Gebruikersdocument fz

Vergelijkbare documenten
Gebruikersdocument ggz

Gebruikersdocument fz

Gebruikersdocument ggz

Gebruikersdocument ggz Deel 2: Verantwoording RG12. Versie

Inkoopgids fz DBBC's ambulant, klinisch en TBS dwang. Versie 1.0 definitief

Toelichting zorgprofielen fz 2013

Gebruikersdocument deel 2 Verantwoording ggz

Toelichting productstructuur DBC GGZ RG12

Inkoopgids Forensische Zorg

Wijzigingen Congres Implementatie DB(B)C-pakket Joyce Neele en Jacco Zwartepoorte 4 september 2014

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

Bijlage wijzigingen RG14c/RF14c. Versie

Gebruikersdocument deel 1 Wijzigingendocument 16b

Gebruikersdocument deel 1: Wijzigingen regelgeving en db(b)c-systematiek ggz/fz

Beschrijving correcties op 15b

Consultatieverslag 1e go RF/RG15

Toelichting op de beslisboom fz RF12

Van Telefoonnummer adres Kenmerk I.M. Vermeulen / J.J.Janse. invoering jeugd GGZ: gevolgen voor prestaties en tarieven april 2014

Release ggz/fz Wijzigingen in regelgeving en dbc-pakket

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/15/21c /

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013

DB(B)C-Productstructuur voor Forensische Zorg in Strafrechtelijk Kader 2010

DB(B)C-Productstructuur voor Forensische Zorg in Strafrechtelijk Kader 2011

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure info@nza.nl CI/15/23c /

SPECIFICATIE AAN TE LEVEREN VARIABELEN

Invulinstructie en technische validatieregels bij hard afsluiten DBC en basis-ggz jeugd 1 juni 2017

BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsberekening curatieve GGZ. Doel van de beleidsregel

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/13/22C

Beschrijving ervaren knelpunt Er zijn dit jaar veel vragen binnengekomen over het heropenen van DBBC s.

Agenda. Spelregels en wijzigingen. 29 november Congres Implementatie DBC-pakket Scope congres Implementatie DBC-pakket 2014.

Gebruikersdocument deel 2 Verantwoording ggz

Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tarieven vast van DBC-zorgproducten.

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ

Toelichting op de Referentie Doorlooptijden Tabel

Ingevolge artikel 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) de navolgende regeling vastgesteld.

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t.

Verantwoordingsdocument Forensische Zorg 2013

Hashcode Samenstelling Grouper

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte accountantscontrole kostprijzen forensische zorg Nadere regel NR/FZ-0005

Release en regelgeving ggz/fz 2017

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

Declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

Beleidsregel declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

Toelichting uitval bij honorariumberekening. versie 1.0

Consultatiedocument. Ombouw DBC JGGZ 2018

Van Telefoonnummer adres Kenmerk NZa, directie Regulering Toelichting opties invoering DSM-5 16 februari 2016

Advies Forensische zorg

Beleidsregel declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

DBC tarieven Universitair Centrum Psychiatrie (UCP)

Toelichting validatieregels fz

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013

Gebruikersdocument deel 1b: Wijzigingen db(b)csystematiek. codelijsten gbg. Versie

Productstructuur GGZ 2010

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk SBES/djon/GGZ /

BELEIDSREGEL BR/FZ-0009

BIJLAGE 1: Diagnose behandeling combinaties (dbc s) in euro s

medisch specialisten 2014

Toelichting op de ZP-ZP- Conversie Tabel RZ12b-RZ13b. Versie

Verslag. Klankbordgroep honorariumtarieven DOT 2012 Datum: 19 september Tijd: uur Locatie: NZa

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

Registratie en aanlevering kostprijzen geriatrische revalidatiezorg

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Regeling registratie en aanlevering gegevens pilot ggz en fz

Regeling Verplichte accountantscontrole kostprijzen GGZ (NR/CU-527)

REGELING NR/CU-513. Declaratiebepalingen DBC GGZ

Handreiking Gebruik zorgvraagzwaarte-indicator GGZ Voor GGZ-instellingen en zorgverzekeraars

NADERE REGEL NR/CU-535

Bijlage 1 bij BR/REG beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg

BELEIDSREGEL BR/CU-5084

NADERE REGEL NR/CU-558

ZIC: Kengetallen DIS per 1 oktober 2016

ZIC: Kengetallen DIS per 1 september 2016

Toelichting Validatieregels DBC GGZ RG12

Regeling DBBC s, ZZP s en extramurale parameters FZ

Handleiding RZ15b. Versie

Toelichting update RG03 i.v.m. Prestatievoorschot v Ingangsdatum codelijsten:

ZIC: Kengetallen DIS per 1 januari 2017

Tijdschrijven, verblijfsdagen en diagnoses in de GGZ

Incura Handleiding (GGZ) DSM-5

BELEIDSREGEL CU Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg. 1. Algemeen

DBC tarieven 2016 Universitair Centrum Psychiatrie (UCP)

Inkoop Forensische Zorg Informatiebijeenkomst

Analyse declaratiegegevens hoofdbehandelaarschap

De productstructuur DBC GGZ 2008 inclusief Informatieset

Gebruikersdocument ggz Deel 1: Wijzigingen RG12a

Memo tarieven inkoop 2018

Aanwijzing Controleprotocol Forensische Zorg 2011

Oplegger uitlevering RZ14a. Versie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling DBBC s, ZZP s en extramurale parameters FZ

NADERE REGEL NR/CU-NR/CU-534

Hans Tieken, Adviseur Raad van Bestuur Jellinek lid lwdo (verslaving) Bijeenkomst NVSPV d.d. 18 mei 2006

Veelgestelde vragen over DOT

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

Transcriptie:

Gebruikersdocument fz Deel 2: Verantwoording Versie 20130913 1 januari 2014

Inhoudsopgave Managementsamenvatting... 5 Begrippenlijst... 7 1 Inleiding... 9 1.1 Toetsingskader Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)... 9 2 Wijzigingsverzoeken... 10 2.1 Wijzigingen... 10 2.2 Besluitvorming 1 e en 2 e go... 10 2.2.1 1 e go... 10 2.2.2 2e go... 11 2.2.3 Aanvullend besluit NZa... 11 2.2.4 Onderwerpen die na de 2 e go nog zijn toegevoegd... 11 2.3 Releaseonderwerpen fz vanuit DBC-Onderhoud... 11 2.3.1 Onderwerpen die alleen relevant zijn voor de fz... 11 2.3.2 Onderwerpen uit ggz die ook relevant zijn voor fz... 12 2.3.3 Technische correcties... 13 2.4 Releaseonderwerpen vanuit doorontwikkelagenda... 13 3 Kostprijzen... 15 3.1 Onderzoeksopzet verzameling kostprijsgegevens... 15 3.1.1 Deelnameverplichting... 15 3.1.2 Steekproeftrekking kostprijsonderzoek... 15 3.1.3 Referentiegroep... 15 3.1.4 Kostprijzen berekenen... 16 3.2 Resultaten... 16 3.2.1 Respons referentiegroep... 17 3.2.2 Kwaliteit kostprijzen... 17 3.2.3 Rekenmethode voor de kwaliteit van kostprijzen... 18 3.2.4 Nauwkeurigheid van het kostprijsonderzoek... 19 4 Dataset... 20 4.1 In drie stappen naar de Ronde-RF14a-dataset... 20 4.2 Dataselectie... 20 4.2.1 Maandaantallen... 20 4.2.2 Resultaat van de dataselectie... 21 4.3 Validatie en extra schoning... 21 4.3.1 Validatieregels... 22 DBC-Onderhoud 2 55

