BESTEMMINGSPLAN PRINCENLANT

Vergelijkbare documenten
PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening Algemene vrijstellingsbevoegdheid

... Voorschriften vrs

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Regels. Kenmerk: R05

ONTWERP. VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

1 van :15

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Voorschriften januari 2008

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

GEMEENTE GAASTERLAN SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BAKHUIZEN UITBREIDING INHOUDSOPGAVE

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

R e g e l s rgl

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 5 3 ALGEMENE BEPALINGEN 8 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 11 VOORSCHRIFTEN DE PLANKAART III

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

R e g e l s rgl

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

vastgesteld uitwerkingsplan Noorder Koeslag

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

GEMEENTE LEEUWARDEN / BESTEMMINGSPLAN LEEUWARDEN - KLANDERIJBUURT/TULPENBURG INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN. Link naar de TOELICHTING

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen -1- Artikel 1 Begripsbepalingen -1- Artikel 2 Algemene bepalingen omtrent bouwen -3-

GEMEENTE ASSEN Vincent van Gogh, locatie Lariks

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

P l a n r e g e l s vrs

... Voorschriften vrs Bestemmingsplan Camping De Witte Zwaan II

Regels Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010 NL.IMRO.0118.BP VG02 vastgesteld februari 2011

... Voorschriften vrs

R e g e l s rgl

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

bestemmingsplan Bedrijventerrein Cuijk, rotonde Beversestraat - Van Galenweg REGELS

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

Voorschriften januari 2007

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

V o o r s c h r i f t e n

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

8. bestaande situatie: bestaande bouwwerken in combinatie met bestaand gebruik (functie);

Bestemming Verblijfsrecreatieve

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Nog niet gecontroleerde informatie!

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

BESTEMMINGSBEPALINGEN

1.1 plan: het Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. van de gemeente Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

Van Alewijkstraat Beerzerveld

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

NL.IMRO BP001PH

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Artikel 4: Woondoeleinden 2

INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN

Ontwerp- Uitwerkingsplan Kaminda Lac ten noorden van perceel 4-G-2127

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari

Bestemmingsplan herinrichting sportcomplex De Esch te Saasveld Vastgesteld. Regels. BJZ.nu Bestemmingsplannen

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Planvoorschriften. 13/ /RJ, revisie D4 Pagina 37 van 51

1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Transcriptie:

GEMEENTE BOXTEL VOORSCHRIFTEN ONTWERP september 2007 110501/ZC7/377/201273

Inhoud HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 9 Artikel 3 Woondoeleinden W(s) 9 Artikel 4 Woondoeleinden W(v) 13 Artikel 5 Maatschappelijke doeleinden school M(s) 16 Artikel 6 Gemengde doeleinden GD 19 Artikel 7 Verkeers- en Verblijfsdoeleinden VV 21 HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN 23 Artikel 8 Anti-dubbeltelbepaling 23 Artikel 9 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening 24 Artikel 10 Algemene vrijstellingsbevoegdheid 25 Artikel 11 Algemene wijzigingsbevoegdheid 26 HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 27 Artikel 12 Overgangsbepalingen 27 Artikel 13 Procedurebepalingen 28 Artikel 14 Slotbepaling 28 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 2

HOOFDSTU 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. het plan: het Bestemmingsplan Princenlant van de gemeente Boxtel bestaande uit deze voorschriften en plankaart; 2. de plankaart: de plankaart van het Bestemmingsplan Princenlant, met tekeningnummer 201273010; 3. aanbouw: (grondgebonden) toevoeging van een afzonderlijke ruimte aan een gebouw, meestal van één bouwlaag, waarbij die ruimte in directe ve rbinding staat met dat gebouw; 4. aan-huis-verbonden beroep: een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 5. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 6. begane grondlaag de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau, dan wel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen; 7. bestemmingsgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak; 8. bestemmingsvlak: een op de plankaart aangeven vlak met eenzelfde bestemming; 9. bijgebouw: 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 3

op zichzelf staand (grondgebonden) gebouw bij een (hoofd)gebouw, meestal van één bouwlaag, waarbij dat gebouw niet in directe verbinding staat met het (hoofd)gebouw. Meestal bedoeld als schuur, tuinhuis of garage; 10. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats; 11. bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 12. bouwgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak; 13. bouwvlak: een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten; 14. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 15. dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 16. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 17. dienstverlening: het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden; 18. eerste bouwlaag: de bouwlaag op de begane grond; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 4

19. erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 20. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 21. geluidbelasting vanwege het wegverkeer: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in db(a) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder; 22. geluidgevoelige gebouwen: gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 23. hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 24. hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 25. kampeermiddel: a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde; één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 26. kantoor: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 5

27. maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen; 28. onderkomens: voor verblijf geschikte al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, woonboten, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken; 29. peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: - het hoogste punt van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: - het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil); 30. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 31. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 32. stacaravan: een kampeermiddel, dat als een gebouw valt aan te merken; 33. uitbouw: (grondgebonden) vergroting van een bestaande ruimte van een gebouw, meestal van één bouwlaag; 34. verticale diepte van een gebouw: de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 6

35. voorkeursgrenswaarde: de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 36. woning: een complex van ruimten, dat blijkens zijn inrichting en indeling uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 37. woongebouw een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; 38. woonhuis: een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 7

Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals liftschachten, liftopbouwen, trappenhuizen, technische ruimten, schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt. NB: Overstekken worden niet meegerekend bij het bepalen van het bebouwde oppervlak als deze voldoen aan de NEN 2580. Deze norm geeft de grenzen aan waarbinnen gemeten wordt als het gaat om terreinoppervlakte. Voor wat betreft de overbouwde terreinoppervlakte is aangegeven dat de overbouwde terreinoppervlakte niet meegerekend hoeft te worden als, - een ondergeschikt bouwdeel waarvan de verticale projectie op het horizontale vlak kleiner is dan 4 m2; - een uitkragend constructiedeel, waarvan de breedte van de verticale projectie op het horizontale vlak kleiner of gelijk is aan de helft van de netto-hoogte eronder of kleiner is dan 0,75 m. Een overstek hoeft derhalve niet meegerekend te worden als deze niet groter is dan 0,75 m. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 8

HOOFDSTU 2 Bestemmingsbepalingen Artikel 3 Woondoeleinden W(s) 3.1 Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor woondoeleinden W(s) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woongebouwen (gestapeld); b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; c. tuinen en erven; d. aan-huis-verbonden beroep; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De op de plankaart als woondoeleinden bestemde gronden zijn tevens bestemd voor: f. verkeersvoorzieningen zoals fiets- en voetpaden, ontsluiting, in- en uitritten, wegen en paden die deel uitmaken van een intern verkeerscirculatiesysteem, bevoorradingshof e.d.; g. parkeer- en stallingsvoorzieningen zoals parkeerterreinen, - plaatsen, -kelders, fietsenstallingen, stalling voor winkelwagens, parkeer- c.q. stallingsgarages of kelders e.d.; h. openbare nutsvoorzieningen; i. groen- en speelvoorzieningen inclusief paden, waterpartijen e.d. 3.2 Bouwvoorschriften 3.2.1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd; b. in de afzonderlijke woongebouwen mogen in totaal maximaal 240 woningen (appartementen) worden opgericht; c. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bestemmingsvlak worden gebouwd; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 9

d. een hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd, indien de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de op de plankaart in het desbetreffende matrixgebied aangegeven hoogte, met dien verstande dat tenminste 50% van het dak van een hoofdgebouw met de nadere aanduiding op de plankaart, voorzien moet zijn van een dakhelling van ten minste 13. f. de totale oppervlakte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan het op de plankaart in het desbetreffende matrixgebied aangegeven aantal vierkante meters, met dien verstande dat ondergrondse bouwwerken, in de vorm van (parkeer)kelders, souterrains en openbare nutsvoorzieningen, binnen het gehele bestemmingsvlak zijn toegestaan; g. de verticale diepte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 7 meter bedragen; 3.2.2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen geldt de volgende bepaling: a. Het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen is niet toegestaan. 3.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 meter bedragen. 3.3. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 3.3.1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3.2.2. en toestaan dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd, onder de voorwaarden dat: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen uitsluitend binnen een bestemmings vlak mogen worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw niet meer dan 100 m² mag bedragen; c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 4,5 meter mag bedragen; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 10

