jaargang 33 januari 2004 T.F

Vergelijkbare documenten
Geloven en redeneren. Religie en filosofie

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

De politieke betekenis van de christelijke deugden

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

Een mislukt twistgesprek

Zondag 23 gaat over : rechtvaardig voor God.

Laat uw Koninkrijk komen en Uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel

Duurzaam Deugdzaam. Krijn Pansters Tilburg University Franciscaans Studiecentrum.

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Het begrip van heil, exclusiviteit, heilsnoodzaak van het apostelambt en navolging in de Nieuw-Apostolische Kerk

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek

Preekschets voor 26 mei 2013 Trinitatis. Lezingen : Spreuken 8:22-31 en Johannes 3:1-13

Denken met het hart. Christelijke filosofie in de traditie van Augustinus en Calvijn. Bas Hengstmengel. Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam

Gereformeerd onderwijs 2.0

Les 1 voor 6 april 2019

Eindexamen Filosofie vwo I

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN

Examenprogramma Griekse taal en literatuur vwo Latijnse taal en literatuur vwo

2 Aan de heiligen in Kolosse, gelovige broeders en zusters die één zijn in Christus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader.

Maar de vrucht van de Geest is liefde (Galaten 5:22)

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het

Blad van de Theologische Faculteit Universiteit Leiden

Doel van Bijbelstudie

Hebben de theologale deugden van Thomas van Aquino ook betekenis los van een christelijke context?

27Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. 28Want wij zijn van oordeel, dat de

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Les 1: het kruis, bekering en geloof

De kracht van Zijn vrede in jou

Gebed om te gedenken. Gebed van lofprijzing. Gebed na Hemelvaart. Gebed op de levenszee

DE GENADE BEWEGING. Gij weet dit, dat allen, die in Azië zijn, zich van mij afgewend hebben; onder welke is Fygellus en Hermógenus.

Paulus brief aan de Romeinen. #1 voorbereiding

leesplan voor het dagelijks lezen van de Bijbel

filosofie vwo 2015-II

Samenvatting Filosofie Mensbeelden

Paulus in actie. In een heilige actie. Gericht op de drie-enige God. Dat is tot eer van God en uitbreiding van Zijn Koninkrijk.

WAT DE BIJBEL EN LUTHERANEN LEREN

DYNAMIC --- Discipel-maken ---

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Pijler II: Geloof in God

In den beginne Studieblad 1

De Bijbel Open (02-03)

ESTAMEN E TESTAM KTISCH HEMA TORAAL UEEL GEREN BESPREKIN 42 focus

Zondag 47. Zondag 47 gaat over de eerste bede : Uw Naam worde geheiligd. Lees de tekst van Zondag 47. Vraag 122 : Welke is de eerste bede?

Zij die God liefhebben

Ter inleiding (tot een inleiding)

Voor David, de liefde van mijn leven

De brief van Paulus aan de Romeinen

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 7 Middagdienst. Broeders en zusters,

Terugblik Downloaden op

Orde voor de voortzetting van het heilig Avondmaal

Aristoteles: Oh ja? Maar ik heb ook wel eens gehoord van utilitarisme, wat is dat dan?

Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

Levenskunst en ethiek 13 Bouwstenen voor iedereen 14 Zestien filosofen 14 De hoofdstukken 15

Inhoudsopgave VOORWOORD ONDERZOEKSMOTIVATIE ALGEMENE INLEIDING 8 HOOFDSTUK 1 HET MOEDERSCHAP VAN GOD, HET GEESTELIJKE MOEDERSCHAP

Galaten 5. Concordant commentaar van A.E. Knoch

Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft (Joh. 7:3 8)

God is mijn Herder, die mij weidt in groene velden vind ik rust Hij gaat mij voor naar stille wateren. Zijn goedheid verkwikt mijn ziel.

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Liturgie bij de avonddienst op 14 februari 2016

Geloven en redeneren. Samenvatting

Christendom. Wat uit dit geloof spreekt je aan?

