De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

Vergelijkbare documenten
De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

DE CONJUNCTUUREVOLUTIE IN DE SECTOR VAN HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG

DE CONJUNCTUUREVOLUTIE IN DE SECTOR VAN HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

DE CONJUNCTUUREVOLUTIE IN DE SECTOR VAN HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De impact van de kilometerheffing

De impact van de kilometerheffing

De impact van de kilometerheffing

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

DE CONJUNCTUUREVOLUTIE IN DE SECTOR VAN HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG

DE CONJUNCTUUREVOLUTIE IN DE SECTOR VAN HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG

Matige groei, grote bezorgdheid

Een goed 2015, een aarzelend

KMO-Barometer 97,0 96,9 Q4 2012

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014

De buitenlandse handel van België

Moeilijk najaar, mindere verwachtingen

Bouwmaterialenvervoer

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER DERDE KWARTAAL 2017

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Verantwoord krediet voor de autofinanciering. Brussel, 9 januari 2013

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Conjunctuurbericht 2 e kwartaal Research, 14 augustus 2019

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2017

GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN!

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Conjunctuurbericht, 3 e kwartaal 2017

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER EERSTE KWARTAAL 2016

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER TWEEDE KWARTAAL 2015

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

ITLB - Kostprijsindices op 1 september 2018

ITLB - Kostprijsindices op 1 juni 2018

ITLB - Kostprijsindices op 1 oktober 2018

ITLB - Kostprijsindices op 1 november 2017

ITLB - Kostprijsindices op 1 april 2017

ITLB - Kostprijsindices op 1 november 2018

ITLB - Kostprijsindices op 1 mei 2017

ITLB - Kostprijsindices op 1 januari 2019

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

Optimisme houdt stand Conjunctuurenquête Expeditiesector 4e kwartaal 2015

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2018

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

ITLB - Kostprijsindices op 1 oktober 2017

Conjunctuurbericht, 2 e kwartaal 2018

Conjunctuurbericht, 1 e kwartaal 2017

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Bouwmaterialenvervoer

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Conjunctuurbericht, 4 e kwartaal 2017

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Ontwikkeling leerlingaantallen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

ITLB - Kostprijsindices op 1 juni 2016

ITLB - Kostprijsindices op 1 september 2016

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

ITLB - Kostprijsindices op 1 november 2015

ITLB - Kostprijsindices op 1 januari 2015

ITLB - Kostprijsindices op 1 februari 2016

ITLB - Kostprijsindices op 1 juni 2015

ITLB - Kostprijsindices op 1 februari 2015

ITLB - Kostprijsindices op 1 mei 2015

ITLB - Kostprijsindices op 1 oktober 2016

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

Conjunctuurbericht, 4 e kwartaal 2006 Inclusief beoordeling 2006 en verwachting 2007

ITLB - Kostprijsindices op 31 december 2017

ITLB - Kostprijsindices op 31 december 2018

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

ITLB - Kostprijsindices op 1 juli 2016

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2011

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER DERDE KWARTAAL 2015

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

2015: een moeizame start Conjunctuurenquête Expeditiesector 1ste kwartaal 2015

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

ECONOMISCHE ACTIVITEIT

Barometer kinesitherapie 2013

1 e kwartaal 2018 Goed om even op adem te komen

2. Globale analyse 2015

ITLB - Kostprijsindices op 1 mei 2016

Regionale economische vooruitzichten

Transcriptie:

De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg 3 de kwartaal 2014 INSTITUUT WEGTRANSPORT EN LOGISTIEK BELGIË vzw Archimedesstraat 5 1000 Brussel http: www.itlb.be - Tel. +32/(0)2 234 30 10 Fax +32/(0)2 230 75 34

Het geheel of gedeeltelijk overnemen of verveelvoudigen van de inhoud van deze publicatie is slechts toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.

