In 2006 verloor de Conferentie van Vlaamse



Vergelijkbare documenten
Rijksregister bevat binnenkort informatie over afstamming en handelingsonbekwaamheid (art WAV)

Schuldoverlast? U staat er niet alleen voor! De collectieve schuldenregeling Een oplossing met voordelen en plichten

De collectieve schuldenregeling in de praktijk

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

MANIFEST VAN DE CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS V.Z.W. Actualisering van het gerechtsdeurwaardersambt

Invordering Onbetwiste Schulden (IOS)

Gedragscode. Gewoon goed doen

NIEUWSBRIEF van de CONFERENTIE van VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS

WEGWIJS collectieve schuldenregeling

12 werken voor een betere aanpak van schulden

Vormingspakket Energie. De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

Memorandum. van de vzw Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders

PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS

Pagina 1

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Orde van Vlaamse Balies

SNEL EN GOEDKOOP ONBETWISTE B2B-SCHULDEN INNEN DANKZIJ NIEUWE PROCEDURE. in samenwerking met:

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

Tekstbureau Copywriting en journalistiek. Kiki koning. Incassobureau no cure no pay

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Huishoudelijk reglement

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN

WEGWIJS IN DE BUDGET- EN SCHULDHULPVERLENING VAN OCMW EN CAW. Eenmalige bemiddeling Budgetbegeleiding Budgetbeheer Collectieve Schuldenregeling

de federale Ombudsman ONDERZOEK / 03 - SAMENVATTING Fiscale schulden DE INVORDERINGSSTRATEGIE VAN DE FOD FINANCIËN

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

Aandachtspunten voor de vastgoedmakelaar na wijziging van de Appartementswet.

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger

Inlichtingenformulier

ALGEMENE VOORWAARDEN RECHTSBIJSTAND

CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT

BRUHWA[1], zo heet het nieuwe instrument waarmee het Brusselse

In dat kader zal STEUNT ELKANDER er alles aan doen u de beste dienstverlening aan te bieden Lees meer

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

Rapport. Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Jaarverslag Juridische dienstverlening

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt:

Hof van Cassatie van België

RAPPORT 2001/035, NATIONALE OMBUDSMAN, 9 FEBRUARI 2001

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

Vlaams Centrum Schuldbemiddeling. Jaarverslag 2008

Nationaal nummer :. Hoofdverblijfplaats in België : Straat :.Nr. :. Bus :.. Tel :..Fax :. Rekeningnummer : nr...op naam van :.

Provincieraadsbesluit

GROEP S - SVZ CHARTER VOOR GOEDE DIENSTVERLENING

I. DE AANVRAGER. Voornaam :. . Nationaal nummer :.. Tel :... Bankrekening : nr...

Bestuurder zijn is niet vrijblijvend.

SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN

Versie mei 2015 Sociaal onderzoek WEGWIJS IN. het sociaal onderzoek van het OCMW

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal.

2. Het garanderen van een leefgeld dat toestaat een menswaardig bestaan te leiden

Gemeentelijke cultuurraad Maldegem.

HANDLEIDING BASISREGISTRATIE ERKENDE INSTELLINGEN VOOR SCHULDBEMIDDELING

Gedragscode voor schuldbemiddelaars

Rapport. Rapport over Hefpunt te Groningen. Datum: 24 juli Rapportnummer: 2013/093

Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle contractuele relaties

ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR NORMALISATIECOMMISSIES

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

Artikel 5 Uitvoering van de opdracht 5.1 Opdrachtnemer bepaalt de wijze waarop en door welke persoon de verleende opdracht uitgevoerd wordt. 5.2 Opdra

OVEREENKOMST VOOR DERDENREKENING GERECHTSDEURWAARDERS SPECIMEN

DIGITALE VERWERKING VAN VERKEERSBOETES

VR DOC.0432/1

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

STATUTEN FEITELIJKE VERENIGING JOGGINGCLUB BRAKEL

Wat kan een dienst schuldbemiddeling

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Wat kan een dienst schuldbemiddeling

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Akte Oprichting gecoördineerde versie

Advies van 18 juli 2005 uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

ADVIES. over DE IMPACTANALYSE VAN EEN EVENTUELE HERVORMING VAN DE REGELS INZAKE DE VERJARING VAN VORDERINGEN VAN EN TEGEN CONSUMENTEN

PUBLIC. Brussel, 5 april 2005 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 7654/05 ADD 11. Interinstitutioneel dossier: 2004/0055 (COD) LIMITE JUSTCIV 63 CODEC 200

Groot en de Lange Boekhouden V.O.F.

Reglement werkingssubsidies verenigingen Berendrecht-Zandvliet-Lillo

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

Inspiratiedag Gezond Budget

Schuldhulpverlening. Hoe gaat dat in zijn werk?

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement

KLOKKENLUIDERSREGLEMENT STICHTING TRIFOLIUM WOONDIENSTEN BOSKOOP

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer

Statuut van Onafhankelijkheid

ARVICOLA ZWEMCLUB KALMTHOUT KALMTHOUT STATUTEN

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht

FEDERATIE DER BELGISCHE DIAMANTBEURZEN V.Z.W. REGELEMENT VAN DE COMMISSIE VAN SCHULDVEREFFENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

in de school Adv ocaat

Transcriptie:

Nieuws Jaargang 6 - nr. 1 brief Driemaandelijks - Januari 2007 BELGIE P.B. 1750 LENNIK 1 BC 5759 Afgiftekantoor 1750 Lennik 1 - P.309387 Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders vzw Bleekstraat 11/004 2800 Mechelen Telefoon 03-886 51 77 kantoor Discart 03-218 28 28 kantoor Brackeva 015-21 95 75 kantoor Van Lierde Fax 015-21 02 12 kantoor Van Lierde E-mail cvg@mail.gdw.be Website www.cvg.be Bank 068-2321248-65 Raad van Bestuur Guido Discart Voorzitter Marc Brackeva Ondervoorzitter Jan Eyskens Penningmeester Johan Van Lierde Secretaris Marc Beerten Paul Bruloot Gilbert De Wilde Jan Kerkstoel Francis Snoeck Patrick Van Buggenhout Luc Verschueren Productie Vanwittenbergh&Partners Verantwoordelijke uitgever Guido Discart Veemarkt 25, 2800 Mechelen Het afscheid van Fons Brackeva was een " tijding van ver ". En toch was de melding van zijn overlijden voor velen nog een verrassing. Want Fons was zodanig geworteld en vergroeid met zijn werk als gerechtsdeurwaarder en met de uitbouw van zijn kantoor dat hij eigenlijk tot het levend erfgoed van ons beroep behoorde. Doorheen de jaren was alleen reeds de naam " Fons Brackeva " in ons beroepsmidden, en ver daarbuiten, uitgegroeid tot een begrip. Fons stond inderdaad voor een uniek kwaliteitsimago, waarvan de voornaamste eigenschappen waren: indrukwekkende competentie, dienstbaarheid, betrouwbaarheid, tomeloze werkkracht en inzet, integriteit, discretie, medemenselijkheid, trouw aan het gegeven woord, collegialiteit, bescheidenheid, en standvastigheid. De Romeinen hadden daarvoor een paradigma: " Semper Fidelis", Altijd Trouw. En betrouwbaar. Bij Fons waren deze eigenschappen géén loze woorden. Hij wàs dit allemaal in vlees en bloed. Voor de professionalisering van ons beroep was Fons een mijlpaal én model. Géén ander confrater heeft een dergelijk bepalende bijdrage en inbreng geleverd tot de informatisering van ons beroep. In 2006 verloor de Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders en gans ons corps één van de grote roergangers en vuurtorens van ons beroep. Fons Brackeva (1928-2006 ) was in alle opzichten een monument op zich. Ter piëteitsvolle herinnering aan deze merkwaardige man publiceren we het afscheidswoord uitgesproken door confraters Guido Discart en Lucas Engels tijdens de uitvaartplechtigheid op 13 september 2006. In memoriam Fons Brackeva Op vlak van informatica en logistiek was Fons een creatieve self-made-man die met eindeloos geduld en zelfdiscipline de eerste informatica-toepassingen op systematische schaal introduceerde en eigenlijk avant-la-lettre een échte ICT-organisatie voor zijn kantoor uitbouwde, en zo model stond voor veel van zijn collega's die hij bereidwillig met raad en daad bijstond. Ik zal het beeld nooit vergeten hoe hij de laatste jaren gratuit de afbakeningen van de gerechtelijke arrondissementen tot in de kleinste straat corrigeerde, aanvulde en aanpaste met een ongeëvenaarde computerverwerking en eigenlijk zodoende de wetgever nuttige correcties gaf als " civil servant ". Maar bovenal was Fons een " crême " van een man, met zijn zachte maar peilende blauwe blik, met zijn karaktervol gelijkende kop van Anthony Hopkins als dienaar in de prachtige film The Remains of the Day, in de omgang joviaal zonder overdreven gestes, dienstbaar voor éénieder zonder kruiperigheid, fier op zijn werk zonder opschepperij, trouw in zijn vriendschap zonder opportunisme, met een steeds toekomstgerichte ambitie zonder zijn verleden te vergeten. Lees verder blz. 3

