Recovery of gait after stroke Boudewijn Kollen
Cover image: S. Zanen Cover design: P.W. Gelderman Revised edition ISBN: 90 393 41 788 Printed by Ponsen & Looijen bv, Wageningen, The Netherlands 2006 ii
Recovery of gait after stroke Herstel van loopvaardigheid na een beroerte (met een samenvatting in het Nederlands) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de Rector Magnificus, Prof. Dr. W.H. Gispen, ingevolge het besluit van het College voor Promoties in het openbaar te verdedigen op dinsdag 14 maart 2006 des middags te 2.30 uur door Boudewijn Jozef Kollen geboren op 26 februari 1954 te Amsterdam
Promotor: Copromotor: Prof. Dr. E. Lindeman Department of Rehabilitation and Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University Medical Centre and Rehabilitation Centre De Hoogstraat, Utrecht Dr. G. Kwakkel Department of Rehabilitation and Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University Medical Centre and Rehabilitation Centre De Hoogstraat, Utrecht Department of Rehabilitation, VU medical centre, Amsterdam De totstandkoming van dit proefschrift werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de Stichting Zwols Wetenschapsfonds Isala klinieken, het Van Leersumfonds KNAW en de Stichting Wetenschappelijk Fonds De Hoogstraat te Utrecht. iv
Aan Marjut, Jason en Krista v
vi
Contents Chapter 1 Introduction 1 Chapter 2 Chapter 3 Functional recovery after stroke: A review of current developments in stroke rehabilitation research Hemiplegic gait after stroke: Is measurement of maximum speed required? 11 29 Chapter 4 Longitudinal robustness of variables predicting independent gait following severe middle cerebral artery stroke: A prospective cohort study 45 Chapter 5 Time dependency of walking classification in stroke 59 Chapter 6 Predicting improvement in gait after stroke: A longitudinal prospective study 79 Chapter 7 Effects of overloading of the lower hemiparetic extremity on walking speed in chronic stroke patients: A pilot study 95 Chapter 8 Long term effects of intensity of upper and lower limb training after stroke: A randomised trial 109 Chapter 9 Understanding the pattern of functional recovery after stroke: Facts and theories 131 Chapter 10 General discussion 175 Summary Samenvatting Publications Dankwoord Curriculum vitae 191 199 207 211 213 vii
viii
Kollen BJ. Revalidatie na een beroerte. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. 1985; 95 (7/8): 151-155. Kollen BJ. (Facilitatie of Inhibitie) Fysiotherapie bij de volwassen hemiplegie patiënt. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. 1982; 92 (10): 226-260. Kollen BJ. Fysiotherapie bij de lumbale H.N.P. Tijdschrift voor Geneesmiddelen Onderzoek. 1980; 5 (2): 637-645. Kollen BJ. Het cerebellair syndroom. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. 1979; 89 (6): 138-145. Steen van der A, Kollen BJ. Hernia nuclei pulposi op lumbosacraal niveau. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. 1979; 89 (3): 52-55. 210
DANKWOORD Ik ben veel dank verschuldigd aan mijn promotor en copromotor die mij de gelegenheid boden om dit project aan te gaan en te volbrengen. Prof. Dr. E. Lindeman, verbonden aan de Universiteit Utrecht, was bereid dit promotieonderzoek te begeleiden. Beste Eline, vanwege mijn status als externe promovendus heeft deze begeleiding voor een belangrijk deel langs electronische weg plaatsgevonden. Ik heb daarbij jouw professionele en persoonlijke aanpak bijzonder gewaardeerd. De ruimte die ik kreeg om invulling te geven aan dit onderzoek heb ik als zeer stimulerend ervaren. Jouw commentaar hield mij bij de les. Dr. G. Kwakkel bood mij de gelegenheid om op basis van zijn - met veel zorg en inspanning verkregen - data dit promotieonderzoek te verrichten. Beste Gert, jouw wetenschappelijke onderbouwing van wat nu neuro-revalidatie wordt genoemd heeft je gemaakt tot een autoriteit op dit gebied. Onze samenwerking, die al dateert van het begin van de tachtiger jaren en geleid heeft tot veel publicaties, was en is goed vooral vanwege onze gemeenschappelijke interesse in deze materie en enthousiasme om hieraan meer evidentie toe te voegen. Ik heb de geboden gelegenheid om dit promotieonderzoek uit te voeren erg op prijs gesteld, heb dankbaar gebruik gemaakt van jouw omvangrijke kennis op dit gebied en hoop dat onze samenwerking niet ophoudt na voltooiing van dit project. De leden van de beoordelingscommissie, Prof. dr. A. Algra, Prof. dr. P.J.M. Helders, Prof. dr. H.C.W. de Vet, Prof. dr. D.T. Wade en Prof. dr. J.H.J. Wokke, wil ik danken voor de bereidheid het manuscript grondig te bestuderen en kritisch te beschouwen. Daarnaast wil ik Pim Gelderman, Steffen Zanen, Kees Emmelot, Irma van Straaten, Klaas Groenier en Frank Baarveld bedanken voor al hun aanmoedigingen en goede adviezen, Mia Kollen voor het kritisch doorlezen van de Nederlandse samenvatting en Thea Bakker van de stafdienst Zorgopleiding en Onderzoek voor de getoonde interesse en het begrip voor mijn preoccupatie, ook 211
tijdens kantooruren, met dit voor mij zo belangrijk onderzoek. Voorts wil ik mijn collega Helen Klip hartelijk bedanken voor haar inspirerende adviezen en waardevolle bijdrage aan de goede afloop van dit project. Ten slotte wil ik mijn broer Fred bedanken voor de voortreffelijke wijze waarop hij mij tijdens de studie epidemiologie en daarna heeft ondersteund. Fred, jij bent als oudere broer in menig opzicht mijn voorbeeld geweest, vooral wat betreft werkethos, doorzettingsvermogen en doelgerichtheid. Deze eigenschappen komen zeer goed van pas bij het uitvoeren en afronden van promotieonderzoek. Helaas komt deze promotie voor onze ouders en broer Hans veel te laat. 212
CURRICULUM VITAE De schrijver van dit proefschrift bracht zijn jeugd, inclusief middelbare school en studie fysiotherapie, door in Amsterdam. In 1976 volgde een aanstelling op de afdeling fysiotherapie van de Valeriuskliniek in Amsterdam (destijds een neurologisch, neurochirurgisch en psychiatrisch ziekenhuis). Van 1980 tot en met 1983 was hij hoofd van deze afdeling. Vanaf 1983 vervolgde hij zijn loopbaan als fysiotherapeut in Canada. In Toronto was hij eerst verbonden aan St. Michael s Hospital en daarna, vanaf 1986, aan Baycrest Centre for Geriatric Care. Na terugkomst in Nederland in 1989 werd het Sophia Ziekenhuis te Zwolle (en na de fusie de Isala klinieken) zijn nieuwe werkgever. Vanaf 2002 volgde hij postinitieel masteronderwijs epidemiologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en rondde deze opleiding in 2004 af met de graad Master Epidemiologie. In 2004 was hij tijdelijk gedetacheerd als onderzoeker bij de disciplinegroep Huisartsgeneeskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Thans is hij werkzaam op het Research Bureau van de Isala klinieken waar hij toegepast wetenschappelijk patiëntgebonden onderzoek ondersteunt. Voorts is hij als methodoloog verbonden aan de lokale medisch ethische toetsingscommissie. 213
214
215
216