LLIANTIE EZONDHEIDSZORG P AAT

Vergelijkbare documenten
Regenboog taaltips. Handreiking voor respectvolle en inclusieve communicatie amsterdam.nl/diversiteit

Regenboog Taaltips. Handreiking voor respectvolle en inclusieve communicatie amsterdam.nl/diversiteit

Regenboog taaltips. Handreiking voor respectvolle en inclusieve communicatie Tweede editie

Het meten van seksuele oriëntatie en genderidentiteit in bevolkingsstudies. Operationalisaties en schattingen in Nederland

Voorbij de M/V binariteit

Huist de heteronorm nog in het WZC? Oudere holebi s (on)gezien

LHBTIQ en de rest van het alfabet Aandacht voor seksuele en genderdiversiteit in zorg en welzijn. 24 maart 2017 Hanneke Felten

Fundamenteel denken. Frederique Retsema

Beleidsplan LHBTI Jezelf zijn in Hilversum

Anna van der Miesen

TRANSGENDER IN DE MEDIA. HOE DOE JE DAT? Een wegwijzer voor journalisten en redacties

Holebi. transgender. Je bent wie je bent!

Holebi. transgender. Je bent wie je bent!

Wie zijn wij? Wie bent u? Begrippen. Wetenschappelijk onderzoek. Diagnostiek. Klinische aanpak. Inbrengen casus. Take home.

Inhoudsopgave. Voorwoord. Dankwoord. Inleiding Kerndoelen Leeswijzer Opbouw Woordgebruik en begrippen Afkortingen en aanspreekvorm Website

HIJ/ZIJ VOORBIJ! Tips voor een lokaal transgenderbeleid

Seksuele gezondheid van holebi s

ANG Autisme, relaties, seksualiteit en gender. Judith Bouwman CSM Annemiek Landlust Jonx Autisme

Thomas Wormgoor (Transvisie Zorg) m.v.v. Hanneke Felten (Movisie), 2015

Ben ik anders? Bouko Bakker, Ilse Peters, Tamar Doorduin en Hanneke de Graaf

Anna van der Miesen

13. Seksuele oriëntatie en identiteit

1.1 Seksuele oriëntatie

Transgender, geloof en kerk. Praktische gids voor geloofgemeenschappen, pastores en andere naasten van trans*personen

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Kijken door een roze bril Gewoon homo zijn?

Anna van der Miesen

lhbt-inclusieve seksuele vorming op de lerarenopleiding

Veelgestelde vragen over homoseksualiteit

Hoeveel weet jij over seksuele diversiteit?

Lessen en leerdoelen Kriebels in je buik

Jongeren op zoek naar hun genderidentiteit. Vrijdag 7 november 2008 Provinciehuis Leuven STUDIEDAG

De Vlaamse overheid b(r)ouwt een diverse werkvloer

Seksuele diversiteit

OPLEGGER. Algemeen. Omschrijving. Beleidsplan LHBTI gemeente Hilversum. Verspreiden Ja Contactpersoon Karin Walters

Wat maakt het verschil?

4 augustus Onderzoek: Pride Amsterdam en homo-acceptatie

Onze zoon is een jongensachtige meid

Aseksualiteit.

Waar gaan we het over hebben?

FACTSHEET TRANSSEKSUEEL/TRANSGENDER/INTERSEKSUEEL

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF

Seksuele identiteit en Genderdiversiteit op school en in de klas.

Gemeentelijke monitoren en LHBTI

TOOLKIT HOLEBI EN TRANSGENDER

TRANSSEKSUALITEIT OP SCHOOL OF HET WERK: VRAGEN EN ANTWOORDEN VOOR COLLEGA S, DIRECTIE OF MEDESTUDENTEN.