2 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS IN MEMORIAM In dankbare herinnering aan confrater Alphonse BRACKEVA heeft ons verlaten. Voor ons, gerechtsdeurwaarders, is een belangrijk man heengegaan. Vandaag nemen we feitelijk afscheid van hem, maar zijn geest, zijn begeestering, zijn verwezenlijkingen zullen nog lang hun sporen nalaten. Fons was een man die ons kon inspireren. Een man met visie. Hij was niet alleen ondernemend, maar ook bijzonder technisch begaafd. Daardoor zag hij al zeer vroeg in dat een gerechtsdeurwaarderskantoor een goede organisatie nodig heeft. Hij heeft in ons korps de evolutie van het ambachtelijke naar het mechanische, naar de automatisering en naar de informatisering niet alleen meegemaakt, maar vooral gestimuleerd. Fons BRACKEVA ging wel heel ver in de organisatie van zijn kantoor. Bij mijn weten was hij de enige gerechtsdeurwaarder die ooit een eigen drukkerij heeft gehad, omdat hij zo veel mogelijk in eigen huis probeerde te doen. Wat hij zelf kon doen, zo was zijn devies, kon hij immers beter dan anderen. Dankzij zijn doorgedreven organisatie creëerde hij een van de grootste gerechtsdeurwaarderskantoren van België, waarop hij terecht trots was. Het visionaire had niet alleen betrekking op de organisatorische en technische kant van de zaak. Hij streefde ernaar alles wat door automatisering efficiënt en gemakkelijk tot stand kwam, ook inhoudelijk een hoge kwaliteit te geven, met een juist en duidelijk geformuleerde boodschap voor de rechtsonderhorige, zowel in akten als brieven. In dit verband verwijs ik graag naar zijn jarenlange inzet voor de zeer professioneel uitgegeven "Algemene Modellenverzameling voor de Rechtspraktijk", in 't kort "AMR". Bovendien was hij in die periode bezieler en medestichter van de school voor rechtspraktijk, die kwaliteitsvolle studenten heeft afgeleverd. Voor velen onder hen, van wie er ook hier aanwezig zijn, was die opleiding een springplank voor hun latere carrière. Fons wou het gerechtsdeurwaardersambt niet alleen consolideren in wat al verworven was, maar wou het ook mee doen evolueren met het steeds veranderende maatschappijbeeld. Hij zocht een platform met gelijkgezinden en richtte de Vlaamse Conferentie van Gerechtsdeurwaarders op, waarvan hij als eerste voorzitter werd. Die vereniging leeft nu voort als "Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders", en verricht, in nauwe samenwerking met de nationale kamer, bijzonder belangrijk werk ten behoeve van het ambt. In de volgende generatie heeft onder

3 JANUARI 2007 Alphonse Brackeva Vervolg van blz. 1 meer ook zijn zoon, confrater Marc BRACKEVA, altijd de visie van zijn vader gerespecteerd, en gaat hij door op de weg die hem is voorgegaan. In de arrondissementskamer van gerechtsdeurwaarders van Antwerpen heeft Fons BRACKEVA gedurende samen elf jaar de mandaten vervuld van raadslid, penningmeester en secretaris. Niet alleen tijdens die elf jaar - maar ook daarbuiten - konden we altijd een beroep doen op zijn praktische geest, zijn gezond verstand, zijn efficiënte organisatie én zijn bereidheid om te helpen. Hij was een stille kracht, die ook door het aanwenden van zijn enorme relaties veel voor ons beroep heeft betekend, zo ook bij de totstandkoming van richtlijnen en wetswijzigingen. Een heel belangrijke verwezenlijking voor de gerechtsdeurwaarders was de vereenvoudigde berekening van het verplaatsingstarief in burgerlijke zaken. Ze stoelt helemaal op het prima voorbereidende werk van confrater Fons BRACKEVA. Geloof me vrij, het was een waar monnikenwerk, waarvoor niet alleen geduld en accuraat statistiek- en rekenwerk vereist waren, maar vooral volharding, en geloof in een goed en eerlijk resultaat, billijk voor iedereen, in de eerste plaats voor de rechtsonderhorige. Zo kunnen we nog tal van voorbeelden aanhalen die de inhoudelijk én vormelijk kwalitatieve organisatie van Fons BRACKEVA illustreren. Kortom, hij heeft professioneel gezien inspirerend gewerkt voor ons korps, en is - nu nog - voor velen onder ons een voorbeeld, omdat hij de kwaliteitsgarantie die de ministerieel ambtenaar biedt, combineerde met de vlotte en degelijke service van een echt ondernemer. Hoezeer Fons BRACKEVA ook heeft geleefd voor zijn beroep en hoeveel tijd hij ook heeft gespendeerd op en voor zijn kantoor, toch mag ik nu en op deze plaats niet vergeten te zeggen hoe belangrijk zijn familie voor hem was, en hoe belangrijk hij voor zijn familie is geweest. Enkele jaren geleden heb ik het ongelooflijke genoegen gehad een lang interview te horen op onze nationale radiozender met een interessante vrouw. Op een bewonderenswaardige manier vertelde ze zeer sereen haar levensverhaal, en gaf ze haar visie op verleden, heden en toekomst. Gaandeweg realiseerde ik me dat die bijzondere persoon Yvonne was, de echtgenote van mijn collega Fons BRACKEVA. De oprechtheid, de hoge kwaliteit en de levensechtheid van dat gesprek zijn me bijgebleven. Wat eruit naar voren is gekomen, is een toegevoegde waarde geworden voor mijn appreciatie voor Fons. Een man kan alleen zo gedijen en evolueren binnen de biotoop die zijn gezin is: warm, waardevol en vol vertrouwen. En dit meer dan vijftig jaar lang... Namens de syndicus, de raad en alle leden van de arrondissementskamer betuig ik niet alleen onze blijken van oprechte deelneming, maar ook ons respect voor deze lieve man. Lucas ENGELS 13 september 2006. Toen de CVG werd opgericht enkele jaren terug was Fons de eerste steunpilaar op alle vlakken. Velen onder ons zullen zich nog herinneren dat Fons aan de wieg stond van de eerste Vlaamse Conferentie, de vroegere voorganger van de huidige Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders. Fons was inderdaad een overtuigde Vlaming, maar dan zonder franjes en vlaggezwaaien. Ettelijke vergaderingen werden gehouden in zijn bureau en op zijn kantoor. Ook tijdens de laatste maanden, - toen zijn gezondheid het liet afweten -, volgde hij nog alle CVGacties alert op en bleef hij raad en steun geven. Hoe fier was hij op zijn zoon Marc die in zijn voetspoor zijn missie verder zet, zowel op het kantoor als binnen de CVG, en die hij ook de vrijheid gaf om zelf zijn weg te zoeken en te gaan. Voor me zelf was Fons de "peetvader" en " mentor " van mijn eigen beroepsloopbaan. Hij wees me steeds de weg naar wat belangrijk was voor een efficiënte en menswaardige uitoefening van ons ambt. En hij kon als géén ander het onderscheid maken tussen het bijkomstige en het essentiële. Als men me zou vragen om in één woord Fons samen te vatten, zou ik zeggen: hij was bovenal een rechtschapen man, " a honourable man ", een man van eer, letterlijk en figuurlijk. Hij was een dienaar van het recht en droeg zo bij tot een rechtvaardige samenleving. Het mooiste compliment dat men iemand kan geven. Binnen ons beroep nemen we afscheid van een monument. We zijn het aan ons zelf verplicht de geest van Fons verder te zetten in onze werkzaamheden en in de verdere uitbouw van de CVG. Namens de Raad van Bestuur van de CVG betuigen we ons innig medeleven met de familie. We zullen Fons verder dragen in ons hart en in ons werk. Guido Discart Voorzitter CVG

