Mats* (6 jaar) is nog niet schoolrijp Kan hij dan niet naar het eerste leerjaar? Toch wel! Al is het wel belangrijk om nog te werken aan de basisvaardigheden. Zo krijgt Mats een stevig fundament en zal hij veel vlotter leren. Leren start al in de peuterklas. Of nog beter: van tijdens de zwangerschap. Van het moment dat we bestaan, zijn we aan het leren. Eerst heel eenvoudige en basale vaardigheden. Maar net die zijn de basis waar al de rest op verder bouwt. Want leren is meer dan lezen, schrijven en rekenen. Om die vaardigheden vlot te ontwikkelen, moet je eerst een heel gamma andere tools goed beheersen. Zoals: met linker- en rechterhand gelijktijdig iets anders doen (vb. knippen en papier vasthouden), fijne bewegingen met de vingers uitoefenen, vlot over de middellijn gaan met de ledematen én met de ogen, heen en terug kunnen denken (vb. tellen en terugtellen), delen en gehelen zien, klanken horen en begrijpen, vlot met hele lichaam bewegen, bewust zijn van alle lichaamsdelen Hoe zit het nu met die basisvaardigheden van Mats? Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van zo veel mogelijk vlakken van de ontwikkeling werden verschillende testen afgenomen. De gestandaardiseerde testen drukken de resultaten uit in percentielen (pc). Die kan je vergelijken met percenten. Als een kind percentiel 10 scoort, dan wilt dit zeggen dat 10 % van de leeftijdsgenoten minder goed testte. Bij percentiel 95 is 95 % van de leeftijdsgenoten minder vaardig. Ofwel slechts 5 % scoort beter. Zo krijg je 3 zones: De rode zone (pc 0 tot 5) geeft aan dat er duidelijk werk aan de winkel is. Er is een groot verschil met de gemiddelde leeftijdsgenoot. De oranje zone (pc 6 tot 24) is nog steeds onder het gemiddelde, maar het verschil is al gemakkelijker in te halen. De groene zone (pc 25 tot 100) is de veilige zone. Tussen pc 25 en 75 zitten de gemiddelde scores voor die leeftijd. Boven pc 75 is een zeer goede of bovengemiddelde score.
Daarna werden de basisvaardigheden ingeoefend. Mats kreeg twee dagen achter elkaar therapie. Elke dag oefenden we 4 uren. Tijdens de sessies werden oefeningen aangeboden die helpen om de verschillende primitieve reflexen te integreren. Die waren het fundament om de fijne motoriek te verbeteren, de auditieve en visuele informatieverwerking te optimaliseren en de lateralisatie een boost te geven. Binnen de sessies was al te merken dat Mats sprongen maakte in zijn ontwikkeling. Om de vooruitgang duidelijk te maken werd Mats opnieuw getest. De resultaten van bij de pre-test en de post-test worden hieronder naast elkaar weergegeven. Test 1: Movement ABC II De handvaardigheid, mikken en vangen en evenwicht wordt bekeken met deze test. Mats haalde reeds een gemiddelde score voor de start van de tweedaagse. De onderdelen werden wel nog eens herhaald erna. Daarbij viel op dat de kwaliteit van bewegen heel wat verbeterd is. Test 2: Writic (Writing Readiness Inventory Tool in Context) Deze test beoordeelt de verschillende onderdelen van de schrijfmotoriek: bewegingen vanuit schouder/elleboog, vanuit pols en vanuit de vingers. Tijdens elk onderdeel wordt onder andere gekeken naar de zithouding, eventuele bijbewegingen en spierspanning. Ook de vaardigheden op papier die nodig zijn om letters te vormen, worden getest. Dit is bijvoorbeeld krulletjes maken, een lijn binnen een weggetje tekenen, symbolen natekenen 40 35 30 25 20 15 10 Writic Klaar om te leren schrijven? voldoende twijfelachtig 5 0 onvoldoende
Test 4: Van Orden Stertest Deze test wordt afgenomen met een toestel waarbij er geen overlapping is tussen het visueel veld van het linker- en rechteroog. Zo kan nagegaan worden of één van de ogen onderdrukt wordt of beide ogen in dezelfde mate werken. Ook de ooghandcoördinatie kan beoordeeld worden. Wanneer visuele informatie niet goed binnenkomt of niet optimaal verwerkt wordt, dan heeft dit uiteraard een effect op (voorbereidend) lezen en schrijven. Dezelfde symbolen moeten gelijktijdig met linker- en rechterhand verbonden worden. Door het toestel is er een blinde vlek in het midden. Bij goed samenwerkende ogen komen de lijnen links en rechts in een punt op de horizontale (naderhand bijgetekende) lijn. Er is geen duidelijk punt te zien waar de lijnen samenkomen in de eerste test. Een paar lijnen zijn te ver doorgetekend, maar dit ligt aan het wennen aan de test. Tijdens de tweede test gaan de lijnen veel meer naar één punt. Het rechteroog overheerst wel nog het linkeroog. Maar ook links zouden de lijnen ongeveer in één punt samenkomen wanneer je ze doortrekt.
