Of op: http://www.kinderrechten.nl/site/pages/professionals/kinderrechten/docs/ivrk.pdf



Vergelijkbare documenten
Informatie over Kinderarbeid.

Doelgroep Leerlingen van de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs (10-12 jaar)

Speelgoed Algemeen. Retail Trainingen. alles over de speelgoedbranche, speelgoed en leeftijd, soorten speelgoed en veilig speelgoed

3. De leerlingen kunnen bij leeractiviteiten uiteenlopende strategieën en vaardigheden

Doelgroep Leerlingen van de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs (8-10 jaar)

Doelgroep Leerlingen van de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs (8-10 jaar).

5. De overheidsbril - Hoe is kinderarbeid in Nederland afgeschaft en wanneer wat waren de maatregelen van onze overheid?

Kennis over Kinderarbeid

BOER. Doelgroep Leerlingen van de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs (8-10 jaar)

LESBRIEF SPEELGOED VOOR GROEP 3 EN 4 VAN DE BASISSCHOOL. Deze lesbrief met als thema Speelgoed bevat de volgende onderdelen:

NAAM:... SCHOOL:... KLAS:...

UNICEF Kinderrechten SPORT EN VRIJE TIJD GELIJKE BEHANDELING VOEDING FAMILIE GEZONDHEIDSZORG ONDERWIJS SCHOON WATER

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

naam:... klas:... school:...

NAAM:... SCHOOL:... KLAS:...

Voorwoord. Rome en de Romeinen

Lesbrief nr 1. Opdracht 1. voor Groep

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

A. Jouw rechten! Kinderrechten

Lesbrief. Introductie

SPEELGOED LESBRIEF VOOR DE GROEPEN 3 EN 4 EDUCATIEVE DIENST HISTORISCH MUSEUM DE BEVELANDEN GOES VAN DE BASISSCHOOL

DAG VAN DE RECHTEN VAN HET KIND 20 NOVEMBER 2011 EEN LESBRIEF VOOR DE GROEPEN 6-8

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

Groep 7/8 Rechten van het kind

groep 7 de bewaarplaats Les 2 - Bijlage 1 - Bladeren in historische bronnen media spoor

Inhoudsopgave. Inhoud van de leskist

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

INTERNATIONALE DAG VAN DE RECHTEN VAN HET KIND

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

NAAM:... SCHOOL:... KLAS:...

Naam: Locatie: Groep: Groeibericht

ARTSEN ZONDER GRENZEN

Verdrag over de rechten van het kind

27 De leerlingen kennen de verkeersregels en de betekenis van de verkeersborden en kunnen die kennis toepassen als ze deelnemen aan het verkeer.

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Met het Kinderrechtenverdrag

UNICEF en kinderarbeid

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha

NATIONALE HERDENKING NATIONALE VIERING

INTERNATIONALE DAG VAN

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Bijlage I Lesopzet voor leerlingen groep 7 en 8. welkom

Dichter bij Vrijheid. Docentenhandleiding Boek 3.

Heilig Jaar van Barmhartigheid

wat wordt gemaakt? id-o-matic fantasiekaarten

naam:... klas:... school:...

Kinderen in de oudheid. Naam, datum, etc

20 jaar kinderrechten!

Olympisch Lespakket 2004

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Beeldverslag van een Haagse wijk

Zoekkaart Mensenrechten.

Mede mogelijk gemaakt door de Iona Stichting en Vos/Abb

Groep 6 - Les 3 Kan deze stroomkring ook?

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van

LESPAKKET KINDERRECHTEN

Deze handreiking is van:

Het Kinderrechten lespakket

Drents Archief. Het meisje met de hoepel. Groep 2 Thema-overzicht

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen

Eline's Silhouetten. Kunst van Eline Janssens. Werkstuk door Isis Uiterwaal Op de groene Alm groep 7

UNICEF en onderwijs. Informatie voor een spreekbeurt of werkstuk

Brengt natuur in de klas

Nieuws uit groep 1/ 2 d.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Groepsdiscussie met stellingen

Leergebied: West Nederland. Besturing. In oude tijden droegen de mensen geen horloges. Toch konden ze de tijd meten!

