Memo aan: Gemeente Noord-Beveland t.a.v. dhr. B. Melis Voorstraat 31 4491 EV Wissenkerke betreft: Analyse effecten initiatief Zeeuwse Lagune op in de Verordening ruimte landschappelijk beschermde waarden steller: Ruud Broekman tel: +31 6 5756 6269 email: r.broekman@planenproject.nl kenmerk: Nbzl/2017/RBmbla/01-C1 datum: 3 januari 2018 Aangaande de aanvraag omgevingsvergunning voor het project Zeeuwse Lagune heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland een ontwerpbesluit tot weigering van de omgevingsvergunning genomen en heeft de raad van de gemeente Noord-Beveland een ontwerpbesluit tot weigering van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) genomen. De weigering van de ontwerp-vvgb door de raad is onder meer ingegeven door de inhoud van de provinciale ruimtelijke verordening; in het bijzonder artikel 2.17 van de Verordening ruimte van de provincie Zeeland. Ten behoeve van een zorgvuldige voorbereiding van het te nemen besluit werd het raadzaam geacht om nader te laten onderzoeken of het initiatief strijdig is met artikel 2.17. In deze notitie wordt die vraag beantwoord. Wat stelt de Verordening ruimte? Artikel 2.17 van de Verordening ruimte luidt, na vaststelling van de eerste wijziging op 11 maart 2016, als volgt: Artikel 2.17 Landschap en erfgoed Lid 1. In de toelichting bij een bestemmingsplan waarin bestemmingen worden aangewezen dan wel regels worden gegeven voor landschappen, landschapselementen of cultuurhistorische elementen vermeld in bijlage 5 bij deze verordening en aangegeven op kaart 11, behorende bij deze verordening, wordt inzicht gegeven in de landschappelijke respectievelijk cultuurhistorische waarden van de gronden of elementen. Lid 2. In een bestemmingsplan worden geen bestemmingen aangewezen of regels gesteld die, ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan, mogelijk maken dat de in het eerste lid bedoelde landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden of elementen significant worden aangetast. Ook mogen de bestemming en de regeling niet leiden tot een significante vermindering van de oppervlakte van de gronden of tot een significante aantasting van de samenhang tussen de gronden of elementen. In de toelichting bij een bestemmingsplan waarin, ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan, nieuwe bebouwing of nieuwe vormen van grondgebruik worden toegelaten wordt aannemelijk gemaakt dat de in de vorige volzin bedoelde aantasting en vermindering zich niet voordoen. Lid 3. Het tweede lid is niet van toepassing op het aanwijzen van bestemmingen of het geven van regels waarbij: sprake is van een groot openbaar belang en A: Bredaseweg 108a T: +31 16 24 24 047 I: info@planenproject.nl 4902 NS Oosterhout KvK: 1724180 W: www.planenproject.nl
er geen reële andere mogelijkheden zijn en de negatieve effecten op de in het eerste lid bedoelde landschappelijke en cultuurhistorische waarden, oppervlakte en samenhang van de gronden of elementen zoveel mogelijk worden beperkt door het treffen van mitigerende maatregelen en de overblijvende effecten gelijkwaardig worden gecompenseerd volgens de in bijlage 4 beschreven voorwaarden. Tot een groot openbaar belang wordt in ieder geval gerekend de veiligheid, de drinkwatervoorziening, inrichtingen voor de opwekking van elektriciteit met behulp van windenergie of de plaatsing van installaties voor de opsporing, winning, opslag of het transport van olie en gas. Uit de in lid in benoemde bijlage 5 blijkt dat de volgende landschappen, landschapselementen en cultuurhistorische elementen van provinciaal belang zijn (bijlage 5 Verordening ruimte): Vlakelementen: Deltawateren, duin- en strandlandschappen, vroongronden, schorren