VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 10 Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: 751632 In D&H: 05-11-2013 Steller: mr K. Wijma In Cie: BMZ 19-11-3013 Telefoonnummer: (030) 634 5958 SKK Afdeling: Juridische Zaken In AB: 18-12-2013 Portefeuillehouder: Kromwijk Geheim: ja nee ONTWERP Voorstel gelezen het voorstel van het college d.d. 5 november 2013, dm 751632; overwegende, dat de voorgestelde wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling BghU van juridischtechnische aard zijn en noodzakelijk om de werkzaamheden met ingang van 1 januari 2014 rechtmatig te kunnen uitvoeren; gelet op artikel 61 Wet gemeenschappelijke regelingen; stelt het college u voor om: toestemming te verlenen aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden om de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten hoogheemraadschap Utrecht (BghU) te wijzigen conform bijgevoegd wijzigingsvoorstel in bijlage 1. Advies commissie BMZ SKK Reactie college op advies commissie 751632-1 -
INLEIDING In verband met de formele inwerkingtreding van de belastingsamenwerking op 1 januari 2014 blijken nog enkele technische aanpassingen noodzakelijk in de tekst van de gemeenschappelijke regeling, zoals deze is vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012, dm 5730036. De aanpassingen hebben betrekking op: - aanpassing van de aanhef (als gevolg van de wijziging van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de verwijzing aangepast, zevende moest zijn achtste lid.) - wijziging van artikel 59 van de gemeenschappelijke regeling. In de huidige versie is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen algemeen bestuur en dagelijks bestuur onduidelijk. Verder regelt het huidige artikel 59 zaken die thuis horen in een Archiefverordening. - wijziging van artikel 36 waarin geregeld is van welke belastingen de heffing en invordering wordt over gedragen. Toegevoegd wordt de heffing en invordering van: o reinigingsrechten geheven krachtens artikel 229 eerste lid onder a en b Gemeentewet o afvalstoffenheffing, bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. ARGUMENTEN De opsomming was (onbedoeld) onvolledig Het lag altijd in de bedoeling om alle opgedragen belastingtaken over te dragen naar de BghU. Bij het opstellen van de huidige gemeenschappelijke regeling zijn de reinigingsrechten en afvalstoffenheffing abusievelijk vergeten. De laatste heffing is ook al eerder in de stukken met name genoemd. De eerste niet, aangenomen kan echter worden dat het wel de bedoeling was dit op te nemen. De heffing en invordering moet met ingang van 1 januari 2014 rechtmatig uitgevoerd kunnen worden Door dit nu gelijk met ingang van 1 januari as. te regelen zal er een vloeiende overgang van de heffing en invordering van alle belastingen van de deelnemers naar de BghU zijn. De verantwoordelijkheid voor de archivering moet duidelijk zijn. In de huidige gemeenschappelijke regeling was onvoldoende duidelijk hoe de verantwoordelijkheid lag. Met de voorgestelde wijziging wordt deze onduidelijkheid opgeheven. Het is een wettelijk vereiste om vooraf toestemming te geven aan het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling. Ingevolge artikel 61 van de Wet gemeenschappelijke regelingen kan het dagelijks bestuur van een waterschap niet besluiten tot een wijziging van de gemeenschappelijke regeling dan na verkregen toestemming van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur kan slechts toestemming onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN (niet van toepassing) FINANCIËLE CONSEQUENTIES (niet van toepassing) KANTTEKENINGEN (niet van toepassing) UITVOERING (niet van toepassing) 751632-2 -
COMMUNICATIE In gevolge artikel 62 jo. 26 Wet gemeenschappelijke regelingen, moet de wijziging van de gemeenschappelijke regeling worden bekendgemaakt. BIJLAGE(N) nee ja, namelijk: 1. concept wijzigingsbesluit gemeenschappelijke regeling; 2. huidige tekst gemeenschappelijke regeling. TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur a.i., drs. J. Miedema 751632-3 -
BIJLAGE Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; gelet op het voorstel d.d. 5 november 2013 met DM nummer 751632; gelet op artikel 61 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de door het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden d.d. 18 december 2013 verleende toestemming, tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht; BESLUIT: de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht als volgt te wijzigen: I. De aanhef onder Gelet op komt te luiden: hoofdstuk V van de Wet gemeenschappelijke regelingen artikel 232, vierde lid, van de Gemeentewet; artikel 124, vijfde lid, van de Waterschapswet; artikel 30, achtste lid, van de Wet waardering onroerende zaken, en titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht II. Artikel 59 van de gemeenschappelijke regeling komt te luiden: 1 Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam. 2 Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van de Archiefwet 1995, regels vast omtrent de zorg voor de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, alsmede omtrent het toezicht daarop. 3 In geval van toetreding, uittreding of opheffing van de regeling draagt het dagelijks bestuur zorg voor het treffen van voorzieningen voor de archiefbescheiden. III. Artikel 36, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling komt te luiden: 2. De colleges van de deelnemende gemeenten dragen aan het samenwerkingsverband over de bevoegdheid tot heffing en invordering van de volgende gemeentelijke belastingen, voor zover de betreffende belasting door de raad van die gemeente is ingesteld en niet later weer is opgeheven: a. de onroerende-zaakbelasting, bedoeld in artikel 220 van de Gemeentewet; b. de forensenbelasting, bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet; c. de toeristenbelasting, bedoeld in artikel 224 van de Gemeentewet; d. de hondenbelasting, bedoeld in artikel 226 van de Gemeentewet; e. de precariobelasting, bedoeld in artikel 228 van de Gemeentewet; f. de rioolheffing, bedoeld in artikel 228a van de Gemeentewet; g. reinigingsrechten geheven krachtens artikel 229, eerste lid onder a en b, van de Gemeentewet; h. de vermakelijkhedenretributie, bedoeld in artikel 229, eerste lid onder c, van de Gemeentewet; i. de BIZ-bijdrage, bedoeld in artikel 1 van de Experimentenwet BI-zones, en j. de afvalstoffenheffing, bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. IV. Inwerkingtreding: Deze wijziging treedt in werking op de derde dag nadat de laatste deelnemer het collegebesluit en het besluit van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht tot wijziging overeenkomstig artikel 26, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen bekend heeft gemaakt. Aldus vastgesteld in de collegevergadering van... Dijkgraaf, P.J.M. Poelmann Secretaris-algemeen directeur (a.i.), drs. J. Miedema 751632-4 -