De jeugd van je opa en oma

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

UNICEF en kinderrechten

DAG VAN DE VLUCHTELING

Een doos vol spullen. Colofon. In het kort

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Het koninkrijk van God vlakbij

Interview over de geschiedenis van Joodse Hagenaars

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Kinderrechtenverdrag. Voor kinderen en jongeren

Leerdoelen. Voorafgaand aan de film. Jaar: Filmkeuring: Alle leeftijden Website:

Lessenserie. middenbouw. Bijlage. Inhouds opgave

Verslag Geschiedenis De Grieken

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Multiple choice quiz Vraag 1 Vraag 2

LESBRIEF NR 1 OPDRACHT 1 FEEST! SAMSAM = 40 JAAR! VOOR GROEP

RECHT OP ANDERS ZIJN DOELSTELLING

Nederlands CSE GL en TL

Wij een werkdag, zij een schooldag.

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters,

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

LESPAKKET KINDErrEchTEN 1

DOCENTENHANDLEIDING. Met opdrachten voor het digitale schoolbord. Belangrijke thema s in praktische werkvormen

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika

Transcriptie:

SPELEN WERELDWIJD 20 november

Inleiding Alle mensen, kinderen en volwassenen, hebben dezelfde rechten. Die staan in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die de Verenigde Naties in 1948 hebben aangenomen. Iedereen moet bijvoorbeeld elke dag voldoende kunnen eten, drinken en slapen. Maar er zijn verschillen tussen kinderen en volwassenen. Kinderen spelen. Kinderen zien de dingen anders. Kinderen begrijpen de dingen anders. Daarom is apart opgeschreven hoe de wereld er voor kinderen uit zou moeten zien. In 1959 is om die reden de Verklaring van de Rechten van het Kind uitgegeven. In die verklaring zijn vooral sociale rechten opgenomen: rechten die regeringen ertoe verplichten goed voor hun burgers in dit geval kinderen te zorgen. Op 20 november 1989 nemen de Verenigde Naties het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind aan. Het verdrag omvat alle soorten rechten. Artikel 31 van dit verdrag zegt dat een kind recht heeft op vrije tijd, om te spelen en om deel te nemen aan activiteiten die bestemd zijn voor kinderen. Spelen is het onderwerp van deze lesbrief. De officiële tekst van het verdrag kunt u vinden op de website van het Platform Mensenrechteneducatie waarvan het Centrum voor Mondiaal Onderwijs deel uitmaakt: http://www.cmo.nl/pmre/ Of op: http://www.kinderrechten.nl/site/pages/professionals/kinderrechten/docs/ivrk.pdf Deze lesbrief maakt deel uit van de reeks Spelen voor de middenbouw van het basisonderwijs. Doelgroep Leerlingen van de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs (8-10 jaar) Doelstellingen Leerlingen leren over spelen en dat spelen nooit ophoudt, ook niet bij volwassenen; Leerlingen leren dat spelen van alle tijden is; Leerlingen hebben kennis gemaakt met het dagelijks leven van kinderen vroeger en de plaats van het spelen daarin; Leerlingen hebben kennis gemaakt met het dagelijks leven van kinderen in andere landen en de plaats van het spelen daarin; Leerlingen hebben hun creativiteit aangewend om zelf speelgoed te maken. STICHTING KENNISNET / CMO INTRODUCTIE - II

