Lapis Lazuli in Heerhugowaard

Vergelijkbare documenten
Appartementen De Keern te Landsmeer

Uitgangspunten en resultaten brandoverslag berekeningen

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

KOZ Aleyda van Raephorst te Rotterdam Aanvraag omgevingsvergunning -brandveiligheid

Toetsing brandpreventie

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Verbouwing WTC Toren I te Amsterdam

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Checklist woonfunctie

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

Checklist bijeenkomstfunctie

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID

Rapenburg 34 Quickscan Definitief Ontwerp Brandveiligheid

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

Huisvesting Nextechnician - Brandveiligheid in Amsterdam

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

BRANDPREVENTIE TOETSING

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

Bij de beoordeling is gebruik gemaakt van de tekeningen van Cell Studio Architecten met datum

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

Bouwplan locatie Enthoven Bennebroekerweg 880 te Zwaanshoek. Rapportage brandoverslag

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Sportcentrum aan de Zwanensingel 9 te Vlaardingen. Rapportage brandoverslag. Rapportnr: Datum: Versie: 3 Contactpersoon: L.

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Brandveiligheidsadvies

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

OOSTERWIJK BRANDPREVENTIE-ADVIES ADVIES- EN TRAININGSBUREAU VOOR BRANDPREVENTIE EN -VEILIGHEID

Aleidisstraat 3, Rotterdam

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

Brandoverslag woningen Catherijnesteeg Barneveld

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

Beoordeling brandveiligheid t.b.v. aanvraag gebruiksvergunning

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

Brandveiligheidsadvies

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN

1 Inleiding In opdracht van Stevenshoek Langweer B.V. is door Landstra bureau voor bouwfysica een brandoverslagonderzoek verricht voor het horeca en a

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

Projectnaam : Charlotte de Bourbon Willem de Zwijgerstraat te Bodegraven

RBG. Rapport r01 Appartementen Blok 13A IJburg te Amsterdam. Brandoverslag onderzoek ADVIESBUREAU VOOR. 't Holland 59.

project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum

Rapportage Brandveiligheid

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

Grondgebondenwoningen Churchillpark te Leiden=

De procesruimtes zijn beschouwd als industriefunctie. De kantoren zijn beschouwd als kantoorfunctie.

Nieuwbouw torens en renovatie het Atrium te Amsterdam

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

Uitbreiding Farm Dairy te Lelystad Onderwerp Brandveiligheidsplan Projectnummer AN11476 Documentnummer BA-v1.0

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau

Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

In dit schrijven is de beoordeling en het gelijkwaardigheidsvoorstel weergegeven.

Project: Nieuwbouw Bedrijfspand te Uden Datum: 15 december Hoofdstuk 2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid

Wood & Style - Trekkershut. Rapportage Brandoverslag

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

ADVIES. Datum: 22 oktober 2014

Brandveiligheidsplan AAS Architecten Nassaukade Beilen

project: Uitbreiding varkensstal Bankers-Derikx V.O.F. te Deurne opdrachtgever: Bergs Advies B.V. te Heythuysen document: Brandveiligheid

Bijlage 1 Tekeningen brandcompartimentering

Datum: 31 augustus Rapportnummer: 4491-R03, revisie: 1. Uitgangspuntendocument brandveiligheid. Beele Aalten Productiehal 1 (nieuwbouw)

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag

Transcriptie:

Lapis Lazuli in Heerhugowaard WABO brandveiligheid Opdrachtgever M.J. de Nijs en Zonen Holding Contactpersoon de heer J. Hoofd Kenmerk R047188aa.187DKNF.bm Versie 02_001 Datum 6 september 2018 Auteur ir. C.E.L. (Babette) Mattheus drs. M.P.J. (Michiel) Hagenouw Kelvinbaan 40, 3439 MT Nieuwegein Postbus 1475, 3430 BL Nieuwegein T (030) 231 13 77 F (030) 234 17 54 E info@lbpsight.nl www.lbpsight.nl IBAN: NL62 RABO 036 42 36 558 KvK 30073990 BTW NL007093159B01

