STUDIE 155 BEROEPSPROFIEL. elektronica



Vergelijkbare documenten
ECTS-fiche. 1. Identificatie HBO5. Code 7368 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

ECTS-fiche. Elektro-mechanica HBO5. toegepaste mechanica

Bachelor in de elektromechanica. Competentiematrix

ECTS-fiche. HBO5 Werkplekleren productieautomatisering Code 7392 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100 %

Storingstechniekers / Industriële onderhoudstechniekers

THEME Competence Matrix - Mechatronics

Studiegebied Mechanica-elektriciteit Secundair volwassenenonderwijs

Elektrotechnieken. Technisch. Elektrische installatietechnieken Mechanische technieken

ZEKER WERK STERK AFDELING ELEKTRICITEIT ELEKTROTECHNIEKEN TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PC-TECHNICUS

Technicus onderwijs- en onderzoekgebonden - profiel V

VR DOC.0370/39BIS

Functiebeschrijving. Subsector:

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED PERSONENZORG

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: toezichter gebouwen groen reiniging wegen NIVEAU: WEDDENSCHAAL: C1/C3. Plaats in het organogram

Elektrotechnieken. Mechanische technieken. Technieken. Elektrische installatietechnieken Grafische media. Printmedia Multimedia

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

STUDIEGEBIED HANDEL (bso)

ECTS-fiche HBO5 100 %

STUDIE 153 OPLEIDINGSPROFIEL. Automechanica

2. Uit welke sectoren waren de werknemers afkomstig (procentueel) die opleidingscheques aanvroegen, respectievelijk in 2003, 2004, 2005, 2006?

Functiefamilie TC Techniekers

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

FUNCTIEBESCHRIJVING. deskundige juridische aangelegenheden. De deskundige juridische aangelegenheden rapporteert aan het diensthoofd stafdienst..

ZEKER WERK STERK AFDELING ELEKTRICITEIT ELEKTRICITEIT ELEKTRONICA TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Machinebouwer / Industriemechaniker in Nederland en Duitsland: grensoverschrijdende inzetbaarheid

DON BOSCO. INPROFIEL 2 de graad BSO TECHNISCH INSTITUUT

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: NIVEAU: adviseur financiën en begroting WEDDENSCHAAL: A1a-A2a. Plaats in het organogram. Hoofddoel van de functie

BEROEPSBRANDWEER - ONDERLUITENANT : FUNCTIEBESCHRIJVING 5. RESULTAATGEBIEDEN EN TAAKOMSCHRIJVING:

Functiebeschrijving DESKUNDIGE NOODPLANNING B1-B3

Technicus onderwijs- en onderzoekgebonden - profiel O

STUDIE 34 BEROEPSPROFIEL. technicus elektriciteit (m/v)

engineering / techniek / ICT

STUDIE 46 OPLEIDINGSPROFIEL. elektromechanica algemeen

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

Functiebeschrijving MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B1-B3

STUDIE 56 BEROEPSPROFIEL. technisch manager hout

Onderhoud kleine verbrandingsmotoren (buitenboordmotoren, tuin- en parkmachines)

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, Niveau 4, crebo 25263

Functiebeschrijving: Deskundige (m/v)

STUDIEGEBIED MECHANICA-ELEKTRICITEIT

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0145)

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA ELEKTRO MECHANICA TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Medewerker audiovisuele technieken (regie)

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PLAATSER EN HERSTELLER VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR

Functiefamilie AN Analisten

Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED INDUSTRIELE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED BIBLIOTHEEK-, ARCHIEF- EN DOCUMENTATIEKUNDE

Functiebeschrijving. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: Diensthoofd Algemene Zaken

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA TECHNISCH INDUSTRIËLE ONDERHOUDSTECHNIEKEN SECUNDAIR NA SECUNDAIR

FUNCTIEBESCHRIJVING ADVISEUR (M/V)

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263

Sint-Jan Berchmanscollege

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262

Functiebeschrijving. Deskundige Personeelsdienst

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

Elektrotechnici in de industrie in Nederland en Duitsland: grensoverschrijdende inzetbaarheid

Functieprofiel: Medewerker Gebouw en Techniek Functiecode: 0702

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Functiebeschrijving 1. FUNCTIETITEL. Beleidsmedewerker woonzorgcentrum 2. GLOBAAL DOEL VAN DE FUNCTIE

OCMW LEDE. Het OCMW Lede gaat over tot de aanwerving van een. HALFTIJDS KWALITEITSCOORDINATOR het betreft een vervangingsovereenkomst tot 30/06/12

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

INPROFIEL. 2 de graad TSO

De kandidaten moeten bereid zijn om over te gaan van de stedelijke gemengde brandweerdienst Aalst naar de hulpverleningszone Zuid-Oost.

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA MECHANISCHE (VORMGEVINGS-) TECHNIEKEN TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

ICT-coördinator Contractueel voltijds (38/38) Functiebeschrijving

Sint-Jan Berchmanscollege

Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking

Operationeel technicus

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ONDERHOUDSMECANICIEN ZWARE BEDRIJFSVOERTUIGEN

Mechatronici in Nederland en Duitsland: grensoverschrijdende inzetbaarheid

STUDIEGEBIED MECHANICA-ELEKTRICITEIT

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Verantwoordelijke ICT B1-B3

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ONDERHOUDSMECANICIEN PERSONENWAGENS EN LICHTE BEDRIJFSVOERTUIGEN

Advies over het algemeen vak Informatica in de tweede en derde graad van het ASO

15% Modulair traject Technisch Operator. korting *

Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2012

Functiebeschrijving. Consulent lokale economie

Sint-Jan Berchmanscollege

Geslaagd zijn voor de module Da2 of basiskennis PLC aantonen met afleggen van competentietest bij titularis

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Word jij de nieuwe. Ingenieur werkplaatsen elektrische productie?

