Appendix 2. Attitude - Vragenlijst (A-versie) Inleiding Met deze vragenlijst proberen wij na te gaan, hoe je tegen je toekomstige beroep en beroepsuitoefening aankijkt. Ook zijn wij geïnteresseerd in je mening over wat een ideale arts zou zijn. Probeer iedere vraag vanuit dit perspectief te lezen. Lees iedere vraag zorgvuldig. De precieze betekenis is op het eerste gezicht misschien meteen duidelijk. Probeer je eigen opvattingen en gevoelens weer te geven in je antwoord. Wanneer een vraag slaat op een situatie die je kent, tracht je dan in die situatie in te denken. Probeer je voor te stellen wat jouw mening zou zijn en vul het toepasselijke antwoord in. Het is de bedoeling dat je een mening geeft over hoe het idealiter zou moeten zijn; geef zoveel mogelijk je eigen mening. Wanneer een vraag je in verwarring brengt of wanneer het moeilijk is om je standpunt in te nemen, vul dan "neutraal" in. Wanneer je zowel voor als tegen een uitspraak bent, vul dan ook "neutraal" in. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 10 minuten.
238 Appendix 2 A Vul hier s.v.p. je geboortedatum in: VUL S.V.P. DE VOLGENDE VRAGEN IN DOOR MIDDEL VAN AANKRUISEN 1. Ben je man of vrouw? M V 2. Hoe oud ben je? jonger dan 20 jaar tussen 20 en 25 jaar tussen 25 en 30 jaar ouder dan 30 jaar 3. a) Hoe was je gemiddelde eindexamencijfer (middelbare school) natuur- en scheikunde? heel goed goed middelmatig zwak slecht b) Hoe was je gemiddelde eindexamencijfer (middelbare school) voor de talen? heel goed goed middelmatig zwak slecht 4. Hoe vaak ben je voor geneeskunde uitgeloot? 0x 1x 2x 3x 5. Heb je vóór je studie geneeskunde nog een andere opleiding gevolgd (hoeft voltooid te zijn)? fysiotherapie verpleegkunde overige HBO, nl.: een exacte wetenschap een sociale wetenschap overig univ. nl.: overige opleid. nl.: nee
Attitude - Vragenlijst 239 6. Heb je naast je studie nog regelmatig andere aktiviteiten (gehad), zoals (on)betaald werk in de gezondheidszorg, in verenigingen, instellingen, het onderwijs? ja nee 7. Hoe is je gemiddeld niveau tijdens je studie geneeskunde? heel goed goed middelmatig zwak slecht 8. Naar welke specialisatie gaat je belangstelling op dit moment het meeste uit? interne geneeskunde kindergeneeskunde neurologie psychiatrie heelkunde gynecologie/verloskunde huisartsgeneeskunde sociale geneeskunde med. biologisch ond. overig, namelijk: 9. In welke fase van de studie ben je nu? propedeuse doc-1 doc-2 doc-3 ALCO I ALCO II 10. Op grond van welke redenen ben je in Utrecht gaan studeren? toeval praktische redenen persoonlijke redenen voorkeur voor het Utrechtse curriculum
240 Appendix 2 OMCIRKEL BIJ IEDERE UITSPRAAK HET WOORD DAT JOUW MENING HET BESTE WEERGEEFT Voorbeeld: Legbatterijen moeten bij de wet verboden worden. neutraal 1. Als een patiënt zich houdt aan voorschriften of adviezen dan komt dat, omdat de arts geen duidelijke instructies heeft gegeven. neutraal 2. Tijdens het afnemen van de anamnese moet de arts het gesprek met de patiënt leiden en het initiatief in handen houden. neutraal 3. Spreekuurgesprekken moeten door de arts gestructureerd worden, anders hebben ze geen nut. neutraal 4. Slechts weinig patiënten zijn in staat, complexe gezondheidsproblemen te begrijpen. neutraal 5. De mate waarin de patiënt de arts vertrouwt, staat in rechtstreekse verhouding tot een gunstig effect