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Gehanteerde gegevens en uitgangspunten... 4 2.1 Gehanteerde gegevens... 4 2.2 Wettelijk kader... 4 3 Indeling brandcompartimenten en wbdbo... 5 3.1 Brandcompartimenten... 5 3.2 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo)... 5 4 Subbrandcompartimenten en vluchten... 9 4.1 Rookmelders... 9 4.2 Vluchten in de woningen... 9 4.3 Vluchten vanuit de woningen... 9 4.4 Vluchten vanuit de commerciele ruimten... 10 4.5 Vluchten vanuit de stallingsgarage, bergingsgebied en fietsenstalling... 10 4.6 (Afmetingen) vluchtroutes... 10 5 Installaties... 12 5.1 Brandmeld- en ontruimingsinstallatie... 12 5.2 Vluchtrouteaanduiding en noodverlichting... 12 6 Overige brandveiligheidsaspecten... 13 6.1 Brandwerendheid op bezwijken constructies... 13 6.2 Risico plasbrandaandachtsgebieden... 13 6.3 Materiaalgebruik... 13 6.4 Blusvoorzieningen... 14 6.4.1 Brandslanghaspels... 14 6.4.2 Droge blusleidingen... 14 6.4.3 Brandweerlift... 14 6.5 Bereikbaarheid hulpverleningsdiensten... 15 Bijlagen Uitgangspunten en resultaten brandoverslagberekeningen R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 2

1 Inleiding In opdracht van M.J. de Nijs en Zonen Holding, contactpersoon de heer J. Hoofd, heeft LBP SIGHT het Definitief Ontwerp van Lapis Lazuli getoetst aan de eisen met betrekking tot brandveiligheid uit het Bouwbesluit 2012. Het project betreft de nieuwbouw van een woongebouw van zes bouwlagen (begane grond tot en met vijfde verdieping). Op de begane grond worden commerciële ruimten, een stallingsgarage, fietsenstalling en bergingsgebied gerealiseerd en op de bovenliggende bouwlagen woningen. De resultaten van de beoordeling van de brandveiligheid geven wij in deze rapportage weer. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 3

2 Gehanteerde gegevens en uitgangspunten 2.1 Gehanteerde gegevens Bij de beoordeling is gebruikgemaakt van de tekeningenset van Kraaijvanger Architects met projectnummer 3097_03 en datum 6 september 2018. 2.2 Wettelijk kader Voor de geprojecteerde situatie is met betrekking tot brandveiligheid aan de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit 2012 getoetst. Dit betreft de volgende afdelingen: - afdeling 2.2 - afdeling 2.8 t/m 2.13 - afdeling 6.1 - afdeling 6.5 t/m 6.8 - afdeling 7.1 - afdeling 7.2 De toetsing van deze afdelingen hebben wij in onderstaande rapportage verder uitgewerkt met de hieronder omschreven uitgangspunten. 2.3 Uitgangspunten gebruiksfuncties In het gebouw zijn de volgende gebruiksfuncties aanwezig: - Woningen: woonfunctie - Commerciële ruimten: bijeenkomstfunctie - Stallingsgarage: overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen. - Bergingsgebied, fietsenstalling: overige gebruiksfunctie R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 4

3 Indeling brandcompartimenten en wbdbo 3.1 Brandcompartimenten Het gebouw moet worden ingedeeld in brandcompartimenten. Vanuit een brandcompartiment geldt een eis aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) naar een aangrenzend perceel en naar een ander brandcompartiment. Volgens het Bouwbesluit moet een nieuw gebouw in principe worden ingedeeld in brandcompartimenten kleiner dan 1.000 m². Verder moeten technische ruimten groter dan 50 m 2 en stookruimten met een vermogen van meer dan 130 KW volgens de nieuwbouweisen als apart brandcompartiment worden uitgevoerd. Het project kan grofweg worden verdeeld in de volgende brandcompartimenten en beschermde subbrandcompartimenten. - Ieder appartement is een afzonderlijk brandcompartiment. - Ieder appartement vormt een beschermd subbrandcompartiment. - De commerciële ruimten op de begane grond zijn afzonderlijke brandcompartimenten. - De bergingsgebieden zijn afzonderlijke brandcompartimenten. - De stallinggarage is opgedeeld in twee brandcompartimenten. - De fietsenstalling is een brandcompartiment. De stallingsgarage wordt ter plaatse van de rijbanen doormiddel van brandschermen brandwerend gescheiden. De trappenhuizen, liftschachten, entreehallen en de gemeenschappelijke verkeersruimtes grenzend aan de woningen worden als extra beschermde vluchtroutes beschouwd en liggen niet binnen een brandcompartiment. Met de indeling in brandcompartimenten zoals deze is weergegeven op de plattegronden van Kraaijvanger Architects wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit. 3.2 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) Volgens de eisen uit het Bouwbesluit geldt tussen de brandcompartimenten onderling een wbdbo-eis van ten minste 60 minuten. Branddoorslag Hieronder zijn de wbdbo-eisen aangegeven. De volgende scheidingen moeten 60 minuten brandwerend worden uitgevoerd: - tussen de appartementen onderling; - tussen de brandcompartimenten onderling; - tussen brandcompartimenten van niet-woonfuncties en de vluchttrappenhuizen van de woningen; - rond schachten (brandwerend in richting van schacht); R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 5