1 Johannes 4:10 (HSV)

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

Ds. B.J. van der Graaf GN 26/7

28 oktober uur AvdLugt orgel: Jannes Munneke schriftlezing: Diny van Dijk LITURGIE:

Geloven in Scholen met de Bijbel

2 Korintiers 3:6b. want de letter doodt, maar de Geest maakt levend

Het kerkgebouw Huis van God

Verkondiging God ervaren bij Johannes 3: 1-21 zondag 27 mei 2018, zondag van de drie-eenheid Ds. Dick Snijders

1. De God van Jakob. Lezen: Psalm 146

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.

Ik wil gaan kijken naar de eerste brief van Johannes. Ik wil een stukje daarvan vers voor vers doorlopen.

Ik ben gewoon gaan zitten en luisterde naar zijn stem. En in de liefdevolle woorden herkende ik Hem.

6 september uur René Barkema. toewijden aan God. - stilte. - votum + vredegroet. - GK Gezang 164 (canon) luisteren naar God.

Op weg de wereld in. Zondag 27 januari Thema: Op weg de wereld in

De doop in de Heilige Geest

Preek over HC Zondag 8. Liturgie: Votum en groet Zingen: Ps. 33:1,2

Er zijn drie sleutelwoorden in Galaten 3:15-20: Belofte, Verbond en Wet. We zouden moeten bestuderen hoe Paulus deze drie woorden in dit gedeelte

6.1. Samenvatting door E woorden 2 april keer beoordeeld. Filosofie. Filosofie: Wijsgerige ethiek. Paragraaf 1: Het morele goede

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente,

Maarten Kruimelaar 14 Maart 2015

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Preek over HC zondag 27 (zondag 19 september 2010, Hoofddorp)

het Woord was bij God en het Woord was God. Christus, Eerstgeborene van heel de schepping

Leven vanuit de toekomst

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

Voorbeeld brief 2de eeuw 2 Petrus)

Nederlands. Ons Heer Hemelvaart B. Van leven naar eucharistie. Eerste lezing Handelingen 1,1-11

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

5,6. Werkstuk door een scholier 1133 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Inhoudsopgave:

om met blijdschap vervuld te worden. 2 Timotheüs 1:4

Voorbereiding Orgelspel. Welkom. Aanroeping en inkeer Zingen: Psalm 72: 1,4 Votum en Groet. Gebed om eenheid GEBED OM EENHEID. v: voorganger a: allen

Transcriptie:

jaargang 33 januari 2004 T.F

LOF OP DE PASSIVITEIT Deugdethiek bij Augustinus en Thomas van Aquino VWO-scholieren zullen in 2004 en 2005 voor hun eindexamen het boek Deugdelijk leven. Een inleiding in de deugdethiek door Paul van Tongeren (SUN: Amsterdam 2003) moeten bestuderen. Dit interessante en heldere boek geeft een historisch en systematisch overzicht van de deugdethiek. Het behandelt de problemen wat deugden zijn, hoe de verhouding ervan is tot de wil, tot plicht, en tot de natuur, en wie welke opvatting verdedigde. In het één na laatste hoofdstuk staan een aantal korte teksten van grote denkers, van Aristoteles via Thomas van Aquino tot en met Alasdair Maclntyre. Deugdethiek staat de laatste tijd opnieuw in de aandacht. Het begrip deugd was zeker in de eerste helft van de vorige eeuw in onbruik geraakt. Men associeerde 'deugdzaam' vaak met 'braafheid', en de uitdrukking 'de deugd ligt in het midden' werd vaak uitgelegd m de zin van middelmatigheid en saaiheid. In de jongste Van Dale worden 'deugd', 'deugdelijk', en zelfs 'deugen' echter weer positief omschreven. 'Deugd' betekent in de eerste plaats: goed zijn in zedelijke zin, de voortdurende gezindheid het goede te doen, of, ten tweede, een bepaalde goede zedelijke eigenschap, bij voorbeeld naastenliefde. 'Deugdzaam' betekent 'vol deugd, tot deugd geneigd'. Eeuwenlang, zeker in de Oudheid en de Middeleeuwen, was ethiek gebaseerd op deugden. In de traditie van de westerse ethiek maakt men daarbij een onderscheid tussen twee soorten, namelijk 'kardinale deugden' en 'théologale deugden'. Sedert Plato zijn de klassieke kardinale deugden: verstandigheid, dapperheid, gematigdheid en rechtvaardigheid. Verstandigheid is de menselijke denkactiviteit voorzover deze op handelen is gericht, niet op theoretische beschouwing. Door deze deugd weet de mens welk doel hij moet nastreven. 14 T F jmtuan XHM