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG Bij holebi s in Vlaanderen. Alexis Dewaele, Sabine Hellemans & Ann Buysse - UGent

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages)

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Biseksualiteit en onderzoek. Een categorie die zich niet zomaar in een hokje laat plaatsen

Genderhokjes doorbreken: (hoe) werkt dat? De resultaten van een theorie-gestuurde evaluatie. Alliantie Genderdiversiteit

Transgender Netwerk Nederland TRANSGENDER OP DE WERKVLOER EEN FOLDER VOOR WERKGEVERS EN HUN TRANSGENDER WERKNEMERS

HET SPIEGELGESPREK. Een veilige setting

Ethiek Naam: Saskia Heyman en Laura Buizert Klas: H4B Docente: mevrouw Fixe Vak: Ethiek Datum: 27 maart 2002

Hij, Zij of Anders Gender in de Beeldende Kunst. Inleiding Relevantie Colofon

Kijk jij al door een roze bril? Roze handboekje voor sociaal werkers

Lhbti-emancipatie in Rotterdam

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL

Als ze er maar niet mee te koop lopen

Stefanie Van Moen STEM IN TRANSITIE. Praktisch werkboek voor transpersonen, genderfluïde personen en stemtherapeuten

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

Feiten over transgender mensen

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Mathieu Heemelaar Onderwijssymposium Rotterdam Verkeert 31 maart 2010

SEX REASSIGNMENT: PREDICTORS AND OUTCOMES OF TREATMENT FOR TRANSSEXUALS NEDERLANDSE SAMENVATTING

Zorgen met een regenboogbril

Inhoudsopgave. Intro. Intro 3

Veel gestelde vragen / Biseksualiteit en biseksuelen

Relaties 2.0. Tom Platteau Instituut voor Tropische Geneeskunde

Peer to peer interventie copyright Marieke Kroneman les 3 van 4 debat

Kijk jij al door een roze bril? Roze handboekje voor sociaal werkers

Inhoudsopgave. Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening Mathieu Heemelaar 5e druk VOORWOORD INLEIDING 1 BELEVING VAN SEKSUALITEIT EN INTIMITEIT

De Bifobietest. Vereniging Bi-kring de Samenkomst. 13 december c T.H.

WPATH dag 2: paralelle sessies (19 juni 2016)

Dat vinden wij niet raar dat vinden wij bijzonder

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

In de klas: De Vloer Op Jr.

genderdiversiteit Lesbrief bij lespakket Lang Leve de Liefde

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN EEN LABEL

Factsheet Homofobie. Homofobie geeft een druk op jongens en mannen en vertelt ze hoe ze zich wel en niet moeten gedragen

3 achterhalen of er sprake is van cultuurverschillen ten aanzien van de antwoorden in de Klein grid

Seksuele disfuncties. Prevalentiecijfers bij holebi s en MTO. Drs. Lies Hendrickx Prof. dr. Paul Enzlin

Holebi. Niets verkeerds mee!

Onzichtbare Ouderen. "Nee, ik ken geen homo's, alleen van tv"

Seksuele diversiteit. Lesbrief bij lespakket Lang Leve de Liefde

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Lesmethode Seksualiteit en Weerbaarheid. Module 1 What s Love

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

hetero - bi - of homo/lesbisch. het maakt geen donder uit.

De toets van seksuele diversiteit

Gemeentelijke monitoren en LHBT

Chapter 10 Nederlandse Samenvatting

De transgenderzorg voor kinderen en adolescenten in Nederland Winst voor de één, verlies voor de ander

DISCRIMINATIE OP GROND VAN SEKSUELE GERICHTHEID

Aanleiding. Kerndoel 43. aanvragen lespakket

Lhbti-emancipatie in Rotterdam

Biseksueel in het (gemeente)beleid. Erwin Heyl Landelijk Netwerk Biseksualiteit met hulp van Èmiel Maliepaard Onderzoeker

Hiv en stigmatisering in Nederland

LHBT-monitor De leefsituatie van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen in Nederland

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17

Transcriptie:

