VERZONDEN 2 4 AUG 2076

Vergelijkbare documenten
OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

in in ii mi ii mm ii ii

VERZONDEN 0 8 SEP 2016

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D

Ontwerp omgevingsvergunning UV

* *

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

Omgevingsvergunning OV

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

Ontwerp besluit UV

in in miii ii inn ii i ii

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Aan dit besluit zijn, conform artikel 5.13a van het Besluit omgevingsrecht (Bor), geen voorschriften verbonden

* *

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

Omgevingsvergunning OV

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 27 september 2016 Gemeente Bronckhorst nr

OMGEVINGSVERGUNNING Besluit. Burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek,

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Besluit omgevingsvergunning. Zaaknummer: (geen OLO-nummer) Autohandel en Autodemontagebedrijf Helmerich B.V. Gerrit Bolkade BR Zaandam

M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

OMGEVINGSDIENST. FLEVOLAND & GOOiEN VECHTSTREEK. Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) Locatie: Fellinilaan 151 in Almere

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING D *D *

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Beschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 21 juni 2016 bij hen ingekomen aanvraag van M.H.A. Eilers te Sterksel, om

eurne Maatschap Wijnen F.J.W.P. & Frawij B.V. Moorveld PN LIESSEL

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) datum: 31 augustus 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016W0138

Deze omgevingsvergunning wordt, op verzoek van de vergunninghouder, ingetrokken omdat er geen dieren meer worden gehouden.

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

Op 29 september 2016 heeft u een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend. Bij deze brief ontvangt u de ontwerpbeschikking op uw aanvraag.

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wij hebben op 14 juli 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van AVI Den

*16SXO52399* Ontwerp-Besluit Omgevingsvergunning, Zuiderlandweg 1 A te Wolphaartsdijk

* *

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Omgevingsvergunning. 2. aan deze vergunning voorschriften te verbinden.

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

* *

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

Besluit Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets. Gooische Bierbrouwerij B.V. Naarderstraat 8 Hilversum

Besluit omgevingsvergunning milieuneutrale wijziging. Aanvraagnummer: OLO Zaaknummer:

eurne Deurne, 6 september 2016 Kenmerk: / Betreft: toezending omgevingsvergunning en acceptatie melding Bijlage: 1

Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Suiker Unie Vierverlaten. ten behoeve van de activiteit bouwen en mliieuneutraal veranderen

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering.

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in combinatie met een Melding Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer)

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Autosloopbedrijf Familie Maris B.V

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

* *

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Transcriptie:

: 16int03772 gemeente Hilvarenbeek Zaaknummer:20150254 VERZONDEN 2 4 AUG 2076 OMGEVINGSVERGUNNING 20150254 Ontwerpbesluit Burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek, Aanvraag gezien het op 26 juni 2015 ingekomen verzoekschrift van Maatschap J. Van Oort/K. Van Oort-V.D. Vlies, wonende Esbeekseweg 17 te 5085 EA ESBEEK, om een omgevingsvergunning voor de activiteit(en): - Handelingen in beschermd natuurgebied - Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen voor een beperkte milieutoets voor het wijzigen van het dierenaantal op het perceel kadastraal bekend: gemeente sectie, nummer: plaatselijk bekend: Esbeekseweg 17 in Esbeek. Ontwerpbesluit Burgemeester en wethouders zijn voornemens, gelet op artikel 2.1, 2.10 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning en onder de bijgevoegde voorwaarde(n). De omgevingsvergunning wordt verleend voor de activiteiten: - Handelingen in beschermd natuurgebied Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen Bijlagen De volgende onderdelen behoren bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning aan Maatschap J. Van Oort/K. Van Oort-V.D. Vlies, wonende Esbeekseweg 17 te Esbeek voor een beperkte milieutoets voor het wijzigen van het dierenaantal op het perceel kadastraal bekend: gemeente, sectie:, nummer:, plaatselijk bekend: Esbeekseweg 17 in Esbeek 1. 15inkl5279 Formulier met aanvraaggegevens 2. 15inkl5274 Bijlage Activiteitenbesluit en Omgevingsvergunning beperkte milieutoets van 21 mei 2015 3 15inkl5276 Milieutekening met situatietekening 4. 15inkl5277 Meldingsformulier Activiteitenbesluit d.d. 21 mei 2015 5. 16inkl4936 Verklaring van geen bedenkingen d.d. 1 maart 2016 6. 16inkl0899 Aanvulling aanvraag (OBM) Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is beoordeeld voorde activiteit: 'Handelingen in beschermd natuurgebied', aan artikel 2.27 - 'Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen', aan artikel 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht.