4.3.2 Extra schoningsregels... 22 4.3.3 Resultaat van de validatie en extra schoning... 23 4.3.4 Correcties naar aanleiding van wijzigingen... 24 4.3.5 Correcties naar aanleiding van wijzigingen per 1 januari 2014... 24 4.3.6 Correcties uit vorige releases... 24 4.3.7 Resultaat van de correctie... 25 4.4 Beschrijving van de gevalideerde en gecorrigeerde dataset en trendanalyse... 25 4.4.1 Verdeling van DBBC s... 26 4.4.2 Gemiddelde doorlooptijd... 28 4.4.3 Verdeling van minuten... 29 4.4.4 Verblijf... 30 4.4.5 Verrichtingen... 30 4.5 Vergelijken van de dataset voor en na validatie en correctie... 30 4.6 Data van de referentiegroep kostprijzen... 33 5 Productstructuur... 36 5.1 Bepalen productstructuur... 36 5.1.1 Wijzigingen productstructuur... 36 5.1.2 Overzicht eindresultaat 2014... 37 6 Productprijzen... 40 6.1 Berekenen van productprijzen... 40 6.1.1 Selectie van zorgaanbieders met voldoende kostprijzen... 40 6.1.2 Afleiden van behandelgroep per DBBC... 40 6.1.3 Berekening van lokale productprijzen voor behandelgroepen... 41 6.1.4 Berekening van landelijke productprijzen... 41 6.1.5 Berekening van productprijzen voor verrichtingen en verblijfssoorten... 41 6.1.6 Kwaliteitsbeoordeling en alternatieve productprijsberekening... 41 6.2 Beoordeling van de kwaliteit van de productprijzen... 42 6.2.1 Kengetallen... 42 6.2.2 Eindscore... 42 6.2.3 Beoordeling van verblijf en verrichtingen... 43 6.3 Alternatieve berekening productprijzen... 44 6.3.1 Alternatieve berekening behandelgroepen... 44 6.3.2 Alternatieve berekening verblijfssoorten... 44 6.4 Resultaten... 45 6.4.1 Selectie van zorgaanbieders... 45 6.4.2 Rode behandelgroepen en schoning van verblijfsinformatie... 45 DBC-Onderhoud 3 55

6.4.3 Deelprestaties met expertprijs... 45 6.4.4 Overige producten... 45 Bijlage 1: Kostprijzen... 46 Bijlage 2: Rekenvoorbeeld productprijsberekening... 52 Bijlage 3: Kwaliteit van productprijzen... 53 DBC-Onderhoud 4 55

Managementsamenvatting Wijzigingsverzoeken Om de inkoop, registratie en declaratie van verdiepingsdiagnostiek (VD) via de DBBC-systematiek mogelijk te maken, is besloten om voor VD een forensische zorgtitel op te nemen. Verder is er voor gekozen om alle verschillen met betrekking tot verblijfssoorten tussen de productstructuren fz en ggz weg te nemen. Overige belangrijke wijzingen die in de DBBC-systematiek voor 2013 zijn doorgevoerd zijn: Aanscherping van de definitie van de activiteit dagbesteding; Verwijdering van de mogelijkheid om een DBBC te heropenen ; Doorontwikkeling van verblijf; Afschaffing van de hoofdgroepen Indirect en Geen behandeling. Kostprijzen Ten behoeve van de RF14a is een kostprijsonderzoek DBBC fz 2014 uitgevoerd. Dit kostprijsonderzoek is gebaseerd op kostprijzen uit het boekjaar 2012. Voor de berekening van de kostprijzen is gebruik gemaakt van het kostprijsmodel versie 14 1. Voor het kostprijsonderzoek fz 2014 is aselect een referentiegroep samengesteld. De geselecteerde zorgaanbieders zijn tot aanlevering verplicht en hebben de kwaliteit en betrouwbaarheid van de kostprijsgegevens moeten laten controleren door een accountant. Het kostprijsonderzoek fz 2014 is parallel uitgevoerd aan het kostprijsonderzoek ggz 2014. Na de betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsanalyse is gebleken dat de kwaliteit van de kostprijsgegevens voor alle strata afzonderlijk en gezamenlijk voldoen aan de eis van het toetsingskader. 2 Dataset De als bron gebruikte dataset is samengesteld uit DBBC s die afkomstig zijn uit DIS-data van 2010 tot en met maart 2013. Na validatie en correctie van de dataset bestaat de Ronde RF14a -dataset uit 16.139 DBBC s. Om de representativiteit van de dataset te beoordelen, is gekeken naar de verdeling van DBBC s over de hoofdgroepen, het gemiddeld aantal minuten per tijdsklasse, de beroepenmix en een vergelijking gemaakt met de ongeschoonde datasets. Productstructuur In de productstructuur 2014 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd: De verblijfsprestaties voor fz zijn uitgebreid door het gelijktrekken van het aantal verblijfsintensiteiten met de ggz; De productgroepen Indirect en Geen behandeling zijn komen te vervallen. Productprijzen Productprijzen zijn alleen berekend voor zorgaanbieders met voldoende aangeleverde en betrouwbare kostprijzen voor de geselecteerde profieldata. Voor elke behandelgroep zijn lokale productprijzen (per zorgaanbieder) berekend aan de hand van lokale kostprijzen en lokale profielen (conform RF14a). Het gewogen gemiddelde van lokale productprijzen geeft de landelijke productprijs. De productprijs van verblijfsdagen en deelprestaties is het gewogen gemiddelde van lokale kostprijzen 1 DBC-Onderhoud: Kostprijsmodel 14, versie 3.0, januari 2013 als bijlage bij Kostprijsberekening forensische zorg (BR/FZ-0008) 2 Beleidsregel BR/CU-5084, Toetsingskader beoordeling DBC-productstructuur DBC-Onderhoud 5 55

uit de kostprijsaanleveringen. Bij productgroepen die niet voldoen aan de kwaliteitscriteria voor het bepalen van betrouwbare productprijzen wordt een alternatieve prijs bepaald met behulp van lineaire extrapolatie. DBC-Onderhoud 6 55

Begrippenlijst begrip behandelgroep casemix correctie DAO DBBC DIS cv-waarde deelprestatie kostendrager kostprijs MDS NHC s PPB productgroep productprijs productstructuur profiel omschrijving productgroep behorend bij het behandeldeel van een DBBC aantal DBBC s/verblijfsdagen/verrichtingen per productgroep bewerking van de dataset naar aanleiding van wijzigingen in de DBBC-systematiek, zodat een prognose kan worden gemaakt van de casemix en profielen van DBBC s in het jaar waarin de release wordt ingevoerd Directioneel Afstemmingsoverleg Onderhoudspartijen DBBC-traject DBBC-informatie-systeem of de afdeling binnen DBC-Onderhoud die data verzamelt van zorgaanbieders standaarddeviatie gedeeld door gemiddelde declarabele productgroep kleinste onderdeel van een DBBC waar een kostprijs van berekend kan worden zoals tijdschrijvend beroep, dagbesteding, verblijf, verrichtingen kosten van een kostendrager bij een bepaalde zorgaanbieder of het landelijk gemiddelde hiervan Minimale dataset Normatieve Huisvestings Component productprijsberekening behandelgroep (bijvoorbeeld Depressie 3000-5999 minuten), verblijfssoort of verrichting prijs per productgroep, gebaseerd op geselecteerde en bewerkte DIS-data. Een lokale productprijs geeft de gemiddelde kosten van een specifieke zorgaanbieder weer. De landelijke productprijs is het gewogen gemiddelde van kosten per DBBC of van lokale productprijzen en dit kan de basis zijn voor een tarief. behandelgroepen, verblijfssoorten en overige verrichtingen percentage voorkomen en aantal bij voorkomen per kostendrager van een bepaalde productgroep PS2014 productstructuur 2014 referentiegroep kostprijzen Ronde dataset simulatie stratum tarief zorgaanbieders die door middel van een steekproef zijn aangewezen om kostprijzen aan te leveren geselecteerde DIS-data waarmee productprijzen worden berekend toepassen van nieuwe spelregels op de dataset, naar aanleiding van wijzigingen in de DBBCsystematiek, zodat een prognose kan worden gemaakt van de casemix en profielen van DBBC s in het jaar waarin de release wordt ingevoerd type zorgaanbieder maximum prijs per productgroep die door zorgverzekeraars aan zorgaanbieders kan worden betaald voor een gedeclareerde DBBC, opgebouwd uit productprijs plus index, NHC (normatieve huisvestingscomponent) en eventuele afslagen of opslagen door de NZa DBC-Onderhoud 7 55