4 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS 11 DECEMBER 2006 Algemene ledenvergadering De statutaire ledenvergadering vond plaats in de Stadsschouwburg te Sint-Niklaas op 11 december 2006 en werd druk bijgewoond. De voorzitter opende de vergadering met een omstandig overzicht van de activiteiten gedurende het voorbije werkingsjaar 2006. Tevens werden de statutaire plichtplegingen afgehandeld: goedkeuring van de jaarrekening 2006 en begroting 2007, aanpassing adres maatschappelijke zetel, bepaling lidmaatschapsbijdrage over 2007. De rekeningen werden unaniem goedgekeurd. De ledenbijdrage voor 2007 werd vastgelegd op 400 euro voor gewone leden, 250 euro voor leden die max. 3 jaar gerechtsdeurwaarder zijn, 125 euro voor kandidaat-deurwaarders. Tot slot gaf CVG-bestuurder Francis Snoeck een uitgebreide toelichting rond de globale stand van zaken omtrent het beslagrecht, één van de kernactiviteiten van ons beroep. Omwille van het belang van deze toelichting geven we een uitgebreide samenvatting van deze mededelingen. Overzicht van de CVG-activiteiten over 2006 CVG-voorzitter Guido Discart gaf een overzicht van de voornaamste activiteiten gedurende het afgelopen werkjaar 2006: 1. De derdenrekening Dit was één van de zwaarste en gevoeligste dossiers in de geschiedenis van het korps. Er werd vanuit de NK gevraagd iemand van de CVG af te vaardigen naar de werkgroep derdenrekening. De uitgangspunten voor de CVG waren van in het begin zeer duidelijk: - een derdenrekening-formule moet er komen en is noodzakelijk voor de verdere uitbouw van ons beroep. De overheid én de politiek eisen op dat vlak een duidelijk initiatief van het korps - er moest een systeem op punt gezet worden waardoor elke gerechtsdeurwaarder binnen een redelijke termijn de kans krijgt om zich in regel te stellen. De deurwaarderskantoren moeten de invoering van de derdenrekening bedrijfsmatig kunnen verwerken en overleven. Uiteindelijk heeft de CVG zeer zwaar gewogen op de besluitvorming. Er zijn fundamentele maar constructieve discussies gevoerd omtrent deze problematiek. Heel wat werkuren zijn er in deze werkgroep geïnvesteerd, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in de goedkeuring van de richtlijn voor het van kracht gaan vanaf 01/01/2007. Met betrekking tot de controle zal er een nieuwe aangepaste tekst moeten komen waarbij gestreefd wordt naar een éénvormige en transparante boekhouding en dito controle. 2. werkgroep 'juridische beroepen' Reeds enkele jaren neemt een afvaardiging van de CVG deel aan de maandelijkse vergaderingen van de werkgroep juridische beroepen' die n de schoot van het FVIB (Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen) werd opgericht. In deze werkgroep worden de voorstellen van de advocatenbalies, de federatie van gerechtsdeurwaarders en het deurwaarderskorps ten gronde besproken. Het inmiddels "genationaliseerd" wetsontwerp van de CVG met betrekking tot het betalingsbevel (de nieuwe invorderingsprocedure) was dit werkjaar één van de zwaartepunten binnen deze werkgroep. Vanuit deze organisatie en met de steun van de mensen van Unizo, met als spreekbuis Karel Van Eetvelt, werd duidelijk stelling genomen om deze procedure naar de volgende regeerperiode als één van de prioritaire desiderata te behouden. 3. overleg binnen FVIB Een delegatie van de CVG had een zeer onderhoudend en uitgebreid overleg met Karel Tobback, voorzitter van het FVIB, en Jan Sap, directeur van Unizo met betrekking tot de wensen van de CVG in het algemeen en de toekomstperspectieven voor het korps tijdens het volgende decennium. Bedoeling is dat eerstdaags een definitieve tekst vertrekt naar Unizo en naar het FVIB waarin de concrete wensen/eisen van de gerechtsdeurwaarders voor de volgende 15 jaar worden vastgelegd. Dit eisenpakket zal vervolgens in de volgende regering als blueprint' dienen om mee opgenomen te worden in het regeerakkoord. Het is duidelijk dat de aspiraties van de CVG voor een groot deel dezelfde zijn als diegene die nu ook door de NK worden nagestreefd. Met dat verschil dat wij via onze jarenlange aanwezigheid in Brussel, in de kabinetten en administraties, in de Kamer en de Senaat, in het Huis der Parlementariërs en in de studiegroepen van de verschillende politieke partijen, duidelijk aanvoelen dat een regionalisering van Justitie meer en meer aan steun begint te winnen. De evolutie naar een Vlaamse Justitie zal in de nabije toekomst en politiek gegeven worden. De CVG zal hierop ten gronde voorbereid zijn. Ons wetsvoorstel dat via Hugo Vandenberghe, Voorzitter van de Commissie Justitie binnen de senaat, werd neergelegd, beantwoordt reeds aan dit inzicht, waarin wij vragen een herstructurering te doen van de NK, door de oprichting van de twee sterke regionale kamers.

5 JANUARI 2007 4. het sociaal dwangbevel Een delegatie van de CVG is dringend tussengekomen bij de kabinetten Laruelle en Demotte om het sociaal dwangbevel in de plaats te laten treden van het tegensprekelijk verzoekschrift in arbeidszaken. De discussie dagvaarding versus tegensprekelijk verzoekschrift werd hierdoor via tussenkomsten van de CVG verschoven naar het enige alternatief dat zich in ons belang voordeed: het sociaal dwangbevel. Zonder deze essentiële tussenkomsten waren wij dit werk waarschijnlijk voorgoed verloren en kon in de huidige omstandigheden de schade tot het minimum beperkt worden. 5. Phenixproject Tijdens dit jaar werd ook een gebruikerscomité binnen het Phenixproject opgericht. Een van de twee leden die vanuit de NK mochten aangeduid worden, werd geleverd

6 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS 11 DECEMBER 2006 Algemene legenvergadering (vervolg) door de CVG. Het Phenixproject ligt zeer zwaar onder vuur. Er worden vele parlementaire vragen gesteld met betrekking tot de efficiëntie van de tot op heden ontwikkelde programma's en het zeer dure prijskaartje eraan verbonden. Onze afgevaardigde nam tot op heden aan alle Phenixvergaderingen deel en kan bevestigen dat dit project een ware processie van Echternach is. De voorgestelde programma's met betrekking tot de nieuwe procedure van collectieve schuldenregeling, die vanaf 01/09/2007 van start zouden moeten gaan, waren werkelijk rampzalig. Waarschijnlijk zal het ganse project na de vorming van de volgende regering grondig geëvalueerd worden. Wij vrezen echter het ergste. 6. authentieke bron van gerechtsdeurwaarders Eén van de meest zwaarwichtige projecten van de CVG dit jaar was de creatie en ontwikkeling van de reeds veelvuldig besproken authentieke bron van gerechtsdeurwaarders. Deze creatie is binnen het e-gov-gebeuren een ware voltreffer. Dit zogenaamde 'goudklompje' geeft ons enige voorsprong ten opzichte van andere actoren, die er nog moeten aan beginnen én die verplicht zullen worden ons model te kopiëren. 7. parlementaire werkvergaderingen Een delegatie van de CVG had twee intensieve werkvergaderingen met kamerleden Magda De Meyer en Hilde Claes, beiden juridische tenoren binnen de SP.A. Bovendien werd de CVG uitgenodigd door de SP.A en door de verenigingen tegen armoedebestrijding om op hun congres te komen spreken. Het heeft er in een nabij verleden zeker anders uitgezien. Dergelijke tussenkomsten waren toen onbestaande en zelfs onmogelijk. Onze bezorgdheid met betrekking tot het via de media verspreiden van misvattingen over het gerechtsdeurwaarderskorps werd duidelijk benadrukt. Jammer genoeg krijgen deze dames vele klachten binnen van wanpraktijken van verschillende collega's en van overdreven gemaakte kosten. Ook de wijze van incasso blijft een doorn in het oog. Het no cure no pay - systeem dat door verschillende onder ons wordt toegepast, blijkt aan verfoeilijke praktijken onderhevig. Indien wij ons niet duidelijk en transparant gaan profileren binnen het incassogebeuren en geen verschil wensen te maken tussen juridisch en minnelijk incasso, zal deze ambiguïteit vermoedelijk via een wetgevend initiatief beslist worden. Laten we hopen dat onze nieuwe invorderingsprocedure - met veréénde krachten - mag slagen in de volgende regeerperiode. Op dat moment zullen alle negatieve angeltjes kunnen verwijderd worden... 8. informatie-avonden De CVG organiseerde op 20 april 2006 te Gent en op 19 mei 2006 te Grobbendonk, telkens in een zeer goede locatie, twee informatievergaderingen met haar leden. Het was hartverwarmend vast te stellen hoeveel nieuwe gezichten en vooral veel nieuwe kandidaten, aanwezig waren en enthousiast reageerden. Verschillende nieuwe lidmaatschappen mochten nadien genoteerd worden. 9. CVG- denktank De werkgroep of de 'denktank' binnen de CVG was dit jaar een waar succesverhaal. Confrater Peter Van Noten stelde zijn vergaderzaal (inclusief lekkere broodjes) ter beschikking van een 8 à 10 koppige groep jonge confraters in spe, die met een aanstekelijk enthousiasme aan verschillende dossiers, waaronder de nieuwe invorderingsprocedure, hebben meegewerkt. Het was treffend voor mij vast te stellen dat de gerechtsdeurwaarders nog niet dood zijn en dat er minstens reeds een nieuwe lichting klaarstaat om in de toekomst de fakkel waardig over te nemen en ons beroep vanuit de CVG te blijven verdedigen en profileren. 10. CVG - nieuwsbrief De publicaties van de CVG-nieuwsbrief waren eveneens een succes. Verschillende belangrijke actoren binnen het juridisch wereldje en zelfs binnen de bedrijfswereld reageerden alert en positief op de verschillende artikels. Er zijn aanvragen binnen om ook vanuit 'derden' te mogen publiceren via het kanaal van onze nieuwsbrief. Ook daar heeft het verjongde enthousiasme zijn intrede gedaan. Wij hebben zelfs een nieuwsbrief zien verschijnen die louter en alleen door kandidaten werd ingevuld. Het is duidelijk dat de CVG voor de kandidaat-gerechtsdeurwaarders een ideale partner is om hun meningen en voorstellen aan ruim en belangrijk publiek kenbaar te maken. Ik hoop dat ook andere kandidaten hebben begrepen dat de CVG het beroep tracht te verdedigen waar zij in de toekomst titularis mogen van zijn. Hopelijk beseffen de kandidaten dat niet alle verenigingen, die men dan nog vaak slechts rond één of enkele thema's opricht, een voet aan de grond krijgen binnen het circuit van de besluitvorming. Velen zijn geroepen, doch weinig worden uitverkoren. De CVG bewijst reeds jaren dat zij één van de uitverkorenen is en dat zij mag meespelen met de grote jongens in Brussel... Het duidelijkste bewijs van de kracht van de CVG blijkt uit het feit dat quasi al haar initiatieven en voorstellen op dit moment door de NK werden overgenomen en een nationaal draagvlak hebben gekregen.