Voorafgaande opmerkingen 1. Opzet van het onderzoek Het Instituut wegtransport en Logistiek België (ITLB) organiseert sinds 1977 een enquête om de conjunctuurtoestand van de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg op te volgen. De basismethodologie is dezelfde als deze gehanteerd door de NBB voor hun conjunctuuronderzoek. Tot en met het jaar 2005 gebeurde dit door middel van een maandelijkse vragenlijst met de bedoeling om specifieke problemen en trends die kenmerkend zijn voor de sector vanuit de praktijk op te volgen en nader te leren kennen. Om beter te kunnen inspelen op de wijzigingen en uitdagingen van de sector, heeft dit conjunctuuronderzoek in 2006 een heuse gedaanteverandering ondergaan. In plaats van maandelijks wordt de enquête voortaan per kwartaal uitgevoerd bij een representatief staal van ondernemingen uit de sector. In de vragenlijst wordt gepeild naar hun mening over de evolutie van een aantal factoren. Zij dienen op te geven of de toestand in het betreffende kwartaal gedaald, gelijk gebleven of gestegen is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Daarenboven wordt hun opinie gevraagd naar de oorzaken van bepaalde trends, hun indrukken en vooruitzichten niet alleen met betrekking tot de vervoeropdrachten maar tevens binnen het ruimere logistieke gebeuren. 2. Indeling van de resultaten naar grootteklasse van de ondernemingen De resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig rapport in 5 klassen ingedeeld volgens de omvang van de deelnemende bedrijven, uitgedrukt in functie van het aantal motorvoertuigen: 1 (klasse 1) 2 (klasse 2) 3 (klasse 3) 4 (klasse 4) 5 (klasse 5) T (totaal) ondernemingen met 1 motorvoertuig; ondernemingen met 2 t.e.m. 5 motorvoertuigen; ondernemingen met 6 t.e.m. 20 motorvoertuigen; ondernemingen met 21 t.e.m. 50 motorvoertuigen; ondernemingen met meer dan 50 motorvoertuigen; extrapolatie van de gegevens voor de ganse sector volgens een dubbele verdeelsleutel: het aantal motorvoertuigen en het laadvermogen. 3. Weergave van de resultaten De resultaten betreffende de vervoeractiviteit, de personeelssituatie, de kostprijs en de vrachtprijs zijn voorgesteld in de vorm van een gewogen saldo (S) van de antwoorden van de deelnemers, d.w.z. het gewogen verschil tussen het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een stijging (+) signaleren en het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een daling (-) signaleren in vergelijking met de vorige maand. Om te komen tot een zo representatief mogelijk beeld van de gehele sector wordt aan de resultaten van elke deelklasse een wegingsfactor toegekend op basis van het aantal motorvoertuigen en het beschikbaar laadvermogen van de betrokken klasse. De benuttigingsgraad van de voertuigen wordt uitgedrukt in een gemiddelde afstandscoëfficiënt, die bekomen wordt door het aantal kilometers dat afgelegd is met lading te delen door het totaal aantal afgelegde kilometers (vol + leeg). Q3 / 2014 3/16

Kwartaal 3 2014 Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal (1) Kwartaal 3 2013 NATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S - 8,3-5,6 Uitbesteding naar derden S - 7,2-6,9 Evolutie van de kostprijs S + 2,9 + 6,2 Evolutie van de vrachtprijs S - 0,9-1,1 INTERNATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S - 8,4-14,9 Uitbesteding naar derden S - 5,6-5,4 Evolutie van de kostprijs S + 0,9 + 3,8 Evolutie van de vrachtprijs S - 0,4-0,5 PERSONEEL Chauffeurs S + 0,6-1,1 Niet-rijdende arbeiders S - 0,2 + 0,1 Bedienden S + 0,3 0 AFSTANDSCOËFFICIËNT Gemiddelde afstandscoëfficiënt 68,6 70,2 FINANCIËLE TOESTAND Liquiditeitsmoeilijkheden 20,9 26,8 Betalingstermijn toegestaan aan klanten Aantal dagen 43 43 Betalingstermijn in de praktijk Aantal dagen 54 56 Gerealiseerde investeringen 23,5 22,5 S Antwoordensaldo: Het gewogen verschil tussen het aantal ondernemingen (in ) dat een stijging signaleert en het aantal ondernemingen (in ) dat een daling signaleert in vergelijking met voorgaand kwartaal. (1) Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal: het is de weergave van de inschatting door de deelnemers aan de enquête van de situatie in vergelijking met voorgaand kwartaal. 4/16 Q3 / 2014