en slikken, inlagen, karrevelden en open zilte weidegebieden, kreken en kreekrestanten, bossen en landgoederen, bijzondere open poelgebieden, gebieden behorende tot de Ecologische Hoofdstructuur en de open entree van Zeeland. Lijnelementen: Deltawerken en overige grote ingenieurswerken zoals de Zeelandbrug, deltadijken, binnendijken, muraltmuurtjes, Atlantikwall, Landfront Vlissingen, Staats Spaanse Linies, duinbeken, houtwallen en elzenmeten in de Kop van Schouwen en herkenbare overgangen naar kleinschalige dekzandlandschappen in Zeeuws-Vlaanderen. Puntelementen: Vliedbergen, welen, paalhoofden, molenbiotopen, forten, kastelen, hollestelles, oesterputten en groeve Nieuw Namen. In de in lid in benoemde kaart 11 blijkt, dat het Veerse Meer is aangeduid als vlakelement in de categorie Deltawateren, schorren en slikken. Het gebied ten oosten van het Veerse Meer is aangeduid als vlakelement in de categorie Duin- en strandlandschappen, vroongronden, etc. etc. en de Veerse dam is aangeduid als lijnelement in de categorie Deltawerken en overige grote ingenieurswerken etc. etc., zie figuur 1. figuur 1. Uitsnede en legenda uit kaart 11 Verordening ruimte. Pagina 2 van 6
Uit lid 2 van artikel 2.17 volgt dat er in een bestemmingsplan geen bestemmingen mogen worden aangewezen of regels mogen worden gesteld, die, ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan, het mogelijk maken dat: Landschappelijke of cultuurhistorische waarden van de gronden of elementen significant worden aangetast, en/of; Leiden tot een significante vermindering van de oppervlakte van de gronden, en/of; Leiden tot een significante aantasting van de samenhang tussen de gronden of elementen. Beoordeling van eventuele mogelijkheden tot aantasting of vermindering De begrenzing van het initiatief ligt buiten de begrenzing van het beschermde lijnelement Veerse Dam 1 en buiten het beschermde vlakelement van de Schotsman maar binnen de begrenzing van het beschermde vlakelement Veerse Meer; uit de toelichting op de Verordening ruimte volgt dat de begrenzing van buitendijks gelegen Deltawateren gelijk is aan de begrenzing van de buitendijks gelegen Natura2000-gebieden (in dit geval de definitieve begrenzing van het Natura2000-gebied Veerse Meer). Teneinde te bezien of het initiatief in overeenstemming is met de Verordening ruimte, dient onderzocht te worden of één (of meer) van de volgende situaties zich voordoet (of voordoen). Als daar namelijk van sprake is, dan is het initiatief in strijd met artikel 2.17, tweede lid van de Verordening ruimte: 1) Er is mogelijk sprake van significante aantasting landschappelijke of cultuurhistorische waarden van het Veerse Meer, de Schotsman of de Veerse Dam, en/of; 2) Er is mogelijk sprake van een significante vermindering van de oppervlakte van het Veerse Meer, en/of; 3) Er is mogelijk sprake van een significante aantasting van de samenhang tussen Veerse Meer, Veerse Dam en/of de Schotsman. Navolgend is ingegaan op deze drie mogelijke situaties. Ad 1. Mogelijk sprake van significante aantasting van waarden Om te beoordelen of er mogelijk sprake is van een significante aantasting van aanwezige waarden, dient eerst bezien te worden wat de landschappelijke waarden van het Veerse Meer, de Schotsman en de Veerse Dam zijn. Aan de aanwijzing van waardevolle landschappen en elementen in de Verordening ruimte, zoals vastgesteld door Provinciale Staten op 28 september 2012, ligt het rapport "Handreiking landschap" het landschap van Zeeland, beschrijving van het landschaps-dna en ontwikkelingsperspectief van Bosch Slabbers Landschapsarchitecten d.d. april 2012 ten grondslag, zo blijkt uit de artikelgewijze