WOP Werkoverleg Onderhoudspartijen DBC-Onderhoud 8 55

1 Inleiding Voor u ligt het verantwoordingsdocument van de fz-productstructuur 2014. Dit verantwoordingsdocument gaat in op de totstandkoming van de prestaties en de daarbij behorende productprijzen. De wijzigingsverzoeken (hoofdstuk 2) hebben onder andere invloed gehad op de uitvraag van de kostprijzen (hoofdstuk 3), de selectie van de dataset (hoofdstuk 4) en de totstandkoming van de productstructuur (hoofdstuk 5). Deze laatstgenoemde elementen zijn de basis geweest voor de productprijzen (hoofdstuk 6). Daarnaast zijn ook de effecten bepaald die inzicht bieden in de verschillen tussen de productprijzen onderliggend aan de tarieven van 2013 en de nieuwe productprijzen onderliggend aan de tarieven van 2014 (hoofdstuk 7). Wijzigingsverzoeken (hoofdstuk 2) Kostprijzen (hoofdstuk 3) Dataset (hoofdstuk 4) Productstructuur (hoofdstuk 5) Productprijzen (hoofdstuk 6) Effectanalyse (hoofdstuk 7) Figuur 1.1 Opbouw verantwoordingsdocument 1.1 Toetsingskader Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft een toetsingskader opgesteld, waarin kaders staan die de totstandkoming van de productstructuur toetsen. Hierin zijn ook criteria opgenomen over de totstandkoming van de kostprijzen, productprijzen en de dataset. Voor het volledige toetsingskader, zie: Beleidsregel BR/CU-5084, Toetsingskader beoordeling DBC-productstructuur DBC-Onderhoud 9 55

2 Wijzigingsverzoeken In dit hoofdstuk kunt u lezen welke wijzigingen in RF14 zijn doorgevoerd. Ook vindt u hier de verantwoording met betrekking tot de wijzigingsverzoeken die zijn ingediend voor RF14 en die niet tot aanpassing in de DBBC-systematiek hebben geleid. 3 2.1 Wijzigingen De belangrijkste onderwerpen die conform het hoofdlijnendocument RF14 in de DBBC-systematiek voor 2014 zijn uitgewerkt zijn: Wijzigingen specifiek voor fz Verdiepingsdiagnostiek als zorgtype toegevoegd; Doorontwikkeling verblijf fz: verblijfsintensiteiten fz zijn in lijn gebracht met die van de ggz. Wijzigingen die zowel voor fz als ggz gelden Dagbesteding; Patiënt terug in zorg. Doorontwikkelagenda Doorontwikkeling verblijf; Indirecte tijd. Zowel bij ggz als fz is een wijzigingverzoek binnengekomen dat betrekking heeft op de tarieven. Dit verzoek is niet in behandeling genomen. Wel is er in 2013 een nieuw kostprijsonderzoek uitgevoerd. De verantwoording daarover vindt u in hoofdstuk 3 van dit document. Verder is een aantal technische correcties doorgevoerd. Dit betreft uiteenlopende kleine wijzigingen, variërend van correctie van spelfouten tot (kleine) aanpassingen in de tekstuele condities van validatieregels of toevoeging van validatieregels voor bestaande regelgeving in de spelregels. 2.2 Besluitvorming 1 e en 2 e go De besluitvorming over de groslijst RF14 heeft op twee momenten plaatsgevonden: de 1 e en de 2 e go. In deze paragraaf vindt u een korte uitleg over de procedure die tot de uiteindelijke lijst met releaseonderwerpen heeft geleid. Meer informatie vindt u op de website van DBC-Onderhoud: http://www.dbconderhoud.nl/inhoud-dbc-pakket-2014-voor-ggz-en-fz-bekend2/menu-id-76 2.2.1 1 e go Op de groslijst staan wijzigingsverzoeken en thema s die zijn ingediend door onderhoudspartijen en (koepels van) zorgaanbieders. DBC-Onderhoud heeft op basis van deze wijzigingsverzoeken de groslijst voor de RF14a opgesteld. De groslijst is in het brancheoverleg van 18 oktober 2012 geconsulteerd en in een later stadium nogmaals schriftelijk geconsulteerd voor de 1e go/no go en vastgesteld in het DAO van 20 november 2012. 3 Voor nadere toelichting over de releaseonderwerpen zie het Gebruikersdocument deel 1: Wijzigingen. DBC-Onderhoud 10 55

2.2.2 2e go Tijdens de brancheoverleggen van 15 november en 21 december 2012 zijn de releaseonderwerpen nogmaals aan het veld ter consultatie voorgelegd (in sommige gevallen schriftelijk). In de fase naar de 2 e go (november 2012 maart 2013) is de impact van de wijzigingen bekeken en de technische haalbaarheid van voorstellen uitgewerkt. Als gevolg van deze analyses zijn er wijzigingen afgevallen. In het brancheoverleg ggz/fz van 31 januari 2013 is de inhoud van het uitleverpakket voor RF14 vastgesteld. De officiële 2 e go heeft plaatsgevonden in het DAO van 5 maart 2013. 2.2.3 Aanvullend besluit NZa In een brief van 13 maart 2013 heeft de NZa nog een aantal aanvullingen / correcties gedaan ten aanzien van de 2 e go. Deze zijn in paragraaf 2.3 en 2.4 verwerkt. 2.2.4 Onderwerpen die na de 2 e go nog zijn toegevoegd Over een aantal wijzigingen met betrekking tot doorontwikkeling heeft besluitvorming na de 2 e go plaatsgevonden. Het gaat hierbij om het niet meer toestaan van DBBC s met enkel en alleen indirecte tijd, de productgroep geen behandeling bij 24-uurs verblijf en wijzigingen m.b.t. de deelprestatie verblijf. 2.3 Releaseonderwerpen fz vanuit DBC-Onderhoud In deze paragraaf treft u de wijzigingverzoeken aan die voor de RF14a zijn ingediend bij DBC- Onderhoud (groslijst) en die niet op de doorontwikkelagenda van de NZa zijn geplaatst. De onderwerpen die daadwerkelijk hebben geleid tot een wijziging in de RF14a zijn te herkennen aan een groen vinkje. De onderwerpen die niet tot een aanpassing van de DBBC-systematiek of uitleverproducten hebben geleid, worden voorafgegaan door een rood kruis. Bij deze punten vindt u een korte toelichting waarom dit verzoek niet is meegenomen. 2.3.1 Onderwerpen die alleen relevant zijn voor de fz Verdiepingsdiagnostiek Verdiepingsdiagnostiek (VD) is opgenomen in de DBBC-productstructuur. Er is een nieuw zorgtype VD aangemaakt. Op die manier is inzichtelijk dat er sprake is van VD en kunnen alle minuten op een DBBC geregistreerd worden met het zorgtype VD. Gevaartypering Er is een wijzigingsverzoek ingediend om gevaartypering te verwijderen uit de DBBC-systematiek of om aan te geven waarom die gegevens worden verzameld en wat de toegevoegde waarde ervan is. Dit is niet overgenomen. Gevaartypering wordt met ingang van 2013 opgenomen in de profielen. Doorontwikkeling verblijf fz De fz productstructuur wijkt op meerdere punten af van de ggz productstructuur. Zo kent de fzproductstructuur twaalf en de ggz-productstructuur zeven verblijfssoorten. Verder zijn de definities van verblijfsintensiteit in de fz en ggz verschillend. Dit heeft tot gevolg dat de grenzen tussen de verschillende verblijfsintensiteiten in ggz en fz verschillend zijn. DBC-Onderhoud 11 55