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING B

Functiebeschrijving. Systeembeheerder. Graad B1-B3

Paritair comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn Elektriciens : installatie en distributie

m a c h i n e s p e c i a l i s t e n

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: beleidscoördinator Samenleving Leven en Welzijn

Vakopleidingen. Breng puur vakmanschap in uw organisatie!

Functieprofiel: Ondersteuner ICT Functiecode: 0405

Beroepsprofiel Installatiemonteur Elektrotechniek. ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB. Legitimering BCP door:

Hoofd Vrije Tijd (A1a-A3a)

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

Transcriptie:

STUDIE 155 BEROEPSPROFIEL elektronica

BEROEPSPROFIEL elektronica sector : metaal-elektriciteitkunststoffen studiegebied : industriële wetenschappen en technologie opleiding : elektriciteit optie : elektronica beroep : technicus elektronica Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/2000/6356/25 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA INHOUD VOORWOORD 1 1 INLEIDING 2 1.1 Identificatiegegevens 2 1.2 Opdracht 2 1.2.1 Opdrachtgever 2 1.2.2 Doelstellingen 2 1.3 Procedure 2 1.4 Methode 2 2 VOORONDERZOEK 3 2.1 Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 3 2.1.1 Macro-economische situering van de sector 3 2.1.2 Beschrijving van de ontwikkelingen in de sector 3 2.2 Analyse van de arbeidsmarkt per hogeschool 4 2.2.1 Gegevens van tewerkstelling in de sector 4 2.2.2 Gegevens over het beroep 5 2.2.3 Gegevens over de functies verbonden aan het beroep 5 3 DE BEROEPENSTRUCTUUR EN DE BEROEPENCLUSTER 6 4 RELATIE TUSSEN BEROEP EN OPLEIDING 7 4.1 Doelstelling opleiding graduaat elektronica 7 4.2 De benaming elektronica als basisopleiding 7 4.3 Suggestie voor de basisopleiding 8 4.4 Verantwoording van de opleiding en optie 8 5 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL 9 5.1 Inleiding 9 5.2 De specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten 10 5.2.1 Algemeen 10 5.2.2 Hoofdkenmerken 10 5.2.3 Contextgegevens 11 5.2.4 Ondersteunende kennis, ervaring en leeftijd 11 5.2.5 De beroepshoudingen 12 5.3 De beschrijving van de beroepshoudingen 12 5.4 Methodes voor de formulering van het beroepsprofiel 12 5.5 Benaming 13 5.6 Algemene beschrijving van het beroep 13 5.7 Beschrijving van de activiteiten 13 5.7.1 Typefuncties 13 5.7.2 Deelfuncties 14

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 5.7.3 Contextkenmerken 14 5.7.4 Ondersteunende kennis 14 5.7.5 Beroepshoudingen 14 6 NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR 15 6.1 Omschrijving van het niveau 15 6.2 De niveaus worden als volgt omschreven 15 6.3 Criteria niveaubepaling 15 7 BASISBESCHRIJVING VAN HET BEROEPSPROFIEL 16 7.1 Ontwerp 16 7.1.1 Typefunctie 16 7.1.2 Deelfuncties en taken 17 7.1.3 Beroepscontext 18 7.1.4 Ondersteunende kennis 18 7.1.5 Beroepshoudingen 19 7.2 Engineering 19 7.2.1 Typefunctie 19 7.2.2 Deelfuncties en taken 19 7.2.3 Beroepscontext 20 7.2.4 Ondersteunende kennis 20 7.2.5 Beroepshoudingen 21 7.3 Productie 21 7.3.1 Typefunctie 21 7.3.2 Deelfuncties en taken 21 7.3.3 Beroepscontext 22 7.3.4 Ondersteunende kennis 22 7.3.5 Beroepshoudingen 23 7.4 Onderhoud 23 7.4.1 Typefunctie 23 7.4.2 Deelfuncties en taken 23 7.4.3 Beroepscontext 24 7.4.4 Ondersteunende kennis 24 7.4.5 Beroepshoudingen 24 7.5 Installatie 25 7.5.1 Typefunctie 25 7.5.2 Deelfuncties en taken 25 7.5.3 Beroepscontext 25 7.5.4 Ondersteunende kennis 26 7.5.5 Beroepshoudingen 26 7.6 In- en verkoop 26 7.6.1 Typefunctie 26 7.6.2 Deelfuncties en taken 27 7.6.3 Beroepscontext 27 7.6.4 Ondersteunende kennis 27 7.6.5 Beroepshoudingen 28 7.7 Field engineering 28 7.7.1 Typefunctie 28 7.7.2 Deelfuncties en taken 28 7.7.3 Beroepscontext 29 7.7.4 Ondersteunende kennis 29 7.7.5 Beroepshoudingen 30