De volgende scheidingen moeten 30 minuten brandwerend worden uitgevoerd: - tussen woningen en trappenhuizen/besloten gemeenschappelijke verkeersruimtes; - tussen trappenhuizen en aangrenzende besloten gemeenschappelijke verkeersruimten (extra beschermde vluchtroutes onderling. Met de indeling in brandcompartimenten zoals deze is weergegeven op de plattegronden van Kraaijvanger Architects wordt voldaan aan de bovenstaande eisen. Brandoverslag Het risico op verticale brandoverslag is bepaald aan de hand van de NEN 6068. De uitgangspunten en resultaten van de berekeningen zijn opgenomen in bijlage I. Uit de berekeningen volgt dat zonder aanvullende maatregelen de verticale brandoverslag in voldoende mate wordt beperkt. Met betrekking tot het risico op horizontale brandoverslag in de interne hoeken moeten één van de twee gevels tot vier meter uit de hoek ten minste 30 minuten in twee richtingen brandwerend worden uitgevoerd. Dit is weergegeven op de plattegronden. De dichtstbijzijnde spiegelsymmetrische afstand tot de omliggende bebouwing is circa 18 meter. Horizontale brandoverslag naar percelen van derden wordt hiermee op basis van afstand in voldoende mate voorkomen. Schachten De W-schachten in de woningen worden ten minste 60 minuten brandwerend uitgevoerd. De brandwerendheid moet in de richting van de schacht worden gerealiseerd. Doorvoeren door de schachtwanden moeten ook brandwerend worden afgewerkt. Liftschachten De liftschachten in het project Lapis Lazuli zijn onderdeel van de extra beschermde vluchtroute. Hiermee moeten ze voldoen aan de materiaaleisen voor een extra beschermde vluchtroute, namelijk brandklasse B. Zie hiervoor ook paragraaf 6.3. Meterkasten De meterkasten van de woningen liggen binnen het brandcompartiment van de betreffende woning. De vloeren moeten ter plaatse van de meterkasten ten minste 60 minuten brandwerend worden afgewerkt. Dit geldt ook voor doorvoeren door deze vloeren. Deuren Alle brandwerende deuren moeten zelfsluitend worden uitgevoerd, met uitzondering van de woningtoegangsdeuren en de schachtdeuren. Voor de deuren van de schachten geldt wel dat deze normaliter met een slot moeten zijn afgesloten. Alleen tijdens werkzaamheden in de schacht mogen de deuren geopend zijn. De deuren in de corridor worden voorzien van vrijloopdrangers aangestuurd op lokale rookmelders. Doorvoeringen De doorvoeringen van kabels, leidingen en kanalen door brandscheidingen moeten brandwerend worden uitgevoerd om aan de geldende wbdbo-eis te voldoen. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 6

