Watertoets De Overhoeken

Vergelijkbare documenten
Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets Kreekrijk

Bedrijventerrein Vredemaker, fase IV

Notitie. Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Watertoets Veillingterrein te Noord-Scharwoude

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Watertoets De Nieuwe Tuinderij West

Watertoets. OS&O terrein e.o. te Huisduinen. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 30 maart , revisie V05

Rapport. Watertoets De Keyser fase 2. Middenbeemster. Definitief. Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:

Watertoets ontwikkeling Storklocatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Watertoets Wherepark Purmerend

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Natuurbegraafplaats Fryslan-west

Watertoets uitbreiding Simon Loos

Watertoets uitbreidingsplan Molenweg inclusief begraafplaats te Scherpenisse

Oppervlaktewater in Toolenburg Zuid Ymere Project Toolenburg Zuid

Note / Memo. Wateropgave windmolenpark Hattemerbroek

Geachte mevrouw Meijhuis en heer de Boer,

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Ten aanzien van deze watersaspecten is contact geweest, overlegd en advies gevraagd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

B i j l a g e 4 : W a t e r a d v i e s H o o g h e e m r a a d s c h a p H o l l a n d s N o o r d e r k w a r t i e r

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

Bij de beoordeling is de focus gelegd op de actualiserende oplegnotitie met het huidige plangebied.

omschrijving wijziging:

Toetsing waterhuishouding

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure

Notitie waterhuishouding Panoven IJsselstein Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 26 juli 2013

Watertoets De Keyser te Middenbeemster

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Watertoets CSV-terrein Vreeland

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN

Rapportage watertoets

Rioleringsplan Zuiderhoeven

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

Adviesnota. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Inpassingsplan Busbaan Wageningen Campus

Watertoets. Watertoets Kamelenspoor te Maarssen. Project Kamelenspoor te Maarssen R-LBN/3. Gemeente Maarssen AA Maarssen. Mevrouw S.

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Bijlage B: Waterparagraaf Burgemeester Moonshof te Raamsdonk 8 december 2016

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Adviesnota. Het spoor rond Amsterdam Centraal. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

WATERPARAGRAAF BESTEMMINGSPLAN SCHIPHOL GEMEENTE HAAR- LEMMERMEER, DEFINITIEF 13 NOVEMBER 2008.

Waterparagraaf bestemmingsplan Oostindie

Richtlijn versus maatwerkberekening

Legger Wateren. tekstuele deel

5.15 Het (ver)graven van (nieuwe) watergangen. Kader

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Masterplan Water voor Honderdland Fase 2

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Schelluinen oost QUICK SCAN WATERTOETS definitief

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

B i j l a g e 3 : A d v i e s W e t t e r s k i p F r y s l â n - w a t e r t o e t s

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Notitie. 1. Beleidskader Water

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer

Watervergunning Z43841/O82403

Waterparagraaf. Kenbelstraatje te St. Willebrord

Hans Valk; Oeds Veenstra; Abe Nauta; Onderwerp: wateradvies Krite te Boornbergum

BIJLAGE 5. Waterparagraaf Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma Oranjewoud

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015

Toelichting partiële herziening peilbesluit Vlietpolder - peilgebied VLP III Vlietpolder

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Notitie - Waterparagraaf Bredius

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte?

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

B i j l a g e 1 : W a t e r t o e t s

Nota zienswijzen. Bestemmingsplan t Veld Raaksmaatsweg 4

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Waterparagraaf. Centrumplan te Hoogwoud

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toelichting Watertoets

Dorpsweg 24 e.o. Zijderveld WATERTOETS Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV Concept D

Notitie. Afstemming met Waterschap Groot Salland heeft plaatsgevonden tijdens een telefonisch overleg op 25 oktober Ligging locatie Kampmansweg