van de therapie. neutraal 6. De emoties van de arts mogen eigenlijk geen rol spelen in het contact met de patiënt. neutraal 7. Psychofarmaca zijn verreweg de belangrijkste hulpmiddelen die een arts ten dienste staan bij de behandeling van depressie. neutraal 8. Paramedische en ondersteunende beroepen kunnen slechts een beperkte invloed hebben op de uiteindelijke beslissing over een behandeling; dat is de verantwoordelijkheid van de arts. neutraal 9. Ziekenhuispersoneel moet door gedragswetenschappers systematisch getraind worden in het omgaan met patiënten. neutraal
Attitude - Vragenlijst 241 10. Informatie over gezondheid en ziekte in de krant, op televisie en in de populaire weekbladen moet beperkt worden; het doet meer kwaad dan goed. neutraal 11. De meeste patiënten zijn in staat om ingewikkelde moderne werkwijzen in de geneeskunde te begrijpen, ook al krijgen ze daar uitleg over. neutraal 12. Wanneer een patiënt tijdens een consult emotioneel reageert, moet de arts dat positief waarderen. neutraal 13. De huisarts moet een medische bijdrage leveren aan het uitbannen van maatschappelijke gezondheidsrisico s. neutraal 14. Toepassing van hoogwaardige medische technologie biedt voor de toekomst de beste garanties voor kwaliteitsverbetering van de ziekenhuiszorg. neutraal 15. Tijdens het consult is er tijd voor het geven van informatie en patiëntenvoorlichting. neutraal 16. De arts moet de patiënt advies geven en voor de patiënt beslissen. neutraal 17. In de regel verwacht een patiënt dat de arts zeker is van zijn zaak; tekenen van onzekerheid of twijfel stelt hij op prijs. neutraal 18. Luisteren naar een patiënt werkt beter dan praten tegen een patiënt. neutraal 19. Om goed te kunnen helpen, moet een arts zich kunnen inleven in een patient. neutraal
242 Appendix 2 20. De patiënt moet inzicht hebben in de behandeling en medezeggenschap hebben in de keuze van behandeling. neutraal 21. Wat de patiënt zelf denkt en voelt over zijn gezondheid is vaak belangrijker voor de arts dan de medische diagnose. neutraal 22. Geneeskunde en psychologie houden zich met verschillende aspecten van de mens bezig; een probleem is dus ofwel somatisch ofwel psychisch. neutraal 23. Een patiënt die regelmatig met vage of psychosomatische klachten naar de dokter gaat, loopt het gevaar in een medische oorzaak te gaan geloven. neutraal 24. De inbreng van het maatschappelijk werk is belangrijk voor de huisartsgeneeskunde. neutraal 25. Somatische aspecten van ziekte interesseren mij meer dan psychosociale. neutraal 26. Een arts kan ziekte slechts volledig begrijpen met inzicht in psychosociale aspecten van menselijk gedrag. neutraal 27. Een arts schiet tekort als hij zijn patiënten alleen somatisch helpt. neutraal 28. Wanneer alle lichaamsfuncties in orde zijn, is een patiënt gezond, ook al bestaan er klachten. neutraal 29. Klachten zijn er om verholpen te worden. neutraal
Attitude - Vragenlijst 243 DE IDEALE ARTS Welke kenmerken heeft volgens jou DE IDEALE ARTS? Omcirkel bij iedere uitspraak die plaats op de lijn, die jouw mening het beste weergeeft. Voorbeeld: Kort Lang 1. Democratisch Hierarchisch 2. Afstandelijk Betrokken 3. Zorgzaam Zakelijk 4. Technicus Biechtvader 5. Wetenschapper Hulpverlener 6. Analyserend Integrerend 7. Intuitief Logisch 8. Beschouwend Ingrijpend
244 Appendix 2 9. Twijfelend Zeker