7 JANUARI 2007 FRANCIS SNOECK Juridisch Statuut Derdenrekening gerechtsdeurwaarders Op de Vaste Raad van 21 september 2006 werd door het Directiecomité van de Nationale Kamer de stelling verdedigd dat de "derden rekening", zoals geconcipieerd in de ontwerp-richtlijn voor het houden van een derden rekening (versie 09.1), geen expliciete wettelijke bepaling behoeft. Het Directiecomité steunde zich daarbij op een nota van 7 september 2006 uitgewerkt door Prof. Vincent Sagaert (kantoor Eubelius), te raadplegen op het extranet. Ik ben het evenwel met de analyse van Prof. Sagaert niet eens. M.i. maakt hij een cruciale fout in het begin van zijn analyse, welke fout zijn ganse redenering op drijfzand bouwt. Redeneerfout Het uitgangspunt van de nota is of de voorgestelde richtlijn toelaat aan het cliënteel (van de gerechtsdeurwaarder) om de voor hen bestemde gelden te onttrekken aan de privé-schuldeisers van de gerechtsdeurwaarder indien deze insolvabel zou worden. Een terechte vraag, maar onmiddellijk daarop volgt de redeneerfout: in de nota staat expliciet dat niet wordt ingegaan op de vraag aan wie de bevoegdheid voor het uitvaardigen van dergelijke regelen toekomt. Dit is nochtans een essentieel punt omdat het gerechtelijk wetboek noch enige andere wet (sensu lato) een basis biedt om een richtlijn van de Nationale Kamer afdwingbaar te maken tegen over derden (in dit geval dan de privé-schuldeisers van de insolvabele gerechtsdeurwaarder). Een erga omnes afdwingbare derden rekening en het voeren van een opgelegde en te controleren boekhouding moet dus een vereiste zijn uitgevaardigd door een daartoe bevoegde overheid. Het loutere feit dat een bijzondere bestemming is gegeven aan gelden geboekt op een bepaalde rekening door de rekeninghouder kan niet volstaan om die gelden te onttrekken aan de executierechten van de schuldeisers van de rekeninghouder (zie o.a. advies advocaat V. Dauginet). De vraag of de eigen beroepsgroep dergelijke bijzondere bestemming kan geven is essentieel. Het antwoord is m.i. ontkennend. Tussen legaliteit en maatschappelijk belang? De artikelen 550-551 Ger.W. bieden geen basis om tegenover derden (in dit geval specifiek: de privé-schuldeisers van de insolvabele gerechtsdeurwaarder) afdwingbare richtlijnen uit te vaardigen. Uiteraard heeft de derden rekening een maatschappelijk belang maar dit is geen argument om het legaliteitsprincipe ter zijde te schuiven. Men kan zich de vraag stellen of de Algemene Vergadering of Vaste Raad van de Nationale Kamer überhaupt een voor alle gerechtsdeurwaarders bindende richtlijn betreffende de derden rekening kan uitvaardigen, nu dit moeilijk kan De CVG steunt... De Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders (CVG) was op 19 december 2006 een geprivilegieerde aanwezige op het bijzonder afsluitingsconcert HAND IN HAND ten voordele van het project Kwetsbare kinderen en Rode Kruis- Vlaanderen, dat gehouden werd in het Paleis voor Schone Kunsten BOZAR te Brussel, met muziek van Mozart en Shostakovitch in een ontroerende uitvoering. De CVG draagt de initiatiefnemers van dit nobel en sociaal geëngageerd project een zeer warm hart toe. De CVG zal in de toekomst trachten haar steentje te blijven bijdragen om dergelijke initiatieven te ondersteunen en verder uit te bouwen. Nu reeds roept zij de Nieuwsbrief-lezers op om hieraan actief mee te werken. U kan de organisatie een hart onder de riem steken door een bijdrage te storten op volgend rekeningnummer: 735-0076484-36. Giften vanaf 30 EUR zijn fiscaal aftrekbaar. Wij durven rekenen op uw gulle medewerking om deze rekening te spijzen. Een daad van zinvolle solidariteit! Guido Discart Voorzitter CVG

8 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS FRANCIS SNOECK Juridisch Statuut Derdenrekening gerechtsdeurwaarders (vervolg) begrepen worden onder artikel 550, 1 Ger.W. Wat bijvoorbeeld wel kan begrepen worden onder artikel 550,1 Ger.W. is een toezicht op de toepassing van het tarief (KB 30 november 1976) omdat dit kan ondergebracht worden onder tucht en deontologie, en vooral omdat het tarief wettelijk geregeld is. Artikel 550,1 Ger.W. bepaalt dat de Nationale Kamer tot taak heeft te waken voor de eenvormigheid van de tucht en van de regels van de deontologie onder haar leden en voor de uitvoering van de hen betreffende wetten en verordeningen. Nu de derden rekening voor gerechtsdeurwaarders niet wettelijk geregeld is (in tegenstelling tot bijvoorbeeld het notariaat) kan de Nationale Kamer m.i. desbetreffend enkel niet afdwingbare aanbevelingen aan de leden doen. In het ontwerp nieuw statuut is het aanhouden van een 'kwaliteitsrekening' opgenomen in de wet, als volgt (nieuw artikel 519, 4 Ger.W.): 4. De gerechtsofficieren zijn verplicht op hun naam met vermelding van hun hoedanigheid een kwaliteitsrekening te openen die uitsluitend bestemd is voor gelden die ze in de uitoefening van hun beroep innen ten behoeve van derden. Ingeval gerechtsofficieren hun beroep in associatie uitoefenen, al dan niet onder vennootschapsvorm, volstaat één enkele kwaliteitsrekening. Uitsluitend de gerechtsofficieren zijn bevoegd tot het beheer en de beschikking over de kwaliteitsrekening, behoudens in het geval een waarnemend gerechtsofficier is aangesteld. Het vorderingsrecht voortvloeiende uit de kwaliteitsrekening behoort toe aan de gezamenlijke rechthebbenden. Het aandeel van iedere rechthebbende wordt berekend naar evenredigheid van het bedrag dat te zijnen behoeve op de kwaliteitsrekening is gestort. Duidelijker kan niet. De vraag is of en wanneer het nieuw statuut ooit zal gestemd zijn. Het is misschien eenvoudiger en sneller dit in een aparte louter tot dit onderwerp beperkte wettekst onder te brengen. Gentlemen's agreement in afwachting van KB? Er valt misschien een lans te breken om een regeling inzake derden rekening uit te werken via een KB; de enige wettelijke basis waarop dit KB kan gesteund worden is m.i. artikel 519 Ger.W. Het komt mij voor dat deze basis te eng is om de regelgeving omtrent de derden rekening op te bouwen. In afwachting van een wetgevend initiatief kan de Nationale Kamer aan de gerechtsdeurwaarders enkel de aanbeveling doen om de privé-rekeningen strikt te scheiden van de kantoorrekeningen, en vragen dit als gentlemen's agreement na te leven. Als engagement naar de overheid toe kan dit tellen. Men kan daarin nog verder gaan en de aanbeveling doen om ook de betalingen van erelonen en kosten door opdrachtgevers te laten geschieden op een andere rekening dan die waarop de schuldenaars hun schulden moeten betalen, welke rekeningen men zodoende op het briefhoofd zou kunnen vermelden. Deze situatie mag niet te lang blijven bestaan zonder wettelijke basis nu ze derden een vals gevoel van veiligheid (nl. tegen insolvabiliteit van de gerechtsdeurwaarder) zou kunnen geven. Francis Snoeck Bestuurder CVG

9 JANUARI 2007 STAND VAN ZAKEN Het beslagrecht Op de Algemene Vergadering van 11 december 2006 gaf CVG-bestuurder Francis Snoeck een gestoffeerde toelichting,enerzijds, bij de studiedag van 14 juni 2006 met betrekking tot het beslagrecht en, anderzijds, bij de problematiek van het gemeen gemaakt roerend beslag. Gezien het belang van deze bedenkingen, publiceren we deze in extenso. Het uitvoerend roerend beslag blijft zowat één van de kernactiviteiten van ons beroep en wat ons dagelijks bezighoudt. Het beroep van gerechtsdeurwaarder en ook de invordering op zich staat of valt met het beslag. Terloops merk ik op dat hoe moeilijker men het maakt om beslag onder derden te leggen (denk maar aan de loonbeschermingsgrenzen, België kent de hoogste ter wereld, verhoging van deze bescherming per kind ten laste, bescherming van lonen gestort op een bankrekening, de evenredige verdeling die bij elk beslag onder derden om de hoek komt kijken), Hoe belangrijker het beslag op roerend goed als rechtsmiddel wordt en hoe frequenter het beslag dagelijks wordt toegepast, hoe meer het van sommige politici de bedoeling blijkt te zijn om van het roerend beslag een uitzonderingsmaatregel te maken, of zoals in Schotland het geval is: dat het roerend beslag wordt afgeschaft. Hoedanook zal dit roerend beslag in de nabije toekomst enkele wijzigingen ondergaan. De manier waarop wij met die wijzigingen omgaan, zullen determinerend zijn voor het instandhouden van het roerend beslag als het invorderingsmiddel bij uitstek. Mijn betoog bestaat uit 2 delen 1. De wetsvoorstellen van Magda De Meyer besproken op de parlementaire studiedag van 14 juni 2006 en 2. Het nieuwe art. 1524 Ger.W. zodra het centraal elektronisch bestand van beslagberichten operationeel zal zijn ( het zogenaamd gemeen gemaakt beslag ). De studiedag van 14 juni 2006 omtrent het beslagrecht De studiedag vond plaats in het parlementsgebouw, Kamer van Volksvertegenwoordigers en werd georganiseerd door kamerleden Magda De Meyer en Hilde Claes, gesteund door het Verbruikersateljee, met als onderwerp: "De gerechtsdeurwaarder: boeman of hulpverlener? - Naar een humaan beslagrecht". Als u weet dat het verbruikersateljee zichzelf omschrijft als een beweging voor de kleine consument, die consumenten bewuster en weerbaarder wil maken, kan men meteen beseffen dat de gerechtsdeurwaarders in dit milieu met wantrouwige argusogen bekeken worden. Ik raad iedereen aan eens te surfen naar www.verbruikersateljee.be, op zich in niets te vergelijken met het " centre anti huissier " ( tikt u dat ook meer eens in op google). Het Verbruikersateljee stelt brochures samen en informeert de mensen correct maar uiteraard vanuit "linkse" invalshoek omtrent hun rechten, het centre anti-huissier hitst ze op. De studiedag was opgebouwd rond de twee wetsvoorstellen van Magda De Meyer: - wetsvoorstel van 2 mei 2005 tot wijziging van het gerechtelijk wetboek met het oog op het vermijden van openbare verkopen waar de schuldeiser geen baat bij heeft (DOC 51 1758/001). Kort samengevat: een verbod op beslagen die niets opleveren, waar kosten van beslag en verkoop minder bedragen dan de opbrengst. Schuldeiser noch schuldenaar hebben daar belang bij. - wetsvoorstel van 11 april 2006 tot wijziging van art. 1408 Ger.W. met betrekking tot de niet voor beslag vatbare goederen (DOC 51 2409/001). Dit houdt een aanpassing in (gevoelige uitbreiding) van de goederen die niet voor beslag vatbaar zijn en een verbetering van de mogelijkheden om zich te verzetten. Eerst kwamen 'ervaringsdeskundigen' aan het woord, mensen verbonden aan het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen. Uiteraard gaat het hier niet om positieve ervaringen, maar om de negatieve. Veel frustraties worden blijkbaar veroorzaakt door de soms wel erg denigrerende houding van confraters en hun gebrek aan communicatie en informatie. Enkele voorbeelden als illustratie: waardeloze goederen met enkel emotionele waarde toch meenemen en verkopen; meerdere deurwaarders die beslag op dezelfde goederen leggen; kist bij Ikea gekocht door gerechtsdeurwaarder omschreven als 'antieke kist'; dreigende taal in brieven zonder echt uit te nodigen om voorstellen tot regeling te doen; beslag leggen en niets zeggen tegen de mensen; kwetsende opmerkingen, als waarom heb je kinderen je kunt niet eens voor u zelf zorgen of ik zal het beslag hier maar op de hoop leggen bij de rest van uw knoeiboel; problemen over afrekeningen, geen enkel saldobericht krijgen en plots een affiche; geen begrip voor melding dat maandelijkse betaling iets later zal zijn; taalgebruik in de brieven en akten. Conclusie: hoe diep ook iemand in de schuld zit, de gerechtsdeurwaarder moet steeds de menselijke waardigheid respecteren en binnen het wettelijk kader naar een menswaardige oplossing zoeken. Ook het Vlaams Centrum voor Schuldbemiddeling kwam vanuit zijn ervaringen vooral terug op het gebrek aan informatie en het soms partijdig optreden. Zij lezen ook op