2.3.2 Onderwerpen uit ggz die ook relevant zijn voor fz Dagbesteding Dagbesteding is een aparte activiteit en kostendrager. Omdat op basis van de omschrijving niet altijd duidelijk was wat dagbesteding is, en vooral ook wat het niet is, is de definitie ervan in de spelregels aangescherpt. Patiënt terug in zorg De regelgeving op het gebied van heropenen van DBBC s is aangepast, zodat die enerzijds een beter inzicht geeft in vervolgbehandeling en recidive, anderzijds tot minder administratieve last bij de zorgaanbieders leidt. Vanaf 1 januari 2014 moet wanneer de patiënt terug in zorg komt een nieuwe DBBC geopend worden. Diagnose bij vervolg DBC's Het betreft hier het verzoek om het mogelijk te maken om een DBC te verlengen met een (andere) diagnose die in dezelfde hoofdgroep valt. Dit verzoek is afgewezen. Het is niet wenselijk is om dit te doen, omdat daarmee de structuur te veel verandert en het verloop van het zorgtraject dan niet meer duidelijk in beeld gebracht kan worden. Onderlinge dienstverlening, ICC en medebehandeling Verzoek om weer mogelijk te maken met zorgtype ICC en medebehandeling een DBC te openen. Dit verzoek is afgewezen. Deze zorgtypen zijn verwijderd op aanwijzing van de NZa. Dit valt buiten de verantwoordelijkheid van DBC-Onderhoud. Aparte activiteitencode EMDR en SFT Het verzoek is gedaan om twee nieuwe codes toe te voegen voor deze activiteiten om registratie van SFT en EMDR inzichtelijk te maken. Het verzoek is afgewezen. De activiteiten kunnen goed geregistreerd worden en meer detaillering past niet bij de doelstelling om tot een zo hoog mogelijk aggregatieniveau te komen. Motiveren noodzaak langdurige behandeling Verzoek om een signaal in te bouwen voor verplichte intervisie als het gaat om verlenging van behandeling >1800 minuten. Dit verzoek is afgewezen. Dit signaal kan door ICT-leverancier van zorgaanbieder indien gewenst ingebouwd worden. DBC-Onderhoud 12 55

Productprijzen ambulante fz Bij de DBBC-tarieven wordt geen rekening gehouden met hogere kosten in de ambulante forensische zorg. De tarieven zijn niet toereikend. Er is in 2013 een nieuw kostprijsonderzoek uitgevoerd. Zie het aparte hoofdstuk over dit onderwerp. Tarieven productgroepen in de forensische zorg. Verzoek is te komen tot differentiatie van tarieven of productgroepen voor de ambulante forensische zorg. 2.3.3 Technische correcties Positie van diagnose persoonlijkheidsstoornis NAO in de lijst CL_diagnose Deze diagnose stond niet op de juiste plaats in tabel CL_diagnose. Dit is aangepast en de indeling komt nu overeen met de indeling in DSMIV-TR. Geen verblijf uit productgroepomschrijving in de codelijsten verwijderen De codelijst CL_productgroep is aangepast, de omschrijving geen verblijf is verwijderd. Beroep dat tijdschrijfactiviteit schrijft Er is een nieuwe validatieregel toegevoegd. Dit beroep moet geldig zijn op de activiteitendatum, voorkomen in de tabel CL_beroep en selecteerbaar zijn. Validatieregel 2224 gelijk trekken met ggz In tegenstelling tot bij de ggz is deze validatieregel bij fz zo geformuleerd dat verrichting geldig moet zijn op de registratiedatum. Met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 is deze validatieregel aangepast aan de werking bij de ggz: de verrichting moet geldig zijn op de ingangsdatum van de DBBC. Maximaal 1 verblijfsdag met overnachting per kalenderdag Validatieregel 7006 is nieuw toegevoegd. Deze zorgt dat er een controle plaatsvindt dat verblijfsdagen met overnachting niet meerdere keren per kalenderdag voor dezelfde patiënt mogen voorkomen. 2.4 Releaseonderwerpen 4 vanuit doorontwikkelagenda Hieronder een korte uitleg van de wijzigingen die vanuit de doorontwikkelagenda zijn uitgewerkt. Doorontwikkeling verblijf Op het gebied van verblijfsintensiteit wijkt de fz-productstructuur 2013 af van de ggz-productstructuur 2013. Omdat het wenselijk is om fz en ggz op dit punt meer op elkaar aan te sluiten, zijn de verblijfsintensiteiten van de ggz overgenomen in de fz. Zie voor meer details het wijzigingendocument deel 1 en de spelregels. 4 Voor nadere toelichting over de release onderwerpen zie het Gebruikersdocument deel 1: Wijzigingen. DBC-Onderhoud 13 55

Afschaffen van DBBC s die enkel en alleen indirecte tijd bevatten Vanaf 1 januari 2014 vallen zowel initiële als vervolg-dbbc s waarin alleen maar indirecte tijd is geregistreerd uit in de validatie. DBBC s gestart op of na 1 januari 2014 moeten minimaal directe tijd bevatten om goedgekeurd en daarmee gefactureerd te kunnen worden. Geen behandeling bij 24-uurs verblijf laten vervallen Met het afschaffen van indirecte-tijd-dbbc s vanaf 1 januari 2014 is productgroep 000000 Geen verblijf geen behandeling vervallen. Deze productgroep impliceert namelijk dat er geen behandeltijd is geregistreerd op een DBBC. Vanaf 1 januari 2014 moet een DBBC minimaal directe tijd bevatten waardoor afleiden naar deze productgroep niet meer mogelijk is. DBC-Onderhoud 14 55

3 Kostprijzen In dit hoofdstuk is verantwoordingsinformatie over het kostprijsonderzoek DBBC fz 2014 ten behoeve van de RF14a beschreven. In het eerste deel is het proces van het kostprijsonderzoek toegelicht, in het tweede deel wordt verder ingegaan op onderwerpen van het toetsingskader. 5 3.1 Onderzoeksopzet verzameling kostprijsgegevens Dit kostprijsonderzoek is gebaseerd op kostprijzen uit het boekjaar 2012. Voor de berekening daarvan is gebruik gemaakt van het kostprijsmodel versie 14 6. De fz zorgaanbieders worden onderscheiden in de strata: 1. PPC s 2. TBS klinieken (FPC s) 3. Geïntegreerde ggz instellingen (hierna te noemen overige instellingen) 4. SGLVG+ instellingen Met de NZa is afgesproken dat voor het kostprijsonderzoek fz 2014 de strata FPC s, overige instellingen en SGLVG+ instellingen worden onderscheiden. PPC s zijn uitgesloten van het kostprijsonderzoek. 3.1.1 Deelnameverplichting De deelname aan eerdere kostprijsonderzoeken was op vrijwillige basis. Het is echter lastig gebleken om op basis van vrijwillige deelname voldoende zorgaanbieders per stratum te verzamelen om de gewenste referentiegroepomvang te halen. Daarom is voor het kostprijsonderzoek fz 2014 gekozen voor een deelnameverplichting. De geselecteerde zorgaanbieders vormen de referentiegroep en hebben hun kostprijsberekening uitgevoerd volgens het kostprijsmodel versie 14, dat als bijlage was opgenomen bij de beleidsregel BR/FZ-008, kostprijsberekening forensische zorg. De gevraagde gegevens moesten worden ingevuld op het bijbehorende invulsjabloon, dat vervolgens vóór 1 juni 2013 naar DBC-Onderhoud is gestuurd ten behoeve van de productprijsberekening. 3.1.2 Steekproeftrekking kostprijsonderzoek DBC-Onderhoud heeft de gewenste steekproefomvang voor de referentiegroep fz geadviseerd aan de NZa. DBC-Onderhoud heeft daarbij een lijst samengesteld van AGB-codes. De NZa heeft vervolgens willekeurig het gewenste aantal zorgaanbieders uit deze lijst geselecteerd en verplicht tot deelname. Dit gold niet voor het stratum FPC; alle zorgaanbieders behorend tot dit stratum zijn verplicht tot deelname. 3.1.3 Referentiegroep Het kostprijsonderzoek fz 2014 is parallel uitgevoerd aan het kostprijsonderzoek ggz 2014. De wijze van berekenen van kostprijzen sluit vrijwel één op één aan voor beide sectoren. Geïntegreerde instellingen in de referentiegroep die zowel fz als ggz zorg leveren, hadden de keuze om voor beide sectoren gegevens aan te leveren. Het kostprijsmodel was zodanig ingericht dat het administratief niet 5 Beleidsregel BR/CU-5084, Toetsingskader beoordeling DBC-productstructuur 6 DBC-Onderhoud: Kostprijsmodel 14, versie 3.0, januari 2013 als bijlage bij Kostprijsberekening forensische zorg (BR/FZ-0008) DBC-Onderhoud 15 55