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 7.8 Leidinggevend 30 7.8.1 Typefunctie 30 7.8.2 Deelfuncties en taken 30 7.8.3 Beroepscontext 31 7.8.4 Ondersteunende kennis 31 7.8.5 Beroepshoudingen 31 7.9 Training 32 7.9.1 Typefunctie 32 7.9.2 Deelfuncties en taken 32 7.9.3 Beroepscontext 32 7.9.4 Ondersteunende kennis 33 7.9.5 Beroepshoudingen 33 8 BRONNENSTUDIE 34 8.1 Vraag naar de opleiding 34 8.2 Begrippenkader 34 8.3 Gebruikte bronnen 34 8.4 Referentielijst 34 9 MEDEWERKERS 35 9.1 Bij de ontwikkeling van de typefuncties werd de taak als volgt verdeeld 35 9.2 Andere vormen van medewerking 35 9.3 Het uitwerken van dit beroepsprofiel 35 10 SLOTBESCHOUWINGEN 36 10.1 De benaming elektronica als basisopleiding 36 10.2 Van beroepsprofiel naar opleidingprofiel 36 10.3 De ontwikkeling van het opleidingsprofiel 36

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 1 Voorwoord De elektronica was een basisopleiding en wordt in toenemende mate gesolliciteerd en uitgebreid naar multimedia- en informaticatechnieken,... Deze basisopleiding wordt dus uitgebreid met een aantal specifieke richtingen en specialisaties.

2 BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 1 INLEIDING 1.1 Identificatiegegevens Sector : Metaal - Elektriciteit - Kunststoffen Subsector : Elektronica Beroep : Technicus Elektronica (m/v) Hoofdprofiel : Technicus Elektronica Studiegebied : Industriële wetenschappen en technologie. Opleidingen van één cyclus Opleiding : Elektriciteit Optie : Elektronica. 1.2 Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever De Vlaamse minister van onderwijs via de Vlaamse Onderwijsraad. 1.2.2 Doelstellingen Het ontwikkelen van beroepsprofielen, met het oog op het opstellen van opleidingsprofielen en basiscompetenties voor de opleidingen en opties aan de hogescholen. 1.3 Procedure Vlor 1.4 Methode schriftelijke brainstorming betrokken hogescholen firma's en beroepssectoren vergadering enquêtes bij afgestudeerden.

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 3 2 VOORONDERZOEK In de hiernavolgende teksten wordt regelmatig met een code verwezen naar documenten geïnventariseerd in bijlage A (BRIEF). Deze code bestaat uit de omgekeerde datum (van het document: jjmmdd), eventueel gevolgd door een teken (letter of cijfer). 2.1 Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 2.1.1 Macro-economische situering van de sector Het beroepsprofiel van de TECHNICUS ELEKTRONICA, opgeleid in het hogeschoolonderwijs, situeert zich in de industrie en meer en meer in de dienstensector. 2.1.2 Beschrijving van de ontwikkelingen in de sector 2.1.2.1 Socio-economische factoren (afzetmarkt, arbeidsmarkt,...) Huidige bedrijfssectoren (kenmerk BS): industrie privé-diensten openbare diensten andere... De huidige gedetailleerde bedrijfssectoren vindt u terug in bijlage F1. De bedrijfssectoren die in ontwikkeling zijn, omvatten vnl. informatietechnologie, netwerken, internet, automatisering en telecommunicatie. 2.1.2.2 Technologische factoren (systemen, routines, processen,...) De huidige gedetailleerde technologische sectoren vindt u terug in bijlage F2. 2.1.2.3 Politiek-maatschappelijke factoren De Vlaamse regering is o.a. bezig met de lancering van Telenet Vlaanderen. De Vlaamse regering hoopt hiermee dat dit initiatief een golf van technologische vernieuwing tot stand zal brengen waardoor meer werkgelegenheid in de sector ontstaat. Met deze vooruitzichten voor de boeg zal straks de vraag naar hoger geschoolde technici groter worden, waarbij zeker de hoger geschoolde technicus elektronica met een opleiding die inspeelt op deze tendens een veelgevraagd personage zal worden op de arbeidsmarkt.