10 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS Het beslagrecht Stand van Zaken (vervolg) de site van de Nationale Kamer (NK) wat een openbaar ministerieel ambtenaar is en stellen dan in de praktijk vast dat dit door heel wat gerechtsdeurwaarders niet nauw genomen wordt en velen zich gedragen als een " lakei " van de verzoeker. Technisch valt het niet onder het beslagrecht maar toch kwam de woordvoerder uitgebreid terug op de normvervaging bij gerechtsdeurwaarders tussen minnelijke en gerechtelijke invordering. De gewone man ziet het verschil niet en het centrum vraagt dat een verplichting wordt opgelegd aan de gerechtsdeurwaarder om duidelijk te melden dat zij - in voorkomend geval - optreden in het kader van een minnelijke invordering. Ook wenst men dat een einde wordt gesteld aan de onduidelijkheid met betrekking tot het aanrekenen van kosten in de minnelijke fase. De discussie met standaardclichés hieromtrent is ons niet onbekend. Het zou ons vandaag te ver leiden om daar over uit te breiden. Er is dringend een wettelijke regeling nodig want momenteel lopen eerdere confraters er de kantjes af. Er is trouwens klacht neergelegd tegen bepaalde confraters bij de NK. In de gerechtelijke fase kaartte men ook de problematiek aan van de opeenstapeling van uitvoeringskosten en effectieve verkopingen die niets opbrengen. Vervolgens lichtte mevr. De Meyer haar wetsvoorstellen toe. a) zij stelt dat de huidige lijst van niet voor beslag vatbare goederen niet is aangepast aan de huidige communicatiemaatschappij. Ze wil daarom dat de lijst van niet voor beslag vatbare goederen ook bevat: radio, televisie, telefoon, computer, printer en alle benodigdheden voor een internetverbinding. Ook zaken met een emotionele waarde (b.v. een erfstuk) moeten tegen beslag kunnen beschermd worden. De totale waarde moet uiteraard beperkt worden (voorstel: 250). De termijn om opmerkingen te geven met betrekking tot de niet voor beslag vatbare goederen wil ze verlengd zien van 5 tot 15 dagen. b) Haar tweede wetsvoorstel wil verhinderen dat beslag wordt gelegd op de goederen van een persoon terwijl de opbrengsten van de verkoop lager zijn dan de kosten van de procedure. Hierop werd door ons namens de CVG de visie en evaluatie van de gerechtsdeurwaarders ter sprake gebracht 1.vermijden van deficitaire verkopen: (wetsvoorstel tot wijziging van het gerechtelijk wetboek met het oog op het vermijden van openbare verkopen waar de schuldeiser geen baat bij heeft) Bij dit wetsvoorstel kunnen een vijftal nuanceringen naar voor gebracht worden 1 nuancering: akkoord met dit voorstel onder bepaalde nog verder te verfijnen voorwaarden, maar enkel en alleen wanneer het gaat om natuurlijke personen niet-handelaars. Wat handelaars en rechtspersonen betreft is dit onbespreekbaar want niet verenigbaar met principe van het faillissementsrecht. 2 nuancering: clichébeeld van het beslag dat steevast leidt tot een openbare verkoop moet bijgesteld worden (gemiddeld 6,7 verkopingen per gerechtsdeurwaarder in het jaar 2002, waarvan dan de meeste dan nog in opdracht van de Belgische Staat en hoofdzakelijk ten laste van zelfstandigen/bedrijven). 3 nuancering: openbare verkopingen moeten inderdaad te allen prijze vermeden worden en er bestaan al diverse wettelijke alternatieven om een openbare verkoop te vermijden: -afbetalingsplannen bemiddelen met actieve tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder/ocmw/caw, in het kader van een minnelijke schuldbemiddeling. -art. 1526bis Ger.W.: minnelijke verkoop. -collectieve schuldenregeling (let op: deze laatste twee alternatieven zijn niet altijd de zaligmakende oplossing; ingeval van minnelijke verkoop is de schuldenaar nadien sowieso geen eigenaar meer van zijn 'huismeubelen' en moet hij blijvend rekenen op de goodwill van de koper om de goederen te mogen blijven gebruiken. Collectieve schuldenregeling kan een strak keurslijf rond een schuldenaar en zijn gezin spannen en ontneemt elke vorm van financiële autonomie; een minnelijk afbetalingsplan primeert m.i.). 4 nuancering: een vrijgeleide om deficitaire verkopingen te houden mag er inderdaad niet zijn. De gerechtsdeurwaarder moet als openbaar ambtenaar er over waken dat hij geen nutteloze kosten maakt (voor zover dit tijdig kan ingeschat worden, wat in alle redelijkheid moet beoordeeld worden). Bij de gedwongen invorderingen moet de gerechtsdeurwaarder steeds het belang van zowel schuldeiser als schuldenaar bewaken en er voor zorgen dat het recht van de ene geen onevenredig nadeel aan de ander berokkent. Dit is een moeilijke evenwichtsoefening die geval per geval moet beoordeeld worden. De gerechtsdeurwaarder kan wel eens verrast worden (b.v. schade aan goederen pas zichtbaar bij het weghalen ervan) maar grosso modo kan hij wel inschatten of de beslagen goederen bij eventuele verkoop een behoorlijke opbrengst zullen opleveren. 5 nuancering: de voorgestelde wettekst lost het probleem van verkopingen die niets opleveren niet volledig op: indien nu een verkoop deficitair is, zijn de kosten ook ten laste van de schuldeiser, en toch gebeurt het dus dat die opdracht geeft te verkopen, gelijk wat dat zal opbrengen. Het gebeurt zelden of nooit dat die kosten nadien kunnen gerecupereerd worden (dit zou wel kunnen indien de schuldenaar ooit tot beter fortuin komt, wat zeldzaam is). Beter is daarom iets te formuleren in de zin van: de