Conjunctuursituatie in een notendop Zowel in de eurozone als in België is de economische activiteit met + 0,2 gegroeid. De EU28 deed het een tikje beter met een bbp-groei van + 0,3. Desondanks blijft de economische motor haperen. Vele vervoerders maken dan ook gewag van een afnemend aantal beschikbare vervoeropdrachten. De nationale vervoeractiviteit is met 8,3 vertraagd en op internationaal vlak is een daling van 8,4 opgetekend. Het vertrouwen in de toekomst is bij een flink aantal Belgische vervoerders flink gedeukt. Vooral de hoge Belgische loonkosten worden in dit verband vaak geviseerd. Velen hebben immers het gevoel de internationale concurrentiestrijd aan te moeten gaan met een aanzienlijke loonhandicap. De vraag naar doeltreffende Europese maatregelen tegen sociale dumping weerklinkt meermaals. Daarnaast dringt een aantal vervoerders aan op een doortastende aanpak van de congestieproblematiek. Hierbij wordt vaak gewezen naar het aanslepende dossier rond de Antwerpse mobiliteit. Ook de uitbesteding van opdrachten naar derden toe is afgenomen. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen 7,2 in het nationaal vervoer en 5,6 in het internationaal vervoer. Veruit de meeste ondernemingen geven aan dat zowel de kostprijs als de vrachtprijs ongewijzigd bleef ten opzichte van voorgaand kwartaal. Het merendeel van de overige bedrijven signaleert een verhoging van de kostprijs en een verlaging van de vrachtprijs, zowel in het nationaal als in het internationaal vervoer. De kostprijsstijging is niet zo fel als in voorgaande kwartalen, vooral omdat de brandstofprijs een dalende tendens volgt. Dit zorgt weliswaar voor enige ademruimte bij de vervoerders, maar dit dient genuanceerd te worden omdat het tanende aantal beschikbare vervoeropdrachten de vrachtprijs andermaal onder druk zet. De personeelsbestanden van de chauffeurs en de bedienden zijn lichtjes gestegen, terwijl dat van de nietrijdende arbeiders nipt gedaald is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Het aantal openstaande betrekkingen voor chauffeurs is verminderd in vergelijking met het kwartaal ervoor: 11,5 van de vervoerders verklaart op zoek te zijn naar een chauffeur in vergelijking met 16,9 in het kwartaal ervoor en 9,9 een jaar eerder. 20,9 van de bedrijven laat weten liquiditeitstekorten te hebben. In voorgaand kwartaal lag dit aandeel op 18,9 en de overeenkomstige periode van het jaar ervoor bedroeg het 26,8. De door de bedrijven aan hun opdrachtgevers toegestane uitstel van betaling bedraagt gemiddeld 43 dagen, maar in praktijk duurt het gemiddeld 11 dagen langer. 23,5 van de vervoerders deelt mee dat hun bedrijf in de loop van het kwartaal een investering doorgevoerd heeft, in vergelijking met 30,1 in het kwartaal ervoor en 22,5 een jaar terug. Het gaat merendeels om vervangingsinvesteringen, vooral in motorvoertuigen. Q3 / 2014 5/16