toelichting van de Verordening. In deze rapportage is voor de benoemde waardevolle elementen de volgende waarderingen aangegeven: Veerse Meer: zeer bepalend, iconen voor het DNA van Zeeland, de Bevelanden en Walcheren. De gaafheid (het niet aangetast zijn ) en leesbaarheid (herkenbaarheid in het landschap) zijn zeer goed: gave voorbeelden. Van belang op provinciaal niveau, bescherming via de Verordening ruimte is nodig. Het gewenste beschermingsniveau moet gericht zijn op behoud. Veerse Meerkust: zeer bepalend, iconen voor het DNA van Zeeland, de Bevelanden en Walcheren. De gaafheid en leesbaarheid zijn zeer goed: gave voorbeelden. Van belang op regionaal niveau, bescherming via de Structuurvisie (en vooroverleg). Het gewenste beschermingsniveau dient gericht te zijn op behoud van de ruimtelijke karakteristiek, waarbinnen ontwikkeling mogelijk is. 1 De brugverbinding van het voorziene eiland met de Veerse Dam komt wel deels binnen de contouren van de Veerse Dam; dit wordt echter als dusdanig ondergeschikt gezien, dat hier geen sprake kan zijn van een significante aantasting in de zin van lid 2 van artikel 2.17 van de Verordening ruimte. Pagina 3 van 6
Veerse Dam: zeer bepalend, iconen voor het DNA van Zeeland, de Bevelanden en Walcheren. De gaafheid en leesbaarheid is goed. Van belang op provinciaal niveau, bescherming via de Verordening ruimte is nodig. Het gewenste beschermingsniveau dient gericht te zijn op behoud van de ruimtelijke karakteristiek, waarbinnen ontwikkeling mogelijk is. Het gebied van de Schotsman is niet specifiek geduid in de waarderingstabellen in het rapport. Uit het rapport blijkt wel, dat dit een waardevol bosgebied is, ontstaan op de voormalige slikken en schorren van het Veerse Gat door uitvoering van het landschapsplan van Staatsbosbeheer (architect Nico de Jonge) in de jaren zestig van de vorige eeuw. Mede door de opzet van de bosaanleg heeft het gebied rondom het Veerse Meer een grootse schaal weten te behouden. In het rapport Handreiking landschap is ten aanzien van de gewenste beschermingsniveaus het volgende aangegeven: Bij het gewenste beschermingsniveau behoud gaat het voornamelijk om monumentale objecten met landschapshistorische waarde (molens, vliedberg e.d.), alsmede de landschapsreservaten en delen van het landschap met zeer hoge mate van bepalendheid en gaafheid. Bij het gewenste beschermingsniveau behoud ruimtelijke karakteristiek staat conservering van de bestaande ruimtelijke kenmerken van het landschap voorop. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen toegestaan die deze ruimtelijkheid veranderen. Het gebied hoeft echter niet bij voorbaat zijn huidige functie te behouden. Vanuit deze strategieën geldt voor het Veerse Meer dat het behoud van de huidige landschappelijke karakteristieken voorop staat. Voor de Veerse Dam en de Veerse Meerkust geldt dat conservering van de bestaande ruimtelijke kenmerken voorop staan: ontwikkelingen mogen deze ruimtelijkheid niet veranderen, maar zijn niet op voorhand uitgesloten. In de Kadernota herziening Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 van 3 juli 2015, die ten grondslag heeft gelegen aan de eerste herziening van de Verordening ruimte in 2016, waarin onder meer artikel 2.17 van de Verordening is aangepast, is aangegeven dat de Verordening ruimte onvoldoende duidelijkheid gaf over de wijze waarop bescherming van provinciaal waardevolle landschappen geborgd diende te worden. Het initiatief voor de Zeeuwse Lagune, in een significant andere vorm en context dan het plan dat nu is ingediend, was hier mede aanleiding toe. In de toelichting op de eerste wijziging Verordening ruimte in 2016, waarin artikel 2.17 is