Ten aanzien van de activiteit 'Beperkte Milieutoets (OBM)' Procedurele overwegingen Op 26 juni 2015 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: Maatschap J.J.J.M. van Oort en K. van Oort - van der Vlies voor de inrichting aan de Esbeekseweg 17 te Esbeek. Eerder is op 21 mei 2015 al een melding op grond van het Activiteitenbesluit bij ons ingediend. Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: veranderen van een rundveehouderij met 253 stuks vrouwelijk jongvee en 1 volwassen pony, waarbij nu 51 lammeren in de aflammerperiode gehouden zullen gaan worden in stal 2. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning, alsmede in de 'Bijlage melding Activiteitenbesluit en aanvraag Omgevingsvergunning beperkte milieutoets van 21 mei 2015'. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, zoals aangegeven in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo. Als één of meer van bovengenoemde activiteiten plaatsvinden, moet daarnaast beoordeeld worden of een aantal toestemmingsstelsels kan worden aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, volgt niet uit de Wabo, maar uit de desbetreffende wet. Naar aanleiding van de door de inrichting houder aangegeven 'Handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden', en het gegeven dat voor de inrichting nog geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 is aangevraagd of verleend, is door ons op 26 juni 2015 bij de ODBN een Vvgb aangevraagd en haakt deze procedure dus aan aan de procedure voor de Obm. De vergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder categorie 8 van onderdeel C van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht. Huidige vergunning situatie Voor de inrichting is op 13 juni 2006 vergunning (revisie) verleend. Deze vergunning is volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. Het betrof toen een inrichting waarin werden gehuisvest 140 volwassen melk- en kalfkoeien van 2 jaar en ouder, 94 stuks vrouwelijk jongvee en één volwassen pony. Op 28 oktober 2008 is een melding ingevolge het toenmalige Besluit landbouw milieubeheer geaccepteerd. Daarbij bleef het aantal en soort dieren ongewijzigd. Daarbij is de vergunning van 2006 niet van rechtswege komen te vervallen. Op 18 juni 2014 is een melding Activiteitenbesluit ingekomen. Toen zijn alle melk- en kalfkoeien uit de inrichting verdwenen en is het aantal vrouwelijk jongvee van 94 toegenomen naar 253 stuks; daarnaast was één volwassen pony aanwezig. Daarmee is de inrichting onder dit besluit komen te vallen. De inrichting is dus aan te merken als een inrichting type B. Een weergave van de onder het besluit geldende aantallen en soorten dieren is opgenomen in het Bedrijfsontwikkelingsplan op pagina 4 van eerdergenoemde Bijlage. 2

Bevoegd gezag Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilvarenbeek zijn bevoegd gezag om te beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning. Dit volgt uit artikel 2.4, eerste lid van de Wabo. Volledigheid aanvraag en opschorting procedure Wij hebben de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. Procedure (uitgebreid) Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop zijn wij niet verplicht om van de aanvraag kennis te geven in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op andere geschikte wijze, tenzij bij de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Nu deze uitzonderingsgrond zich niet voordoet hebben wij geen kennis gegeven van de aanvraag in de Hilverbode. Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Bor of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Omdat het hier een geval betreft als vermeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo, wordt de omgevingsvergunning niet verleend dan nadat de ODBN namens Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant heeft verklaard dat daartegen geen bedenkingen zijn. In dit kader hebben wij na ontvangst van de aanvraag op 26 juni 2015 een exemplaar daarvan toegezonden aan de ODBN met het verzoek om daarvoor een vvgb af te geven. Op 1 maart 2016 hebben wij van de ODBN een verklaring ontvangen waaruit blijkt dat er, gelet op het belang van de ammoniakdepositie, geen bedenkingen zijn tegen het verlenen van de gevraagde vergunning. Deze verklaring bestaat uit een considerans en voorschriften. In de vvgb worden daarbij een aantal voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden zijn ook van toepassing bij deze vergunning. Activiteitenbesluit milieubeheer In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. In bijlage I, onderdelen B en C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. Op basis van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit moet de verandering van de inrichting worden gemeld. Tegelijkertijd met de aanvraag is een melding ingevolge genoemd besluit gedaan. Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan de volgende artikelen uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling: Agrarische activiteiten» Paragraaf 3.5.8 Houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven. 3

