Welkom en inleiding Luc De Bock 2
3
De sector van de WZC in beeld
Steekproef 2017-18 Rechtsvorm (%) Provincie (%) 22,6% 21,6% 46% 54% 9,0% 7,0% 2,0% 37,7% Publiek Privaat Antwerpen Limburg Brussel Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen 5
Steekproef 2017-18 Schaal (%) Aandeel RVT 25% 26% 15% 5% 10% 38% 23% 26% 32% < 80 80-110 110-160 > 160 < 50 50-59 60-70 70-80 >80 6
7
Gegevensverwerking: principe Mediaan 50% 50% 80 70 60 50 40 30 60 50 40 30 56 20 20 10 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 0 Mediaan 8
Gegevensverwerking: principe Kwartiel 1 25% 75% 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 57 56 55 54 53 52 51 50 52 Kwartiel 1 56 Mediaan 9
Gegevensverwerking: principe Kwartiel 3 75% 25% 80 70 60 50 40 30 20 10 65 60 55 50 52 56 61 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 45 Kwartiel 1 Mediaan Kwartiel 3 10
Gegevensverwerking: principe Gemiddelde 80 70 60 50 40 30 20 10 65 60 55 50 57 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 45 Kwartiel 1 Mediaan Kwartiel 3 21 11
Schaal 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Schaalgrootte voorzieningen 158,5 106,0 78,3 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 125,4 12
Schaal Erkenningen - Schaal 180 160 140 120 100 80 60 40 20 Schaalgrootte per type voorziening 165,0 112,0 79,0 74,5 100,0 151,5 0 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 13
Cijfers vergelijken: nuance & context Financieel Kwaliteit Operationeel Regionale Context Beleidskader 14
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 15
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 16
De grijze tsunami Federaal planbureau,2017 Vergrijzingscommissie, 2017 Itinera, 2010 17
Demografie Vraag naar WZC - We leven langer in een goede gezondheid (CBS, 2018) - Technologische innovatie - Dienstverlening aan huis - Verwachtingen: ageing in place (Smetcoren et al., 2015) - Zorglandschap wijzigt - Verblijfduur residentiële ouderenzorg evolueert 18
Evolutie van het aanbod 2,6 3,5 3,1 *cijfers voor de nieuwe erkennings- en omzettingskalender 19
Vraag Aanbod Bezettingsgraad 20
Bezettingsgraad ROB RVT 100 Bezettingsgraad ROB RVT 96,9 97,8 98,6 97,2 95 90 85 80 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 21
Bezettingsgraad WZC 100 95 Bezettingsgraad ROB - RVT - per type uitbater 97,7 98,4 97,9 97,0 96,9 99,1 90 85 80 Publiek '19 Privaat '19 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 22
Bezettingsgraad ROB-RVT West- Vlaanderen Oost- Vlaanderen Antwerpen Limburg Vlaams- Brabant Q1 97,3 96,9 96,8 97,0 97,0 Mediaan 97,8 97,8 97,5 97,5 97,9 Q3 98,6 98,9 98,6 98,9 98,6 23
Sentimentsindicatoren Onze actieve wachtlijst is de afgelopen 3 jaar sterk verminderd. Bij het vrijkomen van een kamer is steeds na 5 dagen een opname gerealiseerd. 24
Sentimentsindicatoren De kans op leegstand 2018-2020 De kans op verlagen zorggraad omwille van het ontbreken van een wachtlijst. 25
Betekent dit dan overcapaciteit? 26
Bijsturen van het beleid: erkenningskalender 27
Bijsturen van het beleid: omzettingskalender 28
Bezettingsgraad - KV 100 90 80 Bezettingsgraad KV 91,6 85,2 77,7 83,4 70 60 50 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 29
Bezettingsgraad KV 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Bezettingsgraad KV - per type uitbater 89,1 88,5 84,4 76,7 78,6 Publiek '19 Privaat '19 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 94,3 30
Bezettingsgraad KV West- Vlaanderen Oost- Vlaanderen Antwerpen Limburg Vlaams- Brabant Q1 78,56 77,96 74,90 76,96 71,39 Mediaan 87,41 84,38 80,18 82,08 84,75 Q3 91,91 87,83 84,51 90,76 90,08 31
Bezettingsgraad DVC 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Bezettingsgraad DVC 56,15 83,71 99,6 76,55 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde *62 DVC 32
Bezettingsgraad DVC 120 100 80 60 40 57,04 100,48 102,82 90,57 76,00 67,38 46,46 78,10 89,90 20 0 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Q1 Mediaan Q3 Groep 1: 0 5 erkenningen Groep 2: 5 10 erkenningen Groep 3: 10-30 erkenningen 33