Test 5: Audiogram Om letters te kunnen lezen, moet je de bijhorende klanken goed kennen. En om de klanken te leren, is het noodzakelijk dat je ze juist hoort. Een audiogram gaat na hoe goed je verschillende frequenties (toonhoogtes) hoort. Hoor je beter dan gemiddeld dan kan je overgevoelig zijn voor geluid van die frequentie. Hoor je minder goed dan gemiddeld dan komen die klanken misschien anders binnen. Hierdoor kan je letters verkeerd lezen. Je hoort een andere klank dan de meeste mensen en koppelt dit aan een letter. Ook naar uitspraak en leren van nieuwe woorden is een goed gehoor zeer belangrijk. Bij een optimaal gehoor liggen de waarden tussen de twee lichtblauwe lijnen. We streven dus naar waarden die zo dicht mogelijk of in deze zone liggen. Waarden boven de zone kunnen op overgevoeligheid wijzen. Waarden eronder geven aan dat deze klanken niet helemaal correct worden waargenomen. Bij Mats is de gehoordrempel voor 125 Hz dichter bij de optimale zone gekomen. Door minder overgevoelig te zijn voor bepaalde frequenties kan de aandacht beter bij de taak gehouden worden. Overgevoeligheid kan ook onrust geven. Die zich kan uiten in ongedurigheid, snel angstig zijn, snel afgeleid zijn of hyperactief zijn. De gehoordrempels van de frequenties die belangrijk zijn voor onze taal (tussen 1500 en 4000 Hz) zijn ook dichter bij de optimale zone gekomen. Hierdoor zal Mats gemakkelijker de verschillende klanken herkennen en kunnen koppelen aan letters.
Hieronder zijn de resultaten van linker- en rechteroor weergegeven in één audiogram. Alle klanken die boven de grafiek liggen, kunnen niet waargenomen worden. Mats was het dus zeer moeilijk om het verschil tussen f en s te horen met het rechteroor. Test 5: Dichotische luistertest Er worden in het linker- en rechteroor (nonsens) woorden aangeboden en die moeten worden herhaald. Daardoor krijg je een beeld van de auditieve verwerking. Mats hoort het verschil tussen verschillende klanken niet goed en herhaalt daardoor de woorden foutief. Hij raadt vaak het antwoord of voegt woorden samen. Hij heeft het duidelijk moeilijk om klanken te discrimineren. In de klas zal hij dus heel veel energie moeten steken in luisteren naar de leerkracht en de achtergrondgeluiden negeren. Er zijn nog steeds samenvoegingen en verwisselingen van letters, maar een pak minder. Mats raadt ook niet meer. Hij voelt zich zekerder en het discrimineren van klanken gaat vlotter.
Test 6: Primitieve reflexen De primitieve reflexen vormen de basis voor de verdere ontwikkeling. Van kruipen en stappen tot lezen, rekenen en schrijven. Als de reflexen nog te actief zijn, staan ze de ontwikkeling van deze vaardigheden in de weg. Bij Mats werden 20 reflexen getest. de tweedaagse waren er nog 18 reflexen onvoldoende geïntegreerd. Erna was er een verbetering bij alle 18 reflexen. Test 7: Kindtekening Een tekening van een kindje geeft aan hoe goed het lichaamsbewustzijn is ontwikkeld. En of er lichaamsdelen zijn die meer of minder aanwezig zijn. Lichaamsdelen die ontbreken duiden vaak op minder goede prikkelverwerking via die kanalen. Delen die net groot getekend zijn in verhouding met de rest van het lichaam, kunnen dan weer heel belangrijk zijn of fel op de voorgrond staan in de prikkelverwerking. De tekening kan beoordeeld worden aan de hand van een leeftijdsequivalent. Dit is de gemiddelde leeftijd waarop kinderen een gelijkaardig kindje tekenen. Mats is op het moment van testafname 6 jaar en 4 maanden. Leeftijdsequivalent: 5 jaar De neus, oren, handen en voeten ontbreken. Via deze lichaamsdelen zal de prikkelverwerking niet zo vlot verlopen. De ledematen zijn met één lijn getekend en de romp is klein in verhouding met het hoofd. Dit wijst op weinig bewustzijn van het hele lichaam.
Leeftijdsequivalent: 6 jaar 9 maanden De lichaamsdelen waar we op werkten tijdens de sessies zijn groot weergegeven: oren, ogen, handen en voeten. De romp is meer in verhouding met het hoofd en de ledematen zijn tweedimensionaal getekend. Er worden veel meer details getekend. Het lichaamsbewustzijn en de prikkelverwerking is dus enorm toegenomen. Slechts twee dagen geven een enorme sprong in de ontwikkeling. Mats heeft nu een goede basis om te starten in het eerste leerjaar. Al zal hij nog een beetje moeten oefenen om zijn fundament uit te harden. En dankzij dit fundament zal Mats met plezier leren. Want wat vlot gaat, is nu eenmaal leuk!
Wil je meer leren over de ontwikkeling van het kind? En hoe je er zelf een impact op kunt hebben? Schrijf je dan in voor de opleiding Groeicoach op www.bijdepinken.be/groeicoach Of kan jouw kind ook zo n sprong gebruiken? Neem dan contact op met Kiné Kim op www.kinekim.net Meer informatie over reflexintegratie vind je op www.kinekim.net, www.bijdepinken.be (blogs en workshops), www.masgutovamethode.nl en www.masgutovamethod.com (artikels en onderzoeken).