intensiever zou zijn. In Tabel 3.1 wordt de totale referentiegroep omvang voor de fz per stratum weergegeven. Overige instellingen FPC s SGLVG+ Geselecteerd 8 10 2 Tabel 3.1: Referentiegroep De representativiteit van de referentiegroep wordt niet uitsluitend bepaald door het aantal zorgaanbieders. Ook het aantal kostendragers en de variatie per type kostendrager zijn van belang. In bijlage 1.2 is de verdeling per kostendrager uiteengezet. Het hoofdstuk Dataset gaat verder in op de representativiteit van de referentiegroep voor wat betreft de beroepenmix en de casemix. 3.1.4 Kostprijzen berekenen De deelnemende zorgaanbieders hebben kostprijzen aangeleverd van zogenaamde kostendragers, de bouwstenen van de productstructuur. Om een kostprijs te berekenen worden de kosten behorend bij de desbetreffende kostendrager gedeeld door de productie van deze kostendrager. Zowel de gegevens van de kosten als de productie zijn gebaseerd op jaarverslagen van boekjaar 2012. Volgens het toetsingskader mogen de kostprijsgegevens niet ouder zijn dan T-2 (waarbij T het jaar is waarin de NZa de productstructuur beoordeelt). Het jaar 2013 is het jaar waarin de productstructuur voor 2014 wordt beoordeeld, de gegevens zijn daarom niet ouder dan T-1 en voldoen daarmee aan deze eis. In het kostprijsonderzoek werd de zorgaanbieders gevraagd zelf hun kostprijzen te berekenen. In het aanleverformat zijn per kostendrager de directe kosten, de indirecte kosten I en de indirecte kosten II en de productie-eenheden ingevuld. In het format was de berekening om tot kostprijzen te komen verwerkt, zodat de zorgaanbieder dat zelf niet hoefde te doen. Het format was beveiligd tegen wijzigingen, zodat met zekerheid kan worden gesteld dat de uiteindelijke berekening bij alle zorgaanbieders op dezelfde wijze is geschied. Voor de inhoud van het kostprijsmodel en eisen uit het informatieverzoek van de NZa aan de geselecteerde zorgaanbieders verwijzen wij u naar de beleidsregel en nadere regel. 7 3.2 Resultaten Zoals eerder beschreven, is voor het kostprijsonderzoek fz 2014 gekozen voor een informatieverplichting, opgelegd door de NZa aan de aselect samengestelde referentiegroep. De geselecteerde zorgaanbieders waren daarmee verplicht hun kostprijsgegevens te berekenen en in het door DBC-Onderhoud samengestelde format aan te leveren. Om de aanleverperiode optimaal te benutten heeft de NZa besloten de kwaliteit en betrouwbaarheid van de kostprijsgegevens te laten controleren door een accountant, die daarvoor door de zorgaanbieder zelf werd aangesteld. Zo wordt de verantwoordelijkheid voor de kwalitatief goede kostprijsgegevens bij de zorgaanbieder gelegd. Als leidraad voor de controle van deze kostprijsgegevens zijn een onderzoeksprotocol en een voorbeeld 7 Beleidsregel Kostprijsberekening forensische zorg (BR/FZ-0008) Nadere Regel Verplichte accountantscontrole kostprijzen forensische zorg (NR/FZ-0005) DBC-Onderhoud 16 55

van een assurancerapport opgesteld. Het onderzoeksprotocol is als bijlage aan de nadere regel NR/FZ-0005 toegevoegd. 8 In deze paragraaf wordt het resultaat van de aanleveringen door de referentiegroep beschreven. 3.2.1 Respons referentiegroep Tabel 3.2 geeft de respons van de referentiegroep weer. Één zorgaanbieder heeft ontheffing gekregen van de aanleververplichting. Voor de desbetreffende zorgaanbieder was het technisch niet haalbaar om betrouwbare kostprijzen te berekenen conform het kostprijsmodel. Van één instelling is de accountantsverklaring niet ontvangen. De gegevens van deze instelling zijn daarom niet meegenomen voor de PPB. Aangeleverd Overige instellingen FPC s SGLVG+ Compleet 6 10 2 Incompleet 1 0 0 Ontheffing 1 0 0 Extra vanuit ggz 14 0 0 Totaal compleet 20 10 2 Tabel 3.2 Respons referentiegroep 3.2.2 Kwaliteit kostprijzen Voor het kostprijsonderzoek fz 2014 zijn de deelnemende zorgaanbieders verplicht hun kostprijsaanlevering te laten controleren door een accountant. In de meeste gevallen werd de kostprijsaanlevering voorzien van een goedkeurende verklaring. In enkele gevallen heeft de controle tot een goedkeuring met beperking geleid. De volgende tabel geeft de aard van de oordeelbeperkingen weer. De cijfers in de tabel corresponderen met de onderbouwing van DBC- Onderhoud over het al dan niet accepteren van de kostprijsgegevens waarop een oordeel met beperking is afgegeven. Aard oordeelbeperking Acceptabel? 1 Geen gegevens voor werkelijke productiviteit en productiviteit o.b.v. eigen norm. Ja 2 3 Vertaaltabel gehanteerd om functionarissen zoals bekend in de salarisadministratie toe te wijzen aan CONO behandelaren. Ingevulde gegevens bij werkelijke productiviteit zijn gelijkgesteld aan normtijdgegevens. Ja Ja Tabel 3.3: Aard oordeelbeperkingen 8 Verplichte accountantscontrole kostprijzen forensische zorg, NR/FZ-0005 DBC-Onderhoud 17 55

Ad 1 Ad 2 Ad 3 Voor de PPB wordt uitsluitend de productiviteit op basis van de HHM-norm gebruikt. Wanneer de salarisadministratie niet aansluit met de productieregistratie, is de meest betrouwbare manier om gebruik te maken van een vertaaltabel om functionarissen vanuit de salarisadministratie toe te wijzen aan CONO-behandelaren. Voor de PPB wordt uitsluitend de productiviteit op basis van de HHM norm gebruikt. 3.2.3 Rekenmethode voor de kwaliteit van kostprijzen Voor het inzichtelijk maken van de kwaliteit van kostprijzen maakt DBC-Onderhoud gebruik van het statistisch normenkader dat in 2007 door DBC-Onderhoud en PwC is ontwikkeld. De methode bestaat uit drie stappen: Stap 1: vaststellen en berekenen van de spreiding rondom de gemiddelde kostprijs per kostendrager van de referentiegroep. Stap 2: vaststellen en berekenen van de minimale dataset gegeven de gewenste betrouwbaarheid/nauwkeurigheid van 95/10. Deze norm geldt voor de kostendragers die 80% van de productiewaarde voor hun rekening nemen. Stap 3: vaststellen van de kostprijsvariabiliteit van productprijzen uitgaande van het landelijk gemiddelde profiel en de gemiddelde kostprijs alsmede spreiding van de kostendragers. In dit hoofdstuk worden de eerste twee stappen toegelicht. Het berekenen en analyseren van de productprijzen komt in het hoofdstuk PPB aan de orde. De kwaliteit van kostprijzen kan op twee manieren inzichtelijk gemaakt worden, op basis van de spreiding (cv -waarde) per kostendrager of door middel van de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. De spreiding per kostendrager wordt uitgedrukt door de cv-waarde. Deze waarde beschrijft de verhouding van de standaarddeviatie tot de gemiddelde kostprijs. Een cv-waarde onder de 0,20 (of 20%) geeft een lage spreiding aan. De cv-waarde is echter gevoelig voor het aantal waarnemingen en daarmee de representativiteit. Een kwaliteitsoordeel enkel gebaseerd op de cv-waarde is daarmee onvoldoende. Het bepalen van de kwaliteit op basis van de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid geschiedt wel op basis van het aantal waarnemingen. Daarnaast maakt deze methode ook gebruik van de cv-waarde en kan per kostendrager en per stratum worden berekend. Voor het gebruik van deze methode worden de volgende gegevens als input gevraagd: N = totaal aantal waarnemingen onderzoekspopulatie; n = totaal aantal waarnemingen referentiegroep; CV 0 = cv-waarde van betreffende kostprijs; α 0 = Betrouwbaarheidsnorm. In bijlage 1.1 wordt de werkwijze voor het berekenen van de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid nader uiteengezet. De uitkomst van deze methode is de nauwkeurigheid in procenten per kostendrager. Deze nauwkeurigheid kan worden vergeleken met de eisen in het toetsingskader. Voor de RF14a wenst de NZa een betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van 95/10. Deze betrouwbaarheid en nauwkeurigheid zijn gebaseerd op ten minste 80% van de omzet binnen elk stratum. Conform het toetsingskader zijn hierbij de zwaarstwegende kostendragers leidend. Van de kostendragers Verblijf met overnachting en Dagbesteding zijn respectievelijk de verschillende categorieën en typen samengevoegd tot een kostendrager. Voor het berekenen van het omzetpercentage per kostendrager DBC-Onderhoud 18 55