LLIANTIE EZONDHEIDSZORG P AAT Iedere patiënt is anders. We maken van diversiteit de norm in de spreekkamer. Begrippenlijst sekse, gender en seksuele oriëntatie In deze begrippenlijst vind je een omschrijving in het Nederlands van veel gebruikte termen en begrippen als gender, transgender, cisgender, etc. Dit is de omschrijving zoals wij deze in de Alliantie Gezondheidszorg op Maat hanteren. En wellicht helpt het ook jou om personen en thematiek correct en respectvol te beschrijven en te bespreken. Aseksueel Iemand die geen of heel weinig seksuele aantrekking ervaart. Aseksuele mensen kunnen wel romantische aantrekking naar anderen ervaren. A-romantisch Iemand die geen of heel weinig romantische aantrekking ervaart. A-romantische mensen kunnen wel seksuele aantrekking naar anderen ervaren. Biseksueel Een algemene term voor seksuele oriëntatie, (seksuele) contacten, relaties en/of leefstijlen gericht op meer dan één sekse of gender. Sommigen, maar niet iedereen, gebruiken deze term ook om de eigen identiteit te beschrijven of als label voor zelfbenoeming. Cisgender Een persoon van wie de genderidentiteit overeenkomt met het bij geboorte toegekende geslacht; iemand die niet transgender is. Coming-out Voor de eigen seksuele oriëntatie en/of genderidentiteit en/of geslachtskenmerken uitkomen tegenover anderen. Geïnternaliseerde homonegativiteit Negatieve attitudes ten aanzien van homoseksualiteit die onder de (heteroseksuele) bevolking leven (gedeeltelijk) overnemen en verinnerlijken, waardoor iemand zelf ook negatiever gaat denken over (de eigen) homoseksualiteit.

Gender De biologische, sociale, culturele en psychologische eigenschappen van mensen die als mannelijk, vrouwelijk of iets anders worden aangeduid. Gender omvat zowel individuele dimensies als maatschappelijke aspecten. Individuele dimensies van gender zijn: a) geslachtskenmerken (lichamelijke kenmerken) b) genderidentiteit (diepgevoelde beleving van persoonlijke gender) c) genderexpressie (uiting van gender) Maatschappelijke aspecten van gender hebben betrekking op sociale en culturele normen en verwachtingen, en ongelijke kansen en mogelijkheden. Gender ambiguïteit Zichzelf iets anders dan man of vrouw voelen: deels man en vrouw, geen van beiden of iets er tussenin. De term wordt vooral gebruikt om het fenomeen aan te duiden en is niet een term die mensen zelf hanteren. Genderfluïde, genderqueer of non-binaire gender zijn meer de gangbare termen voor zelfbenoeming. Genderdiversiteit Verschillen en de verscheidenheid binnen de aspecten van genderidentiteit en genderexpressie. Genderdysforie Een klinische term voor het gevoel van onbehagen dat iemand met het eigen geslacht heeft. De term is eind 20e eeuw in zwang geraakt onder psychiaters en psychologen die transgender cliënten diagnosticeren en behandelen. Gaat waarschijnlijk vervangen worden door het begrip genderincongruëntie. Genderexpressie De uiterlijke manifestatie van mannelijkheid of vrouwelijkheid in onder meer gedrag, kleding, spraak, haardracht en lichaamskenmerken. Of gedrag en expressie als mannelijk of vrouwelijk worden geïnterpreteerd, is sociaal-cultureel bepaald. Genderidentiteit Van welke gender iemand volgens zijn/haar gevoel of overtuiging werkelijk is of zou moeten zijn. Dit staat los van het bij geboorte toegekende geslacht, juridisch geslacht en/of lichamelijke kenmerken. Het is de diepgevoelde innerlijke en persoonlijke ervaring van gender, bijvoorbeeld man, vrouw, iets ertussen, geen man of vrouw, of iets anders. Iemands genderidentiteit kan wel of niet overeenkomen met het bij geboorte toegekende geslacht. Genderidentiteitsstoornis De diagnose uit de DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) die noodzakelijk (gender identity disorder) is voor toelating tot de geslachtsaanpassende behandeling. Deze diagnose is controversieel binnen de transgenderbeweging. In de DSM-V wordt deze term vervangen door de term Gender Dysphoria. Genderincongruënt Iemand die een onbehagen voelt ten aanzien van het bij geboorte toegekende geslacht. Bijvoorbeeld: iemand met het geboorte-geslacht man voelt zich meer vrouw dan man. Zie ook trans man, trans vrouw.

