De Europeanen en de crisis. De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB Parlemètre 74.1) ANALYTISCHE SYNTHESE. TNS opinion

Vergelijkbare documenten
DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Analytische samenvatting

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2017

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2)

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014" Parlemeter deel BEKNOPTE SAMENVATTING

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1)

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013

CRISIS EN ECONOMISCH BESTUUR V

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2)

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 74.3 voor energie) Europeanen en energie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

De Europeanen en de crisis

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Postelectoraal onderzoek Europese verkiezingen 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

De Europeanen twee jaar voor de Europese verkiezingen van 2014 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 77.4)

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement

Handelsmerken 0 - DEELNAME

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie

EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Code Geboorteland Straatnaam

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

Parlemeter - november 2011 Eurobarometer Europees Parlement (EB/PE 76.3)

Sociale bescherming in belgië

2 Leveringen van goederen naar

Pensioenbeleid als antwoord op onzekerheid over de lange termijn

Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten

Europese Commissie wil salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen aanzienlijk verminderen

Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie

ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT

De Europeanen twee jaar voor de Europese verkiezingen van 2014 De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 77.4)

Pensioenbeleid als antwoord op onzekerheid over de lange termijn Frank Vandenbroucke Universiteit van Amsterdam

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

Een pensioenhervorming in het teken van defined ambition? Frank Vandenbroucke Jaarevent Alumni & Friends, Actuariaat Leuven 28 september 2015

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht

Vrouwen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. Belangrijkste resultaten

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 70) Najaar 2008 Analyse

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

Einde aan "roaming-afzetterij": tarieven voor sms-en, bellen en internetten vanuit het buitenland vanaf vandaag een stuk lager dankzij EU-maatregelen

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Duitsland (DE)

2013/4 D/2013/3241/078

EU fiscale controle en investeringen. Thomas BERNHEIM

INLEIDING

Hoe staan de Europeanen tegenover klimaatverandering?

Speciale EB 75.1 Eurobarometer Europees Parlement. Europeanen en energie (deel II)

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief

Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context

9332/15 ADD 3 dep/yen/jg 1 DG D 2A

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Basis gegevens tender

Transcriptie:

Directoraat-generaal Voorlichting Directoraat C Betrekkingen met de burger Eenheid Opvolging publieke opinie Brussel, 14 oktober 2010 De Europeanen en de crisis De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB Parlemètre 74.1) ANALYTISCHE SYNTHESE Onderzoeksgebied: EU27 (26 635 personen geïnterviewd) Bevolking: Europeanen van 15 jaar en ouder Methodologie: Persoonlijke interviews (CAPI) Veldwerk: 26 augustus - 16 september 2010 TNS opinion I. IMPACT VAN DE CRISIS 8 A. Impact op de economische situatie 8 B. Impact op de werkgelegenheidssituatie 10 II. REACTIES VAN DE LIDSTATEN OP DE CRISIS 15 A. Hoe hebben de lidstaten volgens de Europeanen opgetreden? 15 B. Hoe hadden de lidstaten zich volgens de Europeanen moeten optreden? 18 C. Meest capabele actoren om de crisis het hoofd te bieden 20 III. FINANCIËLE SOLIDARITEIT IN TIJDEN VAN CRISIS 22 A. Financiële solidariteit tussen de lidstaten in tijden van crisis 22 B. Waarom is financiële solidariteit wenselijk? 25 C. Waarom is financiële solidariteit niet wenselijk? 26 IV. DE ROL VAN DE EURO 27 V. MAATREGELEN OM UIT DE CRISIS TE KOMEN 30 A. Eerst de overheidsuitgaven verminderen of eerst de economie stimuleren? 30 B. Hoe moeten toekomstige crises worden voorkomen en vermeden? 34 C. Wie moet de grootste inspanningen leveren in termen van versoberingsmaatregelen? 36 VI. TERUGKEER NAAR GROEI EN DE EU OP WEG NAAR 2020 39 A. In hoeverre keren we terug naar groei? 39 B. Op weg naar 2020: maatregelen om duurzaam uit de crisis te komen 41 VII. AAN WELK BELEID MOET HET EUROPEES PARLEMENT NU PRIORITEIT GEVEN? 44

Eurobarometerenquête voor de trendanalyse EB 74 Veldwerk: 26 augustus - 16 september 2010 Onderzoeksgebied: 26 635 personen, persoonlijk geïnterviewd Bevolking: Europeanen van 15 jaar en ouder TNS opinion voor het Europees Parlement EB 72 Veldwerk: oktober-november 2009 Onderzoeksgebied: 26 731 personen, persoonlijk geïnterviewd Bevolking: Europeanen van 15 jaar en ouder TNS opinion voor het Europees Parlement EB 71 Veldwerk: 16 januari - 22 februari 2009: Onderzoeksgebied: 26 718 personen, persoonlijk geïnterviewd Bevolking: Europeanen van 15 jaar en ouder TNS opinion voor het Europees Parlement N.B. De lezers worden eraan herinnerd dat enquêteresultaten schattingen zijn waarvan de accuratesse, bij overigens gelijke omstandigheden, afhankelijk zijn van de omvang van de steekproef en van het waargenomen percentage. Met steekproeven van circa 1000 interviews ligt het echte percentage, als de gehele bevolking zou zijn geïnterviewd, binnen de volgende betrouwbaarheidsgrenzen: Waargenomen percentages of 90% 20% of 80% of 70% 40% of 60% 50% Foutenmarge +/- 1,9 punten +/- 2,5 punten +/- 2,7 punten +/- 3,0 punten +/- 3,1 punten 2

Inleiding Deze enquête over de Europeanen en de crisis is de tweede die is gehouden op initiatief van het Europees Parlement. De eerste vond plaats in januari/februari 2009, voorafgaand aan de Europese verkiezingen van juni 2009. Sindsdien heeft de Europese Commissie vergelijkbare vragen over de crisis gesteld in verschillende Eurobarometerenquêtes. In deze analyse worden de resultaten van deze tweede enquête (uitgevoerd in augustus/september 2010) gepresenteerd en vergeleken met de resultaten van de eerdere onderzoeken. Tussen de twee enquêtes van het Europees Parlement heeft de Europese Unie een aantal initiatieven genomen om de crisis te bestrijden: reguleringen, een Europees monetair fonds, goed economisch bestuur, de 2020-strategie, enz. Over enkele van die maatregelen heeft het Parlement in een aantal uitgebreide verslagen al zijn standpunt te kennen gegeven; over enkele andere zal het dit binnenkort doen. Tijdens de vergaderperiode van 18-21 oktober 2010 in Straatsburg zal een besluit over twee verslagen worden genomen: een verslag over de "financiële, economische en sociale crisis" en een verslag over economisch bestuur en de stabiliteit van de EU, en met name van de eurozone. Tijdens dezelfde periode hebben de meeste lidstaten ingrijpende hervormingen doorgevoerd in hun begrotingsbeleid, met als doel het overheidstekort terug te dringen. Het is in deze context dat de Europeanen naar hun zorgen ten aanzien van de crisis is gevraagd: hoe beoordelen zij de crisisaanpak van de EU en de lidstaten? Wat is hun mening over de solidariteit tussen de lidstaten? Wat zijn de meest geschikte actoren in de strijd tegen de crisis? Wat zijn volgens hen de prioritaire beleidsbeslissingen die de EU nu moet nemen? Welke route moet de EU tegen 2020 volgen? Enz. In totaal zijn 26 635 burgers persoonlijk door TNS opinion ondervraagd. De resultaten bevestigen het resultaat van de vorige Eurobarometerenquête, namelijk dat de Europeanen zich ernstig zorgen maken over de crisis. Hier volgt een kort overzicht van de voornaamste bevindingen: - De Europeanen verwachten duidelijk zij het minder uitgesproken dan in januari 2009 - dat de EU en de lidstaten op een meer gecoördineerde manier optreden. - Ze willen duidelijk dat de lidstaten een actievere rol gaan spelen in de bestrijding van de crisis. - Tegen de achtergrond van een wijdverspreid gevoel dat de armoede blijft toenemen, willen de Europeanen dat Europese beleidsinitiatieven worden ontwikkeld die de burgers rechtstreekse bescherming bieden door armoede en uitsluiting te bestrijden, de consument beter te beschermen, enz. Ze verkiezen dit individugericht beleid boven algemene maatregelen, zoals de strijd tegen klimaatverandering. - Er blijkt geen eensgezindheid te bestaan over de beste aanpak van de crisis: bezuinigen, of de economie juist stimuleren? - Uit de enquête blijkt een overweldigend draagvlak voor financiële regulering en maatregelen om de banken te controleren. - Er blijkt duidelijke steun te bestaan voor financiële solidariteit met EU-lidstaten die het economisch moeilijk hebben. - De ondervraagden spreken hun steun uit voor meer convergentie van het economisch, begrotings- en financieel beleid van alle lidstaten. - Een significant percentage van de Europeanen zegt geen ondubbelzinnig antwoord te weten op macro-economische vraagstukken (op nationaal en mondiaal niveau). 3

