Vragen oefententamen Psychometrie

Vergelijkbare documenten
Met testscores bepalen we de kwaliteit van bepaalde items. De eisen voor kwaliteit zijn van groot belang voor psychologische testen.

Psychometrie werkgroep: De antwoorden

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

Aantekeningenbundel te gebruiken bij het onderdeel testtheorie van Grondslagen psychologische diagnostiek en testtheorie.

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

9. Lineaire Regressie en Correlatie

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27: , 2001

Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23,

11. Multipele Regressie en Correlatie

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Spitzer quality of life index

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene

16. MANOVA. Overeenkomsten en verschillen met ANOVA. De theorie MANOVA

Leesvaardigheid en leesattitude:

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3),

College 2 Observeren en Meten

Overige (Overig, ongespecificeerd)

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

A. Business en Management Onderzoek

Quality of life Index: Cancer version

Met factoranalyse worden heel veel variabelen ingekort tot een aantal variabelen.

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

D) Alle drie de variabelen kunnen zowel afhankelijke als onafhankelijke variabelen zijn.

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly

Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K.

Confusion State Evaluation (CSE)

Modified Mini Mental State Examination (3MS)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,

Psychologische diagnostiek : Proces, Betrouwbaarheid, validiteit (h 5 en 6)

1 Constructie van tests, schalen en vragenlijsten

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Andere kijk op validiteit

Programma. De datateam methode: Van boeiend onderzoek naar beter onderwijs. Opbrengstgericht werken Aan de slag met de Datateam methode

Mental Alternation Test (MAT)

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

Oplossingen hoofdstuk XI

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit

Gegevensverwerving en verwerking

FRENCHAY APHASIA SCREENING TEST (FAST)

De rol van de schoolleider bij het systematisch gebruiken van data voor onderwijsverbetering

Handleiding Nederlandse Werkwaardentest

Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12)

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Betrouwbaarheid en Validiteit van de Nederlandse vertaling van de Work Design Questionnaire. Marjan Gorgievski 1. Patty Peeters.

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Een- Minuut-Test (EMT) 1 Algemene gegevens

Overzicht Klinische lessen. Dominique Selviyan

De Breastfeeding Self-Efficacy Scale wil nagaan hoe vertrouwensvol vrouwen zijn met betrekking tot het geven van borstvoeding.

Formuleblad. Hoofdstuk 1: Gemiddelde berekenen: = x 1 + x 2 + x 3 + +x n / n Of: = 1/n Σ x i

SAMENVATTING HET ONDERZOEK. Ankeronderzoek Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F

INHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23

Decisional conflict. Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014

Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7)

beoordelingskader zorgvraagzwaarte

Meetinstrumenten: lesindeling

COTAN: kwaliteit van tests en testgebruik

Hoofdstuk 4 Uitvoeren en verslag leggen van een betrouwbaarheidsanalyse

A c. Dutch Summary 257

Oral Health Assessment Tool

HTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Tom Billiet ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

The functional living index-cancer

Delirium Symptom Interview (DSI)

Laboratoriumonderzoek MKZ crisis 2001

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

INHOUD. Woord vooraf. P.F. Sanders en T.J.H.M. Eggen 1 Inleiding 1. N.H. Veldhuijzen en F.G.M. Kleintjes 2 Dataverzameling 17

Item-responstheorie (IRT)

Statistiek II. 1. Eenvoudig toetsen. Onderdeel toetsen binnen de cursus: Toetsen en schatten ivm één statistiek of steekproef

Les cinq mots (5W) Meetinstrument Les cinq mots Afkorting. Beoordeling van de cognitieve functies

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

Caroline Bastiaenen, PhD

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren

McGill Quality of Life Questionnaire

Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase

Herkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 508 Dit is geen open boek tentamen.

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Transcriptie:

Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie van de geobserveerde scores gedeeld door die van de ware scores. c) De variantie van de ware scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. d) De variantie van de geobserveerde scores gedeeld door die van de error scores. 2. Is de onderstaande normtabel voor de ruwe testscore X (M = 80, SD = 12) correct? X z T 68-2 26 74-1 38 80 0 50 86 1 62 92 2 74 a) Alleen de z-scores zijn correct; de T-scores zijn niet correct. b) Alleen de T-scores zijn correct; de z-scores zijn niet correct. c) Zowel de z-scores als de T-scores zijn correct d) Zowel de z-scores als de T-scores zijn niet corr ect. 3. Wat is volgens Furr & Bacharach (2008) psychometrie? a) Een procedure om gedragingen van mensen met elka ar te vergelijken. b) Een verzameling procedures om eigenschappen van tests te bepalen en te evalueren. c) Een systematische aanpak om uitspraken over hypo thetische constructen te doen. d) Het meten van verschillen tussen menselijke psyc hologische kenmerken. 4. Welke type bewijs is niet van belang voor de constructvaliditeit? a) Face validity van de items b) Responseprocessen van geteste personen c) Interne structuur van de testitems d) Inhoudsvaliditeit van de items 5. Welke vorm van validiteit staat centraal in onderzoek naar personeelsselectie? a) content validity b) predictive validity c) face validity d) construct validity 6. Wat is de betrouwbaarheid van een test met een standaarddeviatie van 15 en een standaardmeetfout van 9? a) 0.75 b) 0.64 c) 0.60 d) 0.40