4 BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 2.1.2.4 Structuur van de bedrijven, naar aantal werknemers (970421e) ziet er als volgt uit: Aantal werknemers % van de bedrijven 1-9 13 10-24 12 25-49 23 50-99 9 100-249 7 250-499 13 500-999 9 1000+ 14 2.2 Analyse van de arbeidsmarkt per hogeschool De typische elektronicasectoren zijn automatisering, computerindustrie, soft- en hardware bureau, meet- en regeltechniek, telecommunicatie, consumentenelektronica, auto-elektronica, medische elektronica, technisch-commerciële sector, alarmsystemen, datacommunicatiebedrijven, robotica en het toenemend gebruik van moderne communicatiemiddelen. Door de steeds verdere automatisering in alle sectoren, zoals textiel, houtverwerking, kunststof, metaalnijverheid, e.d. vinden steeds meer afgestudeerden van het graduaat elektronica ook werk in de engineering en de onderhoudsdiensten of krijgen ze een leidinggevende functie op het niveau van het middenkader. Niet alleen in de industrie, maar ook in diverse private en openbare diensten zijn er afgestudeerden tewerkgesteld. 2.2.1 Gegevens van tewerkstelling in de sector 2.2.1.1 Huidige tewerkstelling: aantal gediplomeerden (laatste 6 jaar) Hogeschool / Academiejaar 91-92 92-93 93-94 94-95 95-96 96-97 Tot. 91-97 KATHO Kortrijk 52 55 39 47 42 37 272 KAHO Gent - 69 75 87 59 60 350 H LIMBURG Hasselt 40 40 36 41 34 30 221 KH LIMBURG Diepenbeek 40 30 38 49 53 54 264 KH KEMPEN Geel 42 49 40 51 47 41 270 KHBO Oostende 34 34 34 34 35 40 211 Hogeschool Antwerpen 26 25 20 27 18 21 137 NARAFI Brussel 41 24 17 23 14 16 135 TOTALEN 275 326 299 359 302 299 1860 P.S. KATHO viert volgend jaar zijn 1000e afgestudeerde. NARAFI telt meer dan 1200 afgestudeerden (sedert 1939). 2.2.1.2 Het gemiddeld aantal afgestudeerden per jaar bedraagt 300 Rekening houdend met: een loopbaan van 45 jaar (gediplomeerd vanaf 1953), abstractie makend van de sterftetabellen, maar wetend dat het aantal afgestudeerden van 1953 nu nog 150 bedraagt, en lineair toeneemt tot 300 in 1991, komt men tot een aantal actieve beroepsbeoefenaars van 8775 + 1860 = 10635.

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 5 2.2.1.3 Toekomstige tewerkstelling: perspectieven Evolutie naar de informatietechnologie. Instroomproblematiek: verhouding van de vraag van de werkgevers t.o.v. het aanbod aan werknemers: 90% van de afgestudeerden vindt werk binnen de 4 maanden en zelfs binnen de maand na het afstuderen. 2.2.2 Gegevens over het beroep (beroepsactiviteiten: bestand BA) Classificatie van het beroep {aan de hand van (deel-)functies}: De deelfuncties worden opgenomen in een bestand BADF. Er is een groeiende behoefte aan functies, die gevarieerder worden. Beroepenveld: aanduiden van de verwantschap tussen de beroepen via de (type-)functies. De typefuncties worden opgenomen in een bestand BATF. 2.2.3 Gegevens over de functies verbonden aan het beroep De structuur van het beroep en de overeenstemmende functies worden verder beschreven in punt 4.

6 BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 3 DE BEROEPENSTRUCTUUR EN DE BEROEPENCLUSTER In de moderne hoogtechnologische industrie, waarin elektronica, automatisering, computertechnologie en telecommunicatie zich verder ontwikkelen en steeds meer in elkaar verweven geraken is de vraag naar hooggeschoolde elektronici steeds groter. Een hoger geschoold technicus elektronica is hiervoor een geschikt persoon. Hij of zij moet de leemte invullen die ontstaan is tussen de afgestudeerde uit het hoger secundair onderwijs en de ingenieur. Onze maatschappij met een sterk gestructureerde organisatie en taakverdeling kan deze schakel niet missen. Het elektronisch vakgebied is uitgebreid. De hoger geschoolde technicus elektronica dient een praktisch gerichte specialist te zijn, gedragen door een brede theoretische en gemeenschappelijke basis. Door zijn of haar kennis van moderne apparatuur en samenwerking met de industrie kan de hoger geschoolde technicus (o.a. in de elektronica) ook ingezet worden in studiebureaus voor technische uitrustingen. Hij of zij moet ook voldoende communicatie- en contactvaardigheid bezitten om in teamverband te kunnen functioneren. Er worden tevens een aantal attitudes beoogd op het gebied van nauwkeurigheid, zelfcontrole en zelfwerkzaamheid, methodisch werken, kritische ingesteldheid, zin voor veiligheid, werken in groepsverband, verantwoordelijkheid en deontologisch verantwoorde houding t.o.v. zijn of haar omgeving. Dit beroepsprofiel vormt een cluster met de andere technische beroepen die dezelfde typefuncties inhouden en waarbij de hoger geschoolde technici elektronica ingezet worden voor het: a b c d e f g h i ontwerpen (van producten); ontwerpen (van productieapparaten: engineering); produceren; onderhouden (van productieapparaat); installeren (monteren en in bedrijf stellen); aan- of inkopen en verkopen; in bedrijf houden en herstellen (field engineering / dienst na verkoop); leiden in een of meerdere bovenvermelde functies; opleiden of onderrichten voor bovenvermelde functies (training). Kortom: de hoger geschoolde technicus dient een breed gevormde elektronicus te zijn, die in staat is om de technische evolutie te blijven volgen. Het beroep behoort aldus tot de beroepencluster voor uitvoeringstaken die een grote deskundigheid vergen en / of leiderschap op het niveau van het middenkader.