Genderfluïde Mensen die zich als genderfluïde identificeren, identificeren zich niet alleen als man of alleen als vrouw. Ze zien of presenteren zichzelf als man én als vrouw, of als geen geslacht hebbend. Ze kunnen van gender veranderen al naar gelang de context en in de loop van de tijd. Genderfluïde personen wensen lang niet altijd een lichamelijke aanpassing. Synoniem van non-binaire genderidentiteit. Genderneutraal Men wordt niet geassocieerd met een man, een vrouw of een gender. De term kan van toepassing zijn op mensen, objecten, taal, beleid en instellingen. Bijvoorbeeld een genderneutraal toilet is een toilet dat open staat voor mensen met alle genderidentiteiten. Gendernonconform Gedragingen, gevoelens, expressies en identiteiten die niet in overeenstemming zijn met de traditionele verwachtingen van het bij de geboorte toegekende geslacht. Gendernormatief Uitgesproken normen ten aanzien van typisch mannelijk of vrouwelijk. Genderqueer Iemand die zich iets anders voelt dan man óf vrouw en vaak ook kritisch tegenover de indeling in man en vrouw staat. Genderstereotype Gedragingen, gevoelens en expressie in overeenstemming met (traditionele) verwachtingen van het bij geboorte toegekende geslacht. Synoniem voor genderconform. Genderrol De manifestatie van mannelijkheid of vrouwelijkheid in gedrag. Of gedrag (en dus genderrol) als mannelijk of vrouwelijk wordt geïnterpreteerd, is sociaal-cultureel bepaald. Het gaat om observeerbaar gedrag, zoals kleding, haar, lichaam dat naar maatschappelijke normen mannelijk of vrouwelijk wordt genoemd. Gendervariant Variatie in gendergevoelens, ruimer dan mannelijk en vrouwelijk. Geslacht Aan de hand van de lichamelijke geslachtskenmerken wordt bij de geboorte het geslacht man, vrouw of iets anders (bijvoorbeeld intersekse) toegekend. Wij gebruiken sekse en geslacht als synoniemen. Geslachts- of seksekenmerken De lichamelijke kenmerken waarmee een persoon wordt geboren of die iemand later ontwikkelt, zoals genitalia, lichaamsvormen, stemhoogte, lichaamsbeharing, hormonen, chromosomen, et cetera. Aan de hand van de lichamelijke geslachtskenmerken wordt bij de geboorte het geslacht man, vrouw of iets anders (bijv. intersekse) toegekend.

