volgen enkele voorbeelden hoe dit er in de praktijk uit kan zien. Pagina 7 / 16

Voorbeeld 1:. Hieronder een serie foto s van een rek met CDs. Alle foto s zijn onder identieke omstandigheden genomen. De enige variabele is de diafragmaopening, deze varieert van f/1.4 tot f/22. Duidelijk is de toename in scherptediepte te zien. Overige opnamegegevens: Brandpuntsafstand Onderwerpsafstand : 50 mm : 50 cm f/1.4 f/4.0 f/11 f/2.0 f/5.6 f/16 f/2.8 f/8.0 f/22 Toename scherptediepte van f/1.4 tot f/22 Pagina 8 / 16

Voorbeeld 2: Geeltelijk / geheel scherpte weergave van een onderwerp. Hieronder 2 identieke foto s van een camera. In beide gevallen is scherpgesteld op het punt, zoals aangegeven met de blauwe pijl. In de eerste foto is gebruik gemaakt van een grote diafragma opening. Hierdoor zijn alleen de letters op het objectief, waarop is scherpgesteld, scherp weergegeven. De balg en het camerahuis lopen weg in de onscherpte, alsmede de ondergrond. In de tweede foto is gebruik gemaakt van een kleinere diafragma opening. De volledige camera, maar ook de ondergrond achter de camera, zijn scherp weergegeven. f/1.4 f/11 Gedeeltelijke of geheel scherpe weergave van een onderwerp Pagina 9 / 16

Voorbeeld 3: Scherpte op 1 van de 2 / beide voorwerpen leggen. Hieronder foto s van 2 poppen, welke zich op verschillende afstand tot de camera bevinden. Door een grote diafragma opening te kiezen, en op een van beide gezichten scherp te stellen, verdwijnt de andere pop in de onscherpte, bijna tot een onherkenbaar iets. f/1.4 f/1.4 De scherpte op een van de twee onderwerpen leggen Pagina 10 / 16

Door een iets kleinere diafragma opening te kiezen, wordt de scherptediepte groter. We leggen dan nog steeds de nadruk op een van de beide poppen, maar door de grotere herkenbaarheid van de andere trekt deze niet meer zo zeer de aandacht als een onscherp vlak. f/2.8 f/2.8 De scherpte op een van de twee onderwerpen leggen Door de onderwerpsafstand tussen de 2 beelden in te leggen, en een klein diafragma te kiezen, worden beide poppen scherp afgebeeld. f/16 De scherpte op beide onderwerpen leggen Pagina 11 / 16

Hieronder nog enkele foto s waarin bewust gebruik gemaakt is van een kleine/grote scherptediepte. Brandpuntstafstand Diafragma : 50 mm : f/1.4 Brandpuntstafstand Diafragma : 150 mm : f/3.2 Pagina 12 / 16

Brandpuntstafstand Diafragma : 25 mm : f/9.0 Brandpuntstafstand Diafragma : 110 mm : f/2.8 Pagina 13 / 16

Brandpuntstafstand Diafragma : 80 mm : f/4.5 Brandpuntstafstand Diafragma : 200 mm : f/2.8 Pagina 14 / 16

bij verschillende soorten camera s. Een normaal-objectief is een objectief wat een brandpuntsafstand heeft welke gelijk is aan de diagonaal van het filmvlak / de beeldsensor. Deze brandpunt geeft, in combinatie met dit filmvlak / sensoroppervlak een beeldhoek van ongeveer 45, oftewel hetzelfde blikveld als het menselijk oog. Bij een 35mm camera / FullFrame digitale reflex is dit: 24 2 + 36 2 = 43mm Bij digitale spiegelreflexen met een cropfactor van ongeveer 1.5 is dit: 15 2 + 22,5 2 = 27mm Bij digitale compactcamera s liggen deze brandpunten in de grootte orde van ongeveer 7 mm. Wat heeft dit voor invloed op de scherpte-diepte? Zoals reeds aangegeven, deze objectieven leveren in combinatie met de sensor allemaal een beeldhoek van ongeveer 45. Zoals ook eerder aangegeven, scherptediepte is afhankelijk van brandpuntsafstand, hoe kleiner deze is, hoe groter de scherptediepte. Combineren we deze 2 feiten met elkaar, dan volgt de conclusie dat hoe kleiner de sensor, hoe groter de scherptediepte. Omdat de digitale compactcamera s allemaal zijn voorzien van deze kleine sensor, leveren deze camera s dus ook allemaal een grote scherptediepte. Dit is enerzijds een prettige bijkomstigheid, omdat de autofocus minder nauwkeurig kan zijn, en toch alles scherp op de foto komt. Anderzijds is een controle op de scherptediepte met deze camera s dus in veel beperktere mate mogelijk. Pagina 15 / 16

Fotoverantwoording Alle gebruikte foto s komen uit eigen werk van de auteur. Pagina 16 / 16