Vakken en kerndoelen Leergebiedoverstijgende kerndoelen Werkhouding 1 De leerlingen hebben belangstelling voor de wereld om hen heen en ze zijn gemotiveerd om deze te onderzoeken b: ze kunnen relevante zoeken en deze gebruiken c: ze hebben plezier in het leren van nieuwe dingen. Geschiedenis Domein D: historisch besef 11 Leerlingen kunnen perioden en gebeurtenissen uit de geschiedenis op een tijdsbalk plaatsen 12 Leerlingen kunnen historische bronnen raadplegen Samenleving 15 De leerlingen kunnen enkele aspecten van het verschijnsel arbeid beschrijven. 16 De leerlingen kunnen enkele aspecten van groepen in onze samenleving beschrijven waaronder in elk geval: - kenmerken van leefeenheden, overeenkomsten en verschillen; - enkele vormen van groepsgedrag en factoren die daarvoor bepalend zijn; Tekenen en handvaardigheid Domein A: Vormgeven 1 De leerlingen kunnen werkstukken maken: - op basis van gericht waarnemen; - op basis van een innerlijke voorstelling van een onderwerp, vanuit hun geheugen, fantasie en/of beleving; - met een communicatieve functie of een gebruiksfunctie (bijvoorbeeld: speelgoed, affiches, een masker). 2 De leerlingen kunnen beeldende aspecten zoals kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie doelgericht gebruiken in een werkstuk. 3 De leerlingen onderzoeken de beeldende mogelijkheden van materialen en passen deze toe in hun eigen werk. Daarbij gebruiken ze de benodigde gereedschappen op een veilige manier. Illustraties CMO en zijn licentiegevers, Iziko museums of Cape Town, Planetwire, Deutsche Stiftung Weltbevölkerung. STICHTING KENNISNET / CMO INTRODUCTIE - III

STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 1

Spelen is van alle leeftijden Baby s spelen al. Ze sabbelen bijvoorbeeld op hun duim of op een speen. Daarna komt de rammelaar, het knuffelbeest, de blokkendoos, de puzzel met grote stukken, papier en kleurenstiften, de pop, knikkers, enzovoort. 1. Noem drie dingen waar je nu vaak mee speelt.. Soms speel je alleen, dan weer met huisgenoten, vriendjes en vriendinnetjes of klasgenootjes. 2. Noem een spel dat je alleen doet. 3. Noem ook een spel dat je met anderen speelt. 4. Wat voor spelen doen volwassenen met elkaar, denk je? Noem er een paar. STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 2

Spelen is van alle tijden Voor zover we weten, hebben kinderen altijd gespeeld. Het oudste speelgoed dat we kennen is duizenden jaren oud. Toen in Egypte de farao s (koningen) regeerden, speelden kinderen daar met tollen en poppen van gebakken klei. In de oudheid, ongeveer 2000 jaar geleden, hadden Griekse kinderen rammelaars, tollen en ballen die van varkensblazen werden gemaakt. Romeinse kinderen hadden toen lappenpoppen, jojo s en trekkarren. Kinderen in de Middeleeuwen knikkerden, deden hinkelspelen of aan touwtjespringen. Het meeste speelgoed werd toen thuis gemaakt. Ook maakten houtsnijders, metaalgieters en andere vaklieden speelgoed in hun werkplaatsen. Dat speelgoed was duur. Alleen rijke mensen konden dat betalen. 1. Op de afbeeldingen hieronder staat speelgoed uit de Middeleeuwen. Welk speelgoed kom je nu nog tegen?............................... Welk speelgoed niet? Vlieger kolfstok met bal hobbelpaard speelgoedsoldaat 2. In de Oudheid en de Middeleeuwen was er nog geen stroom uit het stopcontact of uit batterijen. Noem drie stukken speelgoed van nu die je toen niet kon gebruiken. STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 3

Spelen vroeger en nu Vroeger moesten de meeste kinderen in Nederland al snel gaan werken. Toen woonden de meeste families op het platteland. Daar moesten kinderen meehelpen op het land. Andere kinderen leerden een vak. Ze gingen werken in een werkplaats of fabriek (zie foto hiernaast). Ook hielpen kinderen in huis. Alles gebeurde met de hand. Er waren geen tractoren en andere machines op boerderijen, geen machines in werkplaatsen, geen wasmachines, stofzuigers, mixers en andere apparaten in huis. Alleen kinderen van rijke families gingen naar school. Meestal waren dat jongens. Klaslokaal in de 17 e eeuw 1. Wanneer heb je tijd om te spelen op schooldagen? En op dagen waarop je niet naar school hoeft? 2. Hadden kinderen vroeger méér of minder tijd om te spelen? Waarom denk je dat? STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 4