Waterparagraaf voor BP Mollenburg

Memo. Inleiding. Huidige situatie

Waterplan. Norremeerstraat ong. te Warmond. Gegevens opdrachtgever Woningstichting Warmunda Dorpsstraat AP WARMOND

Transcriptie:

Watertoets De Overhoeken Gemeentee Zaanstad Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 mei 2014 GM-0134123, revisie D01

Verantwoording Titel Subtitel Projectnummer Referentienummer Revisie Datum : Watertoets De Overhoeken : Gemeente Zaanstad : 262005 : GM-0134123 : D01 : 26 mei 2014 Auteur(s) E-mail adres Gecontroleerd door Paraaf gecontroleerd Contact : C. Leerlooijer : christiaan.leerlooijer@grontmij.nl : J. Frijn : : Grontmij Nederland B.V. Robijnstraat 11 1812 RB Alkmaar Postbus 214 1800 AE Alkmaar T +31 88 811 53 92 F +31 72 850 26 57 www.grontmij.nl GM-0134123, revisie D01 Pagina 2 van 14

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Huidige situatie... 5 2.1 Ligging plangebied... 5 2.2 Bodemopbouw en geohydrologie... 5 2.3 Waterhuishouding... 6 2.4 Waterveiligheid... 7 2.5 Riolering... 7 3 Toekomstige situatie... 8 3.1 Stedenbouwkundig ontwerp... 8 3.2 Waterhuishouding... 9 3.2.1 Waterstructuur...... 9 3.2.2 Bouwrijpmaken... 10 3.2.3 Compensatie... 10 3.2.4 Watergangen...... 12 3.2.5 Beheer en onderhoud... 12 3.3 Riolering... 13 3.3.1 Afvalwater... 13 3.3.2 Hemelwater... 13 4 Conclusies...... 14 Bijlage 1: Voorbeeld dwarsprofielen watergang (maaiboottracé) GM-0134123, revisie D01 Pagina 3 van 14

1 Inleiding De ontwikkelingscombinatie OBAN is voornemens om ten zuiden van Saendelft in Assendelft- Noord een nieuw woongebied aan te leggen. Het plangebied staat bekend als De Overhoeken en moet ruimte bieden aan maximaal 160 woningen. De vigerende regelingen maken de realisatie van de woonwijk niet mogelijk, daarom wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan schept een ruimtelijk kader waardoor de realisatie van de woonwijk mogelijk wordt gemaakt. In het Besluit Ruimtelijke Ordening is het uitvoeren van de watertoets verplicht bij een bestemmingsplan. Met de watertoets vindt vroeg- Noorder- tijdige afstemming plaats tussen de waterbeheerder, Hoogheemraadschap Hollands kwartier (HHNK), en de initiatiefnemers. In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie omschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de toekomstige si- tuatie. In hoofdstuk 4 zijn de conclusies en aanbevelingen opgenomen. GM-0134123, revisie D01 Pagina 4 van 14

2 Huidige situatie 2.1 Ligging plangebied De Overhoeken liggen in Assendelft-Noord ten zuiden van Saendelft. Het gebied grenst aan de noordzijde aan de recente ontwikkeling Saendelft en aan de overige zijden door grasland. In figuur 2.1 is de ligging van het plangebied aangegeven. Saendelft Figuur 2.1: Ligging plangebied (rode contour) 2.2 Bodemopbouw en geohydrologie De maaiveldhoogte in het plangebied varieert van -1,75 m NAP aan de westzijde tot -1,45 m NAP aan de oostzijde (bron: Actueel Hoogtebestand Nederland). In figuur 2.2 is de hoogtelig- ging gevisualiseerd. GM-0134123, revisie D01 Pagina 5 van 14