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 7 4 RELATIE TUSSEN BEROEP EN OPLEIDING 4.1 Doelstelling opleiding graduaat elektronica (eerder genoemde graduaatopleiding) De opleiding in het graduaat elektronica richt zich op het begrijpen en analyseren, het economisch verantwoord ontwerpen en realiseren van elektronische systemen in de domeinen van de automatisering, de audio- en videotechniek, de telecommunicatie, de computer- en informatietechniek. Het begrijpen omvat vooreerst de basiskennis van elektriciteit, elektronica, analoge en digitale technieken, technologie van de componenten, elektrisch tekenen, mechanica (zie ook bijlage BS). Het omvat vervolgens een kennisverruiming met betrekking tot bouwelementen en systemen, schema-analyse, vermogenselektronica en industriële elektriciteit, audio- en videotechnieken, automatisering - mechatronica - robotica, telecommunicatie en HiFi-technieken, microprocessoren en digitale signaalverwerking. Het ontwerpen omvat: inzicht in productieproces, ontwerpvoorbereiding, waardeanalyse, kostenanalyse, veiligheids- en kwaliteitscriteria, waarborgen, gebruik en kennis van normen, hulpmiddelen bij de vormgeving (CAE, CAD, CAM, programmeertalen,...). Het realiseren omvat: laboratoriumoefeningen i.v.m. analoge en digitale technieken, audio en video, microprocessortechnieken, automatisering (regeltechniek, PLC, mechatronica, robotica), telecommunicatie- en HiFi-systemen, industriële informatica (CAE, CAD). In de keuzerichtingen wordt de nadruk gelegd respectievelijk op computertechnieken, telecommunicatie en automatisering. De afgestudeerde van het graduaat elektronica moet in staat zijn elektronische kringen te ontwerpen, te realiseren, te onderhouden en te beheren, dit zowel op het procesniveau als op het elektronisch niveau. 4.2 De benaming elektronica als basisopleiding De hogeschoolopleiding tot technicus in de elektronica is tegelijkertijd een specifieke en een reeds lang gevestigde basisopleiding, die in het hogeschooldecreet van 1994 evenwel om onbekende redenen niet meer opgenomen werd als basisopleiding, maar als een optionele opleiding. Doorstroming Overgang van gegradueerde naar industrieel ingenieur. Het diploma van Gegradueerde Elektriciteit Optie Elektronica is eerder gericht op het verwerven van specifieke beroepsvaardigheden waardoor bepaalde (meer fundamentele) wetenschappelijke achtergronden minder aan bod komen. Het eerste brugjaar naar het hoger onderwijs van twee cycli heeft als doelstelling dit niveau op te werken en in een ruimere wetenschappelijke basiskennis te voorzien. Het tweede brugjaar laat de gegradueerde toe het ingenieursdiploma in de opleiding elektriciteit te behalen.

8 BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 4.3 Suggestie voor de basisopleiding De meerderheid in de werkgroep voor het opmaken van het beroepsprofiel van de gegradueerde technicus elektronica stelt voor te onderzoeken waarom het hogeschooldecreet de gelijknamige opleiding gedegradeerd heeft tot een optie van de basisopleiding elektriciteit. Gelet op de belangrijke plaats die de elektronica reeds jaren innam en die ze nog steeds in de diverse bedrijfssectoren en disciplines inneemt (multimedia, datacommunicatie, automatisering, computertechnologie,...) stelt de werkgroep voor elektronica terug als een volwaardige basisopleiding te behandelen, zodat alle studiepunten van de opleiding opleidingsspecifiek kunnen zijn. 4.4 Verantwoording van de opleiding en optie In zijn boek "De digitale toekomst" verwacht Guido Swillen (IMEC) dat de markt van de informatietechnologie ongeveer 2500 miljard dollar zal bedragen tegen het jaar 2000. Deze markt omvat micro-elektronica, computers, software, communicatietechnologie, consumentenelektronica, industriële elektronica en burotica (kantoorautomatisering). Nauw verbonden aan deze markt is de markt van informatiegebonden dienstverlening. Deze omvat o.a. telecommunicatiediensten, mediadienstverlening, gegevensbanken,... Gezien deze tendens van ontwikkeling wil ook de Vlaamse regering niet achterblijven. Zo heeft de Vlaamse regering een aantal initiatieven op stapel gezet om Vlaanderen een actieve rol in de ontwikkeling van de informatietechnologie te laten spelen.

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 9 5 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL 5.1 Inleiding De werkgroep heeft ernaar gestreefd dit BP zeer gestructureerd en gedetailleerd uit te werken om daarna het opleidingsprofiel (OP) zeer eenvoudig eruit te kunnen afleiden. De werkgroep BP Technicus Elektronica gaat ervan uit dat de sectorcommissie voor haar sector de beroepencluster van de (hoger geschoolde) technicus in de elektronica toegewezen gekregen heeft. Deze werkgroep heeft aldus als taak het profiel te beschrijven van de beroepsactiviteiten (BA) op het niveau van dezer beroepencluster. Die beroepsactiviteiten (BA) worden uiteindelijk samengevat in een bestand (matrix of tabel), waarin per lijn één specifieke beroepsactiviteit voorgesteld wordt. Ieder beroepsactiviteit wordt eenduidig gecodeerd in de kolom BANR. In iedere kolom (buiten die van de BA) wordt met een referentiecode (van twee karakters, letters of cijfers) verwezen naar de benaming van het specifiek kenmerk in een overeenkomstig bestand met dezelfde naam als de betreffende kolom. De verschillende kenmerken (kolommen) die verder toegelicht zijn, worden als volgt samengevat, en opgenomen in gelijknamige bestanden: BS BedrijfsSector (indicatief gegeven) BA BeroepsActiviteit BATF TypeFunctie BADF DeelFunctie BATK TaaK BACT met WO HM GV VR AC ConTextgegevens (*) WerkOmstandigheden (*) HulpMiddelen Graad van Verantwoordelijkheid (*) Verwachte Resultaten Andere Contextgegevens (*) BAKN met KA KS KT DJ LT ondersteunende KeNnis (*) Kennis Algemeen Kennis Specifiek Kennis Talen DienstJaren (getal = aantal dienstjaren / ervaring) LeefTijd (getal = leeftijd) BABH BeroepsHouding / x (en / of gedragsindicatoren) (*) met (later) x gaande van 4 (= onmisbaar) tot 1 (= wenselijk) of 0 (niet van toepassing). (*) = meerdere gelijktijdige en gelijksoortige kenmerken (codes) zijn mogelijk De inhoud van het beroepsprofiel (BP) bevat aldus: de exacte benaming van het beroep (DF) waarvoor dit beroepsprofiel uitgeschreven is. globale beschrijving van het beroep waarin aan bod komen: een kernachtige beschrijving van de beroepsactiviteiten, met name wat de beroepsbeoefenaar doet, in welke omstandigheden hij opereert.

