1 Basisonderwijs 2. 2 Voorbereiding op de basisschool 5. 3 Informatie voor ouders 14



Vergelijkbare documenten
Ook een rivier begint met de eerste druppel

Dyslexiebeleid. 1. Algemene inleiding

PLD de Spindel, bijlage 4

Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs. De Meent

PROTOCOL. DYSLEXIE en DYSCALCULIE

Neem er even de tijd voor!

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

1. Een aantal kinderen komt in aanmerking voor de vergoede dyslexie.

Dyslexiebeleid. Scholengemeenschap Sint Ursula. Locatie Heythuysen Tienderweg EN Heythuysen. Schooljaar

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Dit protocol beschrijft hoe we op het Vellesan College en de Duin en Kruidbergmavo omgaan met dyslexie.

Stappenplan Dyslexietraject

Zorg om je toekomst. Wat is. dyslexie?

doen dat 3 het dyslexieprotocol

Dyslexiebeleid CBS De Springplank

Dyslexie, wat is dat eigenlijk? Dyslexie in de zorgverzekering, wat gaat er veranderen?

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Mijn kind heeft moeite met lezen en spellen. Is het misschien dyslectisch? En wat nu?

Om te komen tot een diagnose dyslexie moet aan een drietal diagnoses worden voldaan.

Dyslexieprotocol Missie Doelgroep Leerlingen met een dyslexieverklaring Signalering Het wonderlijke weer. : Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?

Dyslectische leerlingen richting het eindexamen: de rol van de docent

Procedure schooladvies

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school/groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Dislectie? Dyslectsie?

Dyslexiebeleid van het Ludger College

Protocol Advisering PO VO OBS De Straap

Dyslexieprotocol Zwin College Oostburg

Websites voor mentoren en leerlingen Inleiding

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

Voorwoord. Dyslexie is lastig, maar er valt goed mee te leven!

Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius

Dyslexieprotocol 0 Hooghuis Heesch

Adviesburo Comenius bestaat al ruim 20 jaar en is in Midden Nederland bij ouders, scholen en huisartsen inmiddels een begrip.

Dyslexie protocol en stappenplan

Protocol Advies keuze voortgezet onderwijs

Dyslexieprotocol. Versie: mei 2018

VRAGENLIJST VOORTGEZET ONDERWIJS QUICKSCAN

PROTOCOL DYSLEXIE ANNIE M.G. SCHMIDTSCHOOL, DEN HAAG. 1.Inleiding

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

Dyslexieprotocol Stanislascollege Pijnacker

ZORGPLAN AOC TERRA ASSEN

Gedurende de gehele schoolperiode wordt door de docenten zoveel mogelijk aandacht gegeven aan de volgende punten:

Dyslexieprotocol. Stafbeleidsdocument. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium

Dyslexieprotocol Bibit mei 2013

Dyslexiegids

Vragenlijst lees- en spellingvaardigheid

Procedure schooladvies

Protocol doubleren en versnellen

2014 Protocol dyslexie

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexie. Beatrijs Brand

Zorg voor onze kinderen

Probleem bij: Komt tot uiting bij: Consequentie: Fonetische uitspraak (= een woord uitspreken zoals het klinkt)

Ouderfolder POVO-procedure. Regio Utrecht West

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid *

Hoe verloopt het traject van advisering en overgang naar het voortgezet onderwijs?

Zorgbeleid RML

Leerlingdossier Vergoedingsregeling Dyslexie

Voorafgaand aan aanmelding behandeling ernstige enkelvoudige dyslexie (EED)

Naar het voortgezet onderwijs. Antwoorden op vragen

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

ALGEMEEN. Dyslexieprotocol

Dyscalculieprotocol Cluster Jenaplan

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid

Protocol dyslexie. op het Zwin College

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Onderwijskundig Rapport Dyslexiebijlage t.b.v. leerlingen met vermoedens van dyslexie

De verschillende routes worden hieronder nader omschreven en in een schema uiteengezet.

dyslexie en dyslexiebeleid

Wat is dyslexie en wat zijn de gevolgen hiervan voor het volgen van onderwijs?

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Hoe verloopt het traject van advisering en overgang naar het voortgezet onderwijs?

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Bijlage 2 Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

Dyslexie, wat is dat eigenlijk? Dyslexie in de zorgverzekering, hoe werkt het?

In de brugklas ziet het signaleringstraject er als volgt uit:

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Dyslexieprotocol Oranje Nassauschool

Dyslexiebeleid op Wolfert Lyceum

De overgang po-vo in Nunspeet/Elburg

Beleid uitstroom leerlingen groep 8

Experts in diagnostiek

Dyslexieprotocol 2013

Dyslexieprotocol. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard

Dyslexie, S c r e e n i n g B e g e l e i d i n g. F a c i l i t e i t e n

B06 Dyslexiebeleid Commanderij College

Onderwijskundig rapport T.b.v.: leerwegondersteunend onderwijs en Praktijkonderwijs voor het schooljaar

Procedure PO-VO

Groepsprocedure dyslexie groep 6/7/8

Beleid Dyslexie. Lorentz Casimir Lyceum

Protocol. Doorstroom. CBS Mons Sinaϊ

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Begeleiding op basis van meten en observatie

DYSLEXIEPROTOCOL

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Deel II Aanmeldingsformulier dyslexiezorg (in te vullen door school)

Aanvraag particulier dyslexieonderzoek

Transcriptie:

SUPPLEMENT DYSLEXIE Onderdeel van de website overgang PO-VO voor zorgleerlingen Leerlingen met dyslexie hebben lees- en spellingproblemen. Wanneer dyslexie reeds op de basisschool is geconstateerd bij een leerling is het van groot belang dat de begeleiding op de basisschool en de begeleiding in de vo-school goed op elkaar is afgestemd. Soms wordt dyslexie echter pas op een vo-school geconstateerd. Meestal zijn dit leerlingen met een havo- of vwoadvies. Door een goede intelligentie hebben zij hun leesproblemen in het basisonderwijs kunnen compenseren. In de brugklas ontstaan dan al snel problemen, met name bij de moderne vreemde talen en de zaakvakken. Om problemen en knelpunten van deze leerlingen aan te kunnen pakken is een samenwerking tussen po-scholen en vo-scholen van groot belang. Inhoud 1 Basisonderwijs 2 2 Voorbereiding op de basisschool 5 3 Informatie voor ouders 14 4 Consequenties van dyslexie voor het volgen van voortgezet onderwijs 29 5 Aanvullende aandachtspunten 32 6 Bronnen 37 Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 1