- Uit de enquête blijkt ook dat er nationale tendensen bestaan, die verband houden met de soms sterk uiteenlopende specifieke situaties in de lidstaten. Er zij op gewezen dat het EUgemiddelde een gewogen gemiddelde is op basis van demografische en bevolkingscriteria. - Uit de enquête blijkt voorts onzekerheid over de effectiviteit van de euro bij het bestrijden van de crisis. De algemene achtergrond Om de resultaten van de twee enquêtes beter te begrijpen, moet de algemene achtergrond van het veldwerk in gedachten worden gehouden. In de eerste enquête werd het woord "crisis" frequent gebruikt omdat dit voortdurend in de berichtgeving in de media terugkwam. In de tweede enquête was de sfeer minder emotioneel. In januari en februari 2009 was er een wereldwijde financiële crisis aan de gang: faillissementen, de verwoestende gevolgen van de subprime -crisis, het schandaal rond Madoff, monetaire crises, enz. De internationale situatie werd gedomineerd door het zoeken naar oplossingen door internationale spelers, met name de EU: voorstellen van de Europese Commissie om de economie te stimuleren, plannen om Europese banken te ondersteunen, plannen om de investeringen in de Verenigde Staten vlot te trekken, enz. In de periode tot juni 2010 vonden de volgende gebeurtenissen plaats: de Griekse crisis, het daaruit voortvloeiende debat over solidariteit tussen de EU-lidstaten, de plannen om een Europees mechanisme voor financiële stabiliteit op te zetten, wetgevingsvoorstellen over de beloning van bestuurders van banken, reguleringsmaatregelen, de Europa 2020-strategie, enz. In deze hele periode richtte de berichtgeving in de media zich logischerwijs meer op onderwerpen die verband hielden met de gevolgen en de gevaren van de crisis dan op de aanpak van de crisis of de pogingen van de EU en/of de lidstaten om de crisis aan te pakken. Het veldwerk voor deze enquête vond plaats aan het eind van de zomer van 2010. Dit verklaart mogelijk deels waarom de respondenten zich niet allemaal precies konden herinneren wat er op EUniveau was gedaan. Aanhoudende zorgen over de crisis De belangrijkste trends van januari 2009 zijn niet veranderd: de respondenten waren van mening dat de crisis een grotere impact op economisch niveau dan op individueel niveau heeft gehad. Impact op economisch niveau: Gevraagd naar de gevolgen van de crisis, blijkt de bezorgdheid sinds de vorige enquête niet te zijn afgenomen. Evenals in de vorige enquête dacht 90% van de respondenten dat de crisis "zeer grote" of "tamelijk grote" gevolgen zal hebben op alle economische niveaus: op het niveau van de wereldeconomie, op het niveau van de Europese economie en op het niveau van de nationale economie. Impact op individueel niveau: De Europeanen waren minder pessimistisch als het ging om hun persoonlijke situatie. In januari en februari 2009 meende 5 dat de crisis "zeer grote" of "tamelijk grote" gevolgen zou hebben voor hun persoonlijke situatie In september 2010 was 5 die mening toegedaan ( minder dan in de eerste enquête), terwijl 4 een andere mening had. 4

1 dacht dat ze hun baan hadden verloren als direct gevolg van de crisis. 40% meende dat iemand die ze kenden buiten de kring van hun familie en collega s zijn of haar baan had verloren als direct gevolg van de crisis. Mensen hadden het gevoel dat de crisis een grotere impact had op personen buiten hun eigen kring dan op personen in hun onmiddellijke omgeving. Minder zichtbaarheid van de maatregelen van de EU en grotere verwachtingen van nationale regeringen Gevraagd naar hoe de lidstaten tegen de crisis hebben opgetreden, antwoordde 4 nog steeds dat de lidstaten "individueel" hebben opgetreden (stabiel ten opzichte van januari-februari 2009), terwijl 3 (een daling met 1 procentpunt) "op gecoördineerde wijze" antwoordde. De percentages tussen de landen liepen op dit punt sterk uiteen, van 2 tot 6. Gevraagd of ze zich beter beschermd zouden voelen als de lidstaten "op gecoördineerde wijze" zouden optreden, zei 5 dat dat het geval was (een daling met 9 procentpunten). De percentages liepen uiteen tussen de lidstaten van tot 7. Een op de drie respondenten (, +7) verklaarde zich meer beschermd te voelen als hun land individueel maatregelen zou toepassen. Degenen die een duidelijke voorkeur voor een meer gecoördineerde aanpak hadden blijven een meerderheid vormen, al is deze meerderheid sinds januari-februari 2009 geslonken. Wat betreft de effectiviteit van de politieke organen die de crisis bestrijden, lieten de respondenten minder steun zien voor internationale actoren, ten gunste van de EU en de lidstaten. Op de vraag welke partijen het best in staat zijn om effectief actie te ondernemen tegen de crisis, antwoordde in juni 2009 (Eurobarometer van het Europees Parlement) 1 de Europese Unie, en de lidstaten. Beide antwoorden scoren nu 2, terwijl het vertrouwen in de andere voorgestelde actoren is gedaald. Een meerderheid van de Europeanen is voor financiële solidariteit tussen de lidstaten in tijden van crisis In de context van de crisis, in het bijzonder de situatie in Griekenland, was het belangrijk om te vragen naar de noodzaak van solidariteit en de bereidheid om andere lidstaten die economische moeilijkheden ondervinden financiële steun te geven. Daarbij moet in gedachten worden gehouden dat pas na verhitte debatten overeenstemming is bereikt over het Europees mechanisme voor financiële solidariteit, dat in beginsel door 6 van de Europeanen wordt aanvaard als een doelmatige maatregel om in de toekomst crises te voorkomen en te vermijden. 4 van de respondenten vindt solidariteit tussen de lidstaten wenselijk. Hiervan vindt 5 dit in naam van de "solidariteit" op zichzelf, terwijl 4 deze mening is toegedaan omdat ze dit goed achten met oog op de economische belangen van hun land. Daar staat tegenover dat 3 geen financiële solidariteit wil. Hiervan is 6 van mening dat burgers "niet zouden moeten hoeven te betalen voor de economische problemen van andere lidstaten" en 2 dat "het niet in het economisch belang van hun land" is. De economie stimuleren en/of het overheidstekort verminderen om uit de crisis te komen? Verdeelde meningen Geconfronteerd met de verschillende maatregelen die zijn genomen of voorgesteld, is gevraagd of prioriteit moest worden gegeven aan maatregelen om de overheidsuitgaven te verminderen of aan maatregelen om de economie te stimuleren. 5