gewijzigd, is aangegeven dat nieuwe bebouwing of nieuwe vormen van grondgebruik zijn toegelaten, mits aannemelijk wordt gemaakt dat er geen sprake is van significante aantasting of vermindering van de beschermde landschappelijke waarden en kwaliteiten. Uit het bovenstaande volgt, dat de landschappelijke kwaliteiten van het Veerse Meer als zeer waardevol worden beschouwd en dat deze kwaliteiten niet significant aangetast mogen worden door nieuwe bebouwing of nieuw grondgebruik. Dit geldt ook voor de kwaliteiten van de Veerse Dam, de Veerse Meerkust en het gebied van de Schotsman, maar hier zijn ontwikkelingen mogelijk mits deze de ruimtelijkheid niet veranderen. Ondanks het feit, dat het Omgevingsplan op strategisch niveau de locatie van het initiatief heeft aangewezen als hotspot voor een recreatieve ontwikkeling, blijkt dat de provincie een grote waarde hecht aan het behouden van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten en karakteristieken van het Veerse Meer (inclusief Veerse Meerkust), de Veerse Dam en het bosgebied van de Schotsman. Voor de Veerse Meerkust en de Veerse dam ziet de provincie mogelijkheden voor ontwikkelingen, mits deze passen binnen de bestaande ruimtelijke karakteristieken en deze karakteristieken behouden blijven en versterkt worden. Voor het Veerse Meer stelt de provincie dat de bestaande Pagina 4 van 6
landschappelijke topkwaliteiten behouden moeten blijven; ontwikkelingen die deze kwaliteiten significant kunnen beïnvloeden zijn niet toegestaan. Het initiatief voorziet in de realisatie van een recreatieve ontwikkeling op eilanden in het Veerse Meer. Het bosgebied van de Schotsman ligt op een dusdanige afstand, dat de landschappelijke kwaliteiten van dit gebied zelf niet significant worden aangetast door het initiatief. De Veerse Dam zelf wordt ook niet direct significant aangetast door het initiatief, er is echter wel sprake van aantasting van het zichtbeeld langs en op de Veerse Dam. Daarnaast is er sprake van een significante aantasting van de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten van het Veerse Meer. Hoe de provincie op dit moment deze kwaliteiten beziet, is onder meer omschreven in de Zeeuwse Kustvisie en de hierbij behorende bijlage Kustvisie Zeeland, Groene luik, waardering en strategieën voor het behoud en versterken van de landschappelijke kwaliteit van de Zeeuwse kust dd. december 2016. Hierin is onder meer het volgende aangegeven: Door het ontbreken van (substantiële) bebouwing biedt de Veersegatdam fantastische ongeschonden uitzichten op zowel de Noordzee als op het Veerse Meer. Met name het vrije uitzicht op Veere (over ca. 5 km) vanaf de dam vormt een uniek, bijna middeleeuws aandoend, panorama. (pagina 157) en Koers: bescherming van het onbebouwde karakter heeft prioriteit. Het is de enige nog onbebouwde Zeeuwse deltadam dit is in combinatie met het uitzicht op Veere een uniek gegeven, een articulatie van zee in land, land in zee. (pagina 167). In de Zeeuwse Kustvisie is dit vertaald in een duidelijke doelstelling: Het behoud van het openbaar karakter, openheid en de vrije blik op Veere zijn belangrijke uitgangspunten die gewaarborgd moeten blijven. De Veerse Dam biedt ruimte voor een kwaliteitsverbetering van de bestaande surfschool en de vestiging van een duiklocatie. Beide (dag)recreatieve activiteiten hebben een kleinschalige karakter en maken onderdeel uit van en dragen bij aan een brede kwaliteitsimpuls van de Veerse Dam. Verdere nieuwe bebouwing op de dam niet mogelijk. (Zeeuwse Kustvisie, pagina 29-30). Daarnaast geeft de Kustvisie aan dat nieuwe verblijfsrecreatieve ontwikkelingen binnen de groene Zeeuwse topkwaliteit, bestaande uit