Statistische focus - 2 de kwartaal 2012

Vergelijkbare documenten
FOCUS Situatie vóór het leefloon

FOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S"

2 Doelstelling: tewerkstelling in een onderneming: wat wil dat zeggen?

Sociale Inschakelingseconomie SINE

19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel

HET WIN-WIN-PLAN (VERSTERKTE ACTIVERING)

Gesubsidieerde tewerkstelling via het OCMW: Algemeenheden

02 Veiligheid - Preventie. 03 Armoedebestrijding. 06 Tewerkstelling. 09 Migratie - Asielbeleid

FOCUS De werknemers die een beroep doen op OCMW-steun

Gesubsidieerde tewerkstelling via het OCMW: Algemeenheden

HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID. Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015

FOCUS "Senioren en het OCMW"

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

Nomenclatuur van de socio economische positie vanaf 2003 :

FOCUS "Studenten en het leefloon"

Infoblad - werkgevers Het Plan Activa (de werkkaart)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

Federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

Hervorming van het GPMI Provinciale infosessies oktober 2016

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Infoblad - werkgevers Het WIN WIN - ACTIVA-plan (de werkkaart)

VR DOC.1059/2

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars

VLAAMSE OVERHEID. Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Infoblad - werknemers U wil een overeenkomst sluiten met een activiteitencoöperatie als kandidaat-ondernemer?

De geharmoniseerde bijdrageverminderingen

Koninklijk besluit van 3 MEI 1999

Halftijds brugpensioen

Betreft : Maatregelen ten voordele van de vorming en opleiding van risicogroepen in

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel)

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

FOCUS. De springplank

Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten

FOCUS. Instroom en uitstroom voor de leefloners

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen

Art. 60 privé / Art. 61

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016

1. Verhoogde staatstoelage

WSE Arbeidsmarktcongres 7 februari Laura Jacobs, Vicky Heylen en Caroline Gijselinckx HIVA- KULeuven

Prima Ter. Integratie in de KSZ Wetswijziging categorieën

Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen

Duurzame activering binnen de Belgische OCMW s Op zoek naar goede praktijken. Peter Raeymaeckers

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)

Nr september 2015

nr. 191 van MARTINE TAELMAN datum: 5 januari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS Dienstenchequebedrijven - Aanwervingsvoorwaarden

Activeringsbeleid cliënten sociale dienst OCMW Geraardsbergen

DE BRUSSELSE OCMW'S LEVEREN GOED WERK

HET BRUSSELS GEWEST ONDERTEKENT DE EERSTE INSCHAKELINGSCONTRACTEN!

ADVIES. Ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende verschillende wijzigingen betreffende tewerkstellingssteun.

Werkloosheidsuitkeringen

Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht?

FAQ s sociale maribel

Steun van het OCMW. Voorwaarden die recht geven op een equivalent van het leefloon:

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: Vanaf 1 oktober belangrijke wijzigingen voor tienduizenden werkzoekenden!

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

TEWERKSTELLINGS MAATREGELEN

RSZ-verminderingen. 1 Geregionaliseerde bijdrageverminderingen

Het Waals doelgroepenbeleid:

Dienst Ons kenmerk datum Beleidsondersteunend en juridisch advies BJA/TW/2004-1/JD 24 december 2004

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Ontdek het inschakelingscontract

7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet

Resultaten van de socioeconomische. Valérie Gilbert Virginie Vaes FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Vooraleer we verdergaan, is het nuttig om art van de organieke wet betreffende de OCMW s in zijn context te plaatsen. 1

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties)

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

Aanvraag om vrijstelling van de tewerkstellingsverplichting in het kader van de dienstencheques

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Federale en bicommunautaire Socio-culturele organisaties. Overwerk... 2 Nachtarbeid... 2 Arbeid op zon en feestdagen... 2 Vevoerkosten...