Geslachtsaanpassende behandeling Medische transitie met hormoonbehandeling en vaak ook operaties waarbij het lichaam (deels) wordt aangepast aan het gewenste geslacht. Heteronormatief De meestal impliciete veronderstelling dat heteroseksueel en cisgender de voorkeur heeft, verwacht wordt of de enige werkelijkheid is, en integratie van deze veronderstelling in de sociale en/of institutionele praktijk. Heteroseksueel Algemene term voor seksuele oriëntatie, (seksuele) contacten, relaties en/ of leefstijlen van mannen en vrouwen gericht op partners van het andere geslacht/sekse/gender. Sommigen, maar niet iedereen, gebruiken de term ook om de eigen identiteit te beschrijven of als label voor zelfbenoeming. Homonegativiteit Negatieve houding en reacties die gericht zijn op homoseksualiteit. Deze term wordt steeds minder gebruikt, omdat de term niet inclusief is voor het hele LHBTI-spectrum. Homoseksueel Algemene term voor seksuele oriëntatie, (seksuele) contacten, relaties en/ of leefstijlen van mannen en vrouwen gericht op partners van hetzelfde geslacht/sekse/gender. Sommigen, maar niet iedereen, gebruiken de term ook om de eigen identiteit te beschrijven of als label voor zelfbenoeming. Soms slaat deze term alleen op mannen. In transitie gaan Gaan leven in het gewenste geslacht, in de geslachtsrol die past bij de genderidentiteit van een persoon. Transitie bestaat bijvoorbeeld uit het dragen van andere kleding en haardracht, het aannemen van een nieuwe naam, hij genoemd willen worden in plaats van zij of andersom. Voor veel transgenders hoort ook de geslachtsaanpassende behandeling bij hun transitie. Een transitie kan op allerlei terreinen plaatsvinden, bijvoorbeeld sociaal, juridisch en medisch. Intersekse De term intersekse wordt gebruikt voor mensen die geboren zijn met lichamelijke kenmerken die anders zijn dan wat gezien wordt als (volledig) man of vrouw. Lichamelijke kenmerken zijn bijvoorbeeld genitalia, lichaamsvormen, stemhoogte, lichaamsbeharing, hormonen, chromosomen, et cetera. Intersekse personen identificeren zich meestal als man óf vrouw. Artsen gebruiken sinds 2006 de term DSD (Disorders of Sex Development), maar steeds vaker wordt het woord Disorders vervangen door Differences. De oude naam hermafrodiet wordt over het algemeen als kwetsend ervaren en wordt niet meer gebruikt. Lesbisch/lesbo Algemene term voor een vrouw van wie de seksuele oriëntatie, (seksuele) contacten, relaties en/of leefstijl gericht is op partners van hetzelfde geslacht/sekse/gender. Sommigen, maar niet iedereen, gebruiken de term ook om de eigen identiteit te beschrijven of als label voor zelfbenoeming. Een vrouw die seksuele of romantische aantrekking ervaart naar (vooral) vrouwen.

LHBTI Parapluterm voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgenders en intersekse personen. Vaak wordt gesproken over LHBTI als een verzamelbegrip. Veel onderzoek is echter gericht op LHB, en lang niet altijd ook op de T of de I. Minderheidsstress Dit is de extra stress die minderheden zoals LHBTI ervaren vanwege hun minderheidsstatus: stress vanwege (de angst voor) negatieve reacties, het verbergen van de seksuele oriëntatie, geïnternaliseerde homonegativiteit en/of het ontbreken van sociale steun. Mononormativiteit De meestal impliciete aanname dat een seksuele oriëntatie uitsluitend gericht is op mannen óf vrouwen, of de enige realiteit is die bestaat Bij mononormativiteit wordt verondersteld dat mensen óf homoseksueel óf heteroseksueel zijn, en deze veronderstelling wordt in de sociale of institutionele praktijk geïntegreerd. Mononormativiteit maakt biseksualiteit onzichtbaar. Monoseksueel Zich aangetrokken voelen tot slechts één geslacht/sekse/gender (mensen die zich identificeren als heteroseksueel, lesbisch of homo). MSM Afkorting voor mannen die seks hebben met mannen. Een vooral beleidsmatig gebruikte term in de hiv- en soa-preventie. De term weerspiegelt de opvatting dat het in de hiv- en soa-preventie gaat om seksueel gedrag, en niet om seksuele oriëntatie of zelfbenoeming. MSM kunnen zichzelf homo- of biseksueel noemen, maar ook heteroseksueel. Niet-binaire genderidentiteit Mensen die zich als niet-binair identificeren, identificeren zich niet alleen als man of alleen als vrouw. Ze zien of presenteren zichzelf als man én als vrouw, of als geen gender hebbend. Ze kunnen van gender veranderen al naar gelang de context en in de loop van de tijd. Niet-binaire personen wensen lang niet altijd een lichamelijke aanpassing. Synoniem van genderfluïde. Panseksueel Zich aangetrokken voelen tot mensen van alle geslachten en genders. Synoniem van omniseksueel. Polyamorie Een relatiestijl waarbij mensen meerdere seksuele en/of romantische relaties hebben op hetzelfde moment. Queer Een term die ooit negatief was maar is teruggewonnen en die door sommigen wordt gebruikt (bijvoorbeeld queer-activisten en queertheoretici) om te verwijzen naar LHBTI+ mensen in het algemeen, of meer specifiek naar diegenen die vraagtekens zetten bij binaire opvattingen van seksualiteit (dat mensen ofwel homo of hetero zijn), sekse (dat mensen alleen man of alleen vrouw zijn) en gender (dat mensen of alleen man(nelijk) of alleen vrouw(elijk) zijn)..