is geschoonde DIS data gebruikt. De gemiddelde kostprijs per kostendrager is gewogen naar de aantallen in de ronde database. 3.2.4 Nauwkeurigheid van het kostprijsonderzoek Op basis van de bovenstaande rekenmethode is het mogelijk de nauwkeurigheid van de resultaten van het kostprijsonderzoek te bepalen. In bijlage 1.3 tot en met 1.5 staan de resultaten van deze methode vermeld. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de referentiegroep als geheel en de verschillende strata onderling. Gezien de geringe omvang van het stratum SGLVG+, is voor dit stratum de betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsanalyse niet specifiek uitgevoerd. De gegevens behorend bij dit stratum zijn wel gebruikt om de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van alle strata te bepalen. Daarbij zijn analyses gedaan op basis van de gehele set kostendragers. Van een tweetal zorgaanbieders week de kostprijs voor dagbesteding zodanig af, dat niet kon worden uitgegaan van betrouwbare waarden. Deze kostprijzen zijn uitgesloten van de PPB en daarmee ook van de betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsanalyse. Vanwege extreme waarden is de informatie over verblijf van één zorgaanbieder niet meegenomen in de berekening. Als gekeken wordt naar kostprijsgegevens binnen alle strata, voldoen die kostendragers die meer dan 83% van de productiewaarde (omzet) vertegenwoordigen aan de betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidseis van het toetsingskader. Voor het stratum overige instellingen geldt dat kostendragers die meer dan 80% van de productiewaarde uitmaken, voldoen aan de betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidseis. Binnen het stratum FPC s voldoen kostprijsgegevens van kostendragers voor 94% van de productiewaarde aan de betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsnorm. Er zijn echter meer FPC s waarvan kostprijsgegevens zijn aangeleverd, dan waarvan DBBC s aan DIS zijn aangeleverd. Dit resulteert in een grotere referentiegroep (kleine n ) dan de totale onderzoekspopulatie (grote N ) zoals uit DIS valt af te leiden. Na de betrouwbaarheids- en nauwkeurigheidsanalyse blijkt dat de kwaliteit van de kostprijsgegevens voor alle strata gezamenlijk voldoen aan de eis van het toetsingskader. Voor de strata afzonderlijk, voldoen zowel de gegevens van overige instellingen als van FPC s aan de norm. DBC-Onderhoud 19 55

4 Dataset 4.1 In drie stappen naar de Ronde-RF14a-dataset Elk jaar wordt door DBC-Onderhoud een nieuwe DIS-dataset samengesteld. Deze wordt gebruikt voor berekening van productprijzen, bepalen van zorgprofielen, doorontwikkeling van de productstructuur en impactanalyses. Het creëren van de Ronde dataset uit DIS-data gebeurt in drie stappen (zie figuur 4.1). Eerst wordt bepaald uit welke periode data wordt gebruikt. Vervolgens wordt de geselecteerde data geschoond door middel van het toepassen van validatieregels. Tot slot worden correcties toegepast naar aanleiding van wijzigingen die invloed hebben op de casemix en/of profielen vanaf het moment dat de nieuwe productstructuur en spelregels zullen worden toegepast. Figuur 4.1: Stappen om te komen tot een dataset In de volgende hoofdstukken wordt nader toegelicht hoe deze drie stappen zijn toegepast op de dataset van de fz-release voor 2014, om zo de geschoonde Ronde-RF14a-dataset te creëren. Daarna volgt een beschrijving van de dataset. Ook wordt een aantal kengetallen van de geschoonde en de ongeschoonde dataset bekeken, om te zien of de validatie en correctie de verhoudingen binnen de casemix en profielen intact laat. Tot slot wordt een beschrijving gegeven van de dataset van DBBC s uit de referentiegroep kostprijzen en die wordt vergeleken met de totale dataset. Op die manier kan de representativiteit worden beoordeeld. De productprijzen 2014 zijn gebaseerd op lokale productprijzen, dus per zorgaanbieder. Deze kunnen alleen worden berekend voor zorgaanbieders die kostprijzen hebben aangeleverd. Daarom wordt voor het berekenen van productprijzen alleen profielinformatie van die zorgaanbieders gebruikt. De volledige dataset wordt wel gebruikt voor het bepalen van de macroeffecten (zie het hoofdstuk over effecten) en ook voor informatieproducten zoals de inkoopgids. 4.2 Dataselectie De eerste stap naar een Ronde-dataset is het selecteren van de periode waaruit data gebruikt wordt. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe deze selectie tot stand komt. Er wordt gebruik gemaakt van alle DBBC s die zijn aangeleverd aan DIS tot en met 31 maart 2013. 4.2.1 Maandaantallen In figuur 4.2 is te zien in welke maanden de DBBC s in de DIS-data gesloten zijn. De meeste DBBC s komen uit 2011 en 2012. Een aantal zorgaanbieders heeft nog niet alle DBBC s gesloten in 2012 aangeleverd. Dit is te zien aan de afname van het aantal DBBC s per maand. DBC-Onderhoud 20 55

1200 1000 800 600 400 200 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 1 2 3 4 2010 2011 2012 2013 Figuur 4.2: Aantal DBBC s gesloten per maand Om betrouwbare productprijzen te berekenen, is het belangrijk om in de productprijsberekening zoveel mogelijk DBBC s mee te nemen. Daarom worden alle DBBC s uit DIS geselecteerd voor de RF14a. Uiteraard vindt wel schoning plaats op fouten, zoals in het vervolg van dit hoofdstuk wordt beschreven. 4.2.2 Resultaat van de dataselectie De productstructuur en productprijzen 2014 worden gebaseerd op de dataset van alle beschikbare DBBC s in de DIS-data. De Ronde-RF14a-dataset bevat 22.268 DBBC s. Ter vergelijking: de RF13a was gebaseerd op 26.817 DBBC s, waarvan er 5.671 uit DIS kwamen. De andere DBBC s kwamen uit de DGAAO, dat was de omgeving waarin DBBC s gesloten in 2008, 2009 en de eerste maanden van 2010 werden aangeleverd aan Capgemini. 4.3 Validatie en extra schoning Registratie van DBBC s moet gebeuren overeenkomstig de op dat moment geldende spelregels. Instellingen kunnen zelf de opgestelde validatieregels gebruiken om te kijken of een DBBC aan de regels voldoet. Bij aanlevering aan het DIS wordt de vulling van verplichte velden gecontroleerd, maar er wordt geen inhoudelijke controle gedaan. DBC-Onderhoud controleert daarom via de validatieregels of de aangeleverde DBBC s aan de spelregels voldoen, met als doel zo zuiver mogelijke profielen te maken voor het bepalen van de productstructuur en het berekenen van productprijzen. Naast de validatieregels, die zijn opgesteld aan de hand van de spelregels, kunnen extra schoningsregels worden toegepast. Die extra schoningsregels worden ook wel flagging rules genoemd. De validatiemodule van DBC-Onderhoud controleert voor elke DBBC in de dataset welke regels erop van toepassing zijn. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de validatieregels en de extra schoningsregels. Daarna volgt het resultaat van de validatie. DBC-Onderhoud 21 55