Uit de antwoorden blijkt dat de publieke opinie in de EU hierover sterk verdeeld is: 3 is voor maatregelen om de economie te stimuleren, terwijl 3 wil dat prioriteit wordt gegeven aan het verminderen van het overheidstekort. Opgemerkt moet worden dat 1 van de respondenten spontaan verklaarde dat beide soorten maatregelen tegelijkertijd moeten worden genomen. Hieruit blijkt dat de Europese burgers in even grote verwarring zijn als de deskundigen wanneer ze worden geconfronteerd met de complexiteit van de voorliggende keuzes. Hoe kan de bankensector worden gecontroleerd en gereguleerd? Welke financiële bijdrage moeten de banken leveren? De EU en de lidstaten willen een nieuwe systeemcrisis in de bankensector voorkomen. Er is een breed debat gaande over de bijdrage van de banken aan het economisch herstel. De Europeanen steunen in grote meerderheid (70%) maatregelen die zijn gericht op de hervorming en verbetering van het toezicht op spelers in de financiële markten. Er wordt aan herinnerd dat het pakket maatregelen voor de "financiële regulering" in de vergaderperiode van september door het Europees Parlement is aangenomen. Minder mensen steunden de invoering van een bankbelasting en een belasting op financiële transacties: 4 is vóór, 3 is tegen, en 2 gaf geen antwoord op deze vraag. Dit is niet noodzakelijkerwijs verrassend. Het debat is nog maar net begonnen en de twee ideeën zijn onderwerp van conflicterende interpretaties wat betreft de inkomsten en de verdeling van de inkomsten die ze kunnen genereren. Er moet ook rekening worden gehouden met de betekenis van het woord "belasting": Die kan respondenten op de gedachte hebben gebracht dat ze op enige wijze zelf rechtstreeks belasting moeten betalen op hun eigen financiële transacties. Bovendien heeft het woord in de verschillende talen verschillende connotaties. Welke inhoud moet het economisch bestuur krijgen? Het debat is nog maar onlangs begonnen, en hoewel het op EU- en op nationaal niveau intens is, is de focus nog enigszins onduidelijk. Het leek nuttig om burgers te vragen naar het standpunten die het Parlement hierover had ingenomen. De respondenten werden gevraagd naar de invoering van economisch bestuur dat gericht is op coördinatie van het economisch, het begrotings- en het financieel beleid van de lidstaten. 6 van de respondenten was van mening dat dit "doeltreffend" was, terwijl 1 dacht dat het "niet doeltreffend" was en 1 niet antwoordde. Meer precies: - 6 van de respondenten is van mening dat het "doeltreffend" is om lidstaten van de EU aan te moedigen of financieel te beboeten om hen te dwingen zich te houden aan gezamenlijk vastgestelde EU-regelgeving over schulden en overheidstekorten. - 5 is van mening dat het presenteren van de nationale begrotingen van de EU-lidstaten aan de Europese Commissie een doeltreffende maatregel is om toekomstige crises te vermijden en te voorkomen. 6

Op weg naar 2020: manieren om uit de crisis te komen Het Europees Parlement heeft in juni 2010 voor het eerst gestemd over de zogeheten "Europa 2020"- strategie die door de Europese Commissie is voorgesteld en waarin de Commissie haar middellangetermijnvisie op de toekomst van de EU geeft. Bij het te boven komen van de crisis wil de EU binnen tien jaar een "concurrerende, sociale en duurzame Unie" worden. De respondenten werden gevraagd naar deze doelstelling en de middelen om deze doelstelling te bereiken (maximaal 4 van de 13 mogelijke antwoorden). Beleidsmaatregelen die betrekking hadden op het dagelijks leven van de respondenten werden vaak het eerst geselecteerd, zoals bij hun antwoorden op de vraag aan welke maatregelen het Europees Parlement prioriteit zou moeten geven (analyse hieronder). Twee soorten maatregelen kwamen duidelijk naar voren voor deze middellangetermijndoelstelling. De eerste beleidsmaatregel betreft investeren in onderwijs, opleiding en onderzoek, met 4 van de antwoorden. De tweede betreft het ondersteunen van kleine en middelgrote bedrijven (KMO s), met een score van 40% Opgemerkt moet worden dat ondersteuning van grote bedrijven en de industrie slechts 1 scoorde. Op dit moment wordt prioriteit gegeven aan het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting. Deze enquête omvatte ook de gebruikelijke Parlemètre-vragen over de beleidsprioriteiten die het Europees Parlement al vele jaren heeft. De laatste keer dat hiernaar werd gevraagd was in januarifebruari 2010. De crisis is zonder meer een belangrijke factor achter de duidelijke toename van de prioriteit armoede en sociale uitsluiting bestrijden (5, + 6 procentpunten in zeven maanden). Dit blijft met afstand de eerste prioriteit, vóór bescherming van consumenten, dat met (-2 procentpunten) als de tweede prioriteit werd gekozen. Anderzijds neemt de steun voor beleid dat minder effect heeft op het dagelijkse leven van burgers af ten opzichte van de enquête van zeven maanden geleden. De strijd tegen de klimaatverandering (2) verloor 8 procentpunten (en zakte van de derde naar de zesde plaats), en een veiligheids- en defensiebeleid verloor 7 punten (van naar 2). Twijfels over het verzachtende effect van de euro op de crisis Zijn de respondenten van mening dat de euro de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht? 50% zei nee (+5 procentpunten ten opzichte van november 2009). zei ja (+8); 1 wist het niet (+3). Daarbij moet bedacht worden dat de rol van de euro in de crisis in enkele lidstaten onderwerp van een breed debat is, zowel onder deskundigen als onder politici. Moet de euro sterk zijn of zwak? Is de euro een voordeel of een handicap? Wat is het verband tussen de euro en exporten, en tussen de euro en importen? Uit de resultaten blijkt dat de drie landen waarin de respondenten het sterkst van mening zijn dat de euro de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht de leden van de eurozone zijn, terwijl de landen waarin de respondenten dat het minst vinden geen lid van de eurozone zijn. 7

I. IMPACT VAN DE CRISIS A. Impact op de economische situatie Q2. In hoeverre denkt u dat de huidige crisis wel of geen gevolgen heeft voor elk van de volgende zaken? 1) Europees gemiddelde Europeans and the crisis QC2 To what extent do you consider that the current crisis is or is not having an impact on each of the following? Very significant impact Fairly significant impact Not really any impact No impact at all DK The world economy EB 74 EB 71 4 50% 4 40% The European economy EB 74 EB 71 4 4 4 4 The (NATIONALITY) economy EB 74 EB 71 50% 5 40% 3 Your personal situation EB 74 EB 71 1 20% 3 3 Een grote meerderheid van de Europeanen (90%) is van mening dat de huidige crisis een significant effect ("zeer grote gevolgen" of "tamelijk grote gevolgen") heeft op de wereldeconomie, de Europese economie en de nationale economie. Maar een op de twee Europeanen (5) is van mening dat de huidige crisis significante gevolgen heeft voor hun persoonlijke situatie. 8