Figuur 2.2: Hoogteligging plangebied. Informatie over de bodemopbouw is afkomstig uit het Dinoloket van TNO. De toplaag bestaat uit klei en veen lagen. Daaronderr begint een zandlaag tot -14 m NAP, gevolgd door een laag met klei en veen. Onder deze laag op -16,5 m NAP beginnen de Pleistocene zanden. In tabel 2.1 is de bodemopbouw weergegeven. Tabel 2.1: Overzicht bodemopbouw Diepte (m NAP) Grondsoort -1,6 - -5,0 Klei en veen -5,0 - -14 Zand, matig grof -14 - -16,5 Klei en veen < -16,5 Zand, matig grof met leem en klei laagjes De deklaag in dit gebied is circa 16 meter dik. Hieronder ligt het eerste watervoerend pakket, direct gevolgd door het tweede watervoerend pakket. Gedetailleerdere informatie over de bodemopbouw is terug te vindenn in de rapport betreffende het bodemonderzoek (De Overhoeken Saendelft te Assendelft, Geotechnisch onderzoek en advies bouwrijp maken door Grontmij, 2011). In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich in het Dinoloket geen diepere peilbuizen met stijghoogten. De dichtstbijzijnde peilbuis (B25B0289) is aanwezig op 1.800 meter ten oosten van het plangebied. Op een diepte van -15,7 m NAP wordt een gemiddelde stijghoogte gemeten van -1,98 m NAP. En op een diepte van -33,5 m NAP wordt een gemiddelde stijghoogte gemeten van -2,61 m NAP. 2.3 Waterhuishouding Het plangebied ligt in de polder Assendelft Noordwest en in het peilgebied 4751-02 en 4751-14. Het peilgebied 4751-02 heeft met een zomerpeil van NAP -2,20 en een winterpeil van NAP - 2,30 m. En het peilgebied 4751-14 heeft met een vast peil van NAP -2,45. Afwatering van het plangebied vindt plaats via een hoofdwaterloop die langs de Noorderveenweg afstroomt. Deze hoofdwaterloop is tevens de hoofdafvoer van het westelijk gelegen agrarisch gebied en is daarmee van groot belang voor de doorstroming. Het peilgebied 4751-02 wordt rechtstreeks bemalen door gemaal Pieter Engel, welke het water uitslaat op de boezem de Nauernasche Vaart.

De wateraanvoer naar dit peilgebied vindt plaats via een hoogwatersloot (-1,65 m NAP) die dwars door het gebied loopt (4751-05). In figuur 2.3 is de waterhuishoudkundige situatie weer- gegeven. Figuur 2.3 Huidige waterhuishoudkundige situatie. De zwarte pijlen geven de afvoerroute aan richting het gemaal Pieter Engel. 2.4 Waterveiligheid In of direct naast het plangebied liggen geen waterkeringen. De dichtstbijzijnde waterkering be- Dit is de vindt zich naast de boezemvaart, ongeveer 550 m ten oosten van het plangebied. Vaartdijk langs de Nauernasche Vaart. 2.5 Riolering Er is geen riolering in het gebied aanwezig.

3 Toekomstige situatie 3.1 Stedenbouwkundig ontwerp In het bestemmingsplan is het grondoppervlak ruim 13,4 ha. De figuren 3.1 en 3.2 geven een schematische weergave van de toekomstige situatie weer. In het laatste ontwerp omvat de woonwijk maximaal 160 woningen. Momenteel is het plangebied in gebruik als grasland en heeft het gebied een open karakter. Deze openheid wordt zoveel mogelijk behouden in het ontwerp. Figuur 3.1: Schematische weergave stedenbouwkundig ontwerp De Overhoeken West (bron: bestem- mingsplan) GM-0134123, revisie D01 Pagina 8 van 14