Dapperheid houdt in dat men met liet oog op het doel liet juiste midden weet aan te houden tussen overmoed en lafheid in. Matigheid is de beheersing in de vegetatieve en seksuele aandriften. Rechtvaardigheid is wat moeilijker te definiëren. Volgens Plato is iemand rechtvaardig als de andere deugden goed gecoördineerd zijn, volgens Thomas houdt rechtvaardigheid in dat men elk naar billijkheid het zijne geeft. Deze deugden heten m de klassieke formulering van Thomas van Aquino 'kardinaal' omdat ze de draaipinnen zijn (latijn 'cardines'), waaraan, de andere deugden hangen, zoals een deur in zijn hengsels hangt. De théologale deugden (men spreekt meestal niet van 'theologische deugden') zijn de christelijke deugden: geloof, hoop en liefde. Deze drie worden het eerst door de apostel Paulus ter sprake gebracht in l Thessalonicenzen 1:3, zonder dat Paulus overigens de term 'deugd' gebruikt. Hij zegt: 'Onophoudelijk gedenken wij voor het aanschijn van God, onze Vader, uw werkdadig geloof, uw onvermoeibare liefde en uw standvastige hoop op onze Heer Jezus Christus'. Pas bij de kerkvaders, bij voorbeeld bij Augustmus, zien we een systematische bespreking van de verhouding tussen de kardinale en de théologale deugden. Ik zal hier in het bijzonder aandacht vragen voor de théologale deugden. Van Tongeren bespreekt deze enigszins terzijde (in zijn 3.2). Hij legt het hoofdaccent op de kardinale deugden. Dit zijn de actieve deugden en die spreken kennelijk het meest aan bij de westerse mens. Immers, de westerse mens is geneigd te denken dat hij goed wordt, doordal hij iets doet. Hij denkt zichzelf deugdzaam te maken. Dat deugd ook passief kan zij n, ja in die zin belangrijker is dan actieve deugden, komt in de traditie veel voor. Dit aspect is juist eigen aan de théologale deugden. Over dit laatste gaat dit artikel.. Van Tongeren wijst op het belang van de théologale deugden voor de deugdethiek ook in een seculiere wereld. Ik citeer (p. 81): 'Hoe kun je de verschrikkingen van oorlog en concentratiekampen doorstaan en daaronder niet volstrekt cynisch worden, ais je niet geloof hebt in een betere wereld?' Hij brengt het aspect van passiviteit van deugdethiek, dat juist door de théologale T.F.yuuari XXM 15