De loopbaan van een werkloze

Tijdelijke Werkervaring (TWE)

Infoblad - werkgevers Herinschakeling van de zeer moeilijk te plaatsen werklozen in de Sociale Inschakelingseconomie (SINE)

VR DOC.0603/2BIS

Programmawet (1) van 24 december 2002 (B.S ) TITEL IV. - Werkgelegenheid

OCMWCPASPensionRegisterConsult (Raadpleging van het Pensioenkadaster)

FOCUS. Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die zich melden bij het OCMW

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 2 Premies en toeslagen

Vademecum voor de gebruikers van de statistieken over de steunmaatregelen van de POD Maatschappelijke Integratie

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap

MEMORIE VAN TOELICHTING

Doelgroepen in de inschakelingseconomie. Werkervaring werkt competentieverhogend domeinen : psychosociaal,

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Diksmuidelaan Berchem Tel.03/ Fax 03/

N de question Vraagnummer

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

FOCUS nr. 3 JONGEREN en de sociale bijstand (RMI + RMH)

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Werkplekleren, inclusief jobdesign, als schakels naar inclusief ondernemen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

5. EEN VERGELlJKING MET DE BESTAANDE WETGEVING

Transcriptie:

Statistische focus - 2 de kwartaal 2012 Situatie op 15 april 2012

1. Inleiding De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie heeft de activering van het OCMW-publiek duidelijk bevorderd: van 14.166 geactiveerde personen in 2002, gaat het naar 24.057 1 personen tijdens het jaar 2011. Tijdens de laatste tien jaar hebben activeringsmaatregelen de OCMW s begeleid bij de ontwikkeling van een echte deskundigheid inzake oriëntatie van hun gebruikers naar een duurzame baan. De federale staat werkt uitgebreid mee aan het activeringsbeleid van de OCMW s door het subsidiëren van banen; namelijk de banen bij toepassing van artikel 60, 7, de tewerkstellingen vergezeld van financiële tegemoetkomingen van de Staat (SINE, ACTIVA, Doorstromingsprogramma en invoeginterim) en de banen die ondersteund worden met een omkaderings- en opleidingspremie (artikel 61) 2. 2 1 Jaarlijkse afrekening van het aantal tewerkstellingen van de leefloners en van de rechthebbenden op maatschappelijke dienstverlening. 2 Een beschrijving van de activeringsmaatregelen vindt u als bijlage 1.

2. Het opvolgingsinstrument van de activeringen Om de efficiëntie van de activeringsmaatregelen systematisch te evalueren heeft de POD MI een methode ontwikkeld met als doel het traject te volgen 3 van de personen die een activeringsmaatregel hebben genoten. Daarom werden de maatregelen als volgt gegroepeerd: - De artikelen 60, 7 en artikelen 61 (groep 1). - De andere activeringsmaatregelen, d.w.z. SINE, ACTIVA, Doorstromings-programma en invoeginterim (groep 2). - De socioprofessionele inschakelingstrajecten ontwikkeld in het kader van het ESF (groep 3). - De activerende voortrajecten ESF 4 (groep 4). Deze groepen zijn samengesteld uit cohorten van individuen die een activeringstraject hebben beëindigd op de laatste dag van elk kwartaal 5 van het jaar. Elke cohorte wordt tijdens 12 kwartalen gevolgd. Zo is het mogelijk om per kwartaal de individuen van elke cohorte te volgen volgens de vier socio-economische posities in de datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming 6, namelijk: - werknemers (loontrekkenden of zelfstandigen) - werkzoekenden, - inactieven (personen in loopbaanonderbreking of arbeidsongeschiktheid, personen vrijgesteld van inschrijving als werkzoekende, leefloon, equivalent leefloon, enz.), - andere situaties die hierboven niet werden vermeld. De cohortes van groepen 1 en 2 werden opgevolgd tussen het eerste kwartaal van 2005 en het laatste kwartaal van 2009. De cohortes van groepen 3 en 4 werden opgevolgd tussen het derde kwartaal van 2008 en het laatste kwartaal van 2010. Op basis van de verzamelde gegevens worden twee opvolgindicatoren berekend. Het gaat om: - de onmiddellijke toestand: dit wil zeggen de socio-economische positie die bezet wordt in het eerste opvolgkwartaal; - de toestand over een jaar: dit wil zeggen de verdeling van de opgevolgde individuen al naargelang zij nul, een, twee, drie of vier kwartalen gewerkt hebben tijdens het eerste opvolgjaar. Tabel 1: onmiddellijke toestand (na een kwartaal) Onmiddellijke toestand Art.60, 7 en art. 61 Andere activeringen ESF trajecten ESF voortrajecten Arbeid 33,7% 58,4% 77,0% 26,0% Werkzoekenden 50,9% 26,2% 11,7% 7,9% Inactiviteit 7,5% 5,0% 4,8% 32,4% Andere toestanden 7,9% 10,3% 6,5% 33,8% 100% 100% 100% 100% Totaal aantal 30761 1935 995 420 3 De trajectopvolging wordt mogelijk gemaakt door de gegevenskoppeling van het datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming van de Kruipsuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) en de databank PRIMA van de POD Maatschappelijke Integratie (POD MI). 4 Europees Sociaal Fonds 5 Dit wil zeggen voor de maanden maart, juni, september en december. 6 Kruispuntbank van de sociale zekerheid