Vroeger werd je al volwassen op je twaalfde. Daar werd soms een plechtigheid voor gehouden. In de oudheid bijvoorbeeld brachten Griekse kinderen die twaalf jaar waren, hun speelgoed naar een tempel. Ze offerden het aan de god Apollo en de godin Artemis. Ongehoorzame kinderen kregen in het oude Griekenland op school wel eens met de roede 3. Op welke leeftijd word je volgens jou volwassen? Nu moeten alle kinderen in Nederland naar school. Ook hoeven ze niet in een werkplaats of fabriek te werken en ook niet op het land. Wel zul je thuis wel eens een klusje moeten doen. Ook kun je makkelijk aan speelgoed komen. Het komt meestal uit een fabriek en het hoeft niet duur te zijn. Voor weinig geld kun je al leuke dingen kopen. Schap in een speelgoedwinkel 4. Heb je ook speelgoed dat je niet in een winkel kunt kopen? Hoe ben je eraan gekomen? STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 5

Spelen in andere landen In sommige landen leven niet alle kinderen als in Nederland. Sommige kinderen werken, net als volwassenen. Één van hen is Anjella. Ze woont in Kenia en is twaalf jaar oud. Zo brengt ze haar dagen door: 04.45 uur: Opstaan, wassen en eten 05.00 uur: Ze loopt naar de akker 05.30 tot 15.00 uur: Ze werkt op het land 15.00 tot 16.00 uur: Ze sprokkelt hout voor thuis 16.00 tot 17.30 uur: Ze plet graan en maalt het 17.30 tot 18.30 uur: Ze haalt water 18.30 tot 20.00 uur: Ze zorgt voor haar broertjes en zusjes 20.00 tot 21.00 uur: Avondmaaltijd; Anjella helpt met de afwas 21.00 uur: Wassen en naar bed. Ook Roni werkt. Ze is tien jaar en woont in India. Samen met haar ouders en oma wonen ze in een huis in de stad. Haar ouders werken allebei. Toch kan de familie niet rondkomen van wat ze verdienen. Daarom werkt Roni om wat extra s te verdienen. Ze werkt vijf dagen in de week. Op vier dagen werkt ze tot negen uur s avonds. Op de vijfde dag werkt ze tot één uur s nachts. Ook gaat ze af en toe naar school. Als ze niet werkt of naar school gaat, helpt ze in huis. Tijd om te spelen heeft ze niet. 1. Wat moet je zelf wel eens doen wat Roni en Anjella ook doen? 2. Hebben Anjella en Roni méér of minder tijd om te spelen dan jijzelf? Waarom denk je dat? STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 6

In sommige landen zijn veel mensen arm. Die hebben te weinig geld om speelgoed voor hun kinderen te kopen. Toch hebben die kinderen speelgoed. Dat maken ze zelf. In Kongo (Zuidelijk Afrika) bijvoorbeeld maken kinderen voertuigen van ijzerdraad om mee te spelen. 3. Wanneer heb je het meest plezier aan een stuk speelgoed? Omcirkel het goede antwoord A) Als je het van iemand krijgt; B) Als je het koopt met je spaarcenten; C) Als je het zelf hebt gemaakt. D) Anders:.................................. Schrijf een verhaaltje om te vertellen waarom. 4. Waar lijkt het leven van Anjella, Roni en andere kinderen van arme families het meest op? Omcirkel het goede antwoord A) Op het leven van kinderen vroeger in Nederland; B) Op het leven van kinderen nu in Nederland; Leg uit waarom STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 7

