Notitie : In de grond gevormde palen met grondverwijdering

Notitie : In de grond gevormde palen met grondverwijdering

Waarom een notitie?

Waarom een notitie? Onduidelijkheid van de norm?

Waarom een notitie? Onduidelijkheid van de norm? of Landelijk handelen volgens de norm!

Onderwerpen: Normen Cementgehalte Wcf Dekking Wapening

Normen Gehanteerde uitgangspunt voor deze notitie is: De huidige normen zijn de brondocumenten.

Normen Aansturing volgens het bouwbesluit.

Normen Aansturing volgens het bouwbesluit. 1 e lijnsnorm gaat voor een productnorm?

Normen Aansturing volgens het bouwbesluit. 1 e lijnsnorm gaat voor een productnorm? Nee!

Normen Aansturing volgens het bouwbesluit. Productnorm gaat voor de 1 e lijnsnorm!

Normen In de grond gevormde palen met grondverwijdering NEN-EN 1536 Uitvoering van bijzonder geotechnisch werk - Boorpalen

Normen In de grond gevormde palen met grondverwijdering NEN-EN 1536 NEN-EN 1992-1-1 NEN-EN 206

Cement gehalte Is het cementgehalte voorgeschreven in de normen?

Cement gehalte Ja, in alle normen is een tabel gehanteerd voor het cementgehalte.

Cementgehalte: storten in droge omstandigheden storten in natte omstandigheden (onder water of steunvloeistoffen) 325 kg/m 3 375 kg/m 3 Gehalte aan fijne delen a grof toeslagmateria al D onder > 8 mm D boven > 8 mm 400 kg/m3 grof toeslagmateria al D onder 4 mm D boven 8 mm 450 kg/m3 a Fijne delen: Deeltjesgrootte 0,125 mm (met inbegrip van vulstoffen en cement).

Wcf Volgens de NEN-EN 1536 6.3.4 Water/cement ratio 6.3.4.1 The water/cement ratio shall comply with EN 206-1.

Wcf Volgens de NEN-EN 1536 6.3.4 Water/cement ratio 6.3.4.1 The water/cement ratio shall comply with EN 206-1. 6.3.4.2 The water/cement ratio shall not exceed 0,60. (bij XC 1 een lagere wcf dan voor geschreven in NEN-EN 206)

Dekking In 7.7.2 van de NEN-EN 1536 staat een minimale dekking voorgeschreven afhankelijk van de uitvoeringsmethodiek. Met als afsluiting: unless otherwise agreed.

Dekking In 7.7.2 van de NEN-EN 1536 staat een minimale dekking voorgeschreven afhankelijk van de uitvoeringsmethodiek. Met als afsluiting, unless otherwise agreed. Dit hebben wij geïnterpreteerd dat de voorgeschreven dekking uit de NEN-EN 1992-1-1 van toepassing is.

Dekking De voorgeschreven dekking in de tabel 4.4N + de K2 factor volgens paragraaf 4.4.1.3 lid 4 (50mm)

Dekking bij een C20/25 en S4 zone Milieuklasse (Corrosie ingeleid door carbonatie) Geen wapening 1 Permanent boven GWS XC2 X0 2 Permanent onder GWS XC1 X0 3 Overgangsgebied XC4 X0

Dekking bij een C20/25 en S4 zone 1 Permanent boven GWS 2 Permanent onder GWS 3 Overgangsgebied Milieuklasse (Corrosie ingeleid door carbonatie) XC2 (25mm+50mm) XC1 (15mm+50mm) XC4 (30mm+50mm) Geen wapening X0 X0 X0

Dekking bij een C20/25 en S4 zone 1 Permanent boven GWS 2 Permanent onder GWS 3 Overgangsgebied Milieuklasse (Corrosie ingeleid door carbonatie) XC2 (25mm+50mm) XC1 (15mm+50mm) XC4 (30mm+50mm) Geen wapening X0 X0 X0 Advies om altijd het overgangsgebied aan te houden

Wapening Nominal bored pile cross section A C A C 0,5 m² Area of longitudinal reinforcement A S A S 0,5 % AC 0,5 m² < A C 1,0 m² A S 0,002 5 m² A C >1,0 m² A S 0,25 % A C A C is de theoretische doorsnede van de paal

Wapening NEN-EN 1536 7.5.2.3 For reinforced piles the minimum longitudinal reinforcement shall be four bars of 12 mm diameter.

Wapening NEN-EN 1536 7.5.2.3 For reinforced piles the minimum longitudinal reinforcement shall be four bars of 12 mm diameter. 7.5.2.4 For barrettes, the minimum diameter of the bars shall be 12 mm and 7.5.2.5 Spacing of longitudinal bars should always be maximized in order to allow proper flow of concrete but should not exceed 400 mm.