Bespreking conjunctuursituatie 1. NATIONAAL VERVOER 1.1. Vervoeractiviteit Volgens de flash-raming van de Nationale Bank van België is de economische activiteit lichtjes met + 0,2 gestegen ten opzichte van voorgaand kwartaal. Op jaarbasis is het bbp met 0,8 toegenomen. Een flink aantal bedrijven uit de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg stelt vast dat de opnieuw tanende economische activiteit een voelbare impact heeft. Het aantal beschikbare vervoeropdrachten is teruggevallen. In voorgaand kwartaal bedroeg het gewogen saldo van de antwoorden - 1,3, dit kwartaal is dit saldo gezakt tot 8,3. 66,1 van de vervoerders laat weten dat hun vervoeractiviteit onveranderd bleef in vergelijking met voorgaand kwartaal maar veruit het merendeel van de andere ondernemingen signaleert een afname (29,2 duidt een daling aan en slechts 4,7 een stijging). 100 80 60 40 20 0-20 -40 69,4 71,4 58,6 60,0 66,7 66,1 37,9 27,8 25,0 30,0 33,3 29,2 2,8 3,4 3,6 10,0 11,1 0,0 4,7-7,6-6,1-14,3-8,0-8,3 1 2 3 4 5 T + = - S klassen/classes Figuur 1: de evolutie van de activiteit in het nationaal vervoer Ook de uitbesteding naar derden toe is verminderd in vergelijking met het kwartaal ervoor. Bijna 65 van de vervoerders signaleert een status-quo de rest grotendeels een vermindering aanduidt (7,8 wijst op een stijging en 27,9 op een daling). Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 7,2 in vergelijking met 0,3 in voorgaand kwartaal en 6,9 in dezelfde periode van voorgaand jaar. Dat de wederom vertragende economie een zware domper zet op de vervoeractiviteit, zal niemand verrassen. De Belgische sector bevindt zich, aldus sommige vervoerders, al geruime tijd in een knelsituatie als gevolg van allerhande factoren waaronder de hoge Belgische sociale lasten, de strenge reglementering op rij- en rusttijden die volgens velen onvoldoende rekening houdt met de groeiende congestieproblematiek, 6/16 Q3 / 2014

1.2. Kostprijs 73,2 van de vervoerbedrijven deelt mee dat hun kostprijs niet veranderd is in vergelijking met voorgaand kwartaal, terwijl de meeste andere vervoerders een verhoging signaleren. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 2,9 ; een stuk lager dan in zowel voorgaand kwartaal (toen bedroeg het + 9 ), terwijl het in dezelfde periode een jaar eerder + 6,2 bedroeg. 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0-10 80,0 71,8 75,8 75,0 73,2 70,4 25,9 25,0 18,8 15,4 12,8 12,1 12,1 3,76,6 10,0 10,0 6,3 8,0 0,7 0,0 0,0 0,0 2,9 1 2 3 4 5 T + = - S klassen/classes Figuur 2: de evolutie van de kostprijs in het nationaal vervoer kostprijsstijging 15 12 Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 20 53 1,50 1,48 1,46 1,44 1,42 1,40 1,38 1,36 1,34 1,32 1,30 1,28 1/01/2014 4/01/2014 14/01/2014 23/01/2014 11/03/2014 19/03/2014 27/03/2014 18/04/2014 1/05/2014 8/05/2014 16/05/2014 5/06/2014 13/06/2014 20/06/2014 3/07/2014 11/07/2014 31/07/2014 14/08/2014 19/09/2014 1/102014 7/10/2014 16/10/2014 14/11/2014 20/11/2014 Figuur 3: marges van de kostprijsstijging Figuur 4: Diesel, zwavelarm, EUR/L (10 ppm, incl. BTW): Evolutie van de maximumprijzen (bron: Belgische Petroleum Federatie) Iets meer dan de helft van de vervoerders waarvan de kostprijs verhoogd is, laat weten dat het om een stijging van meer dan 1 en maximaal 2 gaat. Het feit dat het gewogen saldo van de antwoorden van de kostprijs lager ligt dan in voorgaand kwartaal, wordt door sommigen verklaard door te wijzen op de dalende dieselprijs (zie figuur 4). Q3 / 2014 7/16

1.3. Vrachtprijs Het leeuwendeel van de bedrijven (86,4 ) signaleert dat hun vrachtprijs niet is aangepast ten opzichte van voorgaand kwartaal. De meeste andere vervoerders wijzen op een verlaging: 10,2 duidt een daling aan en 3,4 een stijging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt - 0,9. In het kwartaal ervoor was dit saldo nog positief (+ 0,9 ), maar een jaar eerder dook het saldo eveneens lichtjes in het negatieve (- 1,1 ) 90 89,2 90,3 81,5 90,0 100,0 86,4 70 50 30 10-10 14,8 5,4 5,4 10,0 10,2 6,5 3,2 3,7 0,0 0,0 0,0 3,4 0,0 0,0-0,3-2,1-1,0-0,9 1 2 3 4 5 T + = - S klassen/classes Figuur 5: de evolutie van de vrachtprijs in het nationaal vervoer vrachtprijsdaling 26 Bij 74 ondernemingen waarvan de vrachtprijs naar onder toe aangepast is, gaat het om een verlaging van ten hoogste 1. Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 74 Figuur 6: marges van de vrachtprijsdaling 8/16 Q3 / 2014