deugden geloof, hoop en liefde wordt verdedigd, minder sterk naar voren. Théologale deugden laten zien dat de mens zich uiteindelijk 'gelaten' moet zijn, of: in 'Gelassenheil' leven, om met Meester Eckhart, de bekende mysticus uit het begin van de veertiende eeuw, te spreken. Ik zal de théologale deugden bespreken aan de hand van twee klassieke leraren van het christendom, Augustinus (354-430) en Thomas van Aquino ( 1224-1274). Zij hebben vorm gegeven aan de christelijke deugdenleer. Eerst in het algemeen iets over de middeleeuwse opvatting van deze deugden. Ik geef hier het kader waarbinnen de middeleeuwse denkers vanaf Augustinus hun deugdenleer uitwerken. Reeds in de tweede eeuw na Christus (bij Justinus de Martelaar) legden de christenen hun leer uit in termen van de antieke wijsbegeerte, in casu het Platonisme. Op deze manier werd het christendom 'onze filosofie', om met Augustinus te spreken. Geloof wordt bij Augustinus en Thomas in de eerste plaats opgevat als een soort kennis, niet als een gevoel. In geloof krijgt de mens informatie; hij neemt, zoals de genoemde leraren beiden zeggen, iets als zeker aan, op grond van een openbaring, zonder dat hij in alle opzichten helder weet wat hij aanneemt. Vaak neemt die helderheid door studie in de loop van een leven toe, maar volledige duidelijkheid wordt niet bereikt m zaken van het geloof. Hoop verwijst naar de verwachting op iets goeds, dat in de loop van de tijd zal aanbreken. Waar de mens op hoopt, kan hij niet uitrekenen. Men heeft een vermoeden, men gelooft dat die radicaal betere werkelijkheid gerealiseerd zal worden. Het is niet eenvoudig de hoop vast te houden. In de praktijk van het leven wordt men soms onzeker over de gerezen verwachting. Wanneer wij nog even de geciteerde passage uit het boek van Van Tongeren in de herinnering brengen, betekent 'geloven in een betere wereld' eigenlijk 'hopen op een betere wereld'. Immers, hoop doet leven. Liefde is een band, een betrekking, tussen de mens en het object van zijn geloof en hoop, God. Aan de ene kant is liefde al vooraf gegeven, is die band er: 16 T F januari 2UIU

God heeft zijn schepping liefen heeft deze zo gevormd dat er een relatie tussen de schepping en Hemzelf is. In geloof en hoop moet de liefde langzamerhand worden verdiept. Nu de opvattingen van Augustinus en Thomas in het bijzonder. Eerst Augustinus. In zijn De staal Goets definieert hij de théologale deugden als een orde van de liefde (ordo amoris). In deze ordening moet de mens uiteindelijk van God genieten, en alle aardse goederen moet hij om Gods wil gebruiken. De mens gelooft dus eerst wat God zegt, hoopt bij God te komen, en bemint God op deze weg steeds meer. 'Wat kan men hopen als men het niet gelooft?' zegt Augustinus in zijn Handboek (II, 8) 'Hoop gaat over goede dingen in de toekomst' en 'Zij is altijd tezamen met liefde'. Augustinus gaat uit van een intellectuele basis: de hefdesband tussen God en mens is tussen twee intellecten: het volmaakte, goddelijke intellect en het menselijke. Dank zij zijn intellect kan de mens tot goede daden komen. We kunnen allereerst vaststellen dat de théologale deugden op God betrekking hebben, dus iets wat de mens niet zelf m de hand heeft, wat buiten zijn macht ligt, maar dat zichzelf aan de mens schenkt, zo God dat wil. Ten tweede zien we dat bij Augustinus de deugd van de hoop niet louter op de toekomst betrekking heeft, maar ook betrekking heeft op de houding van een mens in het heden. De mens is in zijn belangrijkste deugdzaamheid dus passief, optimistisch, en overstijgt wat hij in zijn eigen macht heeft volgens zijn eigen berekeningen. Alle deugden, de kardinale en de théologale, zijn op God gericht. Ook als men bij voorbeeld dapper is (een kardinale deugd), is men dat met het oog op God. Thomas van Aquino heeft veel van Augustinus geleerd. Maar hij leeft in een andere tijd dan Augustinus, acht eeuwen later, in grote steden van Europa (met name Parijs), en werkt aan de universiteit. Dat God, zoals Augustinus zei, alle deugden in ons, maar wel zónder ons bewerkt, aanvaardt hij niet. De kardinale deugden komen volgens Thomas voort uit de natuur van de mens. Thomas volgt T F jtimitiri 2004 17