De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. Besluit De vergrijzing is een realiteit. Het is echter pas binnen 10 jaar dat de vergrijzingstendens zal versnellen. Het aantal 80+ ers zal in deze periode ongeveer verdubbelen. Vergrijzingscijfers mogen niet zomaar geëxtrapoleerd worden. Onze bezettingscijfers en sentimentsindicatoren tonen aan dat de regionale competitie tussen woonzorgcentra is toegenomen. In een aantal regio s is leegstand van toepassing. 34
Stelling 1 Lagere bezettingsgraden zijn nefast voor de sector. De huidige efficiëntie steunt op een maximale bezettingsgraad. Indien deze niet wordt behaald dan wordt de zorg onbetaalbaar en zal er minder geïnvesteerd worden. Lagere bezettingsgraden zijn geen negatief gegeven maar net een positief gegeven. Dit leidt tot meer marktwerking. Een keuze voor de senior met een positief effect op kwaliteit van zorg en de gehanteerde prijzen. Een verhoogde competitiviteit houdt ons scherp. 35
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 36
WZC Buurtzorg Reactief proactief Zorg preventie Zorg transversaal beleid WZV samenwerking! Omslag als organisatie en competenties medewerkers 37
De paradigmashift: van theorie naar praktijk. Besluit In het recente verleden werd voornamelijk ingezet op de verdere uitbouw van residentiële capaciteit. Er is nu een paradigmashift ingezet waarbij wordt ingezet op een meer gediversifieerd aanbod. Steeds meer beheerders voelen aan dat de behoeften van senioren zijn gewijzigd en het klassieke woonzorgcentrum niet langer als enig antwoord naar voor kan worden geschoven. Toch blijft het in de praktijk een grote stap. Kortverblijf Assistentiewoningen 1/3 Dagverzorging 1/10 Lokale dienstencentra - Maaltijden aan huis - Thuisverpleging Thuiszorg 38
Stelling 2 Indien woonzorgcentra meer toegevoegde waarde willen leveren moeten ze volop inzetten op het verruimen van de opdracht. Schoenmaker blijf bij je leest. Er zijn andere actoren die beter deze rol kunnen invullen. 39
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 40
Aftellen naar VSB en ewzc-fin Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming (goedkeuring 30 november 18) Uiteenlopende benadering financiering in de diverse regio s 41
Aftellen naar VSB en ewzc-fin Reeds in voege: Zorgpremie > Zorgbudget voor zorgbehoevenden THAB > Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood Budget vrij besteedbaar en cash ter beschikking. 42
Aftellen naar VSB en ewzc-fin RIZIV Mutualiteiten Instellingsforfait > VSB > Zorgkassen > Tegemoetkoming voor (residentiële ouderen-)zorg 43
Aftellen naar VSB en ewzc-fin Katz-schaal > Katz + BelRAI > BelRAI Instellingsforfait > PVF met organisatiegebonden component 44
Aftellen naar VSB en ewzc-fin ROB > Entiteit woonzorgcentrum RVT > Entiteit woonzorgcentrum met bijzondere erkenning KV > Centrum voor Kortverblijf CDV > Dagverzorgingscentrum 45
VSB: De gebruiker Afhankelijkheidsvoorwaarde Katz-categorieën per type erkenning blijven bestaan Verzekeringsvoorwaarde VSB (!!!) Aanmelding bij zorgkassen via digitale applicatie Aandachtspunten/wijzigingen: Termijn 5 werkdagen CVK is apart type erkenning Handtekeningen in zorgdossier Collectieve vakanties Omstandig verslag bij verandering 46
VSB: De gebruiker 5 zorgkassen + neutrale: Betalen zorgbudget aan de gebruiker Derdebetalersregeling voor mobiliteitshulpmiddelen en voor zorg in WZC, CVK en DVC 47
VSB: De gebruiker Digitalisering administratief proces > vereenvoudiging en efficiëntiewinst Aanmelding via VSB-platform: Controle verzekeringsstatus Opname, wijzigingen en ontslag Automatische afhankelijkheidscategorie Cumulcontroles >> facturatie en rapportering 48
VSB: De gebruiker Aanmelding via VSB-platform: Ook datum einde verblijfsovereenkomst Ook melding indien ongeval Antwoord VSB-platform: Verzekeringsstatus: onmiddellijk Aanvaarding opname/wijziging : 5 werkdagen Aanvaarding in beraad - weigering 49
VSB: De gebruiker Aanmelding via VSB-platform: overgangsregeling: Vanaf 1 januari 19: o Voorlopig kennisgeving aan VI zoals op heden o 1 april/1 juli 2019: retroactief alle opnameberichten en indicatiestellingen, nadien facturen, chronologisch en digitaal via VSBplatform 50