10 BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA een beschrijving van de beroepscontext: de organisatievorm waarin men werkt; het milieu en de omstandigheden waarin meestal gewerkt wordt. De vermelding van de opleidingsvereisten en de beroepservaring. De werkgroep vult de niet relevante kenmerken niet in. Dit is hier het geval voor de aspecten beroepservaring en /of dienstjaren en leeftijd, namelijk de kenmerken in de kolommen DJ en LT. Voor de activiteiten van de beginnende beroepsbeoefenaar spelen DJ en LT geen rol. Die zijn meestal pas van belang voor leidinggevende functies. De kenmerken van de functies (BATK, BACT, BAKN en BABH) worden in deze tekst niet in een bepaalde volgorde gerangschikt. De cijfers tussen haakjes na de diverse kenmerken verwijzen naar het volgnummer in het overeenkomstig bestand (BACT, BAKN, BABH) in bijlage. 5.2 De specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten 5.2.1 Algemeen De beroepsactiviteiten (BA) worden vooreerst beschreven in termen van onderscheiden vaardigheden of kenmerken in een hiërarchisch systeem waarin de voornaamste zijn: de typefunctie (TF), de deelfunctie (DF) en de taak (TK). De taak is meestal een samenstelling van meerdere deeltaken. Vervolgens beschrijft het BP de contextgegevens (kenmerken: WO, HM, GV, VR en AC) evenals de vereiste ondersteunende kennis (kenmerken: KA, KS, KT, DJ en LT) en de vereiste beroepshoudingen (kenmerken: BA en / of gedragsindicatoren) met betrekking tot de uitgeoefende taken. Bij de beschrijving van de beroepsactiviteiten worden de deelfuncties en de taken concreet beschreven. Deelfuncties en taken bevinden zich op een glijdende schaal. Deelfuncties vormen een chronologische volgorde in het maatschappelijke (productie)proces terwijl de diverse taken overeenkomstig eenzelfde functie in dalende orde weergegeven worden. Meer algemeen, indien in een kenmerk (kolom) meerdere deelkenmerken of waarden vereist zijn dan worden die opgegeven in dalende orde van belangrijkheid. De werkgroep heeft aldus gemeend op basis van het aangereikte materiaal en eigen expertise, de graad van concreetheid van de kenmerken voldoende weer te geven aan de hand van de kenmerkenbestanden. De beroepsactiviteiten van het BP worden aldus weergegeven in een rationeel bestand of tabel BA, die via verwijzingen naar de gerelateerde kenmerkenbestanden alle noodzakelijke kenmerken weergeeft. Door middel van een softwareprogramma (BA) kunnen de volledige teksten van ieder BA-kenmerk geregenereerd worden overeenkomstig de verwijzingen. Aldus kan een "beschrijvend" detaillisme vermeden worden en wordt de basis gelegd voor het opleidingsprofiel. 5.2.2 Hoofdkenmerken De typefunctie (TF) is een sleutelbegrip in het beroepsprofiel. typefuncties zijn afgeleid uit de beschrijving van functies; een aantal typefuncties komt voor in vele sectoren (b.v. diagnose, voorbereiding, informatieverwerking); sommige typefuncties zijn specifieker (b.v. ont-