1 BASISONDERWIJS Algemene inleiding In dit supplement staat de vraag centraal hoe de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs voor leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie en hun ouders zo goed mogelijk kan verlopen. Het gaat erom dat de leerling terechtkomt op een school voor voortgezet onderwijs waar aandacht is voor verschillen tussen leerlingen en waar de dyslectische leerling voldoende kansen krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. Een goede overgang vraagt daarom een zorgvuldige werkwijze van basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs en samenwerking en afstemming tussen beide schooltypen. Bij de overdracht is belangrijk dat: de basisschool leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie in groep 7 en 8 voorbereidt op de overstap naar het voortgezet onderwijs; de basisschool uitgebreide en relevante informatie op een toegankelijke wijze doorgeeft; het voortgezet onderwijs deze informatie omzet in een begeleidingstraject waarbij de handelingsplanning past bij de werkwijze van de vo-school; het voortgezet onderwijs zo snel mogelijk start met de begeleiding van de leerling, voordat er mogelijke negatieve faalangst ontstaat of anderszins motivatieproblematiek. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs hebben hun eigen werkwijze met betrekking tot het begeleiden van leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie. In de praktijk blijken deze werkwijzen echter niet altijd goed op elkaar aan te sluiten. Voor de leerlingen en hun ouders in de eerste plaats, maar ook voor de betrokken leraren en begeleiders op de scholen, leidt dit regelmatig tot onduidelijkheid en inefficiëntie, maar soms ook tot onbegrip en irritatie. Een aantal knelpunten wordt regelmatig gesignaleerd: 1 Scholen in het primair en voortgezet onderwijs zijn onvoldoende op de hoogte van wederzijdse werkwijze, zorgstructuur en deskundigheid met betrekking tot leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie. Cultuurverschillen, beeldvorming en vooroordelen spelen een belemmerende rol in de samenwerking en afstemming. 2 Er vindt geen of onvoldoende overleg plaats tussen scholen in het primair en voortgezet onderwijs over de inhoud van het leerlingendossier. In de praktijk is het nu meestal zo dat de school voor voortgezet onderwijs bepaalt welke gegevens de basisschool aanlevert. Het accent ligt op de toetsgegevens en de handelingsplannen van groep 7 en 8 van de basisschool. Door deze beperking van de gevraagde informatie bestaat het gevaar dat gegevens die belangrijk zijn voor de lees- en spellingontwikkeling van de leerling verloren gaan. In het basisonderwijs zien we juist regelmatig dat bij leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie in groep 3 tot en met 5 een intensief begeleidingstraject wordt opgezet, maar dat in de bovenbouw een afname van de begeleiding plaatsvindt. De vo-school die alleen gegevens van groep 7 en 8 vraagt en ontvangt, heeft zo geen volledig beeld van het begeleidingstraject van de leerling in de basisschool. Informatie over de hele basisschoolloopbaan is belangrijk. Het blijkt bijvoorbeeld dat leerlingen die in groep 3 te maken hebben gehad met ernstige klank-tekenkoppelingsproblemen vaak met overeenkomstige problematiek te kampen krijgen in de brugklas bij het leren van nieuwe klank-tekenkoppelingen bij de moderne vreemde talen. Ook over de gevolgen van de problematiek voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, ontbreken nogal eens de gegevens. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 2

3 De begeleiding van leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie vertoont niet altijd continuïteit en een doorgaande lijn. Op de basisschool wordt in groep 3, 4 en 5 veel aandacht besteed aan hulp bij lees- en spellingproblemen. Daarna wordt op veel scholen veel minder aandacht besteed aan de zwakke lezers en spellers. In de brugklas blijkt dan dat de leesen spellingprestaties die op de basisschool als matig of bijna voldoende werden aangemerkt de kwalificatie zwak krijgen en wordt de begeleiding weer opgepakt. Lang niet alle leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en (vermoedelijke) dyslexie beschikken aan het eind van de basisschool over een dyslexieverklaring. Basisscholen benadrukken het belang van goed taalleesonderwijs en begeleiding van leerlingen. Het traject om te komen tot een dyslexieverklaring wordt niet altijd in gang gezet, soms ook om principiële redenen We willen de leerling geen etiket opplakken. Vaak is niet duidelijk wie er verantwoordelijk voor is dat leerlingen een dyslexieverklaring krijgen: de basisschool, het voortgezet onderwijs of de ouders. De kostenfactor speelt hierin nadrukkelijk een rol. 4 Er zijn leerlingen waarbij pas in het voortgezet onderwijs wordt geconstateerd dat ze dyslectisch zijn. Meestal zijn dit leerlingen met een havo- of vwo-advies. In het basisonderwijs hebben zij hun leesproblemen kunnen compenseren door een goede intelligentie. Soms ontstaan er in de brugklas al vrij snel problemen, met name op het gebied van de moderne vreemde talen en de teksten in de zaakvakken, maar helaas worden er leerlingen soms pas gesignaleerd op een later moment in hun schoolloopbaan. Signalen die erop kunnen wijzen dat het om leerlingen gaat met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie zijn de volgende: Moeite met concentratie in de klas Grote werk- en prestatiedruk Sociaal-emotionele problemen: gevoelens van falen, machteloosheid en angst Motivatieproblemen bij lees- en spellingtaken Problemen met het bijhouden van het tempo in de klas Problemen met de moderne vreemde talen: uitspraak, leren van woordbetekenissen, spelling en toepassen van grammaticaregels Verwerken van teksten bij de zaakvakken: een laag leestempo en problemen met de techniek van het lezen belemmeren het begrip van de tekst Onthouden van losse, op zichzelf staande gegevens, zoals jaartallen, rijtjes, woordjes, formules, topografie, enzovoort. Problemen met Nederlandse spelling (Henneman, 2002, Schoots-Wilkes, 2002) Om deze knelpunten en problemen van leerlingen aan te pakken en de overdracht van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs te verbeteren is meer inhoudelijk overleg nodig tussen scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Door te denken vanuit het belang van de leerlingen en te praten over de inhoud van het onderwijs en de mogelijke (geïntegreerde) speciale begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen of dyslexie, kunnen scholen voor primair en voortgezet onderwijs samenwerken aan een doorgaande lijn in de aanpak voor deze leerlingen. In dit supplement komt aan de orde: voorbereiding op de basisschool; opstart en deelname aan het voortgezet onderwijs; begeleiding in de thuissituatie; activiteitenplan voor de leerling. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 3

Specifieke knelpunten die leerkrachten primair onderwijs ervaren met betrekking tot de overgang po-vo: Onvoldoende zicht op de verwachtingen en eisen van de vo-school. Verschillende vo-scholen hanteren verschillende formats voor het verzamelen van informatie over de leerlingen. Dit kost veel tijd. Het in orde maken van de overdrachtsinformatie kost veel tijd. Geautomatiseerde systemen in po en vo zijn nog niet op elkaar afgestemd. Leerkrachten po zijn benieuwd naar de voortgang van hun leerlingen in het vo. Vaak horen ze weinig terug. Er speelt soms de overtuiging dat de vo-school alle inspanningen met betrekking tot de speciale begeleiding teniet doet. Omgekeerd krijgen po-medewerkers op hun bordje dat de leerlingen niet tijdig gesignaleerd zijn en/of niet deskundig begeleid zijn; een enkele keer komt dit via de ouders in de geschillencommissie. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 4

2 VOORBEREIDING OP DE BASISSCHOOL Het is belangrijk dat op de (speciale) basisschool een aantal initiatieven wordt genomen die ertoe bijdragen dat een leerling met dyslexie goed voorbereid de overgang naar de school voor voortgezet (speciaal) onderwijs kan maken. De intern begeleider of dyslexiecoach speelt hierin een belangrijke rol omdat hij de zorg heeft voor: aansturen en ondersteunen van de leerkrachten van groep 7 en 8; samenwerking met ouders; aanreiken van werkplannen aan de leerlingen waarmee deze, met ondersteuning van hun ouders en leerkrachten, zichzelf voor kunnen bereiden op de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs; voeren van gesprekken met leerlingen en hun ouders en de zorgcoördinatoren van de ontvangende scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs (warme overdracht). De voorbereiding op de basisschool van leerlingen met dyslexie kent een aantal fasen: groep 7: - na de kerstvakantie; - rond de paasvakantie; - na de paasvakantie; groep 8: - na de zomervakantie tot de kerstvakantie; - na de kerstvakantie; - februari maart; - april mei; - mei juli. Hieronder worden activiteiten van de school in de verschillende fasen weergegeven. Groep 7: na de kerstvakantie Inventariseren leerlingen De leerkracht en intern begeleider inventariseren welke leerlingen vanwege lees- en spellingproblemen en dyslexie extra aandacht behoeven bij de overstap naar het voortgezet onderwijs. Dat zijn leerlingen die al eerder zijn opgevallen vanwege mogelijke problemen met (BOK, p. 127): Lees- en schrijfmotivatie Informatieverwerving en verwerking: opzoeken en selecteren van informatie, ordenen en verwerken van informatie Leeswoordenschat Reflectie op geschreven taal: functies, gebruik en structuur Moderne vreemde talen (met name communicatieve vaardigheden bij Engels) Lees- en spellingtoetsen (DMT, AVI, SVS) Ontwikkelen van een stevig zelfbeeld en acceptatie van de gevolgen van dyslexie (Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8 1, paragraaf 2.4; Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs, Deel 1 2, p. 21; Als leren pijn doet 3 ) 1 Wentink, H. & L. Verhoeven (2004). Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands 2 Henneman, K., R. Kleijnen, A. Smits e.a. (2004). Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs. Deel 1 Achtergronden, beleid en implementatie. s-hertogenbosch: KPC Groep, Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands en Tilburg: Werkverband Opleidingen Speciaal Onderwijs Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 5