VSB: De gebruiker Verzorgingsdossier: Zorgplan verschillende disciplines Technische handelingen Omschrijving desoriëntatie tijd/ruimte Datum diagnostisch bilan Palliatief attest/datum Omstandig medisch verslag Collectief vakantieverblijf (verzorgingsdossier maakt deel uit van woonzorgleefplan) 51
VSB: De gebruiker Zorgkassencommissie Controle op indicatiestellingen = lokale colleges Nieuwe indicatiestellingen worden in ewzcfin ingebracht met bericht aan de voorziening, inwerking dag na controle! Geen nieuwe indicatiestellingen tussen aankondiging en controle (muv. nieuwe bewoners) MAAR: - Ook in DVC - Ook onaangekondigd! 52
VSB: De gebruiker Zorgkassencommissie 1/01/2019-31/03/2019: bij preselectie: indicatiestelling alle bewoners onder gesloten omslag aan zorgkassencommissie Worden door zorgkassencommissie na 1 april retroactief ingevoerd in ewzc-fin 53
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 54
Het bewonersprofiel: zorggraad (ROB-RVT) O A % B - C - Cd D B - C - Cd - D Zorggraad ROB-RVT Zorggraad ROB-RVT - per type uitbater 90 88 86 84 82 80 78 76 74 72 70 87,5 81,6 77,1 81,7 90 88 86 84 82 80 78 76 74 72 70 87,0 88,3 81,7 81,2 76,7 77,7 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde Q1 Mediaan Q3 55
Evolutie zorggraad 90 86,42 88,06 87,52 85 80 75 74,79 80,09 80,31 76,08 81,4 81,6 81,46 81,69 77,13 70 65 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 56
Evolutie zorggraad: publiek 90 85 80 75 74,35 85,28 79,24 79,73 75,66 87,63 86,96 81,11 81,7 80,93 76,68 81,76 70 65 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 57
Evolutie zorggraad: privaat 90 87,19 88,43 88,28 85 80 75 75,77 82,48 80,95 83,25 81,16 82,05 77,26 77,68 81,6 70 65 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 58
% Bewoners dementie 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Bewoners: % Cd-D ROB RVT 43,54 44,29 37,20 37,37 31,71 31,77 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 59
Bewoners met dementie Evolutie bewoners met dementie: publiek Evolutie bewoners met dementie: privaat 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 42,9 43,1 43,5 37,3 37,0 37,2 31,2 31,3 31,7 2017 2018 2019 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 42,8 35,9 44,8 44,3 37,5 37,4 30,1 30,77 31,8 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Q1 Mediaan Q3 60
Zorggraad - Kortverblijf Zorggraad KV Zorggraad KV - per type uitbater 90 80 70 60 50 59,3 51,0 73,5 62,1 90 80 70 60 50 79,8 72,1 62,6 58,4 50,2 51,4 40 40 30 30 20 20 10 10 0 Q1 Mediaan 0 Publiek Privaat Q3 Gemiddelde Q1 Mediaan Q3 61
De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? Besluit Het aandeel bewoners met een fysieke zorgnood is de afgelopen drie jaar verder toegenomen. Bijna 4 op 5 bewoners heeft nood aan intensieve ondersteuning en zorg. Er blijven belangrijke regionale verschillen aanwezig waarbij Vlaanderen wordt gekenmerkt door een hogere zorggraad. Er is nog steeds een groep van voorzieningen (ongeveer 1/4) die wordt gekenmerkt door een relatief lage zorggraad (minder dan 70% van de bewoners heeft een zware zorgnood). Omgekeerd is een groep van voorzieningen (ongeveer ¼) die wordt gekenmerkt door een relatief hoge zorgnood (meer dan 85% van de bewoners heeft een zware zorgnood). Het aandeel bewoners met dementie is verder toegenomen en bedraagt meer dan 1/3 van de bewoners. Dit brengt specifieke uitdagingen mee bv. op vlak van de organisatie van zorg en HR. Het aandeel bewoners met dementie in kortverblijf is beperkt. 62
Stelling 3 Woonzorgcentra zullen verder evolueren naar een zorgsetting voor senioren met een zeer hoge nood aan zorg en ondersteuning. Ongetwijfeld zijn er ook senioren die ook een minder intensieve nood hebben. Een alternatief zorgaanbod is hiervoor nodig. De hoge zorggraad die op vandaag wordt gerealiseerd is ongeveer maximaal. Het woonzorgcentrum dient een klemtoon te leggen op senioren met een hoge nood aan zorg en ondersteuning maar moet tevens open te staan voor senioren met een minder sterke nood. 63
BelRAI resultaten - Zorgschalen Geeft een beeld van de cliënt CAP = Cliënt Aandachtspunt RUGs: Resource Utilization Groups zorgzwaarte (later)
BP 85 jaar
Betekenis CAP Delirium code 1 Geactiveerd, cliënt heeft actieve deliriumsymptomen
Probleemstelling CAP Delirium