Deze resultaten tonen aan dat ongeveer acht personen op tien die een ESF-traject hebben beëindigd, een baan hebben gevonden tijdens het eerste opvolgkwartaal en dat iets meer dan een op tien op zoek waren naar een baan. De groep ESF toont dus betere resultaten op het vlak van onmiddellijke tewerkstelling dan de andere groepen. Deze resultaten worden meer bepaald verklaard door de specifieke begeleiding van de ESF-trajecten: gepersonaliseerde begeleiding, opleidingen hoofdzakelijk in groep gegeven en personeel dat zich specifiek bezighoudt met de opvolging van de trajecten. Het selectieproces van de deelnemers speelt eveneens een rol, voor zover er gebruik gemaakt wordt van de socioprofessionele balans 7. Het is belangrijk te herhalen dat de bij toepassing van artikel 60, 7 gesloten arbeidsovereenkomst niet meer gesubsidieerd wordt door de federale overheid van zodra de werknemer een voldoende aantal arbeidsdagen gepresteerd heeft om zijn recht op sociale uitkeringen te ontvangen, meer bepaald de volledige werkloosheidsuitkering 8. Dit verklaart waarom meer dan de helft van de personen van de groep art. 60, 7 en art. 61 werkzoekend worden na hun activatietraject. Het overwicht van de personen in een andere toestand na een ESF-traject lijkt op het eerste zicht groot te zijn. Dit percentage moet echter gerelativeerd worden, wanneer we de beperkte omvang van deze groep bekijken. Tabel 2: toestand over een jaar 9 Toestand over een jaar Art.60, 7 en art. 61 Andere activeringen ESF trajecten ESF voortrajecten Arbeid 1 50,6% 70,0% 84,1% 45,7% waarvan 1 K op 4 11,6% 9,6% 20,0% 10,1% 2 K op 4 8,9% 9,1% 19,4% 9,3% 3 K op 4 8,8% 8,7% 18,8% 11,3% 4 K op 4 21,3% 42,6% 25,8% 15,0% Andere 49,4% 30,0% 15,9% 54,3% Totaal aantal 30761 1935 988 247 1 K: kwaartal Wij stellen een globaal tewerkstellingspercentage vast 10 van 84,1% voor de personen die een ESF-traject hebben beëindigd. Dit betekent dat meer dan acht personen op tien gedurende minstens een kwartaal gewerkt hebben tijdens het eerste opvolgingsjaar. Wanneer we dit resultaat baseren op het aantal gewerkte kwartalen, merken we dat iets meer dan vier op de tien personen vier opeenvolgende kwartalen hebben gewerkt tijdens het jaar 11 dat volgt op het activeringstraject. Voor de groep van de Art. 60, 7 en Art. 61 is het globale tewerkstellingspercentage minder hoog en dit bedraagt 50,6%. Ofwel een persoon op twee heeft minstens een kwartaal gewerkt tijdens het eerste jaar dat volgt op het activeringstraject en twee op tien gedurende vier kwartalen. Dit resultaat moet echter in overweging genomen worden in vergelijking met de betrokken personeelsbezetting, hetzij 30761 geactiveerde personen in de referentieperiode, tegenover 988 voor de vorige groep. Wij merken een globaal tewerkstellingspercentage op van 70% voor de groep andere tewerkstellingen en van 45,7% voor de ESF-voortrajecten. Naast de lage personeelsbezetting wordt het lagere percentage voor de voortrajecten vooral verklaard door het specifieke karakter van het bedoelde publiek. 7 Volgens een door het Selectiecomité van de ESF-projecten goedgekeurde methodologie. 8 Organieke OCMW-wet van 8 juli 1976 - Artikel 60, 7: Wanneer een persoon het bewijs moet leveren, van een periode van tewerkstelling om het volledige voordeel van bepaalde sociale uitkeringen te verkrijgen of teneinde de werkervaring van de betrokkene te bevorderen, neemt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn alle maatregelen om hem een betrekking te bezorgen. In voorkomend geval verschaft het deze vorm van dienstverlening zelf door voor de bedoelde periode als werkgever op te treden. De periode van de tewerkstelling bedoeld in vorig lid, mag niet langer zijn dan de periode die voor de tewerkgestelde persoon nodig is om gerechtigd te worden op volledige sociale uitkeringen. 9 De berekeningen worden enkel uitgevoerd voor de cohortes waarvoor de 4 opvolgkwartalen beschikbaar zijn. 10 Globaal tewerkstellingspercentage: ratio van het aantal personen dat een job heeft uitgeoefend gedurende minstens 1 kwartaal op 4 van het totale aantal geactiveerde personen. 11 Ter herinnering: de socio-economische toestand is beschikbaar in het datawarehouse van de KSZ enkel voor de laatste dag van de maand 4 van elk opvolgingskwartaal. Het is dus fout om te besluiten dat deze personen elke werkdag van het jaar gewerkt hebben. Bovendien wordt in dit stadium geen analyse gemaakt van het onderscheid tussen voltijds en deeltijds werken.