Andere leerproblemen (bijvoorbeeld ADHD) in combinatie met dyslexie (Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8, paragraaf 2.2, p. 49) Het is belangrijk dat de leerkracht beschikt over voldoende gegevens over de leesvaardigheid (technisch lezen en begrijpend lezen) en de spellingvaardigheid van de leerlingen. Deze gegevens zijn gedurende de schooljaren op de basisschool verzameld met behulp van het leerlingvolgsysteem en bewaard in het leerlingendossier. Informatie over lees- en spellingvaardigheid van de leerling verzamelen leerkrachten aan de hand van toetsen. Informatie over belangrijke toetsen voor lezen en spellen is te vinden in het Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8 (paragraaf 3.2). In aanvulling op toetsgegevens is het belangrijk dat de leerkracht ook beschikt over procesgegevens. Ook hierover is informatie te vinden in het Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8 (hoofdstuk 3.2). Leerlingendossier Het is nodig dat leerkrachten in het basisonderwijs zicht hebben op de ontwikkeling van hun zorgleerlingen vanaf groep 3 en daarbij weten wat er in het voortgezet onderwijs van de leerlingen verwacht wordt. Indien er geen leerlingendossier aanwezig is, is het raadzaam om voor deze leerlingen een leerlingendossier op te bouwen ten behoeve van het onderwijskundig rapport dat gevraagd wordt door scholen in het voortgezet onderwijs. Voor zorgleerlingen biedt de school voor voortgezet onderwijs meestal de mogelijkheid een uitgebreid onderwijskundig rapport in te vullen, dat naast specifieke gegevens over het lezen en spellen ook antwoord zou moeten bieden op de vragen zoals vermeld in het katern Basisonderwijs, daar waar gesproken wordt over invulling van dit rapport. In een leerlingendossier is het volgende opgenomen (Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8, p. 94): Samenvatting eindevaluaties van interventies in de voorgaande groepen Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid* Toetsformulieren met ruwe scores, interpretatie en eventueel de computeruitdraai van de Citoscores Lees- en spellinganalyses Werk van de leerling; zoals schrijfproducten en een lijst van gelezen boeken Eindevaluatie Interventie- en handelingsplannen Afsprakenlijstjes naar aanleiding van de gesprekken tussen leerkracht en intern begeleider en leesspecialist Indien van toepassing: verslagen van overleggen met een externe leesspecialist Kort verslag van de gesprekken met ouders Kort verslag van het overdrachtsgesprek met de volgende leerkracht * Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid De vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid is een belangrijk onderdeel van het leerlingendossier. Indien nog niet gestart is met het invullen van deze vragenlijst, is het belangrijk voor deze leerlingen hiermee nu te starten. Deze vragenlijst kan zowel in het primair onderwijs als in het voortgezet onderwijs gebruikt worden en is daarom een belangrijk instrument bij de overdracht. De lijst is opgenomen in het Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8, (p. 202 e.v.) en is ook te vinden op de website www.masterplandyslexie.nl. 3 Hellinckx, W. & P. Ghesquière (1999). Als leren pijn doet. Opvoeden van kinderen met een leerstoornis. Leuven/Amersfoort: Acco Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 6

Bezinning op en beschrijving van het toekomstperspectief van de leerling Leerkracht, leerling, ouders en intern begeleider bespreken het perspectief van de leerling. Centrale vragen hierbij zijn: Wie is deze leerling? Wat kan deze leerling? Wat wil deze leerling? Het gaat hierbij niet alleen om zijn lees- en spellingvaardigheden, maar om zijn leermogelijkheden in het algemeen en factoren die de ontwikkeling van de leerling gunstig kunnen beïnvloeden, zoals motivatie en zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen en een ondersteunende thuissituatie. Voor het perspectief van de leerling is het van groot belang in hoeverre de leerling kan rekenen op specifieke ondersteuning, met name gericht op basisvaardigheden van lezen en spellen, functionele geletterdheid en de mogelijke sociaal-emotionele gevolgen van dyslexie. De uitkomst van het gesprek wordt vastgelegd in de beschrijving van het toekomstperspectief. Opstellen plan van aanpak Op dit moment in groep 7 is het goed een plan van aanpak op te stellen voor de laatste anderhalf jaar van de leerling op de basisschool. Wanneer dit al halverwege groep 7 gebeurt, is er voldoende tijd om de voorbereiding van de leerling op de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs zorgvuldig aan te pakken. Het plan van aanpak bestaat uit twee delen: 1 Kalender De leerkracht maakt een kalender voor de leerling met daarop de belangrijke momenten in groep 7 en 8. Belangrijke momenten in groep 8 (algemeen deel) Cito-toets* Oriëntatiebezoeken vo-scholen Beslissing schoolkeuze Eerste kennismaking met de nieuwe school Bijzondere festiviteiten zoals een musical, kamp, enzovoort Bijzondere vrije dagen................ * Voor leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen en dyslexie is het mogelijk om compenserende maatregelen te treffen rond de afname van de Cito-toetsen, namelijk de Cito- Entreetoets (juni, groep 7) en de Cito-Eindtoets (februari, groep 8). Informatie hierover is te vinden op de website www.citogroep.nl (laatste aanpassing 1 april 2005) of www.anderslezen.nl. Deze maatregelen moeten vooraf aangevraagd worden. Voor dyslectische leerlingen is een gesproken versie op geluidscassette van het opgavenboekje van de Entreetoetsen van groep 5, 6 en 7 en van de Eindtoets van groep 8 beschikbaar. Scholen kunnen deze versie bestellen. De bandjes worden door de leerlingen individueel gebruikt en om de rest van de klas niet te storen zal de leerling de toets afgezonderd van de andere leerlingen maken of een koptelefoon gebruiken. Scholen gebruiken ook wel de zwart-wit versie of de vergrote versie van de Entreetoetsen en de Eindtoets voor dyslectische leerlingen. De gedachte erachter is dat de leerling niet door de vele kleuren wordt afgeleid en dat de vergrote weergave de woordherkenning bevordert. Er is geen aparte Entreetoets of Eindtoets voor dyslectische leerlingen, alleen de afname verloopt anders. In de aangepaste versies zitten dezelfde opgaven als in de gewone toets. Net als alle andere leerlingen kunnen dyslectische leerlinge extra tijd krijgen voor de afname van de toetsen. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 7