2) Verschillen en trends tussen de lidstaten Uw persoonlijke situatie EB 71 EB 74 Totaal Grote gevolgen Totaal Geen gevolgen Weet niet Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 BG 6 7 +13 2 1-9 -4 RO 7 8 +6-1 1-5 DK 2 2 +2 7 7 = -2 PT 6 70% +2 1 2 +7-9 FI 2 2 +1 70% 70% = -1 CZ 5 5 +1 4 4 +1-2 NL 2 2 +1 70% 70% = -1 CY 7 7 = 2 2 = = LV 7 7-1 1 2 +2-1 ES 6 6-2 +3-1 HU 8 8-2 1 +2 = SI 6 6-3 +3 = IE 7 70% -4 1 2 +6-2 SE 2 1-5 7 80% +6-1 EL 8 8-5 1 +5 - - = UK 60% 5-6 3 4 +5 +1 EU27 5 5-6 3 4 +7-1 IT 7 6-8 2 3 +10-2 PL 5 4-8 40% 4 +8 = EE 8 7-10 1 2 +8 +2 DE 3 2-10 6 7 +9 +1 AT 3 2-11 5 70% +15-4 BE 5 4-11 4 5 +11 = FR 6 50% -12 3 4 +12 = SK 7 5-13 2 40% +14-1 LT 8 6-14 1 +16 - -2 MT 7 5-21 1 4 +24-3 LU 5 2-25 4 70% +27-2 'Grote gevolgen': totaal van 'Zeer grote gevolgen' en 'Tamelijk grote gevolgen' 'Geen gevolgen': totaal van ' Geen echte gevolgen' en 'Helemaal geen gevolgen' 9

B. Impact op de werkgelegenheidssituatie Q3. Hier zijn een paar situaties die zich onlangs in uw werk of in dat van de mensen om u heen voorgedaan kunnen hebben. Vertelt u mij voor elk van deze of dit is gebeurd als een direct gevolg van de crisis, of het is gebeurd, maar niet als een direct gevolg van de crisis, of dat het helemaal niet is gebeurd. 1) Europees gemiddelde Europeans and the crisis QC3 Here are some situations that could have arisen recently in your working life or in the working life of those around you. For each of them, please tell me if this has happened as a direct consequence of the crisis, if it has happened but was not a direct consequence of the crisis, or if it has not happened at all.. Yes, as a direct consequence of the crisis No, it has not happened at all DK Yes, but not as a direct consequence of the crisis Not applicable (SPONTANEOUS) Someone you know who is neither related to you nor a colleague has lost his/ her job 40% 40% One of your colleagues has lost his/ her job 2 6 One of your relatives has lost his/ her job 20% 5 You have lost your job/ your partner (husband or wife, partner, etc.) has lost his/ her job 1 6 1 van de Europeanen is van mening dat ze hun baan hebben verloren als direct gevolg van de crisis, terwijl 40% verklaart iemand te kennen en die noch een familielid, noch een collega is en die om dezelfde reden zijn of haar baan heeft verloren. Een op de vijf Europeanen (20%) is van mening dat een collega zijn of haar baan heeft verloren door de crisis, en 2 denkt dat dit voor een van hun familieleden geldt. 10

Op persoonlijk niveau: Impact op de werkgelegenheidssituatie 1) Variaties tussen lidstaten Europeans and the crisis You have lost your job/ your partner (husband or wife, partner, etc.) has lost his/ her job. QC3 Please tell me if this has happened as a direct consequence of the crisis, if it has happened but was not a direct consequence of the crisis, or if it has not happened at all. Yes, as a direct consequence of the crisis DK Not applicable (SPONTANEOUS) Yes, but not as a direct consequence of the crisis No, it has not happened at all LV 4 ES 2 6 LT 2 6 EE 2 5 1 BG 1 4 3 IE 1 4 SK 1 6 CZ 7 RO 3 HU 6 DK 70% PT 5 2 UK 1 7 EU27 1 6 EL 5 PL 7 CY 4 4 NL 7 BE 6 20% IT 1 5 2 SI 70% 1 AT 6 2 DE 80% SE 7 FI 7 FR 6 1 LU 7 1 MT 6 2 Bron: EB74/Europees Parlement 11

2) Sociaaldemografische variaties U bent uw baan kwijtgeraakt/uw partner (man of vrouw, partner enz.) is zijn/haar baan kwijtgeraakt Totaal Ja Nee, het is helemaal niet gebeurd Niet van toepassing (spontaan) Weet niet EU27 1 6 Mannen 1 6 Geslacht Vrouwen 1 6 1 15-24 1 6 1 25-39 2 6 Leeftijd 40-54 2 7 55 + 6 2 15-1 6 2 Opleiding genoten tot 16-19 1 6 1 20+ 1 7 Studeert nog 5 2 1 6 2 2 1 6 1 Samenstelling huishouden 3 1 70% 4+ 2 6 Zelfstandigen 7 Managers: 8 - Andere 1 7 hoofdarbeiders Beroepscategorie van de Handarbeiders 1 7 respondenten Huisvrouwen/mannen 1 6 1 Werklozen 5 Gepensioneerden 6 2 Studenten 5 2 Meestal 3 4 1 Problemen om rekeningen te betalen Soms 2 60% Bijna nooit 1 7 De crisis heeft gevolgen voor de Belangrijke gevolgen 2 5 persoonlijke situatie Geen gevolgen 7-12

Op gezinsniveau: Impact op de werkgelegenheidssituatie 1) Variaties tussen lidstaten Europeans and the crisis One of your relatives has lost his/ her job. QC3 Please tell me if this has happened as a direct consequence of the crisis, if it has happened but was not a direct consequence of the crisis, or if it has not happened at all. Yes, as a direct consequence of the crisis DK Not applicable (SPONTANEOUS) Yes, but not as a direct consequence of the crisis No, it has not happened at all LV 5 3 LT 50% 3 IE 50% 2 ES 4 5 0% EE 40% 4 HU 1 4 BG 3 1 SK 2 4 RO CZ 3 1 50% CY 3 5 EL 2 5 IT 2 1 5 EU27 2 6 UK 2 6 PT 20% 1 60% SI 1 6 DK 1 6 FR 1 6 NL 1 7 SE 7 PL 1 7 DE 7 AT 6 MT 7 LU 7 FI 1 1 6 BE 1 7 Bron: EB74/Europees Parlement 13

2) Sociaaldemografische variaties Een van uw familieleden is zijn/ haar baan kwijtgeraakt Totaal Ja Nee, het is helemaal niet gebeurd Niet van toepassing (spontaan) Weet niet Geslacht Leeftijd Opleiding genoten tot Samenstelling huishouden Beroepscategorie van de respondenten Problemen om rekeningen te betalen EU27 3 6 Mannen 3 6 Vrouwen 60% 15-24 3 6 25-39 3 5 40-54 6 55 + 2 6 15-3 5 16-19 60% 20+ 2 6 Studeert nog 2 6 1 2 6 2 3 6 3 3 60% 4+ 3 60% Zelfstandigen 2 6 Managers: 2 7 Andere hoofdarbeiders 3 6 Handarbeiders 3 6 Huisvrouwen/mannen 3 5 Werklozen 4 4 Gepensioneerden 2 6 Studenten 2 6 Meestal 5 3 Soms 4 50% Bijna nooit 2 70% Belangrijke gevolgen 4 50% De crisis heeft gevolgen voor de persoonlijke situatie Geen gevolgen 2 7 14