3. De initiatieven van de POD MI inzake activering Naast de activeringsmaatregelen die gefinancierd worden door de federale overheid heeft de POD MI de mogelijkheid de inspanningen van de OCMW s inzake activering te ondersteunen en dankzij twee specifieke initiatieven: - het Clusterplan voor kleine OCMW s, - de verhoogde toelage voor specifieke sociale-inschakelingsinitiatieven. Via de toekenning van een financiële subsidie maken deze initiatieven het de OCMW s mogelijk om hun gebruikers een geïndividualiseerd project aan te bieden, met als einddoel via opleiding, stage en verschillend activeringsmaatregelen te komen tot een reguliere arbeidsovereenkomst. Deze twee initiatieven maken deel uit van de talrijke maatregelen bestemd voor langdurig werklozen of voor personen die wegens ziekte, tegenslagen, enz. de trein even hebben gemist en zich daardoor aan de meest kwetsbare kant van onze samenleving bevinden. Deze maatregelen hebben als doel de meest kwetsbare personen, meer bepaald de gerechtigden op maatschappelijke integratie en de gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp. Het Clusterplan voor kleine OCMW s Een cluster is een groep van kleine OCMW s uit eenzelfde provincie die zich ertoe verbinden samen te werken aan een gemeenschappelijk opleidings- en tewerkstellingsbeleid van de leefloners en gelijkgestelden. Een financiële subsidie 12 moedigt deze samenwerking aan en maakt het de kleine OCMW s mogelijk om hun gebruikers hetzelfde traject naar werk voor te stellen dan hetgeen de grotere OCMW s aanbieden. In 2011 telde men 20 clusters die 98 deelnemende OCMW s omvatten. Tabel 3: inspanningen op het vlak van activering Inspanning 1 op het vlak van activering Art. 60 7 Clusterplan 2009 Clusterplan 2010 Clusterplan 2011 Andere activeringen Totaal Art. 60 7 Andere activeringen Totaal Art. 60 7 Andere activeringen OCMW s in clusters 11,4% 1,0% 12,3% 11,7% 0,8% 12,5% 12,7% 0,9% 13,6% Kleine OCMW s niet clusters 2 10,2% 1,3% 11,5% 10,6% 1,2% 11,8% 11,0 % 0,9% 12,0% België 9,6% 1,4% 11,1% 9,6% 1,3% 10,9% 9,9% 1,2% 11,0% Totaal 1 Inspanning op het vlak van activering: aantal activeringen gedeeld door de som van de gerechtigden op leefloon, equivalent leefloon of een activering 2 De kleine OCMW s niet clusters zijn diegenen die niet zijn opgenomen in de clusters en waarvan de bevolking lager is dan het gemiddelde +2 verschillende soorten van de bevolking van de OCMW s in clusters. De vergelijking van de activeringsinspanningen van de in clusters gegroepeerde OCMW s met de inspanningen geleverd door de OCMW s van vergelijkbare grootte toont aan dat de activeringsgraad regelmatig hoger is in de OCMW s die gegroepeerd zijn in een cluster. Zo werden in 2011 13,6% van de gerechtigden 13 in de clusters geactiveerd bij toepassing van artikel 60, 7 tegenover 12,0% in de OCMW s van vergelijkbare grootte en 11,0% voor alle OCMW s van België. Het jaar 2011 is eveneens het jaar waarin het verschil tussen de OCMW s gegroepeerd in een cluster en de OCMW s van vergelijkbare grootte het grootst was. 12 Voor meer informatie over de toekenningsvoorwaarden van deze subsidie: http://www.mi-is.be/be-nl/ocmw/clusterplan. 13 Leefloners, gerechtigden op een equivalent leefloon of een activering.