Alle kinderen moeten kunnen spelen Nederland is lid van een bond van landen die de Verenigde Naties heet. Deze bond heeft een verdrag gemaakt. Daar staat in dat kinderen rechten hebben. Bijvoorbeeld: alle kinderen moeten kunnen spelen. Ook Nederland heeft het verdrag getekend, op 20 november 1989. Omdat we blij zijn dat het verdrag is gemaakt, vieren we elk jaar op 20 november de Dag van de Rechten van het Kind. 1. Kun je nog iets anders noemen waar alle kinderen volgens jou recht op hebben? Volwassenen moeten ervoor zorgen dat alle kinderen kunnen spelen. Dat staat in het verdrag met kinderrechten. Daar kan iedereen aan meehelpen. Iemand die zijn hond uitlaat, doet dat door de hond in de goot te laten poepen en niet op een speelveld. Een gemeente doet dat door schommels en een glijbaan in een park neer te zetten. 2. Kun je zelf nog een paar voorbeelden bedenken? 3. Maak zelf je lievelingsspeelgoed. Je mag er van alles bij gebruiken, bijvoorbeeld hout, kurk, blik, glas, touw of ijzerdraad. STICHTING KENNISNET/ CMO WERKBLADEN - 8

STICHTING KENNISNET/ CMO HANDLEIDING - 1

Spelen is van alle leeftijden Dit werkblad laat zien dat spelen iets voor alle leeftijden is. Niemand houdt helemaal op met spelen. 1. Hier kunt u een grote variatie aan antwoorden verwachten, poppen, attributen die bij sporten horen, computerspelletjes, modellen van voertuigen en apparaten en speelgoed waarmee allerlei dingen gemaakt kunnen worden zoals klei en Lego. 2. en 3. Ook hier is een grote verscheidenheid aan antwoorden mogelijk. Sommige activiteiten lenen zich er toe om alléén te doen zoals het verzorgen van een pop. Andere activiteiten worden zowel alléén als met meerdere kinderen tegelijk gedaan. Denk bijvoorbeeld aan computerspellen en sommige balspelen. Weer andere activiteiten lenen zich ervoor om met twee of meer personen te doen of kunnen zelfs uitsluitend met meerdere personen worden gedaan. Dat zijn bijvoorbeeld teamsporten en gezelschapsspelen. 4. Veel sporten die kinderen tijdens het spelen beoefenen, vormen ook voor volwassenen een vorm van tijdverdrijf. Ook kaarten en andere gezelschapsspelen worden door volwassenen onder elkaar gespeeld. Denkt u bijvoorbeeld maar aan kaart- en bingoclubs. Spelen is van alle tijden Leerlingen zien op dit werkblad dat spelen en speelgoed minstens zo oud zijn als de geschreven geschiedenis. 1. De vlieger, het speelgoedsoldaatje en het hobbelpaard komen nog steeds voor, de kolfstok niet meer. Uit het kinderspel kolf is later de sport voor volwassenen golf ontwikkeld 2. Een groot deel van het tegenwoordige speelgoed kan alleen worden gebruikt indien aangesloten op het stroomnet (spelcomputers bijvoorbeeld) of voorzien van batterijen (walkietalkies en modellen van voertuigen bijvoorbeeld). Spelen vroeger en nu Hier maken leerlingen kennis met het dagelijks leven van kinderen in Nederland vroeger en nu. Ze zien dat spelen en speelgoed nu een grotere plaats hebben. 1. Op schooldagen is er tijdens pauzes tijd om te spelen. Na schooltijd en op vrije dagen is er ook tijd om te spelen. Hoeveel en wanneer, dat hangt af van de dagindeling thuis (maaltijden, tijd om naar bed te gaan e.d.) en de taakverdeling onder de huisgenoten (boodschappen doen en andere klussen). 2. Kinderen hadden vroeger minder tijd om te spelen. Werk op het land, in werkplaatsen en in huis kostte meer tijd dan nu omdat er toen nog geen machines en apparaten waren om het werk te verlichten. 3. In Nederland zijn mensen van 18 jaar en ouder officieel volwassen ofwel meerderjarig. 4. Kinderen vinden vaak voorwerpen (deksels, lege flessen en andere stukken afval) die ze als speelgoed gebruiken of waar ze zelf speelgoed van maken. Ook in de natuur vinden ze voorwerpen die ze bij het spelen gebruiken: bijvoorbeeld noten, bessen (om uit een plastic pijp weg te schieten), takken en stukken hout. U kunt van de antwoorden van de leerlingen een lijst maken. Dat komt van pas bij de laatste opdracht van het laatste werkblad. STICHTING KENNISNET/ CMO HANDLEIDING - 2