3.3.2. De in lid 3.3.1. genoemde vrijstelling kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de sociale veiligheid; e. de milieusituatie; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3.3.3. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 3.4 Gebruiksvoorschriften 3.4.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 3.4.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning; b. behoudens een aan-huis-verbonden beroep, het gebruik van gronden en bouwwerken voor enige tak van handel en/of bedrijf; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens; e. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; f. het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan; g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste vloeibare afvalstoffen. 3.4.3. Het bepaalde in lid 3.4.2. is niet van toepassing van zover het betreft: a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen; b. tijdelijke opslag in het kader van het normale onderhoud van gebouwen en terreinen. 3.4.4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 11

3.5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 3.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 12

Artikel 4 Woondoeleinden W(v) 4.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor woondoeleinden W(v) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. vrijstaande woningen; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; c. tuinen en erven; d. volkstuinen; e. aan-huis-verbonden beroep; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2. Bouwvoorschriften 4.2.1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mag uitsluitend één vrijstaande woning worden gebouwd; b. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen; d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 10 meter; 4.2.2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat deze oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 % van het achter de achtergevelrooilijn gelegen perceel dat bij de woning hoort; b. voor zover de oppervlakte van het perceel meer bedraagt dan 500 m² mag de gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m² bedragen; c. achter de achtergevel van de woning moet een aaneengesloten open ruimte aanwezig zijn met een oppervlakte van ten minste 30 m² en een diepte van tenminste van 3,5 meter; d. de afstand tot (het verlengde van) de voorgevel van de woning moet ten minste 3 meter bedragen; e. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3 meter, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,50 meter. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 13

4.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 meter bedragen. 4.2.4. Bestaande bouwwerken welke op het moment van tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan afwijken van deze voorschriften, worden geacht te voldoen aan deze voorschriften. 4.3. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 4.3.1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 4.2.1. onder b en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; 4.3.2. De in lid 4.3.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de sociale veiligheid; e. de milieusituatie; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 4.3.3. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 4.4. Gebruiksvoorschriften 4.4.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 4.4.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning; b. behoudens een aan-huis-verbonden beroep, het gebruik van gronden en bouwwerken voor enige tak van handel en/of bedrijf; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 14

d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens; e. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; f. het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan; g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste vloeibare afvalstoffen. 4.4.3. Het bepaalde in lid 4.4.2. is niet van toepassing van zover het betreft: a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen; b. tijdelijke opslag in het kader van het normale onderhoud van gebouwen en terreinen. 4.4.4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 4.5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 4.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 15

Artikel 5 Maatschappelijke doeleinden school M(s) 5.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden M(s) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen; met de daarbij behorende: b. wegen en paden; c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. speelvoorzieningen; f. water; g. tuinen, erven en terreinen; h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2. Bouwvoorschriften 5.2.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de hoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de plankaart aangegeven hoogte bedragen. 5.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. 5.3. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 5.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 5.2.1. onder a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. het straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. de milieusituatie; en 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 16

5.3.2. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 5.4. Gebruiksvoorschriften 5.4.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming; 5.4.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens; b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; c. het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan; d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste vloeibare afvalstoffen. 5.4.3. Het bepaalde in lid 5.4.2. is niet van toepassing van zover het betreft: a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen; b. tijdelijke opslag in het kader van het normale onderhoud van gebouwen en terreinen. 5.4.4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 5.5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 17

5.6. Wijzigingsbevoegdheid 5.6.1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Maatschappelijke doeleinden school M(s) in zijn geheel te wijzigen in de bestemmingen Woondoeleinden W(s) en Verkeers- en verblijfsdoeleinden VV, zoals specifiek op de plankaart aangegeven met kaartfragment wijzigingsbevoegdheid, waarbij de voorschriften van de desbetreffende bestemmingen van overeenkomstige toepassing worden verklaard. 5.6.2. Bij de gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke ordening, is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 18