Figuur 3.2: Schematische weergave stedenbouwkundig ontwerp De Overhoeken Oost (bron: bestem- mingsplan) 3.2 Waterhuishouding 3.2.1 Waterstructuur Waterpeilen De Overhoeken komt te liggen binnen het direct bemalen peilgebied van Pieter Engel. Dit peil- gebied heeft een zomer- en winterpeil en is met name gericht op de agrarische bestemming. Middels een zakkingsclausule zakt het waterpeil mee in de loop van de tijd. Momenteel wordt het peilbesluit opgesteld voor polder Assendelft. Als uitgangspunt voor het waterpeil in het geaangehouden. bied kan een zomer- en winterpeil van -2,25 m NAP en -2,35 m NAP worden In de figuur van de waterpeilen in de huidige situatie wordt er een vast peil gehandhaafd in het zuidwestelijk deel van het gebied (-2,45 m NAP). Inmiddels heeft in het nieuwee peilbesluit een peilgebiedgrenscorrectie plaatsgevonden. De aanleiding hiervoor is de ontwikkeling van Sportpark de Omzoom. Het plangebied staat in open verbinding met het omliggende agrarisch gebied. In het agrarisch gebied geldt een flexibel waterpeil. Het flexibele waterpeil is vastgelegd in het peilbesluit. Om het flexibele waterpeil te garanderen is een clausule opgenomen over mogelijkheid dat het wa- van De Over- terpeil in de toekomst verder kan zakken met circa 2 mm/jaar. Bij de ontwikkeling hoeken dient hier rekening mee gehouden te worden. Waterafvoer De watergang ten zuiden van De Overhoeken West wordt verbreed en vervangt daarmee de primaire watergang door het gebied. Dit staat beschreven in de Uitwerking voorkeursvariant

aansluiting watersysteem Saendelft/Kreekrijk (Grontmij, 2012). Deze wijzigingg is noodzakelijk om het (toekomstig) afvoertracé van Saendelft en Kreekrijk te garanderen. Hiervoor dienen ech- loopt de ter nog wel aanpassingen in het watersysteem te worden doorgevoerd. Momenteel afvoer van Saendelft en toekomstig Kreekrijk nog door het plangebied van De Overhoeken West. Deze afvoer dient in alle fases van het plan gewaarborgd te zijn. In de verbeelding van het bestemmingsplan wordt de hoofdafvoer aan de westzijde begrensd door een gebied dat bestemd is als groen. Uitgangspunt blijft dat in de toekomst de hoofdafvoer doorgetrokken wordt. Door het gebied de bestemming groen te geven, ontstaat er ruimte om de hoofdafvoer eventueel noordelijker aan te leggen. Voor elke aanpassing van het watersysteem dient een watervergunning van het hoogheem- raadschap worden verkregen. Dit is een belangrijk uitgangspunt dat ook in het bestemmings- naar west, ont- plan moet worden opgenomen. Wateraanvoer Door zorg te dragen voor goede verbindingen tussen de watergangen van oost staat er een natuurlijke doorstroming van het gebied. Hierdoor is het inlaten van water overbo- voor water in dig. Eventueel kan het hoger gelegen peilgebied 4751-05 dienen als aanvoerroute De Overhoeken, gedurende droge perioden. Door water in te laten kan doorstroming op gang worden gebracht dat ten goede komt aan de kwaliteit van het water. 3.2.2 Bouwrijpmaken Vanwege de beperkte drooglegging en ontwateringsdiepte en de slappe bodem is er voor ge- wordt er kozen om het plangebied op te hogen. Afhankelijk van de uiteindelijke bestemming zand opgebracht, waarmee (na zetting) goede omstandigheden ontstaan voor de woonbebeschreven in het stemming. Per functie in het gebied zijn de benodigde zettingen berekend en bouwrijp advies (Grontmij, 2011). Bij het ophogen met zand zijn er 2 aandachtspunten: 1) Met de methode van ophogen worden de nieuwe watergangen mogelijk in het zand uitgeop opbarsten be- graven. Hierbij is de stabiliteit van het slootprofiel een aandachtspunt. 2) Bij het aanbrengen van de ophoging nabij watergangen dient het gevaar schouwd te worden. Voor het bouwrijpmaken en de vloerpeilen is het van belang rekening te houden met het gege- van het eerder ven dat het waterpeil in de toekomst verder kan zakken met circa 2 mm/jaar. Uitgangspunten uit het PvE De uitwerking van het bouw- en woonrijpmaken dient plaats te vinden op basiss overeengekomen PvE (Grontmij, 2011). De maaiveldhoogte moet zodanig zijn dat bij een regenintensiteit van 10 mm/dag minimaal 50 cm ontwateringsdiepte kan worden gerealiseerd. Dit geldt ten opzichte van het hoogste punt van de opbolling van de grondwaterspiegel. Aantonen m.b.v. berekeningen. Voor assen van wegen geldt een ontwateringsdiepte van minimaal 70 cm. De ophoging op zodanige wijze uitvoeren dat, na woonrijpmaken, in de er op volgende 30 jaar geen restzettingen ontstaan die groter zijn dan 0,15 meter. 3.2.3 Compensatie Indien er watergangen gedempt worden, hanteert HHNK het beleid om voor het dempen een nieuwe watergang te graven van minimaal dezelfde afmetingen. Daarnaast heeft HHNK beleid op het gebied van toename van verharding. Door toename van verhard oppervlak wordt het regenwater sneller afgevoerd, waardoor de werking van het ontvangende oppervlaktewatersys- teem negatief wordt beïnvloed met snellere en hogere peilstijgingen en afvoer. Om een goed functionerend watersysteem te garanderen en te behouden is er een compensatieplicht (zie Keur HHNK) voor de toenamee van het verhard oppervlak. Belangrijke uitgangspunten van de