II. REACTIES VAN DE LIDSTATEN OP DE CRISIS A. Hoe hebben de lidstaten volgens de Europeanen opgetreden? Q5. Zou u zeggen dat tot nu toe, als het gaat om het omgaan met de financiële en economische crisis, de verschillende lidstaten van de Europese Unie? 1) Europees gemiddelde The Europeans and the crisis QC5 Would you say that up until now, to face the crisis, the various EU Member States have? Tended to act individually DK Tended to act in a coordinated way with the other EU countries EB 74 August - Sept. 2010 4 1 3 EB 71 Jan. -Feb. 2009 4 1 3 EB71.1 EB74.1 Verschil in procentpunten Eerder individueel opgetreden 4 4 = Eerder op gecoördineerde wijze met de andere EU-landen opgetreden 3 3-1 Weet niet 1 1 +1 4 van de Europeanen is van mening dat de lidstaten van de Europese Unie eerder individueel hebben opgetreden tegen de crisis precies hetzelfde cijfer als in januarifebruari 2009. 3 van de Europeanen (een daling met 1 procentpunt ten opzichte van januari-februari 2009) is van mening dat de lidstaten van de Europese Unie op gecoördineerde wijze hebben opgetreden. 15

2) Variaties tussen lidstaten Reactions to the crisis QC5 Would you say that up until now, to face the crisis, the various EU Member States have? Tended to act in a coordinated way with the other EU countries DK Tended to act individually FI 6 2 MT 5 2 1 CZ 5 3 CY 5 3 EL 4 4 HU 4 40% EE 4 1 3 ES 4 1 IT 4 2 SI 4 4 AT 4 4 SK 4 5 BE 4 5 DE 4 2 3 LU 3 1 4 PL 3 1 4 EU 27 3 1 4 SE 3 1 4 PT 3 2 3 BG 3 NL 5 LV 3 5 LT 2 4 IE 2 4 FR 2 5 RO 2 3 DK UK 2 2 2 6 5 Bron: EB74/Europees Parlement 16

EU27 3) Nationale tendensen Eerder individueel opgetreden EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 Eerder op gecoördineerde wijze met de andere EUlanden opgetreden Verschil EB 71 EB 74 EB 74 - EB71 Weet niet EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 FI 5 6 +13 3 2-9 -4 MT 4 5 +12 2 1-5 3 2-7 IE 2 +10 4 4-3 3 2-7 NL 2 +9 6 5-11 +2 DK 1 2 +6 7 6-5 -1 SE 3 3 +6 5 4-8 1 1 +2 SK 4 +5 5 5 = -5 AT 3 4 +5 4 4-1 1-4 BE 4 +5 5 5-7 +2 IT 40% 4 +5 4-8 1 2 +3 CY 4 5 +2 3 3 +3 1-5 SI 4 4 +2 4 4-2 = RO 2 2 +1 3 3 +8 4-9 EE 4 4 +1 4 3-7 1 +6 DE 40% 4 +1 4 3-8 2 +7 HU 4 4 = 4 40% -1 +1 EL 4 4 = 4 4-1 +1 CZ 5 5-1 3 3 = +1 EU27 3 3-1 4 4 = 1 1 +1 BG 3 3-2 20% +13 4-11 LT -2 4 4-2 2 2 +4 ES 4 4-3 +2 1 1 +1 UK 2 2-5 5 5-1 1 2 +6 PT 4 3-6 2 3 +11 2-5 PL 4 3-8 3 4 +5 1 1 +3 LU 4 3-8 4 4 +3 1 +5 FR 3 2-10 4 5 +9 +1 LV 50% 3-15 1 5 +35-20 De relatieve stabiliteit van de resultaten op EU-niveau maskeert grote nationale verschillen tussen de twee enquêtes. In Letland, Bulgarije, Portugal en Frankrijk zijn degenen die vinden dat de lidstaten individueel hebben gehandeld dramatisch in aantal toegenomen, waarbij deze toename varieerde van +5 to +35 procentpunten. Het aantal respondenten dat vindt dat de lidstaten op gecoördineerde wijze hebben opgetreden nam toe, zij het in mindere mate, in Letland, Finland, Malta, Ierland en Nederland, waarbij deze toename varieerde van +9 to +15 procentpunten. 17

B. Hoe hadden de lidstaten zich volgens de Europeanen moeten optreden? Q6. Zou u als burger zeggen dat u beter beschermd zou worden ten aanzien van de huidige crisis wanneer? 1) Europees gemiddelde Reactions to the crisis - EU 27 QC6 As a citizen would you say that you would be better protected in the face of the current crisis if? 70% EB 71 EB 74 60% 6 50% 5 (-9) 40% (+7) 2 20% 0% (OUR COUNTRY) adopted measures and applied them in a coordinated way with the other EU countries (OUR COUNTRY) adopted measures and applied them individually EB 71 EB 74 Verschil in procentpunten Ons land maatregelen zou nemen en deze individueel zou toepassen Ons land maatregelen zou nemen en deze op gecoördineerde wijze samen met de andere EU-landen zou toepassen 6 5-9 2 +7 Weet niet 1 +2 18

Gevraagd of ze zich beter beschermd zouden voelen als de lidstaten "op gecoördineerde wijze" zouden optreden, antwoordde 5 dat dat het geval was (een daling met 9 procentpunten). De percentages liepen uiteen tussen de lidstaten, van tot 7. Een op de drie respondenten (, +7) verklaarde zich meer beschermd te voelen als zijn of haar land individueel maatregelen zou toepassen. Degenen die een duidelijke voorkeur voor een meer gecoördineerde aanpak hadden, blijven een meerderheid vormen, al is deze meerderheid sinds januari-februari 2009 geslonken. 2) Variaties tussen lidstaten Reactions to the crisis QC6 As a citizen would you say that you would be better protected in the face of the current crisis if? (OUR COUNTRY) adopted measures and applied them in a coordinated way with the other EU countries DK (OUR COUNTRY) adopted measures and applied them individually FI 7 2 EE 7 1 1 ES 6 1 CY 6 2 HU 6 2 LT 6 1 2 BE 6 3 NL 60% 3 IT 60% 2 SK 5 3 SI 5 1 3 EL 5 3 MT 5 2 1 DK 5 3 FR 5 1 3 DE 5 1 PT 5 1 2 CZ 5 EU 27 5 1 LU 5 BG 5 2 2 IE 50% 2 2 AT 4 4 PL 4 20% LV 4 4 SE 4 1 3 RO 4 2 UK 1 5 Bron: EB74/Europees Parlement 19

C. Meest capabele actoren om de crisis het hoofd te bieden Q7. Welke van de volgende partijen zijn volgens u het best in staat om effectief actie te ondernemen tegen de gevolgen van de crisis? 1) Europees gemiddelde Voor een op de twee Europeanen is de partij die het best in staat is om de crisis te bestrijden ofwel de EU (2), ofwel de nationale regering (2). Most capable actors QC7 In your opinion, which of the following is best able to take effective actions against the effects of the crisis? EB 71 Janv.-Febr.2009 EB 74 August - Sept. 2010 The European Union 1 2 The (NATIONALITY) Government 2 The International M onetary Fund (IMF) The G20 (EB 74) The G8 (EB 71) 2 The United States 1 DK None (SPONTANEOUS) Other (SPONTANEOUS) 0% 1 20% 2 EB71 jan-feb 2009 EB74 sept 2010 Verschil in procentpunten De Europese Unie 1 2 +8 De nationale overheid 2 +11 De Verenigde Staten 1-9 De G20 (EB74) De G8 (EB71) 2-12 Het IMF +3 Anders = Geen van deze -1 Weet niet = 20