Zorgdoelen CAP Delirium
Aanbevelingen CAP Delirium
Aanbevelingen CAP Delirium
Aanbevelingen CAP Delirium
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 72
Zorg/30 bewoners 14 12 10 VTE Zorg / 30 bewoners 10,715 12,673 11,810 11,746 14 12 10 VTE Zorg / 30 bewoners - per type uitbater 13,036 12,001 11,211 12,302 11,381 10,440 8 8 6 6 4 4 2 2 0 Q1 Q3 Mediaan Gemiddelde 0 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 73
Aandeel verpleging/zorg 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Aandeel verpleging / zorgequipe 34,4238,1641,58 38,17 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 74
Verpleging/30 bewoners 6 5 4 VTE Verpleging / 30 bewoners 3,834 5,013 4,478 4,448 6 5 4 VTE verpleging / 30 bewoners - per type uitbater 5,145 4,662 4,045 3,537 4,850 4,231 3 3 2 2 1 0 1 0 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde Q1 Mediaan Q3 75
Vpl A1/30 bewoners VTE verpleging A1 / 30 bewoners Verpleging A1 / 30 bewoners - per type uitbater 2,5 2,0 1,5 1,231 1,679 2,153 1,704 3,0 2,5 2,0 1,5 1,187 1,574 2,011 1,332 1,758 2,224 1,0 1,0 0,5 0,0 0,5 0,0 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde Q1 Mediaan Q3 76
VTE KEL/30 bewoners VTE KEL / 30 bewoners VTE KEL / 30 bewoners - per type uitbater 1,2 1,119 1,5 1,0 0,8 0,6 0,894 0,723 0,935 1,0 1,009 0,855 0,686 1,205 1,003 0,780 0,4 0,5 0,2 0,0 Q1 Q3 Mediaan Gemiddelde 0,0 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 77
Percentage KINE/KEL 70 60 50 40 30 20 10 0 Aandeel Kine / KEL 57,31 47,95 39,22 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 48,46 78
VTE Rea/30 bewoners 0,5 VTE Reactivering / 30 bewoners 0,465 0,6 VTE Reactivering / 30 bewoners - per type uitbater 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 Q1 Q3 0,332 0,299 0,164 Mediaan Gemiddelde 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 0,224 0,333 Publiek 0,478 0,007 0,265 Privaat Q1 Mediaan Q3 0,436 79
Niet-zorg/30 bewoners 8 7 6 5 4 VTE Niet-zorg / 30 bewoners 7,586 6,680 5,659 6,628 10 8 6 VTE 'Niet-zorg' / 30 bewoners - per type uitbater 8,139 7,004 5,890 7,171 6,550 5,340 3 4 2 1 2 0 Q1 Q3 Mediaan Gemiddelde 0 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 80
Animator/30 bewoners VTE Animator / 30 bewoners 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 0,591 0,513 0,681 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 0,593 81
Totaal/30 bewoners 25 VTE Totaal / 30 bewoners 25 VTE Totaal / 30 bewoners - per type uitbater 23 21 19 21,353 19,818 18,127 19,642 23 21 19 18,787 20,196 21,917 19,242 20,546 17 17 16,948 15 Q1 Q3 Mediaan Gemiddelde 15 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 82
Zorggraad - VTE - 19,00 17,00 VTE zorg/ 30 bewoners 15,00 13,00 11,00 9,00 7,00 5,00 30 40 50 60 70 80 90 100 Zorggraad (% B, C, Cd, D)
Zorggraad - kwalificatiemix- 60,0 55,0 50,0 45,0 40,0 35,0 VPL/zorg 30,0 25,0 20,0 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Zorggraad (% B, C, Cd, D)
Indeling in groepen Zorggraad Groep <=0,7 1 0,7-0,75 2 0,75-0,79 3 0,79-0,82 4 0,82-0,85 5 0,85-0,88 6 0,88-0,91 7 0,91-0,95 8 >=0,95 9 85
Zorg/30 bewoners - publiek 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Zorg (vpl + vz) / 30 bewoners: publiek 15,1 14,1 14,6 13,6 14,1 13,2 13,1 13,5 12,3 12,1 12,0 12,2 12,5 12,4 12,1 11,9 11,7 12,0 11,1 11,6 11,7 11,9 10,6 10,9 10,9 11,2 10,6 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 86
Zorg/30 bewoners - privaat 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Zorg/30 bewoners: privaat 14,3 13,5 12,9 13,2 13,0 13,3 12,6 12,9 11,7 12,7 12,0 11,5 11,7 11,8 11,7 11,7 10,4 11,2 10,9 11,0 10,4 10,8 9,9 9,8 10,4 8,8 8,3 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 87
Verpleging/30 bewoners - publiek 7 6 5 4 Verpleging / 30 bewoners: publiek 5,6 5,7 5,8 5,9 5,5 5,0 5,2 5,0 5,1 5,1 5,3 4,9 4,7 4,7 5,0 4,6 4,6 4,6 4,2 4,2 4,0 4,3 3,6 3,8 3,8 3,8 4,1 3 2 1 0 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 88
Verpleging/30 bewoners - privaat 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 3,6 3,3 2,9 Verpleging / 30 bewoners: privaat 5,5 5,5 5,6 4,9 5,0 4,7 4,7 4,8 4,6 4,8 5,0 5,0 4,5 3,9 4,0 4,2 4,4 3,8 3,9 4,0 4,2 3,5 3,6 3,2 0,0 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 89