watercompensatie zijn dempen is graven en wateropgave in eigen plangebied oplossen (niet afwentelen). Berekening oppervlakken Het ontwerp van 2014 is opgedeeld in verschillende gebieden namelijk; groen, water, verkeer en woongebied. Het oppervlak woongebied in het westelijk deel is circa 30.1500 m2 en in het oostelijk deel circa 45.577 m2. Het oppervlak van het woongebied is opgedeeld in woningen, wegen en groen. Het oppervlak van de verharding van de woningen is berekend op basis van de aangeleverdee perceelopperom oppervlakken vlakken en het aantal woningen (zie tabel 3-1). In dit stadium is niet mogelijk exact vast te leggen, omdat er geen stedenbouwkundig ontwerp beschikbaar is. Daarom worden er percentages aangenomen voor de tabel met de oppervlakverdeling. Tabel 3-1 Kenmerken woningenn Woning Perceel Aantal Aantal oppervlak (m2) West Oost Rijwoning 135 18 42 2-onder-1 kap 315 40 55 Vrijstaande woning 350 2 3 Bij het berekenen van de oppervlakken worden een aantal aannames gedaan; Binnen de bestemming woongebied is 53% uitgeefbaar (ca. 39.775m²). Het uitgeefbaar ter- 19.888m²) on- rein wordt verdeeld in 50% (ca. 19.888m²) verhard (bijv. daken) en 50% (ca. verhard gebied (bijv. tuin). Aanvullend wordt, binnen de bestemming woongebied, aangenomen dat circa 25% (ca. 19.000m²) ingericht wordt als wegen en 22% (16.952m²) ingericht wordt als groen. In het gebied tussen de woningen worden een aantal paden aangelegd. Deze paden worden niet meegenomen in de berekening voor verhard oppervlak aangezien dezee afwateren op de naastgelegen bodem. Het oppervlak met de bestemming verkeer wordt als verhard terrein beschouwd. De oppervlakken voor de huidige situatie zijn ingeschat op beschikbare luchtfoto s. Tabel 3-2 Oppervlakverdeling De Overhoeken Oppervlak Huidig [m2] Situatie 2014 [m2] Toe/afname West Oost West Oost Plangebied Verhard Woningen 0 0 7.865 12.023 19.888 Verkeer 0 0 545 490 1.035 Wegen (binnen 0 0 7.565 11.435 19.000 woonbestemming) Subtotaal 0 0 15.975 23.948 39.923 Onverhard Woningen 0 0 7.865 12.023 19.888 Water 6.000 1.500 5.460 4.100 2.060 Groen 40.080 87.150 9.925 38.483-78.8222 Groen (binnen 0 0 6.855 10.097 16.952 woonbestemming) Subtotaal 46.080 88.650 30.105 64.702-39.9233 Totaal 46.080 88.650 46.080 88.650 Berekening compensatie Het oppervlak water dat aanwezig is in de huidige situatie bedraagt 7.500 m2. Dit oppervlak dient, volgens het beleid van HHNK, minimaal weer terug te komen in de ontwikkeling. In de huidige plannen wordt wel aan deze eis voldaan. De toename van de verharding op basis van de situatie 2014 is 39.923 m2. Het percentage te compenseren toename van verharding is afhankelijk per polder. In vergelijkbare polders is het