2. INTERNATIONAAL VERVOER 2.1. Vervoeractiviteit In de eurozone is het bbp met + 0,2 gestegen ten opzichte van voorgaand kwartaal en in de EU28 is een toename van + 0,3 genoteerd. Op jaarbasis is het bbp met + 0,8 toegenomen in de eurozone en met + 1,3 in de EU28. Ondertussen blijft een activiteitverhoging in het internationaal vervoer over het algemeen uit. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 8,4 in vergelijking met 0,4 in het kwartaal ervoor en 14,9 een jaar eerder. Het zijn echter vooral de kleinere vervoerders uit de klassen 1 tot en met 3 die tegenvallende negatieve resultaten laten optekenen. De bedrijven uit klasse 4 signaleren een status-quo en in klasse 5 is een opvallende stijging genoteerd. 63,5 van de vervoerondernemingen registreren een status-quo, terwijl een overtuigende meerderheid van de overige bedrijven op een daling wijst: 6,7 duidt een toename aan en 29,8 een afname. 90 70 50 30 10-10 -30-50 69,6 55,6 60,0 38,9 30,0 30,4 5,6 10,0 0,0-14,8-8,0-9,3 60,0 63,5 50,0 50,0 25,0 29,8 20,0 20,0 0,0 0,0 6,7-8,4 1 2 3 4 5 T + = - S klassen/classes Figuur 7: de evolutie van de activiteit in het internationaal vervoer Ook de uitbesteding van opdrachten naar derden is achteruit gegaan ten opzichte van voorgaand kwartaal. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 5,6 ten opzichte van - 2,3 in het kwartaal ervoor en - 5,4 een jaar eerder. De belangrijkste internationale bestemmingen van de Belgische vervoerders liggen in de ons omringende landen. Vooral Frankrijk en Nederland werden veelvuldig aangeduid, maar ook Duitsland en Groot- Brittannië zijn veel voorkomende bestemmingen. Q3 / 2014 9/16

2.2. Kostprijs Veruit de meeste bedrijven (85,4 ) signaleren dat hun kostprijs onveranderd bleef in vergelijking met voorgaand kwartaal. Bij de overige vervoerders is het aantal dat op een stijging wijst licht in de meerderheid. Het gewogen saldo van de antwoorden ligt gevoelig lager dan in voorgaand kwartaal: het bedroeg + 0,9 ten opzichte van + 6,7 een kwartaal terug en + 3,8 een jaar eerder. 100 80 60 40 20 0-20 100,0 100,0 89,3 90,9 85,4 76,9 19,2 10,5 3,6 7,1 4,5 4,5 0,0 3,83,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4,1 0,9-0,4 1 2 3 4 5 T + = - S klassen/classes Figuur 8: de evolutie van de kostprijs in het internationaal vervoer Net zoals in het nationaal vervoer verklaren de meeste vervoerders de gematigde stijging van het saldo van de antwoorden door te wijzen op de dalende brandstofprijs. Dit geeft de vervoerondernemingen weliswaar een beetje ademruimte maar voor velen is dit geen aanleiding voor optimisme. Zo merken een aantal bedrijven op dat de hoge loonkosten immers voor handicap zorgen in de internationale concurrentiestrijd. Ook de dure Euro 6-voertuigen baren sommige bedrijven zorgen. 85 van de ondernemingen waarvan de kostprijs gestegen is, deelt mee dat het om een stijging van ten hoogste 1 gaat. 10/16 Q3 / 2014