Aan de Obm worden volgens artikel 5.13a van het Besluit omgevingsrecht geen voorschriften verbonden. Wel zal de aangevraagde activiteit moeten voldoen aan de relevante bepalingen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Toetsing milieueffectrapportage De aangevraagde activiteiten vallen onder onderdeel D van de bijlage van het besluit milieueffectrapportage. Dit betekent dat gelet op artikel 2, lid 5, onder b, van het Besluit milieueffectrapportage wij als bevoegd gezag, op grond van de in bijlage III bij de EEG richtlijn 85/337/EEG (gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG en richtlijn 2003/35/EG) genoemde criteria, toepassing moeten geven aan een m.e.r. beoordeling als bedoeld in artikel 7.16 t/m 7.19 van de Wm als niet kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Voor de verdere uitwerking hiervan verwijzen wij naar de hierna opgenomen paragraaf M.e.r - (beoordeling)plicht. Inhoudelijke overwegingen Toetsingskader OBM Inleiding Voor een aantal milieurelevante activiteiten waarvoor het Activiteitenbesluit algemene regels stelt, is eerst toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen worden ondernomen. Het doel van de Obm is dat het bevoegd gezag na een beperkte milieutoetsing vooraf instemt met het van start gaan van een specifieke activiteit op een specifieke locatie. De Obm bestaat uit een instemming of een weigering. De aangevraagde activiteit valt onder artikel 2.2a, eerste lid, onder d, van het Bor. De aangevraagde activiteit wordt getoetst aan lid 1 'milieueffectrapporť van artikel 5.13b van het Bor. Hieronder zijn onze overwegingen weergegeven. Op grond van artikel 5.13a van het Bor mogen aan de omgevingsvergunning met beperkte milieutoets geen voorschriften worden verbonden. Nadat deze vergunning is verleend, zijn op de activiteit de algemene regels van het Activiteitenbesluit van toepassing. Toetsing De Obm is aangevraagd voor 51 schapen als bedoeld in artikel 2.2a, eerst lid, onder d, van het Bor. Ten aanzien van die activiteit is in artikel 5.13b, lid 1, van het Bor bepaald dat de Obm moet worden geweigerd indien het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op een Obm, zijn er ten aanzien van de aangevraagde activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. 4

M.e.r.-(beoordelings)plicht Inleiding Op grond van het Besluit milieueffectrapportage moet het bevoegd gezag, voor alle activiteiten die beneden de m.e.r.-beoordelingsdrempel liggen, bepalen of de activiteit daadwerkelijk geen aanzienlijke milieugevolgen heeft. Dit dient te gebeuren op grond van de criteria genoemd in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. De criteria van bijlage III van de richtlijn omvatten:» de kenmerken van de activiteit (onder andere omvang en cumulatie); «de plaats waar de activiteit wordt verricht (de kenmerken van het plangebied in relatie met kwetsbaarheid omgeving); «de kenmerken van de gevolgen van de activiteit (mogelijke effecten van de activiteit, onder andere bereik, waarschijnlijkheid en omkeerbaarheid). Deze bijzondere omstandigheden worden hierna ten aanzien van de activiteit nader beschouwd. 1. De kenmerken van de activiteit De activiteit betreft de toename van de veestapel met 51 schapen in de aflammer-periode, die in stal 2 worden gehuisvest. De activiteit vormt een onderdeel van een bestaande rundveehouderij voor vrouwelijk jongvee. Na realisatie van de activiteit kunnen er binnen deze inrichting in totaal 253 stuks vrouwelijk jongvee, 1 volwassen pony en 51 schapen worden gehuisvest, zoals weergegeven is in tabel 'Aangevraagde vergunning' van de bij de aanvraag overgelegde Bijlage melding Activiteitenbesluit en aanvraag Omgevingsvergunning beperkte milieutoets van 21 mei 2015. Bij de kenmerken van het project is in het bijzonder in overweging genomen a. de omvang van het project; b. de cumulatie met andere projecten; c. het gebruik van natuurlijke hulpbronnen; d. de productie van afvalstoffen; e. verontreiniging en hinder; f. risico van ongevallen, met name gelet op de gebruikte stoffen en technologieën. De hiervoor onder a, c, d en e genoemde punten zijn in deze overwegingen beoordeeld, reden waarom wij de aangevraagde vergunning verleenbaar achten. Voor wat betreft het onder b gestelde (cumulatie) zijn voor zover ons bekend, in de omgeving van onderhavige inrichting geen andere activiteiten, wijzigingen of uitbreidingen aan de orde, waardoor cumulatie van emissies van geluid, ammoniak, geur en fijn stof toeneemt. Ten slotte is het onder punt f genoemde risico van ongevallen, ten gevolge van gebruikte stoffen en technologieën niet aanwezig, dan wel hoogstens verwaarloosbaar te achten. 2. Plaats van het project De inrichting is gelegen in het buitengebied van Hilvarenbeek. Op ongeveer 830 meter is de bebouwde kom van Hilvarenbeek gelegen. In de directe nabijheid van de inrichting zijn enkele burgerwoningen en woningen behorende bij veehouderijen gelegen. De directe omgeving waar de activiteit wordt verricht, is voornamelijk in gebruik als grasland en bouwland. Bij de mate van kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop de projecten van invloed kunnen zijn is in het bijzonder in overweging genomen: «het bestaande grondgebruik; «de relatieve rijkdom aan en de kwaliteit en het regeneratievermogen van de natuurlijke hulpbronnen van het gebied; 5