KEL/30 bewoners - publiek 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 KEL/30 bewoners: publiek 1,3 1,3 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1 1,0 0,9 0,9 0,9 1,0 1,0 1,0 0,9 0,9 0,8 0,8 0,8 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,6 0,6 0,6 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 90
KEL/30 bewoners - privaat 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 KEL / 30 bewoners: privaat 1,5 1,4 1,4 1,3 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1 1,0 1,1 1,0 0,9 0,9 0,8 0,9 0,9 0,9 0,7 0,8 0,7 0,8 0,7 0,7 0,5 0,3 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 91
Rea/30 bewoners - publiek 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 Rea/ 30 bewoners: publiek 0,8 0,6 0,6 0,5 0,6 0,5 0,5 0,5 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,2 0,1 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 92
Rea/30 bewoners - privaat 1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 Rea / 30 bewoners: privaat 0,9 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0,4 0,3 0,4 0,4 0,3 0,2 0,2 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,0 0,1 0 0 0 0 0 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Groep 9 Q1 Mediaan Q3 93
VTE Zorg / 5 gebruikers DVC 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 VTE Zorg / 5 gebruikers (DVC) 1,88 1,29 1,01 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 1,55 94
VTE KEL / 5 gebruikers (DVC) 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 VTE KEL / 5 gebruikers (DVC) 0,589 0,433 0,294 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 0,501 95
VTE Totaal / 5 gebruikers (DVC) 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 VTE Totaal / 5 gebruikers (DVC) 2,572 1,781 1,437 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 2,130 96
Percentage boven-norm DVC 120 100 80 60 40 20 0 % boven-norm DVC 106,82 42,88 15,67 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 71,25 97
VTE Totaal / 5 gebruikers (DVC) 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 1,793 3,160 3,892 2,421 2,305 1,860 1,384 1,4101,528 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 1: 0 5 erkenningen Groep 2: 5 10 erkenningen Groep 3: 10-30 erkenningen VTE Totaal / 5 gebruikers (DVC) Q1 Mediaan Q3 98
Anciënniteit verpleging 22 Anciënniteit verpleging 22 Anciënniteit verpleegkundigen 20 18 16 14 12 10 19,62 17,91 16,18 17,76 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 20 18 16 14 12 10 19,98 18,55 16,87 Publiek 19,00 17,18 14,95 Privaat Q1 Mediaan Q3 99
Anciënniteit verpleging 25 Evolutie anciënniteit verpleegkundigen EVOLUTIE 20 15 10 19,89 19,72 19,62 17,73 17,64 17,91 15,70 16,05 16,18 17,57 17,75 17,76 5 0 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 100
Anciënniteit verzorging Anciënniteit verzorging Anciënniteit zorgkundigen 15 14 13 12 11 14,20 12,44 10,54 12,28 16 14 12 14,62 13,00 11,25 13,44 11,73 10 9 10 9,03 8 8 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde Q1 Mediaan Q3 101
Anciënniteit verzorging Evolutie anciënniteit zorgkundigen 16 14 12 10 14,40 14,10 14,20 12,71 12,48 12,44 10,34 12,48 10,36 12,32 10,54 12,28 8 6 4 2 0 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 102
Anciënniteit KEL/Rea Anciënniteit KEL/Rea Anciënniteit KEL - reactivering 20 15 10 5 0 Q1 Q3 16,95 14,51 14,04 11,52 Mediaan Gemiddelde 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 17,25 16,45 14,70 14,41 11,71 11,03 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 103
Anciënniteit KEL/Rea Evolutie anciënniteit KEL/Rea 20 18 16 14 12 16,99 17,40 16,95 13,63 14,09 14,51 11,25 11,22 11,52 13,80 13,93 14,04 10 8 6 4 2 0 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 104
Sentimentsindicatoren Hoe makkelijk/moeilijk is het om medewerkers aan te trekken? Zeer Moeilijk Moeilijk Neutraal Eenvoudig Zeer Eenvoudig Verpleegkundigen 50,8 36,2 6,2 5,1 1,7 Zorgkundigen 12,4 37,6 20,2 26,4 3,4 Kinesitherapeuten 26,6 34,5 26,0 10,2 2,8 Ergotherapeuten 6,7 24,2 27,0 34,8 7,3 Schoonmaak 2,2 16,9 18,0 50,6 12,4 Keuken 2,9 21,8 24,1 44,3 6,9 Administratie 0,0 6,9 28,9 46,2 17,9 105