De docent kan zelf bepalen hoeveel tijd een dyslectische leerling voor de toets krijgt. De leerkracht kan de teksten van de toets downloaden en uitprinten. 2 Handelingsplan Naast de kalender zou ook een handelingsplan onderdeel uit moeten maken van het plan van aanpak. Dat dit geen vanzelfsprekende zaak is, blijkt uit het feit dat leerkrachten in het primair onderwijs nogal eens aangeven geen knelpunten te ervaren in hun dagelijks handelen, omdat ze dyslexie een aangelegenheid vinden van de schoolbegeleidingsdienst of specialist in de school. Toch is het zo dat leerlingen in groep 7 en 8 vaak gebaat zijn bij een intensieve begeleiding waarin verdere ontwikkeling van hun lees- en spellingvaardigheden beoogd wordt. Hoe beter de leerlingen voorbereid worden in het basisonderwijs, hoe gemakkelijker de overstap naar het voortgezet onderwijs zal plaatsvinden. De aandacht gaat vooral uit naar het verwerken van langere teksten en de klank-tekenkoppeling in de moderne vreemde talen (met name Engels). Welke interventies gekozen worden hangt af van de situatie van de leerling, die beschreven is in het leerlingendossier, en kunnen betrekking hebben op (Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8, hoofdstuk 4 en 5): basisvaardigheden; functionele geletterdheid (compensatie en dispensatie); begrijpend lezen en strategisch schrijven; informatieverwerving; leeswoordenschat; reflectie op geschreven taal; lezen en schrijven in de moderne vreemde talen; Om de interventies te kunnen uitvoeren, moet de leerkracht beschikken over: voldoende handelingsrepertoire om specifiek te kunnen begeleiden in de klas: bijvoorbeeld omgaan met RALFI, software, daisy-speler, enzovoort; voldoende tijd: hoe organiseer ik mijn onderwijs zo dat ik tijd kan besteden aan de dyslectische leerlingen; voldoende middelen: software, daisy-speler, enzovoort. Actuele aanwijzingen voor het adequaat begeleiden van leerlingen met lees- en spellingproblemen en dyslexie en de doorgaande lijn daarin zijn te vinden in het Protocol Leesproblemen en dyslexie (1-4 4, 5-8), Protocol Leesproblemen en dyslexie voor het SBO 5 en Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs. Natuurlijk sorteert dit alleen maar effect als dit ondersteund wordt door flankerend beleid in de school en in het samenwerkingsverband. Naast het lezen en spellen spelen sociaal-emotionele factoren een belangrijke rol. Het is belangrijk dat leerlingen met zelfvertrouwen de overstap naar het voortgezet onderwijs kunnen maken. Joop (12 jaar) Ik hoop HAVO te gaan doen. Als ik geen leesbehandeling had gehad, had ik dit zeker niet kunnen doen. Ik heb hierdoor meer zelfvertrouwen gekregen en hoef niet meer bang te zijn voor toetsen. (Loonstra & Schalkwijk, 1999, p. 129 6 ) 4 Wentink, H. & L. Verhoeven (2004). Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 1-4. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands 5 Wentink, H. & E. Wouters (2005). Protocol Leesproblemen en dyslexie voor het SBO. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands 6 Loonstra, J.H. & F. Schalkwijk (1999). Omgaan met dyslexie. Sociale en emotionele aspecten. Leuven: Garant Uitgevers Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 8

Het handelingsplan heeft niet alleen betrekking op de didactische aspecten van het ontwikkelen van vaardigheden. Dyslexie heeft bij bijna alle kinderen in meer of minder mate invloed op het gevoel van welbevinden en het zelfbeeld (Protocol Leesproblemen en Dyslexie groep 5-8, p. 56) en kan daardoor ook een problematische sociaal-emotionele ontwikkeling veroorzaken. Motivatieproblemen en faalangst komen veelvuldig voor. Dit vraagt extra inspanning van de leerkracht. De leerkracht zoekt mogelijkheden de leerlingen ook vanuit hun eigen interesse te laten lezen om hun motivatie voor lezen te stimuleren. Om successen uit te lokken, is het belangrijk dat kinderen niet te moeilijke teksten lezen. Wanneer leerlingen graag toch een moeilijke tekst willen lezen, kan deze tekst op band aangevraagd worden of kan met een klasgenoot samen gelezen worden. De leerkracht voert ondersteunende gesprekken met leerlingen over de betekenis van de dyslexie voor de leerlingen en de manier waarop ze daarmee om kunnen gaan in het dagelijks leven. Als het leesprobleem onderdeel is van meer algemene leerproblematiek (zoals aandachtsproblemen, trage informatieverwerking, beperkt auditief geheugen, taal/spraakproblemen of problemen met betrekking tot de visuo-motoriek en de visueel-ruimtelijke oriëntatie) kan er echter wel veelvuldig sprake zijn van bijkomende problematiek, zoals te sterke negatieve faalangst, problemen in de omgang met leeftijdgenoten door gebrekkige sociale vaardigheden e.d. Deze problematiek moet dan eerder worden gezien in het licht van andere cognitieve zwaktes die aanwezig zijn, zoals slecht situaties kunnen inschatten, traag zijn en daardoor vaak informatie missen, e.d. Wanneer sprake is van co-morbiditeit, samengaan van verschillende problematiek, komen de grenzen van de leerkracht voor speciale begeleiding van de leerling in zicht. Binnen het plan van aanpak zal dan ook de externe hulpverlener een rol moeten spelen. Groep 7: rond de paasvakantie Gesprek met leerling en ouders Rond de paasvakantie vindt het eerste gesprek plaats over de overgang naar het voortgezet onderwijs. Aan het gesprek nemen de leerling, de ouders, de leerkracht van groep 7 en de intern begeleider deel. Aan de orde is (algemeen deel): Perspectieven Welke perspectieven hebben de ouders voor hun kind? Welke perspectieven heeft de leerling zelf? Wat zijn de schoolresultaten van deze leerling en tot welke perspectieven leidt dat volgens de school? Traject In beeld brengen welke scholen in aanmerkingen komen. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het verzamelen van informatie; waar mogelijk kan het basisonderwijs daarbij wel ondersteunen. Handreiking voor ouders waar ze bij het kiezen van een vo-school op moeten letten. Volgen van voorlichtingsbijeenkomsten. Vervolgafspraak rond herfstvakantie in groep 8. Het is van belang het eerste gesprek over de schoolkeuze met leerling en ouders goed voor te bereiden. Belangrijke overweging daarbij is of leerling en ouders al voldoende geïnformeerd zijn over dyslexie in het algemeen en de lees- en spellingproblemen van de leerling in het bijzonder. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 9

Aandachtspunten voor de voorbereiding van het gesprek zijn: ontwikkeling van de leerling tot nu toe op lees- en spellinggebied; acceptatie/verwerking van de problematiek; aandacht en ondersteuning vanuit de thuissituatie; verwachtingen van de toekomst; noodzaak van een dyslexieverklaring. In het gesprek komt ook aan de orde waar de leerling en de ouders op kunnen letten wanneer ze informatie gaan verzamelen over verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. Ouders en leerlingen kunnen in het bijzonder navraag doen naar de volgende punten: Is er een dyslexiedeskundige op school (zorgcoördinator, remedial teacher)? Zijn er faciliteiten voor dyslectische leerlingen beschikbaar, zoals compenserende faciliteiten, ondersteunende technologie, dispensaties, dyslexiekaart of -pas? Compenserende faciliteiten hebben betrekking op het verminderen van de last die de leerling ondervindt bij het lezen en spellen. Dit kan gebeuren door extra maatregelen door de docent, bijvoorbeeld leerling mogen kaarten met spellingregels gebruiken bij proefwerken. De last kan ook verminderd worden door het gebruik van ondersteunende technologie, bijvoorbeeld door het gebruik van een lap-top of gesproken boeken in de klas. Dispensatie betekent dat een leerling wordt vrijgesteld voor bepaalde geldende eisen, zoals bijvoorbeeld het hardop lezen in de klas of aangepaste beoordeling van de spelling bij Nederlands en de moderne vreemde talen. Op een dyslexiekaart of -pas staat vermeld welke specifieke maatregelen voor een leerling van toepassing zijn. Dit is een geheugensteun voor de leerling en de docenten. In het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs zijn de specifieke maatregelen uitgebreid beschreven (deel 2, hoofdstuk 5, p. 76-93). Dit hoofdstuk is te downloaden via www.kpcgroep.nl/kennisonline (Protocol Dyslexie VO). Ook de hele publicatie kan gedownload worden (of besteld worden bij KPC Groep). Heeft de school ervaring met het begeleiden van dyslectische leerlingen? Is het mogelijk te spreken met een leerling die deze begeleiding heeft gekregen? Werkt de vo-school met het Protocol Dyslexie Voortgezet onderwijs? Is er op de vo-school een dyslexiecoach die de leerlingen begeleidt van af de start tot het eindexamen? (Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs, Deel 1, p. 38-41). Wordt het dyslexiebeleid ondersteund door alle docenten in de school? Het is belangrijk dat het hele docententeam bereid is moeite te doen voor een dyslectische leerling. Dit is belangrijker dan een papieren dyslexiebeleid. Groep 7: na de paasvakantie Oriëntatie op vo-scholen In deze periode oriënteren leerling en ouders zich op de vo-scholen. Het is belangrijk dat de basisscholen een goed overzicht hebben van de mogelijkheden die vo-scholen bieden om leerlingen met dyslexie te begeleiden. Dyslexieverklaring Als in het gesprek met de leerling en de ouders naar voren is gekomen dat een dyslexieverklaring noodzakelijk is om voor bepaalde faciliteiten (zoals een daisy-speler en software voor gesproken boeken) in aanmerking te komen, zal actie ondernomen worden om te komen tot een dyslexieverklaring. Ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het verkrijgen van een dyslexieverklaring. Aan het verlenen van een dyslexieverklaring gaat altijd een onderzoek vooraf. Deze kosten worden niet altijd vergoed door de zorgverzekeraar (Balans Belang, januari 2005). Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 10