2) Variaties tussen lidstaten Over het algemeen komen de nationale gemiddelden overeen met het gemiddelde voor de EU, behalve bij twee opvallende feiten: In Tsjechië denkt een grote meerderheid dat de G20 het best in staat om effectief actie te ondernemen tegen de gevolgen van de crisis. Een op de vijf Britten (20%) geeft geen antwoord op deze vraag. 3 van de respondenten antwoordde de nationale regeringen en antwoordde de Europese Unie. De Europese Unie De nationale overheid Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) De G8 De Geen va De Verenigde Staten Weet niet G20 (SPONT EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 Verschil EB 74 - EB71 EB 71 EB 74 IE 1 3 +19 20% 3 +12 +2-9 20% -12 2-9 MT 2 40% +18 2 +14-2 -4-8 2-15 FI 2 +17 1 +9 2 2 +1-19 1-9 1 IT 20% +16 2 +8 +4 20% -13 1-5 1-5 ES 1 +12 1 2 +11 1-1 1-10 -4 1-4 BE 2 +11 1 +5 1 +3 2 2-3 2-15 = PT 1 +11 2 +10-2 1-9 -1 2 1-7 FR 1 2 +10 1 2 +11 1 1 +8 2-15 2-18 +4 LT 1 2 +9 1 2 +6 = 2-15 +1 1 1-1 NL 2 +9 +7 1 1 +1-2 20% -17 +1 EU27 1 2 +8 2 +11 +3 2-12 1-9 = LV 1 2 +8 2 +9-4 2 2-7 -1 1-2 SE 1 +8 +21 +3 1-15 3-25 +8 PL 2 +7 2 +14 +2 2-15 -6 20% 1-1 SK 2 3 +7 1 +7 +4 3 2-9 -5 1-4 AT 1 2 +7 2 +11 1 +3 2 1-10 -8 1-3 DK 1 +7 2 +12 1 +5 3 1-13 2-17 +5 BG 2 2 +6 +29 = 1-9 -5-16 DE 1 2 +6 2 +12 +5 3 1-17 -8 = CY 2 +3 1 2 +8 2 +11 2-11 -10-3 SI 2 2 +3 1 +8 +4 2-18 1 1-8 = RO 2 2 +3 3 4 +17-4 1-3 -7-6 UK +3 2 3 +15 +3 2-15 1-11 20% +7 EL 2 +2 4 +33-5 2-18 -5 = 1 HU 2 2 +2 2 +10 1-2 1 2 +5 1-8 1-5 CZ 1 +2 +2 1 +1 40% +7 1-5 -6 EE 2 2 +1 1 2 +11-2 2 1-5 -9 1 +3 LU 2 2 +1 1 1-2 1 +5 2 1-8 -7 +9 21

III. FINANCIËLE SOLIDARITEIT IN TIJDEN VAN CRISIS A. Financiële solidariteit tussen de lidstaten in tijden van crisis Q10. In welke mate bent u het eens of oneens met de volgende uitspraak: In tijden van crisis is het wenselijk dat (ONS LAND) financiële hulp geeft aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden. 1) Europees gemiddelde Bijna een op de twee Europeanen (4) denkt dat financiële solidariteit tussen de lidstaten wenselijk is in tijden van crisis. Bijna twee op de vijf Europeanen (3) zijn het oneens met deze stelling. Financial solidarity between Member States in times of crisis QC10 To what extent you agree or disagree with the following statement: In times of crisis, it is desirable for (OUR COUNTRY) to give financial help to another EU Member State facing severe economic and financial difficulties. Total 'Disagree' Total 'Agree' 39 % 49 % 12 % DK Totaal Mee eens': totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. Totaal Mee oneens : totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. Bron: EB74/Europees Parlement 22

2) Variaties tussen lidstaten Solidarity in times of crisis QC10 To what extent you agree or disagree with the following statement: In times of crisis, it is desirable for (OUR COUNTRY) to give financial help to another EU Member State facing severe economic and financial difficulties. Totally agree Tend to agree DK Tend to disagree Totally disagree CY 2 4 1 DK 2 4 1 SE 1 4 1 1 BE 1 50% 2 LU 1 4 2 FI 4 2 PT 4 1 1 NL 4 2 EE 4 2 AT 4 2 1 IE 4 1 1 IT 4 1 1 1 PL 4 1 2 FR 3 2 20% ES 1 1 1 UE27 3 2 1 EL 40% 2 1 MT 3 2 1 DE 2 1 UK 3 2 1 LT 2 2 LV 2 2 SK 2 3 2 HU 3 2 CZ 3 2 RO 2 2 2 2 SI 2 2 3 BG 2 2 2 Bron: EB74/Europees Parlement 23

3) De redenen voor wel of geen financiële solidariteit Is financiële solidariteit tussen de lidstaten wenselijk? Helemaal mee eens Eerder mee eens Eerder mee oneens Helemaal mee oneens Weet niet 3 2 1 4 3 Financiële solidariteit is wenselijk Waarom? Financiële solidariteit is niet wenselijk Waarom? In de naam van Europese solidariteit tussen lidstaten 5 Burgers van mijn land zouden niet moeten hoeven te betalen voor de economische problemen van andere lidstaten van de EU 6 Het is in het economisch belang van ons land om een andere lidstaat van de EU te helpen 4 Het is niet in het economisch belang van ons land om een andere lidstaat van de EU te helpen 2 Anders Anders Weet niet Weet niet 24

B. Waarom is financiële solidariteit wenselijk? Deze vraag is gesteld aan de 4 van de respondenten die verklaarde dat het wenselijk is om andere lidstaten te helpen ('helemaal mee eens' en 'eerder mee eens'). Q11. Wat is de belangrijkste reden waarom u het wenselijk vindt dat Nederland financiële hulp geeft aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden? 1) Europees gemiddelde Financial solidarity between Member States in times of crisis QC11 What is the main reason why you think it is desirable that (OUR COUNTRY) gives financial help to another EU Member State facing severe economic and financial difficulties? In the name of European solidarity between Member States It is in the economic interests of (OUR COUNTRY) to help another EU Member State DK 12 % Total 'Disagree' Total 'Agree' 39 % 49 % It is desirable that (our country) gives financial help to another EU Member State 51 % 44 % Totaal Mee eens': totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. Totaal Mee oneens : totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. Bron: EB74/Europees Parlement DK 3 % Other (Spontaneous) 2 % 2) Variaties tussen lidstaten a. In de naam van Europese solidariteit tussen lidstaten (5): - Dit is de reden die in 22 landen door een meerderheid wordt genoemd. - De Luxemburgse, Griekse en de Cypriotische respondenten (7 voor de drie landen) antwoordden het vaakst in naam van Europese solidariteit tussen lidstaten, gevolgd door de Bulgaren (6) en de Slovenen (6). b. In het economisch belang van het land (4): - Onder de Europeanen die vinden dat solidariteit wenselijk is (4 van de alle respondenten), verklaart in vijf lidstaten een meerderheid dat het in het economisch belang van hun land is: het Verenigd Koninkrijk (6), Duitsland (5), Ierland (5), Nederland (50%) en Tsjechië (4). 25