percentage 13%. Dat betekent dat het oppervlak dat extra aan water gegraven dient te worden, ter compensatie, circa 5.190 m2 bedraagt. Uit tabel 3-2 blijkt dat er in het bestemmingsplan 2.060 m2 aan oppervlak extra bestemd wordt als water. Dit oppervlak is niet voldoende om de compensatie eis voor de toename van de ver- groen harding af te dekken. Dit hoeft geen probleem te vormen omdat, binnen de bestemming in de verbeelding in figuur 3.1 en 3.2, voldoende ruimte aanwezig is om de benodigde compensatie (ca. 3.130m²) te realiseren. In de volgende fase van de ontwikkeling van De Overhoeken wordt de ligging van de watergangen en het exacte oppervlak bepaald. De kans is groot dat de uitvoering gefaseerd plaats zal vinden en het uitgangspunt moet zijn dat elke deelgebied (West en Oost) waterneutraal wordt gerealiseerd. 3.2.4 Watergangen In veengebieden is het advies van HHNK om zoveel mogelijk de bestaande slootstructuren te handhaven. In het aangrenzende deelgebied van Saendelft West zijn er voorbeelden hoe divers en lokaal slecht de ondergrond is. Vanuit het perspectief van het onderhoud kan het efficiënter zijn om minder waterlopen aan te leggen en die dan breder uit te voeren zodat deze varend onop de waterlijn derhoudbaar zijn. Geadviseerd wordt om de watergangen in het plangebied minimaal 6,0 meter breed te maken en 1,0 m diep te maken. In verband met onderhoud dienen watergangen minimaal 6,0 meter breed te zijn, met een minimale doorgang van 3,0 m breed en 0,8 m diep. Bij de aanleg van de watergangen dient rekening te worden gehouden met de maatgevende peilstij- De taluds moeten minimaal 1: :2 zijn wanneer het grenst aan particulier terrein of weg. Wanneer ging van 0,35 m. Bij waterlopen van 6 meter of smaller zijn geen steigers e.d. mogelijk in de waterloop. het water grenst aan groen is er de voorkeur voor een natuurvriendelijke inrichting met het talud 1:3 1:5. Ter plaatse van erfgrenzen dient harde beschoeiing aangelegd te worden. Voor het aanbrengen van beschoeiingen geldt ook dat rekening gehouden moet worden dat het waterpeil in de toekomst verder zakt met circa 2 mm/jaar. Wat betreft het profiel van de watergangen kan aangesloten worden bij het profiel van Saen- gebied delft. In bijlage 2 zijn enkele principeprofielen van watergangen opgenomen. 3.2.5 Beheer en onderhoud In de toekomst zal HHNK het beheer en onderhoud van de watergangen in stedelijk overnemen van de gemeente, indien deze voldoen aan de uitgangspunten van het HHNK. De voorkeur van HHNK gaat uit naar varend onderhoud, waardoor rekening gehouden moet worvan 2,5 m breed, den met doorvaarbare duikers (of bruggen) met een minimaal doorvaarprofiel 1,0 m waterdiepte en een doorvaarhoogte van 1,1 m. Verder is de aanwezigheid van enkele maaiboot te waterlaatplaatsen en loslocaties (om de 200 m) voor het maaisel ook onderdeel van de uitgangspunten. De verwachting is dat door de aanwezigheid van groenstroken langs het water deze punten voldoende ingepast kunnen worden. In bijlage 1 staat een notitie over uitgangspunten voor het onderhoud met een maaiboot. De bermsloot langs de Noorderveenweg behoudt het bestaande profiel en wordt vanaf de weg- dat het on- kant onderhouden. Indien het slootonderhoud niet varend uitgevoerd kan worden dan is het van belang derhoud vanaf openbare gronden uitgevoerd kan worden. Er dient een obstakelvrije zone van 3 a 5 meter op de oever langs het water aanwezig te zijn. Hierdoor krijgen de toekomstige bewo- ners geen onderhoudsverplichting van de watergang.