» het opnamevermogen van het natuurlijke milieu, met in het bijzonder aandacht voor de volgende typen gebieden: wetlands; kustgebieden; berg- en bosgebieden; reservaten en natuurparken; gebieden die in de wetgeving van de lidstaten zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd; speciale beschermingszones door de lidstaten aangewezen krachtens richtlijn 79/409/EEG en richtlijn 92/43/EEG gebieden waarin de bij communautaire wetgeving vastgestelde normen inzake milieukwaliteit reeds worden overschreden; gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid; landschappen van historische, cultureel of archeologisch belang. Met betrekking tot de locatie van het project wordt over het bestaande grondgebruik en de relatieve rijkdom aan en de kwaliteit en het regeneratievermogen van de natuurlijke hulpbronnen van het gebied, evenals het opnamevermogen van het natuurlijke milieu opgemerkt dat met de aangevraagde vergunning daarop niet een zodanige aanslag wordt gepleegd, dat deze vergunning om die reden geweigerd zou moeten worden. 3. Kenmerken van het potentiële effect Als gevolg van de voorgenomen activiteit dient ook beoordeeld te worden of er sprake is van een toename van een negatief effect op de directe omgeving en of deze al dan niet verwaarloosbaar is. Kenmerken van de gevolgen - ammoniak Voor de beoordeling van de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt met betrekking tot het aspect ammoniak moet getoetst worden aan de artikelen 3.112 tot en met 3.125 van het Activiteitenbesluit en indirect aan het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting). De dierenverblijven liggen niet in een zeer kwetsbaar gebied, zoals bedoeld in de Wav, dan wel in een zone van 250 meter daaromheen. Uit de gegevens van het RIVM (2015) blijkt dat in het roostervlak waarin het bedrijf zich heeft gevestigd, de achtergronddepositie circa 1.820,0 mol N-totaal per hectare per jaar bedraagt. Het dichtst bijgelegen kwetsbare gebied 'de Rovertsche Heide' is gelegen op circa 1.320 meter van de inrichting. De achtergronddepositie op het kwetsbare gebied bedraagt circa 1.919,0 mol N-totaal per hectare per jaar. De inrichting valt met het gevraagde veebestand niet onder de reikwijdte van de IPPC-richtlijn. Derhalve hoeft niet aan de Beleidslijn te worden getoetst. Hierdoor kan worden volstaan met de toepassing van BBT. Om te bepalen of een huisvestingssysteem als BBT mag worden aangemerkt dient het Besluit huisvesting geraadpleegd te worden. Wanneer een huisvestingsysteem voldoet aan de maximale emissiedrempelwaarden wordt een dergelijk systeem als BBT aangemerkt. Voor schapen geldt geen maximale emissie-drempelwaarde, waarmee het stalsysteem, waar de schapen in worden ondergebracht voldoet een de voorwaarden van de best beschikbare technieken (BBT). 6