C. Waarom is financiële solidariteit niet wenselijk? Deze vraag is gesteld aan de 3 van de respondenten die verklaarde dat het niet wenselijk was om andere lidstaten te helpen ('eerder mee oneens' en 'helemaal mee oneens'). Q12. Wat is de belangrijkste reden waarom u het niet wenselijk vindt dat Nederland financiële hulp geeft aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden? 1) Europees gemiddelde Financial solidarity between Member States in times of crisis QC12 What is the main reason why you think it is not desirable that (OUR COUNTRY) gives financial help to another EU Member State facing severe economic and financial difficulties? DK 12 % Citizens should not have to pay for the economic problems of the other EU Member States Total 'Agree Total 'Disagree' 49 % 39 % It is not desirable that (our country) gives financial help to another EU Member State 66 % 25 % It is not in the economic interest of (OUR COUNTRY) to help another EU Member State DK 3 % Other (Spontaneous) 6 % Totaal Mee eens': totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. Totaal Mee oneens : totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. Bron: EB74/Europees Parlement 2) Variaties tussen lidstaten a. Het land zou niet moeten hoeven te betalen voor de economische problemen van andere lidstaten van de EU (6): - In 26 lidstaten vond een meerderheid van de respondenten dat hun land niet zou hoeven moeten betalen voor de economische problemen van de andere lidstaten. - Slovenië (8), Duitsland (8) en Slowakije (8) hebben de grootste meerderheden die vinden dat hun land niet zou hoeven moeten betalen voor de economische problemen van de andere lidstaten. b. Het is niet in het economisch belang van ons land (2): - Van de Europeanen die vinden dat financiële solidariteit niet wenselijk is (3 van alle respondenten) zijn alleen de Grieken in meerderheid van mening dat het niet in het economisch belang van hun land is. - Ze worden gevolgd door de Britten (4) en de Letten (4). 26

IV. DE ROL VAN DE EURO Q4. In welke mate bent u het eens of oneens met de volgende uitspraak: Over het algemeen heeft de euro de negatieve effecten van de huidige crisis verzacht. 1) Europees gemiddelde Euro - EU 27 QC4 Could you tell me to what extent you agree or disagree with the following statement: Overall the euro has mitigated the negative effects of the current crisis. 60% 50% Total 'Agree' Total 'Disagree' DK 4 4 50% 40% 3 4 20% 1 1 0% EB 71 January - February 2009 EB 72 October - November 2009 EB 74 September - October 2010 Totaal Mee eens': totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. Totaal Mee oneens : totaal Helemaal mee eens en Eerder mee eens. EU27 EB 71 jan-feb 2009 EB72 1 okt-nov 2009 EB 74 sept-okt 2010 Verschillen in procentpunten tussen EB71/EB74 Totaal Mee eens' 3 4-6 Totaal Mee oneens 4 4 50% +6 Weet niet 1 1-3 1 EB72/Europese Commissie (okt-nov 2009): QC5 "Kunt u aangeven of u het helemaal mee eens, eerder eens dan oneens, eerder oneens dan eens, of helemaal mee oneens bent met de volgende stelling: Over het algemeen heeft de euro de negatieve effecten van de huidige crisis verzacht." 27

2) Variaties tussen lidstaten Euro - EU 27 QC4 Could you tell me to what extent you agree or disagree with the following statement: Overall the euro has mitigated the negative effects of the current crisis. Totally agree DK Total 'Disagree' SK 5 FI 50% IT 4 4 EL 4 4 AT 4 4 BE 4 50% LU 4 4 ES 4 4 PT 3 1 50% IE 3 3 3 CY 5 NL 3 5 RO 3 2 DK 1 4 MT 1 4 HU 1 4 EU27 EU 27 1 50% DE 3 1 5 FR 2 1 6 SI 2 6 EE 2 2 5 CZ 2 6 LT 2 3 4 LV 2 2 5 PL 2 4 SE 20% 2 5 BG 20% 4 3 UK 1 3 5 Bron: EB74/Europees Parlement 28

3) Trends tussen de lidstaten Euro EB 72 okt-nov 2009 Totaal Mee oneens Weet niet Herinner me niet EB 74 EB 74 EB 74 Verschil EB 72 Verschil EB 72 sept. - sept. - sept. - EB 74 - okt-nov EB 74 - okt-nov okt okt okt EB72 2009 EB72 2009 2010 2010 2010 Verschil EB 74 - EB72 ES 4 4-2 4 4 = +2 RO -2 3 2-3 3 3 +5 IT 5 4-4 3 4 +4 = DK 3-4 5 4-7 1 +11 DE 3-5 5 5 +7 1-2 BG 2 20% -7 3 3 +5 4 4 +2 EU27 4-8 4 50% +5 1 +3 AT 5 4-9 3 4 +7 +2 FI 60% 50% -10 +3 +7 IE 4 3-10 2 3 +7 2 3 +3 LT 3 2-10 4 4 +1 2 3 +9 PL 3 2-10 4 4 +3 2 +7 SK 6 5-11 2 +10 +1 EL 5 4-11 3 4 +7 +4 BE 5 4-11 40% 50% +10 +1 CZ 3 2-11 5 6 +9 +2 UK 2 1-11 5 5-1 20% 3 +12 LU 5 4-12 40% 4 +3 +9 SE 3 20% -12 5 5 +1 2 +11 LV 3 2-13 4 5 +6 1 2 +7 NL 4 3-14 4 5 +9 +5 CY 5-15 3 5 +15 = FR 4 2-15 4 6 +14 1 +1 PT 5 3-16 3 50% +19 1-3 EE 4 2-17 4 5 +12 1 2 +5 MT 5-21 4 +12 1 +9 HU 5-21 4 +15 1 +6 SI 50% 2-24 4 6 +21 +3 Opgemerkt moet worden dat de drie landen (Slowakije, Finland en Italië) met de meeste respondenten die van mening zijn dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis heeft verzacht leden van de eurozone zijn. De drie landen (het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Bulgarije) met de meeste respondenten die het tegenovergestelde vinden, bevinden zich alle drie buiten de eurozone. N.B.: De leden van de eurozone zijn donkergrijs gemarkeerd. 29

V. MAATREGELEN OM UIT DE CRISIS TE KOMEN A. Eerst de overheidsuitgaven verminderen of eerst de economie stimuleren? Q8. Zou u persoonlijk zeggen dat, om snel uit de crisis te komen, de lidstaten van de EU eerst hun overheidsuitgaven moeten verminderen of dat ze eerst moeten investeren in maatregelen om de economie te stimuleren? 1) Europees gemiddelde Reactions to the crisis QC8 Personally, would you say that to emerge from the crisis rapidly, EU Member States should first reduce their public spending or should they first invest in measures to boost the economy? Both equally (Spontaneous) NSP First invest in measures to boost the economy 19 % 38 % First reduce their public spending 35 % Bron: EB74/Europees Parlement Opgemerkt moet worden dat bijna een op de vijf respondenten (1) spontaan verklaarde dat de prioriteit moet zijn om zowel de economie te stimuleren als de overheidsuitgaven te verminderen. 30