Wapening NEN-EN 1536 7.5.2.3 For reinforced piles the minimum longitudinal reinforcement shall be four bars of 12 mm diameter. 7.5.2.4 For barrettes, the minimum diameter of the bars shall be 12 mm and 7.5.2.5 Spacing of longitudinal bars should always be maximized in order to allow proper flow of concrete but should not exceed 400 mm. 7.5.2.6 The horizontal clear distance between longitudinal bars or bundles of bars of one layer shall be not less than 100 mm.

Wapening NEN-EN 1536 7.5.2.3 For reinforced piles the minimum longitudinal reinforcement shall be four bars of 12 mm diameter. 7.5.2.4 For barrettes, the minimum diameter of the bars shall be 12 mm and 7.5.2.5 Spacing of longitudinal bars should always be maximized in order to allow proper flow of concrete but should not exceed 400 mm. 7.5.2.6 The horizontal clear distance between longitudinal bars or bundles of bars of one layer shall be not less than 100 mm. 7.5.2.7 Provided the maximum size of the aggregates does not exceed 20 mm, the horizontal clear space between longitudinal bars or bundles of bars of one layer may be reduced to 80 mm for the lap length.

Wapening NEN-EN 1992-1-1 In Paragraaf 9.8.5 lid 3 staat de volgende tekst: De vrije ruimte tussen de staven behoort niet groter te zijn dan 200 mm gemeten langs de omtrek van de palen.

Wapening NEN-EN 1992-1-1 In Paragraaf 9.8.5 lid 3 staat de volgende tekst: De vrije ruimte tussen de staven behoort niet groter te zijn dan 200 mm gemeten langs de omtrek van de palen. 7.5.2.5 Spacing of longitudinal bars should always be maximized in order to allow proper flow of concrete but should not exceed 400 mm.

Wapening 7.1.5 A bored pile may be designed as an unreinforced concrete element if: pile head reinforcement is provided in accordance with 7.1.6 and 7.1.8; and the design actions and/or actions caused by the construction and/or actions resulting from the ground produce only compressive stresses in the bored pile. 7.1.6 Bored pile heads for unreinforced bored piles shall be reinforced to cater for accidental loads (e.g. resulting from all construction works on the site). NOTE Base enlargements of bored piles are usually constructed without reinforcement beyond that required (if any) in the shaft.

Wapening 7.1.7 A bored pile should be reinforced over any length of soft or loose soil. NOTE Examples of characteristics of soft and loose soil (e.g. cohesion of soft clay, density index and cone resistance of loose sand) are given in EN 1997-2.

Wapening 7.1.7 A bored pile should be reinforced over any length of soft or loose soil. NOTE Examples of characteristics of soft and loose soil (e.g. cohesion of soft clay, density index and cone resistance of loose sand) are given in EN 1997-2. 7.1.8 If there is no design requirement for reinforcement, starter bars or another system should be placed in the bored pile head to locate the centre of the pile. NOTE 1 Bored piles with head enlargements are usually constructed with starter bars in the bored pile head. NOTE 2 When the casting level is too deep and/or after trimming, starter bars are not appropriate for the location of the pile centre.

Wapening 7.1.9 Where permitted by the execution specifications, reinforcement cages may be installed after concrete placement. NOTE Special robust and rigid cages can be necessary.

Wapening Boordiameter dekking mm diameter korf mm omtrek korf mm 200 mm 100 mm Benodigde wapening mm 2 300 80 140 402 4 4 308 350 80 190 559 5 5 428 400 80 240 716 6 6 567 450 80 290 873 7 8 718 500 80 340 1030 8 10 886 550 80 390 1188 9 11 1072 600 80 440 1345 9 13 1276

Vragen voor de NEN 1. NEN-EN 1536 paragraaf 8.2.1.12. The centre to centre distance for bored piles produced with a time-difference less than 4h should be at leat four times D or W with a minimum of 2m. Is dit in de praktijk nog van toepassing? 2. NEN-EN 1536 paragraaf 7.7.7 A bored pile should be reinforced over any lenght of soft or loose soil. Wapenen in loose soil? Wat is loose soil? 3. NEN-EN 1992-1-1 paragraaf 9.8.5 is getiteld Boorpalen. Wat is hun definitie van boorpalen? 4. Bij NEN-EN 1536 paragraaf 7.5.2.3 en 7.5.2.6 ontstaat bij palen rond 300mm een conflict bij toepassing van de regel minimaal 4 staven en een afstand tussen de staven van minimaal 100mm.

Vragen?