4.3.1 Validatieregels Op 1 januari 2012 waren 134 validatieregels geldig. Een validatieregel wordt toegepast op DBBC s die geopend zijn tussen de begin- en einddatum van die validatieregel. Validatieregels leiden in principe tot het verwijderen van DBBC s uit de dataset. Als er veel DBBC s door een regel uitvallen, kan besloten worden om de regel niet tot schoning te laten leiden. Een goed gevulde dataset is immers de bron van goede profielen. Van de 134 validatieregels zijn er 71 die mogelijk tot schoning in de dataset leiden. De motivatie om validatieregels niet tot schoning te laten leiden staat in de separate bijlage met alle validatieregels. 4.3.2 Extra schoningsregels Als een nieuwe validatieregel wordt ingevoerd, kan een extra schoningsregel worden ingebouwd om deze ook toe te passen op oudere DBBC s. Ook zijn regels gemaakt om registratiefouten op te sporen, door te kijken naar lege profielen of erg grote aantallen minuten. In tabel 4.1 staan de vijf extra schoningsregels. Daarna wordt op elke regel een korte toelichting gegeven. Validatieregel_code Omschrijving Aantal DBBC's %DBBC's fr01 fr02 De DBBC heeft binnen tijdschrijven verwijzingen op tijdschrijven.cl_beroep_code die niet correct zijn. De DBBC heeft tijdschrijf of dagbesteding activiteiten met meer dan 8 uur per record. 182 0,8% 942 4,2% fr03 fr16 fr18 De DBBC heeft een behandelgroep die niet overeen komt met de afgeleide behandelgroep. De DBBC, waarvan de afgeleide behandelgroep niet in de categorie Indirect valt, heeft meer dan 90% indirecte tijd. De DBBC heeft geen tijdschrijf activiteiten, dagbesteding of verblijf zonder overnachting of de totale tijd is 0. Tabel 4.1: Extra schoningsregels (flagging rules) 1.287 5,8% 358 1,6% 11 0,0% Bij DBBC s die voldoen aan fr01 is in alle gevallen wel de beroepsgroep geregistreerd, maar deze is niet selecteerbaar uit de codelijst beroepen. Alleen selecteerbare beroepcodes mogen worden gebruikt bij tijdschrijven. Alleen voor die beroepcodes is een kostprijs beschikbaar, dus deze DBBC s moeten uitvallen, omdat de gemaakte kosten anders worden onderschat. Bij fr02 wordt er vanuit gegaan dat een werkdag acht uur telt en dat een behandeldag niet langer duurt. Voor elke DBBC is de productgroep van de behandeling afgeleid en vergeleken met de aangeleverde productgroep, mits dit veld gevuld is. DBBC s die naar een andere hoofdgroep of tijdklasse afleiden vallen uit door fr03. Een verschil in afgeleide en aangeleverde behandelgroep duidt er immers op dat het profiel niet betrouwbaar is: misschien is niet alles aangeleverd aan DIS of er is een fout in geslopen. Bij fr16 wordt gekeken naar DBBC s met erg veel indirecte tijd ten opzichte van de directe tijd. Het doel van deze regel is niet om een norm te stellen voor het percentage indirecte tijd. Wel moeten registratiefouten zoveel mogelijk geschoond worden. Als de verhouding erg scheef ligt, is de kans groot dat er meer indirecte tijd is geregistreerd dan daadwerkelijk aan de patiënt is besteed. DBC-Onderhoud 22 55

Lege DBBC s worden geschoond met behulp van fr18. Na correctie wordt deze code nogmaals toegepast. Overigens leiden deze DBBC s niet tot verkeerde profielen, maar omdat deze niet gedeclareerd kunnen worden, worden deze buiten beschouwing gelaten. 4.3.3 Resultaat van de validatie en extra schoning Er zijn 4.620 DBBC s afgekeurd door validatieregels en extra schoningsregels, dat is 21% van het totaal. Er zijn dan nog 17.648 DBBC s over die worden gebruikt voor de correctie. De top 10 van schoningsredenen staat in tabel 4.2, met het aantal DBBC s in de ongeschoonde dataset dat niet aan de validatieregel voldoet en het percentage ten opzichte van het totaal aantal DBBC s in de ongeschoonde dataset. Code Omschrijving Aantal DBBC %DBBC val6644 fr03 Binnen één instelling mogen maximaal 3 zorgtrajecten naast elkaar open staan De DBBC heeft een behandelgroep die niet overeen komt met de afgeleide behandelgroep. 1.418 6,4% 1.287 5,8% val6642 Patiënt heeft niet zelfde primaire diagnose bij parallel lopende zorgtrajecten 1.036 4,7% fr02 De DBBC heeft tijdschrijf of dagbesteding activiteiten met meer dan 8 uur per record (uitzondering: crisis, daarvoor geldt 24 uur). 942 4,2% val2218 Verwijzing op (Tijdschrijven.CL_Activiteit_Code) moet correct zijn 387 1,7% fr16 De DBBC, waarvan de afgeleide behandelgroep niet in de categorie Indirect valt, heeft meer dan 90% indirecte tijd. 358 1,6% val6679 Totaal aantal verblijfdagen binnen DBBC is niet groter dan loopduur DBBC. 282 1,3% fr01 val6611 De DBBC heeft binnen tijdschrijven verwijzingen op tijdschrijven.cl_beroep_code die niet correct zijn. De geregistreerde datum bij tijdschrijfactiviteit, dagbesteding, verblijfsdag of verrichting moet liggen voor sluitdatum gesloten DBBC maar op of na de opendatum DBBC 182 0,8% 141 0,6% Activiteiten uit de categorie Tijdschrijven moeten een totale duur van meer val6633 dan 0 minuten bevatten Tabel 4.2: Top 10 schoningsredenen 109 0,5% Het komt voor dat een DBBC aan meer dan één validatieregel niet voldoet. Het aantal fouten per DBBC is weergegeven in tabel 4.3. #fouten #DBBC %DBBC 1 3.102 14% 2 1.101 5% 3 313 1% 4 71 0% 5 31 0% DBC-Onderhoud 23 55