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 11 haal, creatie). Hoe dan ook: in een beroepsprofiel worden typefuncties beschreven die wezenlijk zijn voor een bepaald beroep; de werkgroep zal gebruik maken van een niet-limitatief bestand van typefuncties. Het is de bedoeling hierdoor de vergelijkbaarheid van de diverse beroepsprofielen te bevorderen; dit bestand is dus richtinggevend. De deelfunctie (DF) is een verdere specificatie van een typefunctie. Bij de taak (TK) ligt het accent op de nauwkeurige beschrijving van wat een concrete uitvoerder doet. De taken worden hier niet verder uitgesplitst in handelingen. Bij de formulering van typefuncties, deelfuncties en taken worden volgende taalkundige afspraken nagestreefd: typefunctie: bestaat uit een abstract zelfstandig naamwoord, afgeleid van een werkwoord of een samenstelling ervan; deelfunctie: bevat bij voorkeur als kernwoord een zelfstandig naamwoord afgeleid van een werkwoord taak: bevat altijd een werkwoord (infinitief) als kern. Beroepssector (BS) De beroepsactiviteiten spelen zich af in diverse beroepssectoren (BS). Alhoewel de beroepssector (BS) geen onderdeel is van het beroepsprofiel (BP), wordt bij de beschrijving van sommige beroepsactiviteiten (BA), behorend tot het BP, soms verwezen naar de beroepssector, waarin die activiteit ontwikkeld wordt. Deze verwijzing (BS) is eigenlijk geen kenmerk van de BA (in het BP), maar houdt een waardevolle aanvullende informatie in. 5.2.3 Contextgegevens Het beroepsprofiel beschrijft vervolgens de context waarin de taken worden uitgeoefend. Per deelfunctie worden volgende aspecten behandeld: de werkomstandigheden (WO); de hulpmiddelen waarover de beroepsbeoefenaar beschikt (HM); de graad van verantwoordelijkheid (hiërarchisch) van de beroepsbeoefenaar (GV); de verwachte resultaten (VR); de andere contextgegevens (AC). 5.2.4 Ondersteunende kennis (KN, ervaring en leeftijd) Per deelfunctie wordt verder summier de noodzakelijke kennis, die voor de boven beschreven vaardigheden is vereist, beschreven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: meer algemene beroepsondersteunende kennis (KA); specifieke beroepsondersteunende kennis (KS); beroepsondersteunende talenkennis (KT); aantal dienstjaren (DJ); leeftijd (LT).

12 BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 5.2.5 De beroepshoudingen (BH) De meeste beroepsbeoefenaars worden geconfronteerd met de verplichting om deontologische voorschriften te respecteren. Het beroepsprofiel neemt de regels op, zoals vastgelegd in nationale en internationale wetten of in de regelgeving van beroepsfederaties. Het beroepsprofiel geeft een globale beschrijving van de beroepshoudingen. Hierin worden opgenomen (of wordt verwezen naar) een niet-limitatieve lijst van beroepshoudingen (omschreven door gedragsindicatoren) zoals opgenomen in het bestand (BH). Om een éénduidige, uniforme invulling van de beroepshoudingen te bekomen werd een stappenplan gebruikt. 5.3 De beschrijving van de beroepshoudingen verloopt in drie stappen 1 Bepalen van de belangrijkste beroepshoudingen. Voor elke beroepshouding uit het basisbestand, opgemaakt uit diverse advertenties, wordt beslist over de mate van belangrijkheid voor de specifieke beroepsactiviteit. Dit kan gebeuren door in een vierpuntenschaal, gaande van "onmisbaar" (4) tot "wenselijk" (1), aan te kruisen waar de beroepsactiviteit zich voor de verschillende beroepshoudingen situeert. Indien de beroepshouding niet wenselijk of niet van toepassing is kan expliciet "niet van toepassing" (0) vermeld worden. 2 Selecteren en concretiseren van de belangrijkste beroepshoudingen. Alleen de beroepshoudingen met vermelding "4" en "3" worden weerhouden. (zonder verdere vermelding). 3 Controle van de interne consistentie en nazicht van het realistisch karakter. Er wordt nagegaan of er geen contradicties zitten in de concrete verwachtingen, zoals geformuleerd in vorige stap. Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat een modale beroepsbeoefenaar niet aan alle mogelijke vereisten kan beantwoorden. Er wordt dus nagegaan of de vooropgestelde eisen realistisch zijn voor de modale beroepsbeoefenaar. 5.4 Methodes voor de formulering van het beroepsprofiel: inventarisatie De werkgroep heeft globaal genomen gebruik gemaakt van een gemengde methode: conferentie, brainstorming en checklist over mogelijke beroepsactiviteiten met de overeenkomstige kenmerken om het beroepsprofiel uit te werken. De werkgroep is volgens een stapelplan tot de invulling van het beroepsprofiel gekomen. De werkgroep is zowel deductief (van typefuncties naar taken) als inductief (van taken naar typefuncties) te werk gegaan. Deductief: aan de hand van verschillende "job descriptions" In diverse "beroepsactiviteiten" of "job descriptions" worden de verschillende voorkomende kenmerken opgespoord en onderscheiden. Iedere "waarde" of "inhoud" van een kenmerk wordt per soort kenmerk opgenomen en geïnventariseerd in de overeenkomstige "gespecialiseerde" kenmerkenlijst / tabel / bestand (typefuncties, deelfuncties, taken,...). Deze kenmerkenlijsten werden vereenvoudigd door synoniemen weg te werken, niet zinvolle "waarden" te verwijderen en de "lijsten en tabellen" eventueel aan te vullen met andere realistische en zinvolle waarden voor het betreffende kenmerk.