2.3. Vrachtprijs De vrachtprijs blijft vrij stabiel. Bijna 92 van de vervoerders signaleert een status-quo ten opzichte van voorgaand kwartaal terwijl de resterende bedrijven merendeels op een verlaging wijzen: 1,9 duidt een toename aan en 6,2 een afname. Dat de vrachtprijs bij tal van vervoerondernemingen onder druk staat, is geen nieuw gegeven. Indien de economie vertraagt en het aantal beschikbare vervoeropdrachten terugloopt, is het al helemaal een huzarenstukje om de opdrachtgevers te overtuigen een vrachtprijsaanpassing naar boven toe te aanvaarden. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt - 0,4 in vergelijking met - 0,1 in het kwartaal ervoor en eveneens - 0,5 in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar. 90 92,3 95,2 87,5 100,0 100,0 91,9 70 50 30 10-10 0,0 8,3 7,7 4,8 0,0 4,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,9-0,6-0,2-0,5 1 2 3 4 5 T + = - S klassen/classes Figuur 9: de evolutie van de vrachtprijs in het internationaal vervoer 6,2-0,4 Bijna 44 van de bedrijven waarvan de vrachtprijs gedaald is, laat optekenen dat het om een daling van meer dan 1 en hoogstens 2 gaat. vrachtprijsdaling 22,4 22,4 Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 43,8 Figuur 10: marges van de vrachtprijsdaling Q3 / 2014 11/16

3. ALGEMENE PARAMETERS 3.1. Personeel In klasse 1 signaleert amper 5 van de bedrijven over personeel te beschikken, in klasse 2 loopt dit aandeel stevig op tot 70, maar de drie overige klassen beschikken alle ondernemingen over personeel. Na extrapolatie naar de sector toe, stellen we vast dat gemiddeld 78 van de vervoerondernemingen personeel in dienst heeft. De personeelsbestanden van de chauffeurs en van de bedienden zijn iets toegenomen, terwijl dat van de niet-rijdende arbeiders lichtjes gedaald is. In 82,4 van de vervoerondernemingen bleef het aantal tewerkgestelde chauffeurs onveranderd in vergelijking met voorgaand kwartaal. Een nipte meerderheid van de andere bedrijven signaleert een stijging: + 10,5 duidt een toename aan en 7,1 een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,6 ten opzichte van 0,2 in voorgaand kwartaal en - 1,1 een jaar terug. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 100,0 91,3 80,0 82,4 72,4 66,7 33,3 13,8 13,8 8,7 10,0 10,0 11,1 10,5 7,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,6 1 2 3 4 5 T + = - S klassen/classes Figuur 11: het chauffeursbestand 95,4 van de vervoerders deelt mee dat het aantal tewerkgestelde niet-rijdende arbeiders gelijk bleef ten opzichte van het kwartaal ervoor, maar de overige bedrijven wijzen allemaal op een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt 0,2 in vergelijking met 0,4 in het kwartaal ervoor en + 0,1 een jaar eerder. Met betrekking tot de bedienden registreert bijna 94 een status-quo ten opzichte van voorgaand kwartaal, 5,4 duidt een toename aan en amper 0,8 een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,3 in vergelijking met een status-quo, zowel in voorgaand kwartaal als in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar. 12/16 Q3 / 2014

Het aantal vacatures voor chauffeurs is afgenomen in vergelijking met voorgaand kwartaal Bedienden Nietrijdende arbeiders Chauffeurs 0,8 1,6 11,5 99,2 98,4 88,5 0 20 40 60 80 100 Ja Figuur 12: Vacatures Neen 11,5 van de vervoerondernemingen signaleert dat hun bedrijf een nieuwe chauffeur zoekt, ten opzichte van 16,9 in het kwartaal ervoor en 9,9 een jaar eerder. Het aanwervingsbeleid met betrekking tot de bedienden en de niet-rijdende arbeiders blijft op een zeer laag pitje staan: 1,6 van de vervoerders heeft een vacature voor een niet-rijdende arbeider terwijl slechts 0,8 op zoek is naar een bediende. De vraag naar de moeilijkheden tijdens hun zoektocht naar personeel wordt vaak beantwoordt door te wijzen op de motivatie van vooral de kandidaat-chauffeurs. Het is immers geen klassieke 9-tot-5 job maar het vergt de nodige flexibiliteit. Daarnaast doen veel vervoerders andermaal hun beklag over de hoge Belgische loonkosten waardoor de concurrentie met bedrijven die goedkopere chauffeurs kunnen inzetten, vaak loodzwaar wordt. 3.2. Afstandscoëficiënt Gemiddelde afstandcoëfficiënt = Beladen afgelegde kilometers Totaal afgelegde kilometers Gemiddeld leggen de vervoerondernemingen 68,6 van de totale afstand af met een lading. In voorgaand kwartaal bedroeg het 69,7 en de overeenkomstige periode van voorgaand jaar was het gemiddeld 70,2. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 77,1 72,3 75,0 67,8 66,1 68,6 1 2 3 4 5 T Figuur 13: de gemiddelde afstandscoëfficiënt Q3 / 2014 13/16