het spoor van Aristoteles. Volgens hem zijn deze deugden in de natuur gefundeerd, dus min of meer objectief (hij heeft een naturalistische ethiek). Thomas' opvatting over de théologale deugden kunnen we toelichten aan de hand van zijn uiteenzetting over de hoop. In zijn Summa theologiae, II-II, qu. 17, bespreekt Thomas deze deugd. Het is een deugd, omdat hij de mens goed maakt en zich door God laat leiden. Het eigenlijke en eerste object van de hoop is de eeuwige zaligheid, maar daarnaast, zegt Thomas, de hulp van God, want die is absoluut nodig bij het verwerven van het hoogste geluk. Hoop gaat in de eerste plaats over een moeilijk te bereiken goed voor de mens zelf het is de smalle weg ; in tweede instantie kan men ook voor een ander hopen dat hij de zaligheid bereikt. In strikte zin mag men slechts hopen op God, en in ruimere zin dat een schepsel meehelpt op de ingeslagen weg. Geloof gaat in de tijd vooraf aan hoop. Voordat we kunnen hopen moeten we eerst weten dat dat moeilijk te bereiken goed mogelijk is. Hoop gaat in de tijd vooraf aan liefde, hoewel liefde absoluut gesproken primair is. Immers, liefde bereikt God in zich zelf, dat wil zeggen als regel en grond van heel de schepping. Zij is dus de logische voorwaarde van de ontwikkeling van de deugden, ook al ontwikkelt de mens zich chronologisch volgens de volgorde: geloof, hoop en liefde. De deugden zijn dus in deze zin passief. Hoewel Thomas de deugden naturalistischer uitlegt dan Augustinus (de kardinale deugden zijn volgens Thomas natuurlijkerwijs verworven, en geen zaak van bijzondere genade), zien we ook bij hem dat de théologale deugden de kroon zijn en duidelijk maken dat het menselijk geluk slechts in passiviteit bereikbaar is, boven de berekeningen van de natuurlijke vermogens. 3 In de reformatie neemt de deugdethiek niet meer zo'n prominente plaats in als in de middeleeuwen. Maarten Luther breekt principieel met de thomistische opvatting van harmonie tussen geloof en rede, en daarmee ook met de 1 Een recente inleiding over Augustinus niel verwijzing naar andere litteratuur is Wijsgerig Perspectief, 41 (2001) 5, redactie H.J Adnaause Een mooi boek over de deugdleer bij Thomas van Aquino is R.A. te Velde (red.). De deugden m/i île»tem Thoma* \vn Aquino De wmi/iaiu m (fnmtiitni Baam (Ambo) 1995. 18 T. f'januari 20/H

thomistische deugdenleer. Volgens Luther heeft de rede geen enkele verdienste op het punt van het uiteindelijk geluk. Slechts geloof in Gods woord en vertrouwen in Zijn almacht kan de mens redden (sola fide, sola scripturd). Hij lijkt te denken aan Job, die wanhopig zijn hoop kwijt is, alsof deze op aarde te vinden is. Wat kunnen wij hieruit leren'? Uit de christelijke traditie zoals we die tegenkomen bij Augustinus en Thomas, leren we dat de mens het beste leeft volgens passiviteit. Deze moeten we niet opvatten in de zin van een gebrek aan daden, maar, denk ik, in de zin van vertrouwen, dat de mens moet openstaan voor iets dat hij met kan berekenen, dat buiten de techniek valt. Als we alleen technisch met de dingen rond ons omgaan, met name met andere mensen en met de natuur, lopen we risico Als de mens iets gebruikt, kan dit negatief op hem terugslaan. De medemens is geen machine die men kunt programmeren. Het is beter, zo lezen we bij de kerkleraren, onze grens te kennen en uiteindelijk passief te zijn. E.P. Bos T F jamanxw