Om leerlingen toch te helpen hebben veel zorgplatforms een regeling getroffen met de schoolbegeleidingsdienst of een andere instelling voor hulpverlening. School en ouders spreken af hoe de aanmelding voor onderzoek verder zal verlopen. Meer informatie over de dyslexieverklaring is onder meer te vinden op de volgende websites: www.balansdigitaal.nl: Oudervereniging Balans heeft een steunpunt Dyslexie www.leerlingbegeleiding.nl: NVS-NVL (Nederlandse Vereniging van schooldecanen en leerlingbegeleiders) www.makkelijklezen.nl www.minocw.nl www.tbraams.nl www.lexima.nl Begeleiding buiten school Voor leerlingen met een ernstige achterstand kan op dit moment nog gekozen worden voor aanvullende begeleiding buiten de school, bijvoorbeeld in een leeskliniek. Groep 8: na de zomervakantie tot de kerstvakantie Interventies Op basis van het handelingsplan dat al in groep 7 gemaakt is worden ook in groep 8 specifieke interventies uitgevoerd om de lees- en spellingvaardigheden te versterken en wordt als het nodig is ook aandacht besteed aan de sociaal-emotionele aspecten die samenhangen met leesproblemen en dyslexie. Tweede gesprek met leerling en ouders In deze periode vindt een tweede gesprek plaats met de leerling en de ouders. Nu zijn vanuit de school de leerkracht van groep 8 en de intern begeleider erbij aanwezig. Aan de orde is: Hoe ver zijn we gevorderd met het keuzetraject? In dit gesprek komt aan de orde in hoeverre de ouders en de leerlingen gevorderd zijn met het keuzetraject. Daarnaast komt aan de orde wat het effect is van de extra begeleiding. Wat is het effect geweest van de interventies tot nu toe en welke interventies krijgen in de komende periode prioriteit? Onderwijskundig rapport De basisschool ontvangt van de school voor voortgezet onderwijs een formulier onderwijskundig rapport dat ingevuld moet worden. De basisschool kan daar zelf informatie aan toevoegen. Denk hierbij met name aan de vragenlijst leergeschiedenis. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 11

Groep 8: na de kerstvakantie Opstellen schooladvies De school formuleert een advies voor de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs voor de leerling. Daarbij wordt aandacht besteed aan de condities waaronder de leerling deze vorm van voortgezet onderwijs goed kan vervolgen. Wanneer de school voor primair onderwijs concreet kan aangeven welke begeleiding, compenserende faciliteiten, ondersteunende technologie en dispensaties naar verwachting nodig zijn, kan hier in het voortgezet onderwijs snel mee gestart worden. Aanvullend onderzoek Mocht er een specifiek aanvullend onderzoek door een orthopedagoog plaatsvinden met het oog op een indicatie voor lwoo/praktijkonderwijs, is het in geval van specifieke lees- en spellingproblemen aan te raden onderdelen op te nemen die hierop gericht zijn. Een instrument om de ontwikkeling van deze leerlingen goed in beeld te brengen is de eindevaluatie, die is opgenomen in het Protocol Leesproblemen en dyslexie voor het SBO (p.165). Derde gesprek met leerling en ouders Aan de orde is: Welke ondersteuning is tot nu toe geboden en op welke wijze kan dat in het vo worden voortgezet? Welke informatie geeft het basisonderwijs door aan het voortgezet onderwijs? Indien er sprake is van leerlinggebonden financiering, wat betekent dat dan voor de overstap naar het vo?* Indien indicering voor lwoo of praktijkonderwijs aan de orde is, hoe ziet dan het traject eruit en wat betekent dat voor leerling en ouders?* Indien externe ondersteuning vanuit jeugdhulpverlening, maatschappelijk werk en dergelijke aan de orde is, in hoeverre wordt het vo daarover geïnformeerd en wie doet dat dan?* Welke zijn in het algemeen en voor wat betreft de privacy in het bijzonder de rechten van de ouders?* * Alleen wanneer sprake is van comorbiditeit: dyslexie in combinatie met andere problemen. In het derde gesprek is met name belangrijk in te gaan op de veranderingen in de dyslexiebegeleiding die de leerlingen en de ouders in het voortgezet onderwijs te wachten staat. In het vo kan de continuïteit van de begeleiding in gevaar komen doordat de leerling met veel meer docenten te maken krijgt als in het basisonderwijs. Dit heeft als consequentie dat de leerling en de ouders zelf alert moeten zijn en initiatief moeten nemen als onderdelen van de begeleiding niet gerealiseerd worden. Dit is geen onwil, docenten vergeten soms iets en een grote scholengemeenschap heeft een complexe organisatie. Leerlingen en ouders moeten steeds zelf actie ondernemen wanneer de begeleiding niet goed verloopt. De organisatie van de begeleiding is wel afhankelijk van de schoolsoort. In het lwoo en praktijkonderwijs is de begeleidingscapaciteit vaak groter. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 12

Groep 8: februari maart Warme overdracht Vormen van warme overdracht worden steeds gebruikelijker in de overgang tussen basisschool en voortgezet onderwijs. In de praktijk wordt hieraan op verschillende manieren vormgegeven. Een vertegenwoordiger van een school voor voortgezet onderwijs (zorgcoördinator of mentor) bezoekt bijvoorbeeld de basisschool en bespreekt met de leerkracht van groep 8 de nieuwe leerling(en). Een ander voorbeeld van warme overdracht is de bo-vo-middag waarbij leerkrachten van groep 8 te gast zijn op de school voor voortgezet onderwijs en kunnen spreken met de brugklasmentoren. Er zijn ook scholen voor voortgezet onderwijs die ervoor kiezen telefonische gesprekken te voeren met de leerkrachten van groep 8. In een aantal gevallen vindt warme overdracht alleen plaats op verzoek van ouders en/of leerkracht. Groep 8: mei juli Aandacht voor lezen en spellen In de laatste maanden van het schooljaar blijft de aandacht voor het lezen en spellen belangrijk. Het meest motiverend gebeurt dit in de vorm van projecten waarbij plezier belangrijk is, maar waarbij ook het lezen en spellen nog extra geoefend worden. Voorbeelden zijn het maken van een afscheidskrant, activiteiten rond de Engelse taal, opdrachten met internet, voorlezen aan jongere kinderen in de school en taalspelletjes en -puzzels in de klas Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 13