Attesten/testrapporten Wij attenderen erop dat voor de aansluitingen van constructiedelen op brandwerende scheidingswanden en vloeren, evenals voor brandwerende deuren en ramen, producten moeten worden gekozen met een geldig attest/testrapport van de betreffende fabrikant. Hiermee wordt aangetoond dat deze aan de betreffende eisen voldoen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij zijn de brandschermen ter plaatse van de rijbanen in de stallingsgarage. Eisen aan brandscheidingen Een brandscheiding is voldoende brandwerend, wanneer deze scheiding gedurende de in het Bouwbesluit gestelde tijd voldoende brandwerend is conform de NEN 6069. De brandwerendheid van een scheiding wordt bepaald aan de hand van verschillende criteria. Afhankelijk van het type brandscheiding zijn één of meerdere criteria van toepassing. De criteria zijn: - bezwijken (R) - vlamdichtheid (E) - isolatie (I) - warmtestraling (W) Aan welke criteria in een situatie wordt voldaan is vastgelegd in de NEN 6069. In tabel 3.1 is aangegeven welke eisen worden gesteld aan de in de geprojecteerde situatie aanwezige brandscheidingen. Tabel 3.1 Vereiste brandwerendheidcriteria voor de brandscheidingen in de geprojecteerde situatie Type brandscheiding Tussen (beschermde sub)brandcompartimenten en (extra) beschermde vluchtroutes. Dit betreft: - scheidingen tussen woningen/overige brandcompartimenten en trappenhuizen/voorportalen; - scheidingen tussen woningen/overige brandcompartimenten en corridors/entreehal. Tussen brandcompartimenten onderling. Dit betreft: - woningscheidende wanden; - woningscheidende vloeren; - scheidingen tussen appartementen en liftschachten; - scheidingen tussen appartementen en bergingen op de woonlagen; - scheidingen tussen de brandcompartimenten op de begane grond en eerste verdieping. Alle doorvoeren, naden, schachtwanden en schachtvloeren met een brandwerende functie Tussen besloten gemeenschappelijke verkeersruimtes (extra beschermde vluchtroutes) en trappenhuizen Brandwerende daken Vereist criterium (R)EW + (R)EI15 (R)EI EI (R)E RE Voor brandwerende puien en deurconstructies tussen brandcompartimenten onderling en tussen brandcompartimenten en extra beschermde vluchtroutes gelden afwijkende regels. Deze regels geven wij weer in tabel 3.2. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 7

Tabel 3.2 Vereiste brandwerendheidcriteria voor beglaasde en beweegbare brandscheidingen in de geprojecteerde situatie Type brandscheiding Deur, inclusief bovenlichten en zijlichten met een breedte van maximaal 1,5 meter Glaspanelen in zijlichten met een breedte van meer dan 1,5 meter Ramen en puien zonder deuren in brandscheidingen Brandschermen in de stallingsgarage Vereist criterium EW Eis gelijk aan eis wand Eis gelijk aan eis wand EW R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 8

4 Subbrandcompartimenten en vluchten Elke woning is een beschermd subbrandcompartiment. Met de geprojecteerde brandwerende scheidingen wordt aan de wbdbo-eisen tussen subbrandcompartimenten voldaan. 4.1 Rookmelders De ruimten waardoor vanuit een verblijfsruimte binnen een woning wordt gevlucht, moeten van een niet-ioniserende rookmelder worden voorzien. Deze rookmelder is aangesloten op een voorziening voor elektriciteit en voldoet aan de primaire inrichting- en producteisen volgens NEN 2555. De ruimten die voorzien moeten worden van rookmelders moeten op de plattegronden worden aangegeven. 4.2 Vluchten in de woningen De gecorrigeerde loopafstand vanaf elk punt in de woning tot de uitgang van de woningen mag ten hoogste 30 meter bedragen. Alle woningen voldoen aan deze eis. 4.3 Vluchten vanuit de woningen Vanuit de meeste woningen kan in twee richtingen worden gevlucht via de gemeenschappelijke verkeersruimten. Op enkele plaatsen is sprake van een kort doodlopend eind. Dit komt voor op de eerste verdieping tussen assen B en C en tussen O en N. Ondanks dat de woningvoordeuren hier niet tegenover elkaar liggen zijn wij van mening dat met een afstand van 1,7 meter tussen de woningvoordeuren een gelijkwaardige veiligheid wordt gerealiseerd als bedoeld is in het bouwbesluit met twee tegenover elkaar liggende deuren. Vanuit elke woning moet binnen een loopafstand van maximaal 30 meter in twee richtingen een brandscheiding worden bereikt. Met de geprojecteerde positie van de trappenhuizen, uitgangen en brandwerende deuren in de corridors wordt hieraan voldaan. Op de tweede verdieping tussen assen G-F en 6-7 gaat de tweede vluchtroute via de trap naar de derde verdieping, zie figuur 4.1. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 9