6 2 0% Totaal 4.620 21% Tabel 4.3: Aantal validatiefouten per DBBC 4.3.4 Correcties naar aanleiding van wijzigingen De Ronde-RF14a-dataset is gebaseerd op DBBC s gesloten van 2010 tot en met 2013. De dataset wordt gebruikt voor het berekenen van productprijzen voor 2014. Omdat de productstructuur en de spelregels regelmatig worden herzien, kan het gebeuren dat een correctie op de brondata van de productprijsberekening nodig is. Daarom wordt voor elke wijziging bepaald of deze tot een aanpassing leidt van de volgende bronnen: beslisboom, de dataset, de vermenigvuldigingsfactoren en/of de kostprijstabel. In dit hoofdstuk worden de correcties naar aanleiding van wijzigingen toegelicht. 4.3.5 Correcties naar aanleiding van wijzigingen per 1 januari 2014 Voor 2014 leidt de volgende wijziging tot een correctie op de bronnen van de productprijsberekening: De hoofdgroep Indirecte tijd, met behandelgroepen voor DBBC s die alleen indirecte tijd bevatten, wordt afgeschaft vanaf 2014. Daarom worden DBBC s die geen minuten tijdschrijven of uren dagbesteding bevatten geschoond. Uitzondering zijn DBBC s met zorgtypen fpt proefverlof en fpt voorwaardelijke beëindiging. Deze mogen wel enkel en alleen indirecte tijd bevatten. DBBC s met deze zorgtypen komen echter nog niet voor in de dataset. 4.3.6 Correcties uit vorige releases De volgende wijzigingen leidden bij de vorige releases tot correctie: 1. Op de activiteit no show ambulant mag niet langer directe tijd geregistreerd worden en dit is hierdoor ook niet langer declarabel (vanaf 2012). 2. Men mag geen volgtijdelijke DBBC s met alleen indirecte tijd meer declareren (vanaf 2012). 3. Ten opzichte van de PS2012 zijn de hoogste groepen van de hoofdgroepen Indirecte tijd, Diagnostiek en Behandeling kort afgeschaft (vanaf 2013). Hieronder wordt beschreven op welke wijze de wijzigingen worden verwerkt in de dataset en de daarmee uitgevoerde productprijsberekening. Dit gebeurt op dezelfde wijze als vorig jaar. Afschaffen van no show ambulant De activiteit no show en de daarop geschreven tijd (uitgezonderd reistijd) mag vanaf 2012 binnen de DBBC-systematiek fz niet meer gedeclareerd worden. De zorgaanbieder kan ervoor kiezen om de patiënt de rekening zelf te laten betalen wanneer hij niet komt opdagen zonder dit vooraf te melden. De no-show-activiteiten (uitgezonderd reistijd) zijn daarom uit de dataset gehaald. Het gaat om 2,3 miljoen minuten, dat is 4% van het totaal aantal minuten. Afschaffen volgtijdelijke indirecte-tijd-dbbc s Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk activiteiten op één integrale DBBC geregistreerd worden. Daarom is vanaf 2012 het toestaan van indirecte DBBC s (DBBC s met alleen indirecte tijd) ingeperkt. Als de indirecte tijd ook op een andere DBBC geboekt had kunnen worden (dus binnen een tijd van 365 dagen na een andere DBBC van dezelfde patiënt in dezelfde instelling heeft plaatsgevonden), DBC-Onderhoud 24 55

dan mag dit in het vervolg geen losse indirecte-tijd-dbbc meer worden. Deze DBBC s zijn de zogenaamde volgtijdelijke indirecte-tijd-dbbc s. Deze zijn uit de dataset gehaald. Minder productgroepen Bij het herijken van de productstructuur ggz in 2011 werd bepaald dat in 2012 de productstructuur geëvalueerd zou worden op basis van inhoudelijke expertise. Dit met als doel (medisch) herkenbare producten te creëren die aansluiten bij de behandelpraktijk. DBC-Onderhoud heeft met behulp van DIS-data experts een beeld gegeven van de landelijke registratie. Op basis van dit beeld zijn de grenzen in de hoofdgroepen Indirect, Behandeling kort en Diagnostiek aangepast. De fz volgt hierin de ggz. Om te zorgen dat de productprijzen van de nieuwe onbegrensde groepen niet te hoog worden, worden de volgende DBBC s geschoond: DBBC s die in de hoofdgroep "Diagnostiek" vallen en ten minste 1200 minuten totale tijd hebben. DBBC s die in de hoofdgroep "Behandeling kort" vallen en ten minste 800 minuten totale tijd hebben. DBBC s die in de hoofdgroep "Indirect" vallen en ten minste 200 minuten totale tijd hebben. 4.3.7 Resultaat van de correctie In tabel 4.4 staan de aantallen DBBC s die worden geschoond vanwege de diverse correcties. id Omschrijving correctiereden #DBBC %DBBC 1 De DBBC heeft geen behandelminuten en daarmee behandelgroep "000". 12 0,1% 6 De DBBC bevat alleen indirecte tijd. 1.165 6,6% 7 De DBC valt in een productgroep die niet meer bestaat bij indirect, diagnostiek of behandeling kort. 498 2,8% Tabel 4.4: Schoning vanwege correctie In totaal worden 1.509 DBBC s geschoond door de correctie. Na het toepassen van de hierboven beschreven correcties bevat de dataset 16.139 DBBC s. 4.4 Beschrijving van de gevalideerde en gecorrigeerde dataset en trendanalyse In de vorige hoofdstukken is uitgelegd hoe de Ronde-RF14a-dataset in drie stappen is gemaakt. In figuur 4.3 staat het aantal DBBC s voor elke stap van het maken van de dataset. DBC-Onderhoud 25 55

ongeschoond: 22.268 na validatie: 17.648 na correctie: 16.139 Figuur 4.3: Aantal DBBC s in de Ronde-RF14a-dataset In dit hoofdstuk wordt de dataset beschreven zoals gebruikt voor de productprijsberekening, dus zoals deze eruit ziet na validatie en correctie. Ook wordt een vergelijking gemaakt met de Ronde-RF13adataset, zie tabel 4.5. Zo kan de broninformatie van de productprijzen RF13a en RF14a met elkaar vergeleken worden. Dataset Gebaseerd op Schoningen Ronde RF13a Ronde RF14a DGAAO-data plus DIS-data aangeleverd tot en met 29-2- 2012 DIS-data, aangeleverd tot en met 31-3-2013 Tabel 4.5: Overzicht van geanalyseerde datasets validatie en correctie naar PS2012 validatie en correctie naar PS2014 4.4.1 Verdeling van DBBC s De verdeling van behandelgroepen per jaar staat in figuur 4.4. Bij de gecorrigeerde Ronde-datasets is de productgroep opnieuw afgeleid volgens respectievelijk de PS2013 en de PS2014. DBC-Onderhoud 26 55

aantal DBC's na correctie Gebruikersdocument fz deel 2: Verantwoording v20130913 25.000 Indirect 20.000 Persoonlijkheid Aan een middel 15.000 Stoornissen in de impulsbeheersing Seksuele stoornissen Restgroep 10.000 Misbruik Schizofrenie 5.000 Stoornissen kindertijd Behandeling kort 0 RF13a RF14a Figuur 4.4: Verdeling van behandelgroepen Diagnostiek Het grootste verschil tussen de datasets Ronde RF13a en Ronde RF14a zit in het totale aantal DBBC s. De hoofdgroep Indirect is verdwenen na correctie. Afgezien van die groep is de verdeling over de verschillende hoofdgroepen vrijwel hetzelfde gebleven. De verdeling van het aantal DBBC s per stratum staat in tabel 4.6. Stratum #aanbieders #DBBC % FPC 6 5.862 36% overige instellingen 31 9.907 61% SGLVG+ 3 370 2% Totaal 40 16.139 100% Tabel 4.6: Aantal aanbieders en aantal DBBC s per stratum, na correctie DBC-Onderhoud 27 55

Tabel 4.7 laat de verdeling over hoofdgroepen per stratum zien. Zo is bijvoorbeeld te zien dat 27% van de FPC-patiënten een diagnose in de groep Misbruik heeft, terwijl dat bij de overige instellingen 0% is. De cijfers van de SGLVG+ worden hier niet getoond in verband met het lage aantal DBBC s. Hoofdgroep FPC Overig Totaal Diagnostiek 12% 12% 14% Behandeling kort 17% 8% 15% Stoornissen kindertijd 3% 11% 4% Schizofrenie 3% 18% 7% Misbruik 27% 0% 3% Restgroep 11% 11% 7% Seksuele stoornissen 5% 1% 1% Stoornissen in de impulsbeheersing 2% 4% 3% Aan een middel 1% 12% 36% Persoonlijkheid 18% 24% 10% Totaal 100% 100% 100% Tabel 4.7: Verdeling van DBBC s per behandelgroep over de strata, na correctie 4.4.2 Gemiddelde doorlooptijd De gemiddelde doorlooptijd van een DBBC in de gecorrigeerde Ronde-RF14a-dataset is 222 dagen. De gemiddelde duur per behandelgroep staat in Tabel 4.8. Hoofdgroep Duur RF13a Duur RF14a Indirect 115 Diagnostiek 109 88 Behandeling kort 150 111 Stoornissen kindertijd 289 269 Schizofrenie 279 275 Misbruik 294 283 Restgroep 268 266 Seksuele stoornissen 316 308 Stoornissen in de impulsbeheersing 292 285 Aan een middel 271 260 Persoonlijkheid 287 270 Totaal 225 222 Tabel 4.8: Gemiddelde doorlooptijd per DBBC in dagen DBC-Onderhoud 28 55