Personeel: de belangrijkste uitdaging? Besluit De personeelsinzet in de zorg is licht toegenomen ten opzichte van drie jaar geleden. Gemiddeld worden 11,7 VTE verpleegkundigen en zorgkundigen ingezet per 30 bewoners. Er zijn grote onderlinge verschillen aanwezig tussen de voorzieningen. De personeelsinzet in de niet-zorg ligt wordt gekenmerkt door een gemiddelde van 667 VTE per 30 bewoners. Ook hier zijn onderlinge verschillen aanwezig tussen de voorzieningen. De vergrijzingstendens wordt weerspiegeld in de personeelsequipe. In ¼ van de voorzieningen bedraagt de baremieke anciënniteit van de verpleegkundigen meer dan 19,6 jaar. Voor zorgkundigen is dit 14,2 jaar, voor paramedici 17,0 jaar. Als werkgever is het moeilijk tot zeer moeilijk om zorgpersoneel aan te trekken. Dit is sterk uitgesproken voor verpleegkundigen. Ook voor ondersteunende diensten (schoonmaak en keuken) geeft 1/5 van de voorzieningen aan dat dit moeilijk tot zeer moeilijk is. 106
Stelling 4 Als de huidige situatie zich voortzet zal het niet mogelijk zijn om voldoende zorgprofessionals aan te trekken. De oplossing: Laat ons inzetten op het omvormen van zorgkundigen tot verpleegkundigen en minder- of ongeschoold personeel tot zorgkundige. Eerder verworven competenties en ervaring moeten maximaal worden erkend. Zo kunnen de huidige normen worden behouden. Een meer regelluw kader op vlak van de personeelsnormen vormt de oplossing. Minder hoge normen voor verpleging en verzorging en meer inzet van ondersteunend personeel in de zorg biedt de oplossing. 107
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 108
Personeel Financieringsnormen ongewijzigd Let op: voorwaarden aanstelling, diploma, barema en effectieve uitoefening Financieringsnormen deel A1 Animatienorm Financieringsnorm DVC Let op: verdeling prestaties bij animatie, nomenclatuurprestaties, 109
Personeel Maar: quid Cc-bedden? Erkende entiteiten WZC met bijzondere erkenning (vroegere RVT) zullen met aantal erkende Cc-bedden verminderd worden Ingegeven ligdagen in RAAS-applicatie worden in berekening buiten beschouwing gelaten Prestaties voor Cc-patiënten via aparte lijst bezorgen aan agentschap 110
Personeel Financiering ondersteunend personeel (va. 1/07/2019) Forfait wordt uitgebreid met deel K (3,92 euro) Forfait wordt: ((A1+A2+A3+B1+B2+C+D+E1+E2+E3+F+G+H)*0,998527*1,022318)+E4+I+J+K Financiering jobcreatie niet meer via berekening 3 de luik Deel A2: 78% van loonkost bovennorm wordt 100% 9,74% van reeds gefinancierde loonkost wordt 13,5% 111
Personeel Deel A2: Concreet voorbeeld: - Huidig forfait - volledige tegemoetkoming: 57,28 euro - deel A2: 4,87 euro - Forfait vanaf 1 juli 19: + deel A2: 6,74 euro + deel K: 4,00 euro - Forfaitstijging: (1,87 + 4,00) 5,87 euro - Budget (104 wgl à 98%) (69.565 + 148.803) 218.368,00 euro 112
Personeel Toevoeging aanvullende financiering boven/buiten norm: Recht op aanvullende financiering voor zorgpersoneel boven de norm Recht op aanvullende financiering voor ondersteunend personeel Betaling door het Agentschap aan 80% in juli jaar X en 20% in juli jaar X+1 Voorwaarden: Recht op financiering 3 de luik in referentieperiode 2016-17 Bepaling MBAF op basis van referentieperiode 2016-17 113
Personeel 1. Aanvullende financiering voor zorgpersoneel boven de norm: (met als ijkpunt referentieperiode 2016-17) MBAF = Max. Bedrag Aanvullende Financiering MBAF > 0 waarbij MBAF = FTZGI TA C FTZGI = financiële tegemoetkoming zorgpersoneel met gecorrigeerde index, of FTZ x 1,01833 FTZ = optelsom van n vte verpl. A1 2016-17 x 7.019,21 euro + n vte verpl. A2 2016-17 x 6.650,43 euro + n vte zorgk. 2016-17 x 10.671,07 euro + n vte KEL/react. 2016-17 x 3.157,62 euro 114
Personeel TA = Z vte x 59.000, waarbij Z vte = X vte Y vte X vte = minimum van 100% x bovennorm zorg vte en 13,5% vte zorg gefinancierd in 2016-17 (in WZC/DVC) Y vte = minimum van 78% x bovennorm zorg vte en 9,74% vte zorg gefinancierd in 2016-17 (in WZC/DVC) C = lineaire correctie 115