Spelen in andere landen Op dit werkblad laten we zien waarom spelen in het dagelijks leven van kinderen in het buitenland vaak een andere plaats inneemt dan in dat van Nederlandse kinderen. Veel kinderen komen niet of nauwelijks aan spelen toe. Sommige kinderen hebben zelfs niet (altijd) de tijd om naar school te gaan. 1. Beide meisjes helpen met het huishouden. Dat moeten Nederlandse leerlingen van groep 5 en 6 ook wel eens doen (boodschappen doen, bijvoorbeeld). 2. Roni heeft geen tijd voor andere dingen dan werk, huishouden en soms het volgen van lessen. Anjella spreekt niet van spelen, maar zij zal zeker wel met haar broertjes en zusjes spelen als ze samen thuis zijn. 3. Leerlingen kiezen B of C als ze vinden dat het bezit van een stuk speelgoed meer plezier geeft als ze daar moeite voor hebben gedaan of als het een product is van hun eigen creativiteit. 4. De situatie van kinderen van arme families in andere landen (bijvoorbeeld Kongo, India en Kenia) lijkt het meest op dat van vroeger in Nederland. De overeenkomsten zijn: - Voor veel mensen is speelgoed te duur in aanschaf. Zijzelf of hun kinderen maken hun eigen speelgoed. - Veel kinderen hebben weinig of geen tijd om te spelen omdat ze moeten werken, in huis, op het land of in werkplaats of fabriek. Alle kinderen moeten kunnen spelen Spelen is een van de 54 kinderrechten, maar wel een belangrijk recht. 1. Het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind noemt een aantal rechten op. De volledige tekst in Normaal Nederlands (voor kinderen vanaf 10 jaar) vindt u op: http://www.cmo.nl/pmre/?voor_leerlingen%3a_teksten:kinderrechten Tien belangrijke kinderrechten zijn: - Alle kinderen hebben de rechten die in het verdrag staan - Het recht op een naam en een nationaliteit - Het recht op bescherming tegen kinderarbeid - Het recht om hun mening te uiten en informatie te verzamelen - Het recht om op te groeien bij familie - Het recht om een veilig en gezond leven te leiden - Het recht op bijzondere zorg voor gehandicapte kinderen - Het recht op onderwijs - Het recht op bescherming tegen mishandeling en geweld - Het recht op spel en ontspanning Bron: http://www.leerkracht.nl 2. Leerlingen kunnen uit eigen ervaring een paar voorbeelden geven van hoe ervoor te zorgen dat ze ongestoord en veilig kunnen spelen. De school doet dat door pauzes te houden. Gemeenten leveren hun bijdrage door straten voor kinderen veiliger te maken. Dat doen ze bijvoorbeeld door verkeersdrempels aan te leggen. Ouders passen op kinderen van andere ouders als die buiten op een speelveld of op straat spelen. Het aantal mogelijkheden is eindeloos 3. Een creatieve opdracht. U kunt met het speelgoed dat de leerlingen maken, een tentoonstelling houden op school. STICHTING KENNISNET/ CMO HANDLEIDING - 3

Meer informatie op internet http://www.kinderwereld.net/speelgoed.htm Beknopte geschiedenis van het speelgoed http://www.speelgoedmuseum.be/ Homepage van het speelgoedmuseum in Mechelen http://www.kinderpleinen.nl/showplein.php?plnid=1540 Alles over knikkeren en knikkers http://www.cmo.nl/pmre/ http://www.kinderrechten.nl/site/pages/professionals/kinderrechten/docs/ivrk.pdf De volledige tekst van het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind http://geschiedenisvoorkinderen.nl/griekenmaatschappij.htm Informatie over Griekse kinderen en het familieleven in Griekenland in de oudheid http://www.leerkracht.nl/show?id=8652 Informatie over het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind, UNICEF en de tien basisrechten van kinderen STICHTING KENNISNET/ CMO HANDLEIDING - 4