Artikel 6 Gemengde doeleinden GD 6.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor gemengde doeleinden GD aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. kantoren; 2. maatschappelijke voorzieningen; 3. dienstverlening; met daaraan ondergeschikt: b. wegen en paden; c. groenvoorzieningen; d. parkeervoorzieningen; met de daarbij behorende: e. tuinen, erven en terreinen; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2. Bouwvoorschriften 6.2.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan de op de plankaart in het desbetreffende matrixgebied aangegeven hoogte. 6.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan de op de plankaart aangegeven hoogte; b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak mag niet meer dan 3 meter bedragen; c. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak, mag niet meer dan 3 meter bedragen. 6.3. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 6.3.1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 6.2.1. sub a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. het straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 19

3. de sociale veiligheid; 4. de milieusituatie; en 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 6.3.2. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 6.4 Gebruiksvoorschriften 6.4.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 6.4.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens; b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; c. het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan; d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste vloeibare afvalstoffen. 6.4.3. Het bepaalde in lid 6.4.2. is niet van toepassing van zover het betreft: a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen; b. tijdelijke opslag in het kader van het normale onderhoud van gebouwen en terreinen. 6.4.4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 6.5 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 6.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 20

Artikel 7 Verkeers- en verblijfsdoeleinden VV 7.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor verkeers- en verblijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonstraten; b. paden; c. parkeervoorzieningen; d. verhardingen e. groenvoorzieningen; f. bermen en beplanting; g. waterlopen en waterpartijen; h. waterberging, in het op de plankaart met de nadere aanduiding aangegeven bestemmingsvlak; speelvoorzieningen; i. openbare nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende: j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; k. hondenuitlaatplaatsen; l. voorzieningen voor kabels en leidingen, waaronder voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag; m. straatmeubilair. 7.2. Bouwvoorschriften 7.2.1. Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van verkeersbestemmingen, beheer en onderhoud, alsmede gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij: a. de inhoud niet meer dan 25 m³ mag bedragen; b. de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen; c. de hoogte niet meer dan 6 meter mag bedragen. 7.2.2. Op of nabij de op de plankaart aangegeven nadere aanduiding zijn bouwwerken toegestaan ten behoeve van de toegang van parkeerkelders. 7.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer dan 7 meter bedragen. 7.3. Gebruiksvoorschriften 7.3.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 21

7.3.2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.3.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens; b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; c. het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan; d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste vloeibare afvalstoffen. 7.3.3. Het bepaalde in lid 7.3.2. is niet van toepassing van zover het betreft: a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen. 7.3.4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 7.3.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 7.4. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 7.3.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 22

HOOFDSTU 3 Overige bepalingen Artikel 8 Anti-dubbeltelbepaling Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 23

Artikel 9 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; en e. de ruimte tussen bouwwerken. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 24

Artikel 10 Algemene vrijstellingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van: a. de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 m; d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40,00 m; e. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits: a. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 6 m² bedraagt; b. de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het verlenen van vrijstelling is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 25

Artikel 11 Algemene wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen te wijzigen, ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voorzover de afwijking van geringe aard is tot een maximum van 10 meter, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig wordt geschaad. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot het wijzigen van het plan is de procedure als genoemd in artikel 13 van deze voorschriften van toepassing. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 26

HOOFDSTU 4 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 12 Overgangsbepalingen 12.1. Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken Bouwwerken, welke op het tijdstip van de eerste terinzagelegging van dit plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet, en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan. 12.2. Vrijstellingsbepaling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 12.1., dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in lid 12.1. toegelaten bouwwerken met niet meer dan 10%. 12.3. Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot. 12.4. Uitzonderingen op het overgangsrecht 12.4.1. Lid 12.1. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 27

12.4.2. Lid 12.3. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Artikel 13 Procedurebepalingen 13.1. Vrijstellingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot vrijstelling van deze voorschriften is de procedure genoemd in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat een ontwerp-besluit tot het verlenen van vrijstelling, met bijbehorende stukken, gedurende 2 weken voor een ieder ter inzage ligt 13.2. Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de volgende procedure van toepassing: a. Een ontwerp-besluit tot wijziging, waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijhorende stukken, gedurende 6 weken op het gemeentehuis ter inzage; b. Burgemeester en wethouders maken de nederlegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen; d. Gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk of mondeling zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging. Artikel 14 Slotbepaling Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Voorschriften deel uitmakende van het bestemmingsplan Princenlant van de gemeente Boxtel. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van... De voorzitter, De griffier, 110501/ZC7/377/201273 ARCADIS 28