3 INFORMATIE VOOR OUDERS Omgaan met en opvoeden van een kind met dyslexie U heeft een kind met hardnekkige lees- en spellingproblemen. Uw kind weet dat hij kan rekenen op uw onvoorwaardelijke steun. Niet alle kinderen met lees- en spelling-problemen ervaren dezelfde moeilijkheden in dezelfde mate. Dit is afhankelijk van de ernst van de problematiek, het zelfbeeld van het kind en ook het feit of het kind het leren en de school als positief beleeft. U als ouders kunt het beste beoordelen welke aandachtspunten die hier beschreven worden voor uw kind van toepassing zijn. Praten met uw kind Het is belangrijk steeds met uw kind te praten over de problemen die uw kind ervaart en de consequenties ervan. Niet goed kunnen lezen is niet alleen maar een leerprobleem, maar beïnvloedt soms ook het gewone dagelijkse functioneren. 7 Ted bijvoorbeeld, trekt zich terug op het moment waarop een paar vrienden besluiten tv te gaan kijken. Hij schaamt zich voor hen omdat hij de ondertiteling niet kan volgen doordat hij zo langzaam leest. Kinderen kunnen moeilijk gedrag gaan ontwikkelen als ze op school en bij leeftijdgenoten onbegrip tegenkomen voor hun zwak lezen en spellen. U signaleert vaak als eerste dat het op school niet gaat en vangt uw kind op als het tegenzit. Door regelmatig met uw kind te praten over wat er op school gebeurt, houdt u voeling met het reilen en zeilen daar. Als het niet goed gaat, kunt u een afspraak met de groepsleerkracht maken en samen een plan van aanpak bedenken. Het is belangrijk dat het kind zijn leesprobleem en de consequenties daarvan begrijpt. Het kind kan dan mogelijk zelf onder woorden brengen wat hij nodig heeft en hoe hij het beste geholpen kan worden. Versterk het zelfvertrouwen van uw kind Het is bijzonder belangrijk dat u uw kind helpt met het ontwikkelen van zelfvertrouwen en een positief beeld van zichzelf. U kunt dit bijvoorbeeld doen door uw kind aan te moedigen een sport, hobby of interesse op te pakken waarin het zichzelf kan ontwikkelen. Een sport of een hobby zorgt ervoor dat het leven niet alleen maar draait om leren en achterstand inlopen. Het kind kan positieve ervaringen opdoen, opvallen en uitblinken en zichzelf ervaren als iemand die iets goed kan. Bij zelfvertrouwen hoort ook dat een kind voor zichzelf kan opkomen. Naarmate het kind ouder wordt, zal dit steeds vaker nodig zijn. U kunt uw kind aanmoedigen zichzelf te zien als iemand die iets te zeggen heeft en gerespecteerd moet worden. U kunt uw kind leren zijn mond open te doen en zich te laten horen. Uw eigen beleving van de leesproblemen van uw kind De manier waarop u uw kind ondersteunt, heeft te maken met de manier waarop u zelf de leesproblemen van uw kind ervaart. Als u het gevoel heeft dat de diagnose dyslexie korte metten maakt met het toekomstperspectief van uw kind, zal uw kind dit zelf ook zo gaan zien. Kijk naar uw kind als iemand met veel mogelijkheden en kansen en niet als iemand met vooral een leesprobleem. Laat de sterke kanten en niet de zwakke kanten van uw kind bepalen wie hij is. 8 7 Loonstra, J.H. & Schalkwijk, F. (redactie) (1999). Omgaan met dyslexie. Sociale en emotionele aspecten. Leuven-Apeldoorn: Garant (paragraaf1.5) 8 Shaywitz, S. (2005). Hulpgids Dyslexie. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds (hoofdstuk 22) Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 14

Laat uw kind ervaren dat het moeilijk kunnen lezen geen hinderpaal vormt om kennis op te doen. Vertel uw kind dat vele beroemde mensen dyslectisch waren of zijn en dat het hen gelukt is met dyslexie om te gaan. Als u dit moeilijk vindt, bijvoorbeeld omdat dyslexie in uw familie voorkomt en u zelf slechte ervaringen heeft, probeer hiervoor dan steun te vinden bij de school of bij de oudervereniging Balans: www.balansdigitaal.nl. U kunt in gesprekken met de school aangeven dat u moeite heeft met het probleem dyslexie van uw kind om te gaan. Thuis helpen Thuis lezen en oefenen Als ouder kunt u uw kind helpen met het verder ontwikkelen van zijn leesvaardigheid. De laatste jaren op de basisschool kunnen gebruikt worden om zo ver mogelijk te komen met het lezen om straks in de brugklas zo goed mogelijk mee te kunnen komen. Extra oefenen in de vrije uren thuis heeft zin als de leerling daarvoor gemotiveerd is en het op een ontspannen manier gebeurt. Bovendien moet u er als ouder ervan overtuigd zijn dat u uw kind kunt helpen en dat dit in uw situatie te realiseren is. 9 Thuis uw kind met lezen helpen kan het beste in overleg met de leerkracht. In een gesprek kunt u met uw kind en de leerkracht bespreken wat haalbaar is als het om extra inspanningen gaat. Wat kunt u samen met uw kind thuis doen? Op een ontspannen en motiverende manier samen extra lezen en oefenen. Uw kind stimuleren regelmatig te lezen en veel leeskilometers te maken. Blijven voorlezen van boeken die lastig zijn om zelf te lezen, maar wel de interesse van het kind hebben. Dit is belangrijk omdat uw kind dan leeservaring opdoet, waardoor de taalontwikkeling vooruit blijft gaan. Luisterboeken lenen uit de bibliotheek of kopen www.makkelijklezen.nl, www.luistereenboek.nl. Leren typen: www.typingmaster.nl en www.leren.nl. Vertrouwd raken met plannen en maken van huiswerk. Indien nodig leren gebruiken van hulpmiddelen zoals de daisy-speler en deskbot: www.fnb.nl www.bellcraft.com/deskbot/. Praktische tips voor ouders van kinderen met leerproblemen Tips voor ouders en leerlingen zijn te lezen in Ik heet niet dom. Leren leven met leerstoornissen. 10 De tips zowel voor de ouders, leraren als de leerlingen hebben betrekking op het oplossen van allerlei problemen die de leerling, waaronder de leerling met dyslexie, tegen kan komen. Bijvoorbeeld tips voor: leren en maken van huiswerk; opzoeken van informatie en voor de informatieverwerking in het algemeen; tijdsplanning en structuur aanbrengen in werkwijzen; leren van moderne vreemde talen; overwinnen van motorische onhandigheid; woordenschat vergroten; omgaan met tempoproblemen bij lezen; omgaan met hardnekkige spellingproblemen; 9 Wentink, H. & Verhoeven, L. (2004). Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 5-8. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands (paragraaf 6.2) 10 Cooremans, A. & Bringmans, M. (2002). Ik heet niet dom. Leren leven met leerstoornissen. Leuven/Leusden: Acco Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 15