Questioning Een persoon die vragen stelt bij zijn of haar seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Sekse De lichamelijke kenmerken waarmee een persoon wordt geboren of die iemand later ontwikkelt, zoals genitalia, lichaamsvormen, stemhoogte, lichaamsbeharing, hormonen, chromosomen, et cetera. Aan de hand van de lichamelijke geslachtskenmerken wordt bij de geboorte het geslacht man, vrouw of iets anders (bijv. intersekse) toegekend. Wij gebruiken sekse en geslacht als synoniemen. Geslacht wordt meer gebruikt in de medische hoek. Seksediversiteit Verschillen en de verscheidenheid binnen sekse, waaronder mannen en vrouwen vallen, maar ook intersekse personen. Seksuele diversiteit De uiteenlopende vormen waarmee mensen uiting geven aan hun seksualiteit in gedrag, sociale contacten en leefwijzen. In Nederland verwijst seksuele diversiteit vaak naar diversiteit in seksuele oriëntaties. Seksuele oriëntatie Seksuele oriëntatie betreft iemands capaciteit om zich seksueel of romantisch aangetrokken te voelen tot één of meerdere genders en daar romantische, seksuele relaties of seks mee te kunnen hebben. Individuele dimensies die doorgaans worden onderscheiden zijn aantrekking, relaties, seksueel gedrag en seksuele identiteit (zelfbenoeming). Seksuele oriëntatie wordt aangeduid in relatie tot de eigen genderidentiteit. Bij heteroseksuele mensen is de seksuele oriëntatie gericht op de andere sekse/gender en bij homoseksuele of lesbische mensen op dezelfde sekse/gender. Biseksuele en panseksuele mensen vallen op meer dan één sekse/gender. Meer recent wordt ook aseksualiteit tot seksuele oriëntatie gerekend. Aseksuele mensen ervaren geen of weinig seksuele aantrekking. Transgender Iemand bij wie de huidige genderidentiteit niet overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte is toegekend. Transgender wordt gebruikt als parapluterm waar verschillende categorieën en identiteiten onder vallen, zoals transseksueel, genderqueer, travestiet. Voor sommigen is het ook een omschrijving van een genderidentiteit tussen/voorbij man en vrouw. Transgenderist Een verouderde term voor een genderfluïde of non-binaire persoon. Trans man/ Trans jongen/ VM-transgender Iemand die zich man voelt en ook zo leeft, en waar bij de geboorte het geslacht vrouw werd toegekend. Trans vrouw/ Trans meisje/ MV-transgender Iemand die zich vrouw voelt en ook zo leeft, en waar bij de geboorte het geslacht man werd toegekend.

Transseksueel Medische term voor de diagnose van transgender personen die een geslachtsoperatie nodig hebben. Niet alle transgender personen willen een operatie. Travestiet/ crossdresser Iemand die een deel van de tijd, meestal in de privésetting, een genderexpressie heeft die anders is dan het geboortegeslacht. Meestal gaat het om mannen die zich een deel van de tijd als vrouw kleden en uiten. De genderidentiteit van crossdressers verschilt; sommigen voelen zich geheel man, anderen voelen zich deels ook vrouw. Crossdressing wordt vaak opgevat als een prettigere term dan travestie, en hoeft niet gerelateerd te zijn aan iemands seksuele oriëntatie of genderidentiteit. VSV Een afkorting voor vrouwen die seks met vrouwen hebben. De term richt zich op seksueel gedrag en niet op iemands seksuele oriëntatie, genderidentiteit of zelfbenoeming. VSV omvat ook vrouwen die zichzelf identificeren als heteroseksueel en die seks hebben met vrouwen. De term wordt het meest gebruikt in een klinische omgeving en binnen de gezondheidszorg. Het is een vertaling van het Engelse WSW (women who have sex with women).