Figuur 4.1 Vluchtroute van de tweede verdieping via de derde verdieping 4.4 Vluchten vanuit de commerciele ruimten Binnen de commerciële ruimten op de begane grond geldt een maximaal toegestane gecorrigeerde loopafstand van 30 meter (20 meter in rechte lijn). In de beschouwde situatie kan altijd binnen deze loopafstand een buitendeur worden bereikt, zodat hieraan wordt voldaan. Bij een nadere indeling van deze ruimten in meerdere verblijfsruimten of het realiseren van een verdiepingsvloer moet er rekening mee worden gehouden dat ook met deze indeling wordt voldaan aan een loopafstand van maximaal 30 meter. 4.5 Vluchten vanuit de stallingsgarage, bergingsgebied en fietsenstalling Voor stallingsgarage, bergingsgebied en fietsenstalling geldt dat de loopafstand tot de toegang van dit brandcompartiment niet meer dan 60 meter mag bedragen (uitgaande van een bezetting van minder dan één persoon per 30 m 2 ). Hier wordt in de geprojecteerde situatie aan voldaan. 4.6 (Afmetingen) vluchtroutes Woonfuncties Volgens het Bouwbesluit moet de breedte van de trappen minimaal 1,2 meter bedragen, omdat meer dan 600 m 2 aan woonfuncties is aangewezen op de trappen. Hier wordt in de geprojecteerde situatie aan voldaan. Uitgangspunt is dat er op het vluchttrappenhuis tussen as F en G niet meer dan 600 m 2 aan woonfuncties is aangewezen. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 10

Commerciële ruimten Voor de commerciële ruimten op de begane grond geldt dat de breedte van de deuren voldoende groot moet zijn om elke bedrijfsruimte ingeval van brand binnen één minuut te ontruimen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: - capaciteit enkele (of dubbele) deur die tegen de vluchtrichting draait: maximaal 37 personen per minuut; - capaciteit twee naast elkaar liggende naar buiten draaiende deuren die in de vluchtrichting draait: 90 personen per minuut per meter deurbreedte; - capaciteit enkele deur die in de vluchtrichting draait: 110 personen per minuut. De ruimten worden voorzien van tegen de vluchtrichting in draaiende deuren. Per deur zijn volgens bovenstaande eisen maximaal 37 personen aanwezig. Bij de inrichting van de ruimten moet dus rekening gehouden worden met een maximale bezetting van 37 personen maal het aantal deuren. Algemeen Voor deuren en gangen geldt voor de vrije doorgang een minimale breedte van 0,85 meter. Hieraan wordt voldaan. Deuren waardoor vluchtroutes voeren, moeten een minimale hoogte van ten minste 2,3 meter bezitten. Uitzondering hierop zijn de deuren van de bergingen. Hiervoor geldt een minimale hoogte van ten minste 2,1 meter. Alle deuren waardoor gevlucht wordt, moeten in geval van brand (en andere calamiteiten) zonder sleutels geopend kunnen worden. Deuren waar meer dan 100 personen gelijktijdig door vluchten, moeten voorzien zijn van een paniekbalk. In de geprojecteerde situatie zijn er geen deuren waar meer dan 100 personen tegelijk op zijn aangewezen. De toegangsdeuren van de trappenhuizen moeten in de vluchtrichting mee draaien. Dit is correct op tekening aangegeven. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 11

5 Installaties 5.1 Brandmeld- en ontruimingsinstallatie Aanwezigheid brandmeld- en ontruimingsinstallatie. - De stallingsgarage moet worden voorzien van een automatische brandmeldinstallatie met volledige bewaking. - Indien de commerciële ruimte worden voorzien van een tussenvloer moet deze worden aangesloten op een niet-automatische brandmeldinstallatie (handmelders). - De brandmeldinstallaties moet worden uitgevoerd conform NEN 2535. - Verder moet op de brandmeldinstallatie een ontruimingsalarminstallatie type B (slow-whoop) worden aangesloten die wordt uitgevoerd conform NEN 2575. De commerciële ruimten worden casco opgeleverd, de brandbeveiligingsvoorzieningen worden in een later stadium aangegeven door de huurder. Voor de uitwerking van de bovengenoemde uitgangspunten/randvoorwaarden verwijzen wij naar de documenten van de installatieadviseur. 5.2 Vluchtrouteaanduiding en noodverlichting In het woongebouw zijn noodverlichting en vluchtrouteaanduiding niet verplicht. In de vluchtroutes vanuit de garage is noodverlichting en vluchtroute aanduiding verplicht. Wanneer in de commerciële ruimten op de begane grond meer dan 50 personen aanwezig zijn, is ook hier vluchtrouteaanduiding verplicht. Boven een bezetting van 75 personen is daarnaast ook noodverlichting verplicht. Vluchtrouteaanduiding moet voldoen aan NEN 3011 en aan de zichtbaarheidseisen, bedoeld in de artikelen 5.2 tot en met 5.6 van NEN-EN 1838. Noodverlichting moet bij spanningsuitval binnen 15 seconden worden geactiveerd en gedurende ten minste 60 minuten een op een vloer, een tredevlak of een hellingbaan gemeten verlichtingssterkte hebben van ten minste 1 lux. De commerciële ruimten worden casco opgeleverd, de brandbeveiligingsvoorzieningen worden in een later stadium aangegeven door de huurder. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 12