11 JANUARI 2007 gerechtsdeurwaarder die naar aanleiding van het beslag vaststelt dat de verkoopwaarde van de goederen volgens zijn schatting niet voldoende is om de kosten te voldoen is gerechtigd (verplicht?) de verkoop ervan te weigeren. Dit versterkt de gerechtsdeurwaarder zijn positie tegenover de opdrachtgever om een soepele minnelijke regeling te doen aanvaarden. Ongetwijfeld zal dit ook het stigmatiserend cachet van bepaalde (soms beschamende) openbare verkopingen doen verdwijnen. De band tussen het plaatsbezoek, inventaris/beslag en openbare verkoop kan hier volledig doorgeknipt worden. Dit geeft wel een stevige aanzet en is de basis voor de gerechtsdeurwaarder die de onderhandeling voert tussen schuldeiser en schuldenaar en bepaalt welke richting het dossier kan uitgaan: OCMW budgetbeheer/begeleiding, collectieve schuldenregeling, stopzetting van het dossier... Het is evenwel een moeilijke opgave dit in een praktisch realiseerbare wettekst te gieten. 2.Uitbreiding niet voor beslag vatbare goederen. (wetsvoorstel tot wijziging van art. 1408 van het gerechtelijk wetboek met betrekking tot de niet voor beslag vatbare goederen) a) Kritiek hoeft niet enkel negatief te zijn en kan ook opbouwend zijn. Maatschappelijke normen evolueren. Ook al in het oude Rome kende het uitvoeringsrecht vrij snel een humanisering (verbod op private uitvoering, afschaffing van de verkoop van de schuldenaar als slaaf of opsluiting in de gevangenis wegens onbetaalde schulden, invoering van een lijst van niet voor beslag vatbare goederen). De bekommernis om het beslag- en faillissementsrecht te verzoenen met de menselijke waardigheid is van alle tijden en is door de eeuwen heen steeds verfijnd. De lijst van niet voor beslag vatbare goederen is met tussenpozen steeds aangepast. Dagelijks moet de gerechtsdeurwaarder een evenwicht zoeken tussen de belangen van schuldeiser en schuldenaar. De wet moet het kader scheppen waarbinnen de gerechtsdeurwaarder dit kan doen. Dit is een delicate balans. b) Deze balans vindt ondermeer concreet haar uitwerking in de lijst van de niet voor beslag vatbare goederen. De vraag is wel: waar en wanneer is in welke omstandigheden dit evenwicht bereikt? Dit evenwicht is geen statische toestand. " Stand still " bestaat niet in wetgeving. Te veel bescherming van de schuldeisers kan leiden tot sociale uitsluiting, stigmatisering en creatie van een sociaal bloedbad. Te veel bescherming van de schuldenaar veroorzaakt verzuring en wrevel bij schuldeisers, doet hen zoeken naar alternatieven met gevaar voor de fysieke integriteit van de schuldenaar, kan leiden tot een beperking van het krediet wat op zich een slechte zaak is voor alle consumenten en de economie in het algemeen. Men mag dus een gans invorderingssysteem niet lamleggen om een (relatieve) minderheid aan schuldenaars te beschermen, het is dan beter voor hen specifieke maatregelen uit te werken (bijstand OCMW, schuldbemiddeling,...). Ter beoordeling van dit streven naar het voormeld evenwicht: bijkomende beschermende maatregelen kunnen enkel tellen voor natuurlijke personen, zeker niet voor rechtspersonen. Het wetsvoorstel wil dus alles wat met de computer, televisie en internet te maken heeft onder de niet voor beslag vatbare goederen brengen. Is dit geen steriele discussie? Is dit geen brug te ver? Wat dan met de satellietontvanger, playstation, digitale camera? Men kan zich de vraag stellen wat dan bij sommige schuldenaars wel nog in beslag kan genomen worden, rekeninghoudend met de reeds bestaande beperkingen. Sommigen hebben niet veel meer dan al deze opgesomde goederen. Men moet proberen vermijden dat bepaalde schuldenaars een gevoel van onaantastbaarheid krijgen. Welke houding moet men dan aannemen tegenover het afsluiten van telefoon/gsm en/of internetprovider? Voor zover een uitbreiding van de niet voor beslag vatbare goederen wenselijk is, zou men dit dan niet beter koppelen - als bewaring van het voormeld evenwicht - aan een algemeen wettelijk kader om aan de gerechtsdeurwaarder de mogelijkheid te geven een algemeen beeld te krijgen van een schuldenaar, om zo volledig geïnformeerd te onderhandelen over wat kan afbetaald worden: welk loon of uitkering heeft de schuldenaar, welke banktegoeden heeft hij, wat is er aan roerend en onroerend bezit, hoeveel schulden zijn er, wat zijn de vaste uitgaven...? Ideaal is dan dit te koppelen aan een aansporing voor de schuldenaar om aan deze informatieverzameling mee te werken, zoals bijvoorbeeld het Nederlands systeem, waar altijd minstens 10% van het inkomen in beslag kan genomen worden (en waar zelfs bij weigering om de inkomstenbron mee te delen de beslagvrije voet gehalveerd wordt, als er sprake is van een partner met een inkomen; zover moet men m.i. niet eens gaan om een evenwichtig systeem te bereiken). Zulk een regeling spoort de schuldenaar aan om alle medewerking te verlenen om een zo goed mogelijke schuldenregeling te bekomen en biedt ook de schuldeiser perspectief op regeling van de zaak, al is het op lange termijn. Dit is van de overheid een krachtig signaal naar de schuldeisers dat ze hen niet in de kou laat staan. Het zal alleszins een aantal nutteloze plaatsbezoeken om roerend beslag te leggen verminderen. Terloops opgemerkt: de Belgische loonbeschermingsgrenzen (dus de bedragen waarop geen beslag kan gelegd worden) zijn de hoogste ter wereld.

12 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS Het beslagrecht Stand van Zaken (vervolg) c) De lijst van niet voor beslag vatbare goederen uitbreiden met zaken die een emotionele waarde hebben voor de beslagene tot 250 euro is niets minder dan de wettelijke bevestiging van een reeds bestaande praktijk en getuigt van het empathisch vermogen van de meeste gerechtsdeurwaarders. Het is de gerechtsdeurwaarder die hier samen met de schuldenaar een concrete invulling aan moet geven. d) De verlenging van de termijn van 5 naar 15 dagen voor het formuleren van opmerkingen door de beslagene m.b.t. de niet voor beslag vatbare goederen is een logisch voorstel, zeker nu een eventuele verkoopdatum sowieso altijd minstens één maand na het beslag gefixeerd wordt; er is dan ook geen enkele reden om de termijn voor opmerkingen te formuleren zo kort te houden. Een verlenging van deze termijn biedt meer mogelijkheden tot overleg of onderhandeling daarover. Ook de Belgische Vereniging van incasso-ondernemingen (BVI) vzw kreeg bij monde van haar voorzitter Etienne Van der Vaeren de kans te repliceren. De BVI nam de gelegenheid te baat om de (in haar ogen) ongelijke behandeling tussen incasso-ondernemingen en gerechtsdeurwaarders aan te kaarten met betrekking tot de wet van 20 december 2002 op de minnelijke invordering van schulden. De kostenaanrekening door gerechtsdeurwaarders blijkt een breekpunt te zijn. Ook de verwarring tussen minnelijke en gerechtelijke invordering is een struikelblok, evenals de strenge controle van ambtenaren van de economische inspectie op de incassosector, daar waar dit tegenover gerechtsdeurwaarders onbestaande is. De BVI stelt zich vragen bij het onpartijdig optreden van de gerechtsdeurwaarder/ministerieel officier bij minnelijke invordering en vraagt luidop af of de gerechtsdeurwaarder wel aan minnelijke invordering mag doen? Conclusies van de studiedag Mevr. De Meyer rondde de studiedag af met een aantal conclusies, o.a. - de nood aan een meldpunt/klachtenregister/ombudsdienst met betrekking tot misbruiken inzake beslag ; - de vraag tot een snelle implementering van centraal bestand van beslagberichten (om misbruik beslag op beslag te bestrijden) ; - de nood aan het nieuw leven inblazen van het overleg schuldoverlast (schuldbemiddelaars, hulpverleners, schuldeisers, schuldenaars en gerechtsdeurwaarders) ; - het voorstel tot wijziging van de toerekening van afbetalingen (eerst hoofdsom, dan rente) ; - verbeteren van de communicatie en informatieplicht van de gerechtsdeurwaarder (b.v. lijst niet voor beslag vatbare goederen, brochure over de rechten van de schuldenaar na beslag) ; - het vermijden van rolverwarring tussen gerechtsdeurwaarders en incassokantoren en Magda De Meyer - last but not least een bijkomende vorming voor gerechtsdeurwaarders rond armoedeproblematiek. De gerechtsdeurwaarders mochten zeker niet ontbreken op deze studiedag. De voorstellen en ervaringen/visies die daar meegedeeld worden mogen ons niet afschrikken. Afzijdig blijven is onmacht bekennen. Integendeel, het korps moet een open dialoog aangaan en trachten wegen op het beleid en de voorstellen bijsturen naar een aanvaardbare, in de praktijk werkbare, oplossing. De armoedeproblematiek raakt de gerechtsdeurwaarders ook en zij kunnen vanuit hun invalshoek en ervaring een plaats bij het overlegplatform claimen. Bepaalde accenten en inzichten die vanuit de sector van de gerechtsdeurwaarders zijn meegegeven tijdens deze studiedag hebben een luisterend oor gevonden en worden hopelijk mee in overweging genomen wat betreft de definitieve uitwerking of bespreking in het parlement. In de marge hiervan wil ik u toch nog het volgende meegeven: Volgens Muhammad Yunus, Nobelprijs winnaar dit jaar van de vrede en stichter van de Grameen Bank (gespecialiseerd in micro krediet in Bangladesh) zijn armen meer gemotiveerd dan rijken om hun schulden af te lossen, omdat ze beseffen dat dit de enige manier is om uit de armoede te geraken. 99% van zijn klanten betaalt de lening terug ondanks een rentevoet van 20%! Yunus is geen milde weldoener. Hij geeft niets weg, hij