De verhoogde toelage voor specifieke sociale-inschakelings-initiatieven. Er wordt een verhoogde toelage toegekend aan de OCMW s die specifieke sociale-inschakelingsinitiatieven nemen. De OCMW s die aan de voorwaarden voldoen, moeten elk jaar 14 een overeenkomst sluiten met de Minister (of de Staatssecretaris) die bevoegd is voor maatschappelijke integratie. Deze overeenkomst legt de specifieke te behalen doelstellingen vast inzake geactiveerde personen en bepaalt de sociale inschakelingstrajecten. In 2010 hebben 36 OCMW s een overeenkomst gesloten. Tabel 4: verhoogde toelage - doelstelling en verwezenlijkingen 2008 2009 2010 Artikel 60, 7 - doelstelling 8030 10265 10505 Artikel 60, 7 - realisatie 10712 10952 11827 Andere activeringsmaatregelen - doelstelling 1458 1797 1629 Andere activeringsmaatregelen - realisatie 1618 1346 1269 Totaal activeringen - doelstelling 9488 12062 12134 Totaal activeringen - realisatie 12330 12298 13096 Bovenstaande tabel toont aan dat het aantal geactiveerde personen die de OCMW s zich jaarlijks als doel stellen stijgt sinds 2008. De doelstelling is met 27,9% gestegen tussen 2008 en 2010 15. Grafiek 1: doelstelling en verwezenlijkingen in het kader van de verhoogde toelage Tijdens dezelfde periode zijn de verwezenlijkingen met 6,2% vooruitgegaan. Echter is het verschil tussen de realisaties en de objectieven, niet tegenstaand dit vermindert, steeds positief en dit sinds 2010. Naast de activering krachtens artikel 60, 7, worden ook nog andere activeringsmaatregelen gesubsidieerd door de POD Maatschappelijke Integratie 16, die gehergroepeerd werden voor de noodzaak van de analyse. Wij stellen een verhoging vast van het beroep op artikel 60, 7 ten nadele van de toepassing van andere activeringsmaatregelen. En dit ondanks het feit dat een van de doelstellingen van deze overeenkomst de invoering was van een grotere diversiteit aan activeringsmaatregelen. 14 Voor meer informatie over de toekenningsvoorwaarden van deze subsidie: http://www.mi-is.be/be-nl/ocmw/verhoogde-staatstoelages. 6 15 Periode waarvoor de POD MI over cijfers beschikt. De cijfers van 2011 zullen in 2012 verzameld worden. 16 SINE, ACTIVA, artikel 61, invoeginterim, doorstromingsprogramma,...