6 Overige brandveiligheidsaspecten 6.1 Brandwerendheid op bezwijken constructies De volgende randvoorwaarden zijn van toepassing. - De tijdsduur met betrekking tot bezwijken van de bouwconstructie bij brand bedraagt ten minste 120 minuten. - Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet ligt. Bovenstaande uitgangspunten moeten door de constructeur verder worden uitgewerkt. 6.2 Risico plasbrandaandachtsgebieden Voor gebieden rondom transportroutes (weg/spoor en water) waarover brandbare en/of giftige vloeistoffen of gassen worden vervoerd, kunnen aanvullende eisen worden gesteld aan de brandveiligheid van onder andere gevels. In de geprojecteerde situatie ligt het bouwplan op voldoende afstand vanaf transportroutes met gevaarlijke stoffen (N242) dat er geen aanvullende maatregelen gesteld worden op basis van het transport van gevaarlijke stoffen. 6.3 Materiaalgebruik Alle afwerkingen van bouwmaterialen moeten voldoen aan de volgende eisen: a. Algemeen: - brandvoortplanting bepaald conform NEN-EN 13501-1 brandklasse D of beter; - vloeren en tredevlakken bepaald conform NEN-EN 13501-1 brandklasse Dfl; - vloeren en tredevlakken in een besloten ruimte bepaald conform NEN-EN 13501-1 rookklasse s1fl, of beter; - rookproductie in een besloten ruimte conform NEN-EN 13501-1 NEN rookklasse s2 of beter. Hierop is een uitzondering toegestaan voor ten hoogste 5% van de totale oppervlakte. b. Aanvullend hierop geldt voor alle extra beschermde vluchtroutes (corridors, liftschachten en (vlucht-)trappenhuizen) - brandklasse B of beter, bepaald conform NEN-EN 13501-1; - vloeren en tredevlakken brandklasse Cfl, bepaald conform NEN-EN 13501-1. Hierop is een uitzondering toegestaan voor ten hoogste 5% van de totale oppervlakte. c. Alle gesloten buitengeveloppervlakken: - brandvoortplanting conform NEN-EN 13501-1 brandklasse B of beter; Deuren, ramen, kozijnen en daarmee vergelijkbare constructieonderdelen conform NEN-EN 13501-1 brandklasse D of beter. Met steenachtige materialen wordt voldaan aan de eisen a, b, en c. d. alle schachten aan de binnenzijde conform NEN-EN 13501-1 brandklasse A2 of beter; R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 13