3.3 Riolering Het uitgangspunt is een gescheiden rioolstelsel. Dit houdt in een gescheiden afvoer van huis- worden dat houdelijk afvalwater (DWA) en regenwater (RWA). Vooralsnog kan er vanuit gegaan door het aanleggen van een vrijvervalsysteem in de wijk, een pompput en persleiding het afval- water afgevoerd kan worden naar het riool in de Dorpsstraat. 3.3.1 Afvalwater Voor 160 woningen moet rekening gehouden worden met een afvalwaterproductie van circa 5,8 m 3 /h (160 woningen * 12 l/h * 3 i.e.). In overleg met de gemeente en HHNK moet bepaald wor- den hoe dit afgevoerd wordt. In een nog op te stellen rioleringsplan wordt het stelsel definitief uitgewerkt. 3.3.2 Hemelwater De wegen in de wijk kunnen worden gekenmerkt als licht verontreinigde oppervlakken. Het af- naar opper- stromende regenwater kan echtstreeks (zonder voorziening) afgevoerd worden vlaktewater. De wijkontsluitingswegen worden gekenmerkt als matig verontreinigd. Hier kan gekozen worden voor een afwatering via de berm; dit voorziet in een vertraagde afvoer en een zuiverende werking. Geadviseerd wordt om bij de bouw van de woningen geen uitloogbare bouwmaterialen (koper, lood en zink) te gebruiken. Bij gebruik van deze materialen kan het oppervlaktewater belast worden met deze stoffen. Dit heeft verslechtering van de waterkwaliteit tot gevolg.

4 Conclusies Hieronder worden de conclusies puntsgewijs behandeld; Binnen het ontwerp uit het bestemmingsplan is niet voldoende water bestemd om de ge- (HHNK) dempte watergangen weer terug te graven en te voldoen aan de compensatieplicht naar aanleiding van de toename van verharding. Om te voldoen aan de compensatieplicht dient binnen de bestemming groen van de verbeelding, aanvullend water gegraven te wor- verder den. Bij het ontwerp is het van belang om te realiseren dat het waterpeil in de toekomst kan zakken met circa 2 mm/jaar. Dit heeft gevolgen voor de wijze van aanleg van met name de oevers van de watergangen. De watergangen kunnen varend of van de kant onderhouden worden. Het waterschap voert bij voorkeur het onderhoudd van de watergang varend uit. Dit heeft gevolgen voor de afme- tingen van de watergangenn en kunstwerken. Indien de watergang vanaf de kant onderhou- den wordt, dient de watergang bereikbaar te zijn vanaf de waterkant. GM-0134123, revisie D01 Pagina 14 van 14

Bijlage 1 Voorbeeld dwarsprofielen watergang (maaiboottracé)

- - - - -