PT DE SK SI ES LU AT EL EE CY EU27 FR IT HU UK CZ MT BE PL BG IE LV RO NL SE FI LT DK 2) Variaties tussen lidstaten Reactions to the crisis QC8 Personally, would you say that to emerge from the crisis rapidly, EU Member States should first reduce their public spending or should they first invest in measures to boost the economy? 1 1 1 1 1 1 20% 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 3 3 3 3 3 0% 20% 40% 50% 60% 70% 80% Bron: EB74/Europees Parlement First invest in measures to boost the economy First reduce their public spending Both equally (SPONTANEOUS) DK 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 50% 5 6 6 31

a) Eerst de economie stimuleren (3): Eerst de economie stimuleren werd in 18 lidstaten door een meerderheid geantwoord. In Denemarken (6), Litouwen (6) en Finland (5) vond een ruime meerderheid van de respondenten dat maatregelen om de economie te stimuleren een manier zijn om snel uit de crisis te komen. In Portugal (2), Duitsland (2), Spanje en Oostenrijk (beide 3), was het aantal respondenten dat dit antwoord gaf het laagst. b) Eerst de overheidsuitgaven verminderen (3): In 4 van de 27 lidstaten vindt een meerderheid dat eerst de overheidsuitgaven moeten worden verminderd: in Estland (4, tegen 3 die vindt dat eerst de economie moet worden gestimuleerd), in Frankrijk (4 tegen 3), in Slovenië ( tegen ) en in Slowakije (50% tegen ). In Spanje (2), Litouwen (2) en Bulgarije (2) was het aantal respondenten dat dit antwoord gaf het laagst. 3) Sociaaldemografische variaties Maatregelen om de economie te stimuleren worden geprefereerd door respondenten die: - jong zijn, - langer hebben gestudeerd, - vaak manager zijn, - zichzelf als links bestempelen, - van hun land verwachten dat het op gecoördineerde wijze met de andere EU-landen maatregelen neemt om uit de crisis te komen. Opgemerkt dient te worden dat mensen die verklaren dat ze persoonlijk negatieve gevolgen van de crisis hebben ondervonden vaker vinden dat het stimuleren van de economie prioriteit moet krijgen (4, tegen 3 die vindt dat het verminderen van de overheidsuitgaven prioriteit moet krijgen). Hetzelfde kan worden gezegd van de respondenten die van mening zijn dat de euro de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht: 4 geeft prioriteit aan het stimuleren van de economie, terwijl kiest voor het verminderen van de overheiduitgaven. Omgekeerd is maatregelen om de overheidsuitgaven te verminderen het antwoord dat het vaakst wordt gegeven door respondenten die: - ouder zijn, - minder jaren hebben gestudeerd, - zelfstandig, handarbeider of gepensioneerd zijn, - zichzelf als rechts bestempelen, - van hun land verwachten dat het individueel maatregelen neemt om uit de crisis te komen. Voor respondenten die zichzelf als centrumlinks beschouwen geldt dat de resultaten niet ver uiteenlopen, waarbij een lichte voorkeur bestaat voor maatregelen om de economie te stimuleren (3) boven het verminderen van de overheidsuitgaven (3). 32

Geslacht Leeftijd Onderwijs genoten tot Beroepscategori e van de respondenten Eerst investeren in maatregele n om de economie te stimuleren Eerst hun overheidsuitgave n verminderen Allebei in dezelfde mate (Spontaan ) Wee t niet EU27 3 3 1 Mannen 40% 3 1 Vrouwen 3 3 1 15-24 4 3 1 25-39 4 1 40-54 4 20% 55 + 20% 15-3 2 16-19 3 20% 20+ 4 1 Studeert nog 4 3 1 Zelfstandigen 3 2 Managers: 4 1 Andere hoofdarbeiders 4 20% Handarbeiders 3 20% Huisvrouwen/manne n 1 Werklozen 40% 1 Gepensioneerden 3 20% Studenten 4 3 1 Links 4 3 20% Plaatst zichzelf op een linksrechtsschaal Centrum 3 3 1 Welke verwachtingen ten aanzien van een betere bescherming? (Q6) Verwachten dat hun land individueel maatregelen neemt Verwacht dat hun land op gecoördineerde wijze met andere lidstaten maatregelen neemt Rechts 3 4 1 3 4 1 1 4 3 2 2 De crisis heeft gevolgen voor de persoonlijke situatie (Q2) Belangrijke gevolgen Geen gevolgen 4 3 3 3 1 2 Heeft de negatieve De euro tijdens de crisis (Q4) Bron: EB74/Europees Parlement gevolgen verzacht Heeft de negatieve gevolgen niet verzacht 4 2 3 3 1 33

B. Hoe moeten toekomstige crises worden voorkomen en vermeden? Q14. Bepaalde maatregelen die gericht zijn op het voorkomen en vermijden van toekomstige crises worden op dit moment binnen de Europese instituties besproken. Vertelt u mij voor elk van deze maatregelen of u denkt dat deze wel of niet effectief is in het voorkomen en vermijden van toekomstige crises 1) Europees gemiddelde Reactions facing the crisis QC14 Certain measures aimed at preventing and avoiding future crises are currently being discussed within the European institutions. For each of these measures, please tell me whether you think it would be effective or not in preventing and avoiding future crises. Total "very effective and "fairly effective" Stricter regulation and supervision of financial market players (for example, regulating traders bonuses) 70% The creation of a European monetary fund which would intervene if an EU Member State faced severe economic and financial difficulties 6 Encourage or financially penalise EU Member States to force them to comply with jointly defined EU rules on debt and public deficits 6 Improve consultation between EU Member States when drafting their national budgets 6 Establishing European economic governance, ensuring the coordination of the economic, budgetary and financial policies of all EU M ember States 6 Present EU Member States national budgets to the European Commission 5 Introducing a banking tax and a tax on financial transactions 4 0% 20% 40% 50% 60% 70% 80% Bron: EB74/Europees Parlement De Europeanen steunen in grote meerderheid (70%) maatregelen die zijn gericht op de hervorming en verbetering van het toezicht op spelers in de financiële markten. Er zij aan herinnerd dat het pakket maatregelen voor de "financiële regulering" in de vergaderperiode van september door het Europees Parlement is aangenomen. Minder mensen steunden de invoering van een bankbelasting en een belasting op financiële transacties: 4 was vóór, 3 was tegen, en 2 gaf geen antwoord op deze vraag. Dit is niet noodzakelijkerwijs verrassend. Het debat is nog maar net begonnen en de twee ideeën zijn onderwerp van conflicterende interpretaties wat betreft de inkomsten en de verdeling van de inkomsten die ze kunnen genereren. Er moet ook rekening worden gehouden met de betekenis van het woord "belasting": Die kan respondenten op de gedachte hebben gebracht dat ze op enige wijze zelf rechtstreeks belasting moeten betalen op hun eigen financiële transacties. Bovendien heeft het woord verschillende connotaties in de verschillende talen. 34

EU27 Totaal 'Doeltreffen d' Totaal 'Niet doeltreffen d' Weet niet Striktere regelgeving en supervisie van spelers in de financiële markt (zoals het reguleren van handelarenbonussen) Het creëren van een Europees monetair fonds dat zou ingrijpen als een lidstaat van de EU te maken zou hebben met ernstige economische en financiële moeilijkheden Lidstaten van de EU aanmoedigen of financieel beboeten om hen te dwingen zich te houden aan gezamenlijk vastgestelde EU-regelgeving over schulden en overheidstekorten Overleg tussen lidstaten van de EU verbeteren bij het opzetten van hun nationale begrotingen Het instellen van Europees economisch bestuur, waardoor de coördinatie van het economisch, begrotings- en financieel beleid van alle lidstaten van de EU wordt gewaarborgd. De nationale begrotingen van lidstaten van de EU aan de Europese Commissie presenteren Een bankbelasting en een belasting op financiële transacties invoeren 70% 1 6 1 1 6 1 1 6 1 1 6 1 1 5 2 20% 4 3 2 35