7. Wat is geen erkende schattingswijze van de betrouwbaarheid van een test? a) Coëfficiënt alpha die berekend is over de items van een test. b) De correlatie tussen de scores op een test en die op een paralleltest. c) De correlatie tussen de scores op een test en die op een herhaalde testafname. d) De correlatie tussen de scores op een test voor een interventie en die op dezelfde test na de interventie. 8. De validiteit van een nieuwe vragenlijst voor depressie (N) wordt onderzocht door vergelijking met een bestaande vragenlijst voor depressie (D) en een bestaande vragenlijst voor werkhouding (W). Het uitgangspunt is dat depressie en werkhouding nauwelijks mogen samenhangen. De volgen de correlaties worden gevonden: r ND = 0.63, r NW = 0.11 en r DW = 0.08. Dit wijst op: a) Alleen divergente validiteit van N b) Alleen convergente validiteit van N c) Zowel convergente als divergente validiteit van N d) Noch convergente, noch divergente validiteit van N. 9. Wat is in confirmatieve factor analyse een gestandaardiseerd residu? a) Een residu met een waarde 0. b) De waarde van de chi-kwadraat statistiek na deling door het aantal vrijheidsgraden. c) Het verschil tussen de geobserveerde correlatie en de teruggeschatte correlatie. d) Het verschil tussen de fitmaat CFI en de gestandaardiseerde fitmaat NFI. 10. Gegeven zijn de volgende factorladingen voor vier variabelen op drie factoren: F 1 F 2 F 3 V 1.70.30.30 V 2.50.40.30 V 3.60.40.25 V 4.50.50.40 Wat is de communaliteit van variabele V 2? a).77 b).71 c).60 d).50 11. In een PCA-oplossing wordt veruit de meeste variantie verklaard door de eerste twee componenten. Er wordt een plaatje gemaakt van de twee-componenten oplossing, dat er als volgt uitziet.

Welk paar van variabelen is vermoedelijk het hoogst gecorreleerd? a) V 5 en V 6 b) V 2 en V 8 c) V 4 en V 5 d) V 2 en V 3 12. Een test van 30 items wordt in twee parallelle stukken gesplitst van elk 15 items. De correlatie tussen de scores op elke stuk van 15 items bedraagt 0.60. Wat is de betrouwbaarheid van de gehele test volgens de prophecy formule van Spearman-Brown? a) 0.45 b) 0.75 c) 0.82 d) 0.88

13. Een test voor paranoia, een aandoening die bij 2.5 procent van de bevolking voorkomt, heeft een sensitiviteit van.80 en een specificiteit van.95. Joop verneemt op basis van deze test dat hij een paranoia-lijder is, maar vermoedt dat zijn vijanden hierachter zitten. Hoe groot is de kans dat Joop werkelijk aan paranoia lijdt? a) 76 100 % b) 51 75 % c) 26 50 % d) 0 25 % 14. Een test, bestaande uit vier items, meet een bepaalde vaardigheid. Gegeven zijn de itemkarakteristieke curven van de items. Welke item heeft de grootste discriminatieparameter? a) Item 1 b) Item 2 c) Item 3 d) Item 4

15. Een test bestaande uit drie items meet een bepaalde vaardigheid. Gegeven zijn de item karakteristieke curven van de items. Wat is het meest waarschijnlijke scorepatroon (volgorde item 1, item 2, item 3, waarbij 1 = goed en 0 = fout) voor een persoon met een vaardigheid van θ = 6? a) 0,1,0 b) 1,0,0 c) 1,0,1 d) 1,1,0 16. Welke van de volgende uitspraken over principale componenten in PCA is nietjuist? a) Bij keuze van een principale component wordt ware score variantie gemaximaliseerd ten koste van error-variantie. b) Een principale component kan opgevat worden als een richting in de p-dimensionale ruimte van de variabelen. c) In de ongeroteerde oplossing is elke principale component orthogonaal ten opzichte van alle andere principale componenten. d) De eerste principale component verklaart zo veel mogelijk variantie van de variabelen.

17. Gegeven is het volgende paddiagram. De chi-kwadraat statistiek voor dit factor model is X 2 = 16.3. Wat is het aantal vrijheidsgraden dat bij deze toets hoort? a) 10 b) 5 c) 4 d) 2 18. Wat verstaan we onder de specificiteit van een meetinstrument dat de aanwezigheid (positieve diagnose) of afwezigheid (negatieve diagnose) van een bepaalde aandoening wil vaststellen? a) de kans dat iemand die de aandoening heeft een negatieve diagnose krijgt b) de kans dat iemand die de aandoening niet heeft een negatieve diagnose krijgt c) de kans op een negatieve diagnose d) de kans dat iemand die de aandoening niet heeft een positieve diagnose krijgt 19. Beoordeel of het juist is dat de work sample methode van personeelsselectie is gebaseerd op de volgende assumpties. I Toekomstig gedrag kun je goed voorspellen op basis van huidig gedrag. II Toekomstige werkprestaties zijn goed te voorspellen als je de persoonlijkheidskenmerken van de sollicitant weet. a) Stelling I is niet correct, stelling II is correct b) Stelling I is correct, stelling II is niet correct c) Beide stellingen zijn correct d) Geen van beide stellingen is correct

Formuleoverzicht te gebruiken bij Psychometrie

Antwoorden bij oefententamen Psychometrie 1. C 2. D 3. B 4. A 5. B 6. B 7. D 8. C 9. C 10. D 11. D 12. B 13. C 14. A 15. D 16. A 17. D 18. B 19. B