leren hanteren van ICT-hulpmiddelen; tips voor vergroting van het zelfbeeld en het samen leven en werken. Ouders kunnen met hun kind en de respectievelijke leraren uitzoeken welke aanpakken en tips voor hun kind geschikt zijn. Dyslexieonderzoek en dyslexieverklaring Dyslexieonderzoek Ouders kunnen nog steeds tegenkomen dat omstanders dyslexie ontkennen of zien als modeverschijnsel. 11 Dit is in het verleden soms in de hand gewerkt doordat op oneigenlijke gronden dyslexieverklaringen verleend werden. Natuurlijk moet er een zorgvuldig onderzoek plaatsvinden om dyslexie vast te stellen. Uiterlijk in groep 7 moet bepaald zijn of de lees- en spellingproblemen van dien aard zijn dat ze een probleem gaan vormen voor het met succes doorlopen van de brugklas. 12 Dus het kan zijn dat uw kind op dit moment alsnog voor onderzoek aangemeld moet worden bij een onderzoeksbureau of via school bij de schoolbegeleidingsdienst. De school en eventueel de oudervereniging Balans (www.balansdigitaal.nl) kunnen u verder informeren. Onderzoek verrichten kan belangrijk zijn om meer duidelijkheid te krijgen over de leesproblemen, de aard, de oorzaak en de aanpak. Dyslexie is niet vast te stellen met een eenvoudige test of door een onderzoek van de hersenen. Dyslexie is een hardnekkig probleem. Dit houdt in dat het niet op één tijdstip is vast te stellen, maar dat er toets- en observatiegegevens nodig zijn over een langere periode waarin de leerling extra hulp bij het lezen en/of spellen heeft gekregen. De school levert dus een deel van de diagnostische gegevens aan de diagnost (dit is een gekwalificeerde GZ-psycholoog). Na een dossieranalyse door de diagnost neemt deze indien gewenst aanvullende tests af. Bij veel dyslexieonderzoeken is een uitgebreid onderzoek nodig om de kenmerken, de verklaringen en belemmeringen goed in beeld te krijgen. Onderdelen van dit onderzoek kunnen zijn: a Didactisch onderzoek Vaststellen van het niveau van didactisch functioneren, zowel kwantitatief op basis van genormeerde toetsen als kwalitatief op basis van observaties en analyses van achterliggende (leer)processen. Bij een handelingsgericht onderzoek wordt nagegaan welke leerstrategieën worden gevolgd en hoe instructie wordt opgepikt. b Capaciteitenonderzoek (intelligentieonderzoek, functieonderzoek) Zicht krijgen op de eventuele verklaring(en) van dyslexie en tevens op de belemmeringen en compensatiemogelijkheden. 11 Stavenga, A. (2001). Over dyslexie. Diagnostische besluitvorming in de praktijk. Utrecht: Seminarium voor Orthopedagogiek (paragraaf 2.1) 12 Hellinckx, W. & Ghesquière, P. (1999) Als leren pijn doet. Opvoeden van kinderen met een leerstoornis. Leuven: Acco (hoofdstuk 2 en 3) Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 16

c Persoonlijkheidsonderzoek Hiermee wordt het sociaal-emotioneel functioneren in beeld gebracht. Dit onderdeel is met name van belang als er aanleiding is om te vermoeden dat sociaal-emotionele problemen zoals faalangst en/of een negatief zelfbeeld een rol spelen. Dit is bepalend voor de draagkracht bij remediëring. Op basis van de gegevens die de school aanlevert en de aanvullende diagnostiek wordt de diagnose dyslexie gesteld. De diagnose zal op drie niveaus moeten plaatsvinden: niveau van de verschijnselen/kenmerken; niveau van de verklaring: onderliggende problematiek en de mogelijke oorzaken daarvan; niveau van de belemmering. De diagnost werkt volgens een procedure die door de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) werd opgesteld in samenwerking met verschillende beroepsgroepen en met oudervereniging Balans. In alle gevallen hoort bij de diagnose een plan van aanpak. Bij het diagnostisch onderzoek wordt naast een inschatting van de ernst van de lees- en spellingproblemen ook gekeken naar de onderliggende problematiek. Dit is noodzakelijk om een goede behandeling vast te kunnen stellen en de ouders en het kind te informeren over wat ze van een behandeling kunnen verwachten. Meer informatie: website Oudervereniging Balans www.balansdigitaal.nl. Voorbeeld uit de praktijk: Quirine wordt bij de Praktijk aangemeld omdat de ouders vermoeden dat erbij haar sprake is van dyslexie. De reden waarom zij dat denken is onder andere omdat Quirine al de hele basisschoolperiode een hekel heeft gehad aan lezen en taal. Moeder vertelt dat Quirine een sterk radende lezer is. Nu Quirine in groep 8 zit heeft ze Engels en daarmee heeft ze behoorlijk veel problemen. Ook op de andere leervakken zijn haar resultaten wisselend. De school vindt haar prestaties voldoende en ziet geen aanleiding verdere stappen te ondernemen. De ouders vinden het echter belangrijk duidelijkheid te krijgen over Quirines capaciteiten, met name omdat binnenkort een keuze gemaakt moet worden voor een school voor voortgezet onderwijs. De school adviseert vmbo/mavo. Quirines vader heeft op school ook veel taal-leesproblemen gehad. De lagere school achtte toentertijd voor hem de LTS het meest geschikt. Hij heeft echter, na allerlei omzwervingen en met veel moeite met de talen, HBS-B gehaald en is nu wiskundige. Dyslexieverklaring Dyslexieverklaringen kunnen worden afgegeven na een onderzoek door een deskundige psycholoog of orthopedagoog (geregistreerd GZ-psycholoog). Deze werkt volgens een procedure die door de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) werd opgesteld in samenwerking met verschillende beroepsgroepen en met oudervereniging Balans. In alle gevallen hoort bij de diagnose een plan van aanpak. Zolang een kind met lezen en spellen vooruit gaat, is een dyslexieverklaring in het basisonderwijs niet strikt noodzakelijk. Leeszwakke leerlingen of leerlingen met dyslexie ontvangen mede aan de hand van het Protocol leesproblemen en dyslexie gerichte ondersteuning. In het voortgezet onderwijs is een dyslexieverklaring meestal een voorwaarde voor het verstrekken van extra faciliteiten door scholen, zeker waar het gaat om vrijstellingen van examenonderdelen. Een dyslexieverklaring is onbeperkt geldig. Als de situatie van een kind verandert, kan wel een aanpassing van de adviezen over hulpmiddelen nodig zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de overgang van basis- naar voortgezet of speciaal onderwijs. De deskundige geeft hierover advies en hoeft dan niet het hele onderzoek naar dyslexie over te doen. Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 17

Bekostiging van dyslexieonderzoek, -verklaring en -behandeling Het kan zijn dat de school van uw kind de mogelijkheid heeft uw kind te laten onderzoeken op dyslexie en op deze manier eventueel een dyslexieverklaring te verkrijgen. Budgetten van scholen zijn echter beperkt. Sommige scholen hebben via hun samenwerkingsverband afspraken gemaakt met de scholen voor voortgezet onderwijs in hun regio over het dyslexieonderzoek en de vergoeding hiervan. U kunt als ouders vragen of dat bij de school van uw kind ook het geval is. Soms is het budget echter op en kan het onderzoek niet door school betaald worden. Ook kan de situatie zich voordoen dat u als ouder graag een onderzoek wilt, maar de school dat niet nodig vindt. In alle situaties raden we aan eerst alle mogelijkheden te verkennen om samen met de school een oplossing te zoeken. Soms is echter de enige mogelijkheid dat ouders het dyslexieonderzoek voor eigen rekening laten uitvoeren. Ouders van kinderen met dyslexie proberen al jaren op de een of andere manier een vergoeding te krijgen voor de kosten van diagnose en behandeling. Tot nu toe is dat maar zeer mondjesmaat gelukt. Sommige verzekeraars hebben een (gedeeltelijke) vergoeding van de kosten van onderzoek en begeleiding in hun aanvullende ziektekostenverzekering opgenomen. In het kader van de bijstandswet ontvangt een enkele ouder ook wel eens een tegemoetkoming. Het overgrote deel van de ouders is echter tot nu toe aangewezen op door henzelf betaalde particuliere hulpverlening. Op dit moment wordt gewerkt aan een regeling die bekostiging door zorgverzekeraars mogelijk maakt. Meer informatie: website Steunpunt Dyslexie: www.steunpuntdyslexie.nl website Masterplan Dyslexie: www.masterplandyslexie.nl website College voor Zorgverzekeringen: www.cvz.nl Kalender voor ouders Groep 7 rond paasvakantie Gesprek ouders leerling school over het vervolg Aan de orde is: Perspectieven Welke perspectieven heeft u voor uw kind? Welke perspectieven heeft uw kind zelf? Wat zijn de schoolresultaten van uw kind en tot welke perspectieven leidt dat volgens de school? Traject In beeld brengen welke scholen in aanmerkingen komen. U als ouders bent zelf verantwoordelijk voor het verzamelen van informatie; waar mogelijk kan het basisonderwijs daarbij wel ondersteunen. Checklist voor ouders waar u bij het kiezen van een vo-school op moeten letten. Volgen van voorlichtingsbijeenkomsten. Vervolgafspraak rond herfstvakantie in groep 8. Aandachtspunten en tips Hoe gaat het met mijn kind op school? Was is de verwachting voor het vervolg? Kan ik thuis ook iets doen? Is het verstandig met een portfolio te gaan werken of een groeiboek of een doorstroomdossiertje? Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 18