e. rookafvoeren moeten brandveilig zijn conform NEN 6062, waarbij de materialen waarin een temperatuur van ten minste 90 C kan worden bereikt, onbrandbaar moeten zijn conform NEN 6064 f. dak niet brandgevaarlijk conform NEN 6063; In het algemeen wordt met gangbare bouwproducten aan de eisen d, e en f voldaan. Zie voor minder gangbare materiaaltoepassingen de productgegevens van de fabrikant. Voor specifieke materialen, die niet op tekeningen zijn aangegeven wordt verwezen naar testrapporten van de fabrikant. 6.4 Blusvoorzieningen 6.4.1 Brandslanghaspels Het woongebouw hoeft niet te worden voorzien van brandslanghaspels. Wel moet worden voorzien in voldoende blusmiddelen in de niet-woonfuncties. Hierbij kan worden volstaan met bijvoorbeeld schuimblussers. Wanneer er na een indeling bedrijfsunits worden gerealiseerd met een vloeroppervlakte van meer dan 500 m 2, moeten deze worden voorzien van brandslanghaspels. De haspels moeten zodanig worden gepositioneerd dat de loopafstand tussen een brandslanghaspel en ieder punt van een vloer niet groter is dan de slanglengte + 5 meter. Bij het bepalen van de loopafstand moet het deel dat binnen een verblijfsgebied ligt, worden vermenigvuldigd met een factor 1,5. Constructieonderdelen die niet tot de bouwconstructie behoren en binnen het verblijfsgebied liggen, mogen hierbij buiten beschouwing worden gelaten. De slanglengte van de brandslanghaspels mag niet groter zijn dan 30 meter. De haspels hebben verder een statische druk van niet minder dan 100 kpa en een capaciteit van 1,3 m 3 /h bij gelijktijdig gebruik van twee brandslanghaspels die zijn aangesloten op dezelfde drinkwatervoorziening. De haspels mogen niet in een trappenhuis worden aangebracht. De commerciële ruimten worden casco opgeleverd, de brandbeveiligingsvoorzieningen worden in een later stadium aangegeven door de huurder. 6.4.2 Droge blusleidingen Lapis Lazuli heeft geen verblijfsgebieden op meer dan 20 meter boven meetniveau. Ondanks dat het volgens het Bouwbesluit formeel niet nodig is, zijn toch droge blusleidingen opgenomen vanwege de grote inzet diepte. 6.4.3 Brandweerlift Het gebouw heeft geen verblijfsgebieden op meer dan 20 meter boven meetniveau. Het gebouw hoeft niet worden uitgerust met een brandweerlift. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 14

6.5 Bereikbaarheid hulpverleningsdiensten Elk gebouw waar mensen verblijven moet over ten minste één aangewezen brandweeringang beschikken. Het ligt voor de hand om voor het woongebouw de entrees als brandweeringang aan te wijzen. Volgens Bouwbesluit geldt er een maximale afstand van 40 meter tussen de opstelplaats van de brandweer en de brandweeringang. Deze eis geldt ook voor tussen een bluswatervoorziening en de brandweeringang. De opstelplaats dient ten minste 4,5 meter breed en 10 meter lang te zijn en er dient een vrije hoogte van 4,2 meter aanwezig te zijn. Eventuele obstakels ten behoeve van het vrijhouden van de opstelplaats moeten gemakkelijk kunnen worden geopend of worden ontsloten met een systeem dat in overleg met de brandweer wordt bepaald. De opstelplaatsen moeten met de brandweer worden vastgesteld. LBP SIGHT BV ir. C.E.L. (Babette) Mattheus drs. M.P.J. (Michiel) Hagenouw R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 15

Uitgangspunten en resultaten brandoverslagberekeningen Gestelde eisen De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) tussen de verschillende brandcompartimenten van Lapis Lazuli moet op grond van het Bouwbesluit 2012 ten minste 60 minuten bedragen. Dit geldt ook voor de wbdbo van brandcompartimenten naar extra beschermde vluchtroutes. Voor brandoverslag komt de gestelde eis erop neer dat, wanneer er brand heerst in een bepaald brandcompartiment, ter plaatse van de gevelopeningen in een ander brandcompartiment de warmtestraling niet zo hoog mag oplopen dat brandbare materialen achter de opening kunnen worden ontstoken. Om aan te tonen dat de weerstand tegen brandoverslag (wbo) voldoende hoog is, moet voor het meest bestraalde punt gelden dat de stralingsflux niet groter is dan 15 kw/m 2. Het meest bestraalde punt is bepaald door verschillende observatiepunten te berekenen en de stralingsfluxen met elkaar te vergelijken. Uitgangspunten berekeningen De weerstand tegen brandoverslag hebben we bepaald conform NEN 6068:2016. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van het computerprogramma Pintegraal, versie V6.1c. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de volgende maatgevende verticale brandoverslagtrajecten van het project: 1. Commerciele ruimte tussen as P en R begane grond naar de bovenliggende woningen. 2. Commerciele ruimte tussen as A en G begane grond naar de bovenliggende woningen. 3. Fietsenstalling op de begane grond naar de bovenliggende woningen. 4. Maisonnette woning begane grond/eerste verdieping naar de bovenliggende woning. 5. Woning tussen as L en M op de eerste verdieping naar de bovenliggende woning. 6. Woning tussen as M en N op de eerste verdieping naar de bovenliggende woning. 7. Woning tussen as 10 en 11 op de tweede verdieping naar de bovenliggende woning. 8. Studio tussen as L en N grenzend aan de binnenplaats op de tweede verdieping naar de bovenliggende studio. 9. Studio tussen as L en N grenzend aan de buitengevel op de tweede verdieping naar de bovenliggende studio. In figuur II.1 t/m II.3 is de invoer van de beschouwde brandruimten in het rekenprogramma weergegeven. Kelvinbaan 40, 3439 MT Nieuwegein Postbus 1475, 3430 BL Nieuwegein T (030) 231 13 77 F (030) 234 17 54 E info@lbpsight.nl www.lbpsight.nl IBAN: NL62 RABO 036 42 36 558 KvK 30073990 BTW NL007093159B01