Personeel BAF bovennorm zorg: Concreet voorbeeld: 1. Toetsing voorwaarden: 1. Recht op 3 de luik zorgpersoneel 2016/17? Ja! 2. MBAF > 0? ref. periode 2016-17 n vte totaal n vte bovennorm bedrag/vte Totaal Verpleegkundige A1 8,179 0,000 7.019,21 0,00 Verpleegkundige A2 18,86 8,443 650,43 5.491,58 Verzorgende 31,545 13,581 10.671,07 144.923,80 K-E-L/ Reactivering 4,629 1,392 3.157,62 4.395,41 FTZ 63,213 23,416 154.810,79 FTZGI = FTZ * 1,0386887 160.800,22 116
Personeel BAF bovennorm zorg: Concreet voorbeeld: 1. Toetsing voorwaarden: 3. Berekening meeropbrengst in deel A2 (2019) bovennorm zorg vte: 23,416 zorgmedewerkers gefinancierd (ROB/RVT/DVC): 63,213 X vte = min - 100% x bovennorm zorg vte 23,416-13,5% x gefinancierde zorgmedewerkers 8,534 X vte = 8,534 Y vte = min - 78% x bovennorm zorg vte 18,264-9,74% x gefinancierde zorgmedewerkers 6,157 Y vte = 6,157 Z vte = X vte - Y vte 2,377 TA = Z vte x 59000 143.035,26 117
Personeel BAF bovennorm zorg: Concreet voorbeeld: 1. Toetsing voorwaarden: 4. Vaststelling MBAF zorgpersoneel: MBAFGI basis 103,04 huidig 105,10 Evolutie bovennorm start 23,416 ref min 21 17.764,95 15.932,01 118
Personeel BAF ondersteunend personeel (privaat): a. Voorziening had in de referentieperiode 2016-17 recht op financiering 3de luik voor haar zorgpersoneel ja/nee b. FTOGI > (3,92 * n gefact dagen 2016-17) (FTOGI = FTO x 1,01833) 1. Bepaling FTOGI - Financiële Tegemoetkoming ondersteunend personeel 1) Private sector: werkelijk vte ondersteunend personeel 2016-17 x 10.278,74 2. Verschil FTOGI - financiering deel K: start: 21,059 216.459,99 FTOGI: 224.836,36 n gefactureerde ligd. 2016-17 33940 x 3,92 135.704,66 119
Personeel BAF ondersteunend personeel (privaat): c. Vastlegging MBAF ondersteunend personeel MBAF ondersteunend personeel 89.131,70 MBAFGI basis 103,04 huidig 105,10 Evolutie bovennorm privé start 21,059 ref min 20,000 90.913,64 86.341,84 120
Personeel BAF ondersteunend personeel (openbaar): 1. Bepaling FTOGI - Financiële Tegemoetkoming ondersteunend personeel 2) Openbare sector: vte zorgpersoneel 2016-17dat het recht bepaald x 3678,98 2. Verschil FTOGI - financiering deel K: start: 86,629 318.706,36 FTOGI: 331.039,34 n gefactureerde ligd. 2016-17 74843 x 3,92 299.249,97 MBAF ondersteunend personeel 31.789,37 MBAFGI basis 103,04 huidig 105,10 32.424,91 121
Personeel Bijkomende BAF-principes: Herberekening BAF bij toekenning extra bijkomende erkenning (RVT) Bij uitbreiding capaciteit: lineaire herrekening Definitief verlies indien de voorziening op 30 november gegevens voorgaande referentieperiode nog niet bevestigd heeft Indien moedwillig zorgpersoneel of ondersteunend personeel foutief wordt opgegeven > boete 10.000 euro Afrekeningsperiode t/m 31/12/2018 volgens oud systeem, met voorschot eind oktober 18 en eind januari 19 122
Personeel IF.IC PC 330 Geregionaliseerde privésectoren oa. Ouderenzorg Doel: een zo duidelijk en gestructureerd mogelijk beeld geven van de inhoud van een functie, de situering in de organisatie en kenmerkende elementen. Verloning op basis van functie met integratie van haarden standplaatsvergoeding, functiecomplement, functietoeslag en premies BBT BBK Gefaseerde implementatie 2018-2019 123
Wijzigingen financiering Tegemoetkoming voor zorg In woonzorgcentra en centra voor kortverblijf: Basistegemoetkoming (forfaitair bedrag per voorziening) = tussenkomst voor de zorgkost Tegemoetkoming in de gesolidariseerde kost van het incontinentiemateriaal Dus: AS IS 124
Wijzigingen financiering Maar: Toevoeging deel E4: premies titels BBT en BBK Werkingsmiddelen kortverblijf (deel I) Oriënterend kortverblijf (deel J) 3 de luik ondersteunend personeel (deel K) Afschaffing van quotum en partiële tegemoetkoming DVC: F en Fp-forfait blijven + tegemoetkoming in de reiskosten aan DVC 125
Wijzigingen financiering Tegemoetkoming voor zorg kan pas worden toegekend vanaf datum van bezorging erkenning, maar ten vroegste vanaf inwerkingtreding. Doelstelling: geen erkenningen meer met terugwerkende kracht om herfacturatie zo veel als mogelijk te voorkomen. Dus: - Tijdig aanvragen erkenning en brandweerbezoek want erkenning ten vroegste 3 maand na ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag 126