Natura2000-gebieden en Natuurnetwerk Zeeland-gebieden, uitgesloten worden (pagina 15). Het Veerse Meer is, als Natura2000-gebied, onderdeel van de groene Zeeuwse topkwaliteit. Het te beschermen uitzicht over het Veerse Meer, vanaf de Veerse Dam, gaat over een lengte van ca. 1.350 m langs de dam. De eilanden in het initiatief zijn gepositioneerd in een lengte van ca. 300 m evenwijdig aan de dam (met twee doorzichtpunten in deze lengte). Dit betekent dat het te beschermen uitzicht, bezien vanuit deze lengtes, voor ca. 20-25% vermindert. Dit is een significante aantasting. Als wordt beredeneerd vanuit zichtlijnen (die zijn opgenomen in de Kustvisie), waarbij uitgangspunt is dat het uitzicht over het Veerse Meer een vrij uitzicht dient te zijn, dan zal deze aantasting groter zijn omdat er tussen het oostelijke aanlandingspunt van de dam tot aan de westelijke punt van de eilanden sprake zal zijn van aantasting van het zicht over het Veerse Meer. In het initiatief is wel rekening gehouden met zichtlijnen vanaf verschillende punten over het Veerse Meer (deels worden deze zichtlijnen verbeterd als de bij het initiatief gevoegde landschappelijke visie wordt gerealiseerd), maar per saldo is alsnog sprake van een significante afname van het vrije uitzicht. Ad 2. Mogelijk sprake van significante vermindering van het oppervlak van het Veerse Meer Het Veerse Meer heeft een oppervlak van ca. 20,3 km 2 (bron: nl.wikipedia.org), ofwel ca. 2.030 ha. De zoeklocatie, waarbinnen het initiatief gerealiseerd dient te worden, heeft een oppervlak van ca. 6 ha; dit is ca. 0,26% van het Veerse Meer. Uit de ruimtelijke onderbouwing voor het initiatief blijkt dat er sprake is van ca. 1,7 ha aan eilanden en ca. 1 ha aan natte onderdelen (bron: Rho adviseurs, ruimtelijke onderbouwing De Zeeuwse Lagune dd 11-09- 2017, pagina 12); dit is ca. 0,07% voor de eilanden en ca. 0,04% voor de natte onderdelen. De vermindering van Pagina 5 van 6
oppervlak van het Veerse Meer bedraagt dan ook maximaal ca. 0,10% tot 0,20%. Dit kan niet gezien worden als significante vermindering van het oppervlak. Ad 3. Mogelijk sprake van significante aantasting van samenhang tussen gronden of elementen Tot slot kan er mogelijk sprake zijn van een aantasting van de samenhang tussen beschermde gronden of elementen. Zoals onder ad 1. reeds is aangegeven, ligt het bosgebied van de Schotsman op dusdanige afstand, dat er geen sprake is van aantasting van de landschappelijke waarden van dit waardevolle gebied. De Schotsman kent een samenhang met het Veerse Meer, in die zin dat beide gebieden zijn ontstaan door het afdammen van het voormalige Veerse Gat en de gebieden gezamenlijk in het verleden zijn ingericht volgens hetzelfde landschapsontwerp van Staatsbosbeheer. Deze samenhang wordt echter niet significant aangetast door het initiatief, mede doordat het initiatief op voldoende afstand van de Schotsman is gelegen. Daarnaast is er een duidelijke samenhang tussen Veerse Meer en Veerse Dam: door de realisatie van de Veerse Dam, als onderdeel van de Deltawerken, is het Veerse Meer ontstaan en zijn de kenmerkende landschappelijke waardevolle kwaliteiten, zoals het uitzicht over het Veerse Meer vanaf de Veerse Dam ontstaan. Onder ad 1. is reeds aangegeven dat dit weidse en open uitzicht juist één van de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van het gebied is. Juist dit uitzicht, en de beleving van dit uitzicht vanaf de Veerse Dam, wordt significant aangetast door het initiatief, zoals is betoogd. Er is derhalve dan ook sprake van een significante aantasting van de samenhang tussen de landschappelijke waarden en kwaliteiten van Veerse Meer en Veerse Dam. Pagina 6 van 6