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 13 Deze kenmerkenlijsten werden eveneens getoetst qua haalbaarheid van verschillende "waarden" of "inhouden" van het betreffende kenmerk. Inductief: vanuit de kenmerkenlijsten kunnen dan: verschillende zinvolle realistische en aan de praktijk beantwoordende beroepsactiviteiten samengesteld worden en / of; bestaande "job descriptions" of "beroepsprofielen" getoetst en verbeterd worden aan de hand van deze "gezuiverde" kenmerkenlijsten / bestanden. 5.5 Benaming (hoger geschoolde = gegradueerde) technicus elektronica 5.6 Algemene beschrijving van het beroep Uitvoerend ontwerp, fabricatie, installatie, onderhoud, aanpassing, reparatie en beheer van elektronische toestellen, installaties, hardware en software. Installatie en onderhoud van een machinepark. Het probleem identificeren door een onderscheid te kunnen maken tussen het systeem van de klant en het toestel dat erop aangesloten is. Dit zowel op software-, als op hardwaregebied. Vertegenwoordigen van het bedrijf bij de klanten te velde. De feitelijke inhoud van het werk dat de technicus elektronica uitvoert, vertoont zeer grote verscheidenheid. Onder de term "elektronisch opgeleiden" gaan heel wat specialisten schuil: computerdeskundigen (hard- en software, randapparatuur, interfaces), automatiseringsdeskundigen, meet- en regelspecialisten, telecommunicatiedeskundigen,... De gegradueerde technicus kan gesitueerd worden tussen de afgestudeerde van het technisch secundair onderwijs en de industrieel ingenieur. Door zijn / haar opleiding kan hij / zij een uitvoeringstaak op het hoogste niveau vervullen of een beleidsfunctie op zich nemen waarbij hij / zij op beperkte schaal materiaal zal beheren of personeel zal leiden. 5.7 Beschrijving van de activiteiten De beroepsactiviteiten (BA) worden beschreven in termen van onderscheiden vaardigheden of kenmerken in een hiërarchisch systeem, waarin de voornaamste zijn: de typefunctie (TF), de deelfunctie (DF) en de taak (TK). De taak is meestal een samenstelling van meerdere deeltaken. 5.7.1 Typefuncties Ook takenclusters genoemd, worden geïnventariseerd in het bestand BATF, hieronder samengevat en verder gedetailleerd in hoofdstuk 6: ontwerp engineering productie onderhoud (productieapparaat) installatie aankoop / verkoop field engineering (dienst na verkoop) leiding (meestergast) training.

14 BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA Opmerking: kwaliteitscontrole Deze functie werd door de werkgroep niet als typefunctie weerhouden daar de overeenkomstige activiteit aanwezig is in ieder arbeidsproces en er als attitude dient aanwezig te zijn. Kwaliteit betekent o.a. het bereiken van een vooropgestelde norm. Er moet dus gemeten worden. Ook hier opnieuw een verdoorgedreven computerisering en informatieverwerking. Op het einde van de productieprocessen worden de karakteristieken gecontroleerd. Alleen de goedgekeurde producten worden op de markt gebracht. Als keurder controleert de technicus elektronica de elektronische installaties in woningen (domotica) en bedrijven. Bij milieuzorg worden stralings- en akoestische of geluidsmetingen verricht. Bij telecommunicatiebedrijven worden regelmatig peilmetingen verricht (i.v.m. radiobakens, netwerken voor signaaldistributie,...) 5.7.2 Deelfuncties Worden geïnventariseerd in het bestand BADF en de daarbijbehorende taken worden geïnventariseerd in het bestand BATK. Vervolgens beschrijft het BP de contextgegevens (kenmerken: WO, HM, GV, VR en AC) evenals de vereiste ondersteunende kennis (kenmerken: KA, KS, KT,... uit te breiden met DJ en LT) en de vereiste beroepshoudingen (kenmerken: BA en / of gedragsindicatoren) met betrekking tot de uitgeoefende taken. 5.7.3 Context(kenmerken) van het beroep (in bestand BACT) BAWO BAHM BAGV BAVR BAAC WerkOmstandigheden HulpMiddelen Graad van Verantwoordelijkheid Verwachte Resultaten Andere Contextgegevens 5.7.4 Ondersteunende kennis (aan te vullen met ervaring en leeftijd) in bestand BACT BAKA BAKS BAKT BADJ BALT (ondersteunende) Kennis Algemeen (ondersteunende) Kennis Specifiek (ondersteunende) Kennis Talen Het betreft de talenkennis naast het Nederlands DienstJaren (getal = aantal dienstjaren / ervaring) LeefTijd (getal = leeftijd) 5.7.5 Beroepshoudingen in bestand BABH met gedragsindicatoren

BEROEPSPROFIEL ELEKTRONICA 15 6 NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR 6.1 Omschrijving van het niveau Het niveau van beroep wordt door drie factoren bepaald: graad van verantwoordelijkheid graad van complexiteit graad van transfer. 6.2 De niveaus worden als volgt omschreven (ref.: SEDOC omschrijving) niveau 1: kwalificatie, die bedoeld is om betrekkelijk eenvoudig werk uit te voeren en die vrij snel kan verworven worden. niveau 2: kwalificatie, die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken. niveau 3: kwalificatie, die praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd op basis van goed onderbouwde theoretische kennis over het werk en / of verantwoordelijkheden omvat zoals leiding en coördinatie. niveau 4: kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken op autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheden te nemen voor planning en / of leiding en / of beheer. niveau 5: kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken onafhankelijk een beroepsactiviteit uit te oefenen en de wetenschappelijke achtergronden van het beroep te beheersen. 6.3 Criteria niveaubepaling Het algemeen toepasselijk criterium voor de in punt 4 vermelde beroepsactiviteiten is: graad van verantwoordelijkheid : niveau 4 graad van complexiteit : niveau 4 graad van transfer : niveau 4