ewzcfin Digitalisering van het opname- en facturatieproces met ingang van 1 april 2019 met het oog op administratieve vereenvoudiging en efficiëntiewinst. Functionaliteiten: controle verzekeringsstatus VSB Opname, ontslag van bewoners, wijzigingen Bepalen van de afhankelijkheidscategorie Facturatie van de prestaties aan de zorgkassen Cumulcontroles Operationele en beleidsmatige rapportering. 127
ewzcfin Facturatie Aan de zorgkassen Via digitale applicatie (attestering!) Maandelijks Afschaffing voorschotten en afrekeningen Reiskosten DVC aanrekenen aan zorgkas en in mindering op gebruikersfactuur Betalingstermijn 6 weken 128
ewzcfin Prestaties tot en met 31 december 2018: VI s (mutualiteiten) Huidige federale procedure, ook als de facturatie na 31 december 2018 plaatsvindt Factuur voor het 4e kwartaal 2018: geen voorschot, wel een saldo Prestaties vanaf 1 januari 2019: Zorgkassen Gespreide uitrol Afhankelijk van moment van instap: digitale opnameberichten, indicatiestellingen en facturen retroactief en chronologisch via digitaal platform VSB aan de zorgkassen Overgangsmaatregel: aanvragen tegemoetkoming nog overmaken op papier 129
Trends en tendensen - De mythe ontkracht: het grote tekort aan WZC. - De paradigmashift: van theorie naar praktijk. - Een nieuw tijdperk: de VSB - De bewoner in beeld: wie verblijft in onze WZC? - Personeel: misschien wel de belangrijkste uitdaging? - De VSB: een nieuwe manier van werken - Financieel: een ongelijk speelveld. 130
Financiering ouderenzorg in een notendop 131
Erkenningen - RVT 132
Erkenningen RVT 80 70 60 50 40 30 20 10 0 53,48 % RVT 66,67 60,08 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 59,09 133
Erkenning RVT per type beheerder % RVT - per type uitbater 80 70 60 50 53,3 64,8 59,0 61,3 53,9 70,2 40 30 20 10 0 Publiek '19 Privaat '19 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 134
Financiering ouderenzorg in een notendop Resterende loonkost 135
Resterende loonkost per bewoner Methode Theoretische loonkost - Gefinancierde normen - Gefinancierde boven-norm - Derde luik Correctie voor - DVC - Sociale Maribel - andere barema s 136
Resterende loonkost zorgequipe 4 500 4 000 3 500 3 000 2 500 2 000 1 500 1 000 500 0 Resterende loonkost per bewoner 2019 - minimaal 0 3 825,10 2 623,37 1 423,64 1 259,37 174,34 0,00 Publiek Privaat Q1 Mediaan Q3 137
Evolutie publiek 4 500 4 000 3 500 3 000 2 500 2 000 1 500 1 000 500 0 Evolutie resterende loonkost per bewoner- publiek 3 717,05 3 647,51 3 825,10 2 480,45 2 356,57 2 623,37 1 282,57 1 423,64 1 025,19 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 138
Evolutie privaat 1 400 1 200 Evolutie resterende loonkost per bewoner - privaat 1 222,43 1 259,37 1 000 800 600 851,35 900,86 748,68 735,10 400 200 0 234,13 174,34 98,07 0,00 0,00 0,00 2017 2018 2019 Q1 Mediaan Q3 Gemiddelde 139
Sentimentsindicator Ik schat de financiële toekomst (5-10 jaar) van mijn organisatie positief in. 140
Financieel: een ongelijk speelveld Besluit De extra financiering voor RVT zorgt voor een grote ongelijkheid tussen voorzieningen, regio s en types van beheerders. Dit zorgt finaal voor ongelijkheid tussen senioren en personeel. Heel wat beheerders investeren zelf extra in de zorg. De financiering ouderenzorg staat voor heel wat uitdagingen. Betaalbaarheid voor de maatschappij en de bewoner vormen aandachtspunten. De oudenzorg betreft een regionale bevoegdheid en belangrijke hervormingen worden voorbereid. Slechts 15% van de voorzieningen kijkt met vertrouwen naar de financiële toekomst en schat die positief in. Omgekeerd geeft 57,5% van de voorzieningen aan dat zij hier minder positief tegen aankijken. 141
Stelling 5 De ongelijke financiering is een verdienste, opgebouwd uit het verleden. Op termijn kan die verdwijnen door extra financiering voor de benadeelde voorzieningen. Voorzieningen met relatief veel RVT-financiering en sociale maribel mogen hier geen negatieve gevolgen van dragen. De effecten van ongelijke financiering zijn al heel lang aanwezig en moeten versneld worden weggewerkt. Dat extra geïnvesteerd wordt in RVT en sociale maribel is positief maar gaat veel te traag. Een trapsgewijze herallocatie van deze middelen van WZCs met meer financiering naar WZCs met minder financiering - is op korte termijn aangewezen. 142
MEEDENKEN MEEDOEN MEEGROEIEN 143