Aanvulling dyslexie In deze laatste periode zult u regelmatig overleggen met de leerkracht van uw kind over de voorbereiding van de overstap naar het voortgezet onderwijs. Bij deze gesprekken is het handig wanneer u gesprekspunten van tevoren opschrijft en conclusies en afspraken bijhoudt. Het perspectief van uw kind In het gesprek met de leerkracht en de intern begeleider over het perspectief van uw kind komen de lees- en spellingresultaten aan de orde. Als de schoolresultaten van uw kind voor lezen en spellen belangrijk beneden de norm zijn betekent dat uw kind met een lagere vaardigheid op het gebied van technisch lezen en spellen naar het voortgezet onderwijs gaat dan leerlingen zonder dyslexie. 13 Dit betekent dat uw kind uw steun in de aanvangsperiode van de brugklas zeker hard nodig heeft. Het perspectief van uw kind op een bepaalde vorm van onderwijs wordt echter ook bepaald door de persoonlijkheid van uw kind. Als uw kind gemotiveerd is en doorzettingsvermogen heeft, is er meer kans op succes. Zie hiervoor ook de tekst over dyslexieonderzoek en de dyslexieverklaring. Thuis lezen en oefenen Als ouder kunt u uw kind helpen met het verder ontwikkelen van zijn leesvaardigheid. De laatste jaren op de basisschool kunnen gebruikt worden om zo ver mogelijk te komen met het lezen om straks in de brugklas zo goed mogelijk mee te kunnen komen. Extra oefenen in de vrije uren thuis heeft zin als de leerling daarvoor gemotiveerd is en het op een ontspannen manier gebeurt. Bovendien moet u er als ouder ervan overtuigd zijn dat u uw kind kunt helpen en dat dit in uw situatie te realiseren is. 14 Thuis uw kind met lezen helpen kan het beste in overleg met de leerkracht. In een gesprek kunt u met uw kind en de leerkracht bespreken wat haalbaar is als het om extra inspanningen gaat. Wat kunt u samen met uw kind thuis doen? Op een ontspannen en motiverende manier samen extra lezen en oefenen. Het kind stimuleren regelmatig te lezen en veel leeskilometers te maken. Blijven voorlezen van boeken die lastig zijn om zelf te lezen, maar wel de interesse van het kind hebben. Dit is belangrijk omdat uw kind dan leeservaring opdoet, waardoor de taalontwikkeling vooruit blijft gaan. Luisterboeken lenen uit de bibliotheek of kopen (www.makkelijklezen.nl, www.luistereenboek.nl). Leren typen: www.typingmaster.nl en www.leren.nl. Vertrouwd raken met plannen en maken van huiswerk. Indien nodig leren gebruiken van hulpmiddelen zoals de daisy-speler en deskbot (www.fnb.nl www.bellcraft.com/deskbot/). Keuze van het type voortgezet onderwijs Dyslexiedeskundige Tom Braams 15 geeft aan dat bij kinderen met dyslexie de keuze van het meest geschikte type voortgezet onderwijs vaak moeilijk is. Bij deze kinderen is het leestempo meestal lager dan bij andere leerlingen in groep 8 en ook is er vaak een achterstand met spellen. Het niveau van de schoolse vaardigheden kan daardoor lager zijn dan je gezien de intelligentie van het kind zou mogen verwachten. De Cito-test geeft ook geen helderheid omdat deze test geen onderscheid maakt tussen schoolse vaardigheden en intellectuele capaciteiten. 13 Hellinckx, W. & P. Ghesquière (1999). Als leren pijn doet. Opvoeden van kinderen met een leerstoornis. Leuven: Acco (hoofdstuk 2 en 3) 14 Wentink, H. & L. Verhoeven (2004). Protocol Leesproblemen en dyslexie voor groep 5-8. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands (paragraaf 6.2) 15 Braams, T. (2004). Kinderen met dyslexie. Een gids voor ouders. Amsterdam: Boom (paragraaf 2.4) Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 19

Wanneer gekozen wordt voor een schooltype dat aansluit bij het leerniveau van een kind op dat moment, bestaat het gevaar dat het kind wat zijn verstand betreft meer aan kan. Keuze voor een lager schooltype kan leiden tot gebrek aan uitdaging, verveling, onderpresteren en zelfs vroegtijdig schoolverlaten. Bij de keuze van een type voortgezet onderwijs is het voor leerlingen met dyslexie dan ook van groot belang naast het niveau van de schoolse vaardigheden ook andere aspecten een rol te laten spelen. Het is belangrijk een helder beeld te krijgen van de intelligentie. Daarnaast spelen werkhouding, interesse en motivatie van de leerling een rol. Ook moet gekeken worden welke manier van lesgeven het beste bij het kind past. Op havo en vwo wordt meer verwacht van het inzicht van de leerlingen, is de hoeveelheid leerstof groter en wordt meer een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de leerling. Op het vmbo wordt er wat meer en uitgebreider uitgelegd en is het vaak duidelijker wat er precies moet worden geleerd. Wanneer er twijfel is over het meest geschikte onderwijstype of over het advies van de basisschool, is het aan te raden een dyslectisch kind uitgebreider te laten testen. Een schoolkeuzeonderzoek, waarbij de algemene intelligentie, de motivatie en enkele vaardigheden die belangrijk zijn voor het leren (stampwerk en begrijpend lezen) worden onderzocht, kan een veel beter onderbouwd advies opleveren. De kans op een goede keuze wordt daardoor groter. Kies een dyslexievriendelijke school Uw basisschool kan u informeren over scholen in uw omgeving die dyslexievriendelijk zijn. Deze scholen: gebruiken de informatie van de basisschool als uitgangspunt voor de begeleiding in de brugklas; hebben zorg en beleid voor dyslexieleerlingen, werken bijvoorbeeld met het protocol Dyslexie voortgezet onderwijs Groep 7 na de paasvakantie Hoe ziet het voortgezet onderwijs eruit? Geen aanvullingen dyslexie. Groep 7 voor de zomervakantie Gesprek ouders leerling school over het vervolg Aanvulling dyslexie In het afsluitende gesprek aan het einde van groep 7 kijkt u met uw kind en de leerkracht van groep 7 terug op het afgelopen schooljaar. Hoe heeft het kind zich ontwikkeld? Heeft de ondersteuning op school en thuis effect gehad? Daarnaast kijkt u samen vooruit (zo mogelijk met de leerkracht van groep 8 erbij). Belangrijke bespreekpunten zijn: Wat kan uw kind in de vakantie doen om het lezen op peil te houden? Welke begeleiding is vanaf de start in groep 8 van belang? Expertisecentrum Nederlands, CPS onderwijsontwikkeling en advies, KPC Groep 20