13 JANUARI 2007 zoekt naar structurele oplossingen waarmee armen op termijn in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Uiteraard kan men de situatie in Bangladesh (waar Yunus en zijn bank opereren) niet met België vergelijken. De microkredieten zullen hier misschien niet de oplossing bieden. Terugbetaling die vooral stoelt op sociale controle lijkt mij in onze individualistische en op "privacy" gestoelde samenleving uitgesloten. Maar het principe dat Yunus hanteert moet vooral de linkse politici tot nadenken stemmen: geld geven aan armen of hun schulden kwijtschelden (collectieve schuldenregeling met kwijtschelding na 5 jaar, verschoonbaarverklaring na faillissement, alsmaar meer uitbreiding van de onbeslagbaarheid van roerend goed en lonen, ja zelfs tot en met onbeslagbaarheid van de woning/hoofdverblijf) is geen structurele oplossing. Dit dompelt de mensen onder in een cultuur van onverantwoordelijkheid, gelatenheid, en laat hen ongebreideld beroep doen op de zorgverlening van de overheid. Wat de overheid en de financiële sector wel moet doen is de mensen de middelen geven om hun lot te verbeteren waarbij men de markt als middel gebruikt om armoede te bestrijden in plaats van marktverlammende maatregelen op te leggen. Daarbij moet eenieder zijn verantwoordelijkheid opnemen: kredietverlening is gebaseerd op discipline. Het punt is dat de lening moet terugbetaald worden. Wie dat miskent zal armoede nooit uitroeien. Het gemeen gemaakt roerend beslag en het centraal bestand van beslagberichten De wet van 29 mei 2000 houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het gerechtelijk wetboek is inmiddels 6 jaar oud en is nog steeds niet in werking getreden wat betreft het centraal elektronisch bestand. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat velen onder ons al vergeten zijn welke bedreiging deze wet inhield voor ons beroep. We zijn bijna vergeten dat deze wet het beslagrecht ingrijpend zal veranderen. Degenen onder u die aanwezig waren op de AV van de NK in Kortrijk hebben van confrater Patrick Van Buggenhout de uiteenzetting gehoord over het project e-gerechtsdeurwaarder. Zodra het centraal elektronisch bestand in werking kan treden treedt ook de wet van 29 mei 2000 integraal in werking, weliswaar gelukkig aangepast door de wet van 27 maart 2003. Er zijn verschillende goede argumenten om de beslagberichten op nationaal vlak elektronisch te organiseren. Dit is ook zo aangegeven in de Memorie van Toelichting bij de wet van 29 mei 2000. Eén van de doelstellingen is onder meer de schuldenaar beschermen tegen opeenvolgende en nutteloze beslagen en dus de uitvoeringskosten verminderen. Op zich een rationeel begrijpelijk uitgangspunt maar door de nieuwe formulering van het inmiddels fameuze art. 1524 Ger.W. dreigde de procedure van uitvoerend roerend beslag te verzanden in een verlammende collectieve procedure. Het huidige art. 1524 Ger.W. zoals het nu nog steeds van toepassing is, wordt zelden of nooit toegepast. Het beslag bij vergelijking is een moeilijker te gebruiken procedure dan eenvoudig weg een nieuw beslag te leggen. In de praktijk zien we al jaren lang dat ten laste van eenzelfde schuldenaar beslag op beslag op dezelfde goederen gelegd wordt, met alle kritiek van dien (hoge kosten, te veel beroep doen op de politie e.d.). Dit kan ook niet echt anders: art. 1515 Ger.W. met betrekking tot verzet tegen afgifte van de prijs speelt enkel een rol in geval van effectieve openbare verkoop wat we nu net in ieders belang willen vermijden. Het huidige art. 1515 Ger.W. biedt geen mogelijkheid om te participeren in afkortingen. Het verminderen van de talloze opeenvolgende beslagen op dezelfde goederen van eenzelfde schuldenaar was dus het LEITMOTIV van de wet van 29 mei 2000. Men heeft art. 1524 Ger.W. herschreven in die wet en het zodanig geformuleerd dat een schuldeiser met een uitvoerbare titel zijn dossier kan overmaken aan de gerechtsdeurwaarder die reeds beslag legde en hem kan vragen bij de afbetalingen betrokken te worden of over te gaan tot verkoop. U begrijpt dat dit meteen het einde was van individuele uitvoeringsprocedures en er zodoende de facto een collectief beslag werd ingevoerd. Onmiddellijk komt dan het probleem op de proppen hoe de afkortingen tussen de diverse schuldeisers moeten verdeeld worden: minnelijk, samenloop met evenredige verdeling-ponds/ponds (wat een ramp is voor kleine vorderingen), of samenloop met voorrechten en hypotheken. Dit creëert onzekerheid, impliceert een hoop rompslomp en kosten want elke afkorting moet verdeeld worden en dit zou veel gerechtsdeurwaarders "droog" leggen omdat ze hun dossier aan een collega moeten afstaan. Ook art. 1253 B.W. dat stelt dat een schuldenaar kan bepalen welke schuld hij betaalt, werd daardoor buitenspel gezet. Om bedoeling van de wetgever te realiseren, met name het verminderen van opeenvolgende nutteloze beslagen, is de oplossing gevonden in het herschrijven van art. 1524 Ger.W. door het invoeren van het principe van het gemeen gemaakt roerend beslag. Eenmaal een beslag is gelegd en gemeld in het centraal bestand kunnen andere schuldeisers op basis van een overgemaakt gewaarmerkt afschrift van dat beslag, afgeleverd door de 1 beslagleggende gerechtsdeurwaarder, hun invordering zelf opstarten ten laste van de schuldenaar door tussenkomst van de voor hen instrumenterende gerechtsdeurwaarder.

14 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS Het beslagrecht Stand van Zaken (vervolg) Het eerste of een uitgebreider eerder beslag is dus de basis waarop navolgende schuldeisers hun invordering kunnen enten. Dit nieuw artikel 1524 Ger.W. is nu opgenomen in de wet van 27 maart 2003 en creëert nu een veel goedkopere en efficiënte invordering dan actueel het geval is. De tekst van dit nieuwe artikel vindt u in de wet van 27 maart 2003. In de praktijk zal het dus zodra het centraal bestand operationeel is, als volgt gaan: een gerechtsdeurwaarder die opdracht krijgt om een titel in te vorderen moet het bestand raadplegen. Indien er nog geen beslag gelegd is: dan legt hij uiteraard zelf een beslag. Indien er al een beslag is dat GEEN 3 jaar oud is en niet in rechte betwist is, dan kan hij zich door die eerste gerechtsdeurwaarder een gewaarmerkte kopie doen afgeven. Er zijn dan 3 mogelijkheden: 1) beslag bij vergelijking en uitbreiding 2) de invordering aanvangen zonder beslag te laten leggen en dit op basis van het gewaarmerkt afschrift. 3) beslissen om een nieuw beslag te leggen. Optie 1 zal net zoals nu weinig gebruikt worden en heeft totaal geen zin gelet op de opties 2 en 3 Optie 2 laat toe kostenbesparend verder individueel uit te voeren. Men kan dan simpelweg een nieuwe verkoopdag betekenen op basis van het eerder gelegde beslag. Dit eerdere beslag moet mee betekend worden en er moet expliciet vermeld worden dat men de procedure voert op basis van dit eerdere beslag en er moet minstens één maand verlopen tussen deze eerste verkoopdagstelling en de verkoop. Er moet ook een speciale vermelding gemaakt worden in het centraal bestand, namelijk een bericht van gemeen gemaakt beslag. Mag optie 3 in de praktijk nog toegepast worden? Zeker, maar de omstandigheden zullen uitwijzen of dit een nutteloze kost is of niet. Bijvoorbeeld: gerechtsdeurwaarder A legt beslag ten laste van schuldenaar X voor een kleine vordering (bv. 125 euro) op een beperkt aantal goederen. Gerechtsdeurwaarder B krijgt daarna opdracht om voor een grote vordering (vb 15.000 euro) in te vorderen ten laste van dezelfde schuldenaar X. Gerechtsdeurwaarder B vraagt een kopie op bij confrater A en stelt vast dat er maar weinig genoteerd is. Gerechtsdeurwaarder B is gerechtigd om zelf een zeer uitgebreid beslag te leggen ten laste van X. Gerechtsdeurwaarder C krijgt kort na het beslag van confrater B ook opdracht tot invordering van een relatief gering bedrag, bv. 1500 euro. Hij raadpleegt de beslagberichten en vraagt bij confraters A en B kopie op. Gerechtsdeurwaarder C heeft geen enkele reden om na het beslag van B nog een nieuw te leggen. Doet hij dat toch, maakt hij nutteloze kosten. Besluit De wet van 27 maart 2003 geeft ons de kans om individueel te blijven invorderen, met een minimum aan kosten; De ramp van de wet van 29 mei 2000, met name: niet alleen een collectief beslag maar ook een collectieve invordering hebben we met de CVG kunnen afwenden. Het succes van het nieuwe art. 1524 Ger.W. ligt volledig in handen van de GDW's: als sommige confraters zich niet bekommeren om de 'proceseconomie' door beslag op beslag te blijven leggen, zal de wetgever eerder vroeg dan laat opnieuw ingrijpen en misschien wel expliciet bepalen dat beslag op beslag niet mag op straffe van sancties. We kunnen enkel rekenen op het gezond verstand van alle confraters om deze kans die we krijgen maximaal te grijpen. Uiteraard impliceert dit een gevoelige daling van het aantal beslagen. Dit zal ook de omzet lichtjes doen dalen omdat een beslag nu eenmaal meer opbrengt dan een verkoopdag. Dit zal de tussenkomsten van slotenmakers verminderen. Anderzijds geeft het ons de kans te bewijzen dat we efficiënt tegen aanvaardbare kosten kunnen optreden en samen met het centraal elektronisch bestand dat via de NK in handen van de gerechtsdeurwaarders blijft kan het de invordering voor de volgende decennia aan de gerechtsdeurwaarders verankeren. Ik hoor sommigen onder u al denken: ja maar hoe kan ik nu weten of het beslag van mijn confrater wel alle goederen betreft of een deelt? Ik leg dus sowieso een nieuw beslag. Dit is een foute redenering, niets belet u immers, voor zover u zich zelf geen idee kon vormen n.a.v. plaatsbezoeken, met uw confrater contact op te nemen en hem te vragen hoe de toestand ter plaatse is, namelijk of er veel meer goederen staan. Gerechtsdeurwaarders zijn in de wet van 29 mei 2000 trouwens gemachtigd met elkaar informatie uit te wisselen Sommigen zullen zich ook afvragen of ze nu bij een beslag, zelfs voor een geringe schuld, alles moeten noteren: ik vind in de huidige wet, de wet van 29 mei 2000 of 27 maart 2003 geen redelijke verantwoording om deze verplichting op te leggen. De collectieve dimensie van het beslag wordt wel steeds meer benadrukt in de wetgeving, maar op zich houdt dit nog geen verplichting in om altijd alles op te schrijven. De redactie van art. 1524 Ger.W. in de wet van 27 maart 2003 gaat uit van een mogelijkheid om een eerder beslag te gebruiken, maar legt de eerste beslaglegger niet de verplichting op een zo uitgebreid mogelijk beslag te leggen dat zou kunnen dienen als basis voor navolgende schuldeisers. Let wel: de informatica zal mogelijk maken steekproeven te doen en als blijkt dat confraters steevast een nieuw beslag leggen kan de wetgever misschien vlugger ingrijpen dan ons lief is.