3.3. Liquiditeit klassen T 5 4 3 2 1 20,9 33,3 10,0 20,7 30,3 4,9 79,1 66,7 90,0 79,3 69,7 95,1 Gemiddeld signaleert bijna 21 van de vervoerondernemingen met liquiditeitstekorten. Dit behelst een lichte toename in vergelijking met voorgaand kwartaal (18,9 ), maar het blijft een heel stuk onder het niveau van de overeenkomstige periode een jaar terug (toen bedroeg het 26,8 ). 0 20 40 60 80 100 Ja Neen Figuur 14: Liquiditeitsproblemen De betalingstermijn toegestaan aan de opdrachtgevers bedraagt gemiddeld 43 dagen maar in de praktijk gemiddeld 11 dagen langer duurt. T 5 klassen 4 3 30 43 47 43 51 54 54 55 2 45 59 1 38 45 0 10 20 30 40 50 60 Toegepast door klanten (praktijk) dagen Toegestaan aan klanten Figuur 15: Uitstel van betaling De vaakst aangehaalde oorzaak van liquiditeitsproblemen verandert niet van kwartaal tot kwartaal: het niet respecteren van de overeengekomen betalingstermijnen door tal van opdrachtgevers. 14/16 Q3 / 2014

3.4. Investeringen 23 77 klassen T 5 4 3 2 1 5 23 17 21 70 100 0 50 100 Oui Non Figuur 16: Gedane investeringen Figuur 17: Gedane investeringen per klasse 23 van de bedrijven laat weten een investering doorgevoerd te hebben. In het kwartaal ervoor lag dit percentage een pak hoger (toen bedroeg het 30 ) maar het is vergelijkbaar met het investeringsniveau een jaar terug (22,5 ). Vervangingsinvesteringen 46 54 59 van de investeringen betrof een vervangingsinvestering, waarvan iets meer dan de helft in motorvoertuigen. Motorvoertuigen Getrokken voertuigen Andere Figuur 18: Vervangingsinvesteringen 15,4 van de ondernemingen signaleert dat er rijdend materiaal van de hand gedaan is zonder het te vervangen, in vergelijking met 9,5 in het kwartaal ervoor en 11,4 een jaar eerder. Q3 / 2014 15/16

SLOTBEVINDINGEN Zowel in de eurozone als in België is het bbp met + 0,2 gestegen. De EU28 deed het een tikje beter met een groei van + 0,3. Desondanks blijft de economische motor sputteren. Een flink aantal vervoerders meldt dan ook dat ze het aantal beschikbare vervoeropdrachten zagen teruglopen in de loop van het kwartaal. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen 8,3 in het nationaal vervoer en 8,4 in het internationaal vervoer. Deze tegenvallende resultaten worden ook op andere vlakken weerspiegeld: zo is het aantal vacatures voor chauffeurs teruggelopen ten opzichte van voorgaand kwartaal, het aantal ondernemingen met liquiditeitsproblemen nam toe en het aantal gedane investeringen nam af. De concurrentie in de sector is in ieder geval doorgaans zwaar. Dat is niet nieuw. Echter, veel vervoerders benadrukken dat de hoge Belgische loonkosten in tijden van aanslepende crisis extra zwaar doorwegen in de internationale concurrentiestrijd. De vraag naar een efficiëntere aanpak in het streven naar een eerlijkere concurrentie binnen de Europese Unie weerklinkt dan ook veelvuldig. Nu wordt er teveel met ongelijke wapens gestreden, aldus sommige bedrijven. Daarnaast ijveren heel wat vervoerondernemingen voor een doortastende aanpak van de congestieproblematiek. Daarbij wordt vooral het aanslepende mobiliteitsdossier van Antwerpen vermeld. 16/16 Q3 / 2014