Figuur I.1 Grafische weergave van de ingevoerde brandruimte met rekenpunten (zwarte kegels) Figuur I.2 Grafische weergave van de ingevoerde brandruimte met rekenpunten (zwarte kegels) Figuur I.3 Grafische weergave van de ingevoerde brandruimte met rekenpunten (zwarte kegels) R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 17

De puien/kozijnen en deuren in de buitengevels zijn als gevelopeningen beschouwd. Voor gevelopeningen geldt dat deze een brandwerendheid (op het criterium vlamdichtheid) van minder dan 5 minuten moeten bezitten. Hier wordt bij gebruik van normaal (float)glas aan voldaan. Geveldelen met een brandwerendheid van minder dan 30 minuten maar meer dan 5 minuten (zoals gelaagd of gehard glas) zijn als semi-opening beschouwd. Dit betekent dat bij de berekening deze geveldelen zowel gesloten als open moeten worden geschematiseerd. De schematisering met de hoogste warmtestralingsflux is vervolgens maatgevend. Voor deze berekening betreft dit de open situatie. Voor de overige bouwdelen gelden volgens NEN 6068 de volgende voorwaarden: - geveldelen (met uitzondering van gevelopeningen) moeten een brandwerendheid van ten minste 30 minuten bezitten; - er mogen geen geveldelen met een brandvoortplantingsklasse hoger (slechter) dan Euroklasse B worden toegepast; - het dak mag niet brandgevaarlijk zijn volgens NEN 6063. Aangezien in de geprojecteerde situatie de hoogste vloer lager ligt dan 20 meter boven het aansluitend terrein, is met de gereduceerde rekenmethode van NEN 6068 gerekend. Resultaten In tabel I.1 is de maximaal berekende stralingsflux voor de verschillende trajecten weergegeven, nog zonder brandwerende voorzieningen. Tabel I.1 Maximaal berekende stralingsflux voor de verschillende trajecten; alleen de rekenpunten waar de stralingsflux het hoogste is, zijn gegeven (maatgevende trajecten) Traject Brandcompartiment waar in het rekenprogramma de brand wordt verondersteld Rekenpunt Berekening brandwerende maatregelen Maximaal berekende stralingsflux [kw/m 2 ] Rekenrichting Voldoet 1. Commerciele ruimte tussen as P en R 2 8,9 Verticaal ja 2. Commerciele ruimte tussen as A en G 14 14,6 Verticaal ja 3. Fietsenstalling 24 1,7 Verticaal ja 4. Maisonnette 30 12,0 Verticaal ja 5. Woning tussen as L en M 34 13,9 Verticaal ja 6. Woning tussen as M en N 31 10.9 Verticaal ja 7. Woning tussen as 10 en 11 38 7,2 Verticaal ja 8. 9. Studio tussen as L en N grenzend aan de binnenplaats Studio tussen as L en N grenzend aan de buitengevel 39 14,5 Verticaal ja 40 1,6 Verticaal ja R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 18

Op grond van de bovenstaande resultaten blijkt zonder brandwerende voorzieningen de kans op brandoverslag in voldoende mate is voorkomen. De details van de berekening worden op de volgende pagina weergegeven. R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 19

Details brandoverslagberekening R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 20

R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 21

R047188aa.187DKNF.bm versie 02_001 6 september 2018 22