De inrichting kan door stikstofdepositie door de uitstoot van ammoniak, schadelijke effecten veroorzaken op IMatura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten. Op 7 september 2011 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan over de vergunningplicht voor veehouderijen nabij Natura 2000-gebieden (201003301/1/R2). Deze uitspraak heeft tot gevolg dat, er ondanks een afname van stikstofemissie en -depositie op gevoelige en overbelaste habitats binnen Natura 2000-gebieden en bepaalde in artikel 19kd van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw), nog wel degelijk een vergunningplicht geldt. Gezien de toetsingscriteria van de betreffende provincie, dient er voor de beoogde situatie een Nbwvergunning aangevraagd te worden bij de provincie Noord-Brabant. Deze is het bevoegd gezag voor het afhandelen van de Nbw-vergunningaanvraag. De aangevraagde situatie mag pas gerealiseerd worden als de betreffende Nbw-vergunning, welke overeen dient te komen met de omgevingsvergunning, verleend is. Voor de aangevraagde situatie is geen Nbw-vergunning aangevraagd, maar is verzocht om een verzoek om een vvgb in te dienen. Dat verzoek hebben we bij de ODBN ingediend, die dit namens de provincie Noord-Brabant verder afhandelt. Kenmerken van de gevolgen - geur De artikelen 3.115 tot en met 3.119 van het Activiteitenbesluit vormen het toetsingskader voor de omgevingsvergunning als het gaat om geurhinder vanuit dierenverblijven van veehouderijen. De cumulatieve bijdrage van geurhinder naar gevoelige objecten in de omgeving van de aangevraagde locatie hoeft in het kader van het Activiteitenbesluit niet te worden berekend, maar is verdisconteerd in de geurnormen van het Activiteitenbesluit. Gezien de achtergrondemissie aan geur in het gebied waar de inrichting is gelegen, heeft onze gemeente er voor gekozen een gemeentelijke geurverordening vast te stellen waarin wordt afgeweken van de geurnormen en afstanden die in het Activiteitenbesluit zijn opgenomen. Uit de beoordeling van de melding Activiteitenbesluit blijkt dat wordt voldaan aan de in de gemeentelijke geurverordening en, voor zover van toepassing, de in het Activiteitenbesluit gestelde criteria, zoals opgenomen in de artikelen 3.115 tot en met 3.119. Kenmerken van de gevolge -fijn stof De omgevingsvergunningaanvraag betreft een verandering van het aantal dieren. Dit kan gevolgen hebben voor emissie van fijn stof. Titel 5.2 van de Wet milieubeheer vormt het toetsingskader voor de emissie van fijn stof vanuit dierenverblijven. Voor de inrichting is een aanvraag OBM voor zwevende deeltjes niet nodig. Dit betekent dat de voorgenomen wijziging van de inrichting niet in betekende mate bijdraagt aan de concentratie zwevende deeltjes in de buitenlucht. Aan de eisen van hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer wordt voldaan. 7

Conclusie Samengevat kan worden gesteld dat:» gezien de kenmerken van het veranderen van het houden van landbouwhuisdieren bij een bestaande rundveehouderij voor vrouwelijk jongvee en één volwassen pony;» de plaats waar de activiteit wordt verricht;» de kenmerken van de gevolgen van de activiteit, er geen sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zoals bedoeld in het Besluit milieueffectrapportage. Voor de aangevraagde activiteiten is geen milieueffect-rapport opgesteld in de zin van artikel 7.17, lid 1, van de Wet milieubeheer (Wm). Gezien de omvang van de aangevraagde activiteiten, in relatie tot de omgeving, beoordelen wij dat geen milieueffectrapport hoeft te worden opgesteld. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op een OBM, zijn er ten aanzien van de aangevraagde activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Rechtsmiddelen De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken liggen vanaf 26 augustus 2016 ter inzage. Dit moet op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Vanaf het moment dat de stukken ter inzage liggen hebben belanghebbenden zes weken de tijd om zienswijzen over de ontwerpbeschikking in te dienen bij de gemeente Hilvarenbeek, Postbus 3, 5080 AA, Hilvarenbeek. Hilvarenbeek, 23 augustus 2016 Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek u te n aris Frank Jansen