15 JANUARI 2007 VRIJE TRIBUNE Deurwaarders en de sociale realiteit Bedenkingen bij enkele krantenberichten... De weekendkrant van De Standaard van 14-15 oktober 2006 publiceerde enkele artikelen die mijn bijzondere aandacht genoten en die rechtstreeks of onrechtstreeks met ons beroep te maken hebben en die aanleiding gaven tot volgende beschouwingen. 1. Titelpagina "Jonge daders kunnen ouders niet meer ruineren". Federaal minister van Economische zaken Marc Verwilghen heeft met de verzekeringssector een akkoord bereikt dat minderjarigen en hun ouders financieel beschermt als het kind zware materiële of fysieke schade heeft aangericht (vb.stenen gooien vanop een brug, brandstichting, vechtpartij). Het slachtoffer wordt volledig vergoed door de familiale verzekering van de ouders, maar de verzekeraar kan het uitbetaalde bedrag niet integraal terugvorderen van de ouders. Het wettelijk verhaalsrecht dat de verzekeraar heeft (namelijk indien met opzet een grove fout is gemaakt of in geval van roekeloos gedrag), is beperkt tot 31.000 euro. Tot 11.000 euro mag alles teruggevorderd worden; tussen 11.000 en 31.000 eurode helft van het uitbetaalde bedrag. Enerzijds een geruststelling dat geen van mijn drie woelwaters mij ooit kan ruineren, anderzijds wordt hier weer een stuk individuele verantwoordelijkheid (van kinderen en de opvoedende ouders samen) afgewenteld op het collectief (de premiebetaler). Waar ligt de grens? Eigenlijk wordt zodoende de 'familie met beperkte aansprakelijkheid' ingevoerd. Uitgangspunt van de regering is dat men zich kan afvragen of het verantwoord is dat de minderjarige of zijn ouders hun leven lang opdraaien voor een vergissing begaan op een moment dat de jongere zijn maturiteits- en verstandsjaren kennelijk nog niet had bereikt. Indien steeds meer aanvaard wordt dat de individuele verantwoordelijkheid ontlopen wordt, waarom blijven beoefenaars van een vrij beroep ( met uitzondering van de medische sector, zie verder ) dan onbeperkt aansprakelijk? 2. Pagina 2 "Spaarboekjes in vizier van regering". De regering is op zoek naar geld. Een denkpiste bij opmaak van de begroting is om geld te puren uit de roerende voorheffing op spaarboekjes. Een Belg kan roerende voorheffing ontwijken door zijn spaargeld op verschillende spaarboekjes te deponeren; zolang het maximumbedrag per boekje niet overschreden is blijven de interesten belastingvrij. Men zou de banken kunnen verplichten alle gegevens over spaarboekjes te centraliseren zodat de spaarder zijn roerende voorheffing moet betalen. Theoretisch perfect mogelijk: in België bestaat geen bankgeheim, enkel een discretieplicht die uiteraard kan opzij geschoven worden om een hoger belang te dienen. Men kan zich afvragen waarom, eens de centralisatie van spaarboekjes is ingevoerd, die verzamelde informatie niet kan opgevraagd worden door een gerechtsdeurwaarder gelast met de gedwongen tenuitvoerlegging van een titel. Het beslag- en executierecht is van openbare orde, het naleven van verplichtingen opgelegd in een uitvoerbare titel is een plicht van elke burger. Het terzijde schuiven van de bancaire discretieplicht is een belangenafweging die een rechtstaat mag maken. Alle baten kunnen helpen om een vonnis uit te voeren. Het zal alleszins het verbroken evenwicht tussen de belangen van schuldeiser en schuldenaar helpen herstellen. 3. Pagina 4 "Regeling medische schade op komst". Al lang heeft men getracht een regeling uit te werken voor een objectieve aansprakelijkheid bij medisch falen. Tot nu toe kan het slachtoffer van een medisch falen slechts een vergoeding krijgen indien hij een fout kan bewijzen, een schade en het oorzakelijk verband daartussen (de klassieke leer van art. 1382 B.W.). Een moeilijke klus, zeker tegen geneesheren. De regering heeft een voorontwerp van wet klaar om elke abnormale medische schade te vergoeden, fout of geen fout, middels een schuldloze verzekeringsregeling. Er komt een Fonds voor Medisch Falen. Wie niet akkoord is met de vergoeding voorgesteld door dit fonds kan in beroep gaan bij de arbeidsrechtbank. Een mogelijkheid om een procedure voor de gewone burgerlijke rechtbank te brengen (en een hogere vergoeding te claimen) bestaat niet. Er wordt niet met forfaits gewerkt maar de minister kan plafonds opleggen. Vanuit het standpunt van de patiënt bekeken is dit een goede zaak. Het vermijdt langdurige procedures en kosten en hij hoeft niet langer het moeilijke bewijs te leveren van het oorzakelijk verband tussen fout en schade. Niet denkbeeldig is de vrees voor meer nonchalant optreden van de arts. Er wordt toch geen onderzoek naar de fout gedaan. Nu geen procedure meer gevoerd wordt voor de burgerlijke rechter is evenmin nog de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder nodig. Te verwachten valt dat de

16 Nieuwsbrief CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS Vrije Tribune (vervolg) behandeling door het Fonds en de Arbeidsrechtbank uitsluitend met aangetekende kennisgevingen zal gebeuren. Het komt mij voor dat nu ook de medische sector grotendeels haar onbeperkte aansprakelijkheid kan ontlopen en de arts nog beperkt aansprakelijk zal zijn bij medisch falen. Wanneer mogen de juridische beroepen een dergelijke beperking van hun aansprakelijkheid verwachten? 4. Katern "De Week", pagina 3 "Muhammad Yunus winnaar Nobelprijs voor de vrede" Dit artikel heeft mij bijzonder getroffen. Yunus is stichter van de Grameen Bank. Deze bank is gespecialiseerd in micro-kredieten aan de allerarmsten. Uiteraard kunnen die niet de klassieke waarborgen bieden. Het systeem is gestoeld op terugbetalingen via o.a. sociale controle. Volgens Yunus zijn armen meer gemotiveerd dan rijken om hun schulden af te lossen, omdat ze beseffen dat de lening de enige manier is om uit de armoede te geraken. 99% van de klanten betaalt de lening terug ondanks een rentevoet van 20%! Yunus is geen milde weldoener. Hij geeft niets weg, hij zoekt naar structurele oplossingen waarmee armen op termijn in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Uiteraard kan men de situatie in Bangladesh (waar Yunus en zijn bank opereren) niet met België vergelijken. De microkredieten zullen hier misschien niet de oplossing bieden. Terugbetaling die vooral stoelt op sociale controle lijkt mij in onze individualistische en op "privacy" gestoelde samenleving uitgesloten. Maar het principe dat Yunus hanteert moet ons, en vooral de linkse politici, tot nadenken stemmen: geld geven aan armen of hun schulden kwijtschelden (collectieve schuldenregeling met kwijtschelding na 5 jaar, verschoonbaar verklaring na faillissement, alsmaar meer uitbreiding van de niet-beslagbaarheid van roerend goed en lonen, ja zelfs tot en met niet-beslagbaarheid van de woning/hoofdverblijf) is geen structurele oplossing. Dit dompelt de mensen onder in een cultuur van onverantwoordelijkheid, gelatenheid, en laat hen ongebreideld beroep doen op de zorgverlening van de overheid. Wat de overheid en de financiële sector wel moet doen is de mensen de middelen geven om hun lot te verbeteren waarbij men de markt als middel gebruikt om armoede te bestrijden in plaats van markverlammende maatregelen op te leggen. Daarbij moet eenieder zijn verantwoordelijkheid opnemen: kredietverlening is gebaseerd op discipline. Het punt is dat de lening moet terugbetaald worden. Wie dat miskent zal armoede nooit uitroeien. Francis Snoeck Bestuurder CVG 2007 Ter gelegenheid van het nieuwe jaar 2007 stuurden we naar alle CVG-leden een exclusieve cartoon-poster van de hand van Junius waarin met enige lichtvoetige ironie de veelzijdige aspecten van "de gerechtsdeurwaarder" als dienaar en veldwerker van Vrouwe Justitia werden afgebeeld. We hopen dat u deze artistieke attentie kon waarderen. Namens de CVG - Raad van Bestuur DEXIA Antwerpen Metropool cvba Contactpersonen : Dany Annys ' 03 286 42 40 E-mail : dany.annys@mandat.dexia.be Yves Vanderhoeven ' 03 260 84 10 E-mail : yves.vanderhoeven@mandat.dexia.be