Bijlage 1: beschrijving van de activeringsmaatregelen Artikel 60, 7 De tewerkstelling bij toepassing van artikel 60, 7 is een vorm van maatschappelijke dienstverlening die inhoudt dat het OCMW een baan bezorgt aan een persoon die de arbeidsmarkt heeft verlaten of ervan werd uitgesloten, met de bedoeling die persoon opnieuw in te schakelen in het socialezekerheidsstelsel en in het beroepsleven. In de meeste gevallen treedt het OCMW zelf als werkgever op. Het centrum kan de persoon in zijn eigen diensten tewerkstellen of ter beschikking stellen van een derde werkgever. Het OCMW ontvangt een subsidie van de federale overheid voor de duur van de tewerkstelling en geniet als werkgever van een vrijstelling van werkgeversbijdragen. Artikel 61 Bij een tewerkstelling in toepassing van artikel 61, werkt het OCMW samen met een derde werkgever om zijn opdracht van tewerkstelling te vervullen. In het bijzondere geval waarin het OCMW voor de tewerkstelling van zijn begunstigden samenwerkt met een particuliere werkgever, ontvangt het centrum een subsidie van de federale overheid voor de omkadering en eventuele opleiding van de tewerkgestelde persoon. Het gaat hier om een premie om de eventuele begeleidings- en opleidingskosten te dekken, de zogenaamde omkaderings- en opleidingspremie. Andere activeringsmaatregelen De andere activeringsmaatregelen waarvoor het OCMW een financiële tegemoetkoming kan toekennen zijn de volgende: - het Activaplan - de sociale inschakelingsinitiatieven - de doorstromingsprogramma s - de invoeginterim Activa Het gaat om een algemeen programma voor de bevordering van de tewerkstelling van werkzoekenden en van (langdurige) leefloners. In principe kunnen alle werkgevers van de privésector en bepaalde werkgevers van de openbare sector er een beroep op doen. De werkgever die een (langdurig) werkzoekende aanwerft kan aanspraak maken op een forfaitaire vrijstelling van werkgeversbijdragen en op een financiële tegemoetkoming in de loonkosten. Deze voorwaarden zijn beperkt in de tijd. Deze beperking in de tijd hangt af van de leeftijd en van de duur van de periode waarin de aangeworven werknemer werkzoekend was en van het soort Activaplan. Sociale inschakelingsinitiatieven (SINE-tewerkstelling) Het gaat om een tewerkstellingsprogramma dat tot doel heeft de werkzoekenden die zeer moeilijk te plaatsen zijn op de arbeidsmarkt, de leefloners, opnieuw in te schakelen. De tewerkstelling gebeurt in de sector van de sociale inschakelingseconomie, in ondernemingen die gericht zijn op de begeleiding in het arbeidsproces van langdurig werklozen en van risicogroepen met allerlei problemen. Het sociale-inschakelingsinitiatief dat een werknemer van de doelgroep aanwerft kan aanspraak maken op een forfaitaire vrijstelling van werkgeversbijdragen en op een financiële tegemoetkoming in de loonkosten, al dan niet beperkt in de tijd. Doorstromingsprogramma s Het gaat om een tewerkstellingsprogramma met het oog op het dekken van de sociale noden in de socioculturele sector, de sportsector, de ontspanningssector, de milieusector, die niet of niet voldoende aan bod komen in het reguliere arbeidscircuit. Bovendien deze programma s de (langdurig) werklozen de mogelijkheid om beroepservaring op te doen waardoor zij hun positie op de arbeidsmarkt kunnen verbeteren en eventueel een reguliere arbeidsovereenkomst kunnen in de wacht slepen. De werkgever die een werknemer uit de doelgroep aanwerft, kan aanspraak maken op een forfaitaire vrijstelling van werkgeversbijdragen en op een financiële tegemoetkoming in de loonkosten. Deze voordelen zijn beperkt in de tijd. Invoeginterim Het gaat om een tewerkstellingsprogramma in samenwerking met de sector van de uitzendarbeid. De uitzendkantoren kunnen met de minister van Maatschappelijke Integratie een overeenkomst sluiten waarbij ze zich voor dit tewerkstellingsprogramma engageren. Deze verbintenis houdt in dat zij een leefloon of een gerechtigde op maatschappelijke financiële steun aanwerven in het kader van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. Tijdens de duur van deze arbeidsovereenkomst geeft het uitzendkantoor de werknemer de kans om beroepservaring op te doen en op lange termijn probeert het hem/haar een permanente tewerkstelling aan te bieden bij een derde werkgever. Het uitzendkantoor moet de werknemer trouwens de noodzakelijke begeleiding en omkadering bieden. En in ruil voor deze verbintenis geniet het uitzendkantoor gedurende twee jaar van een subsidie in de loonkosten.