Waterballet Kolletje neemt een aanloop en springt in het opblaasbadje. Het water spat hoog op. Nu ik! roept Dirk. Hij rent over het grasveld en springt het badje in. Het water golft over de rand. Mama, mogen we nog wat meer water? vraagt Kolletje. Mama draait de kraan van de tuinslang open en Kolletje mag zelf het badje bijvullen. Het klinkt net als plassen, vindt Dirk. Als het badje vol is, gaan ze weer rennen en springen. Brr, zegt Kolletje. Het is nu wel koud. Als jullie even wachten, zal de zon het water wel opwarmen, zegt mama. Kolletje en Dirk gaan even bij mama zitten en drinken een glas limonade. Ineens rent er een rode kater de tuin in, gevolgd door Doerak. De kat klimt razendsnel in een boom en Doerak 44
gaat eronder staan blaffen. Kolletje en Dirk rennen naar hem toe. Je mag geen katten plagen, zegt Kolletje. Dat vindt Dirk ook. Je bent stout. Maar Doerak begrijpt er niets van. Hij kwispelt en vergeet de kat. Is meneer De Jong er ook? vraagt mama. Kolletje en Dirk lopen de tuin uit en gaan op de stoep kijken. Daar is meneer De Jong al. Doerak is bij ons in de tuin! roept Kolletje. Meneer De Jong steekt zijn hand op. Hij heeft het begrepen. Kolletje en Dirk hollen weer terug. Doerak heeft het warm, zegt mama. Hij is in het badje gesprongen. Hé, gekke hond, zegt Kolletje. Doerak kwispelt en drinkt van het water. Meneer De Jong komt de tuin in. Hallo, kleine vriendjes! Ik ben niet klein, mompelt Dirk. Mama grinnikt. Ik ook niet. Doerak zat achter een kat aan, zegt Kolletje. Ze wijst naar de boom waar de rode kater nog steeds zit. 45
Kom jij eens even gauw uit het water, zegt meneer De Jong tegen Doerak. Deze keer luistert het hondje wel en hij springt eruit. Hij schudt zijn vacht droog. De kinderen springen gillend opzij. Dan tilt hij zijn poot op en plast tegen het badje. O, wat is hij vandaag weer ongehoorzaam, zegt meneer De Jong. Doerak loopt snel de tuin uit. Ik spoel het wel even schoon, hoor, zegt mama. Ze pakt de tuinslang en spuit het plasje weg. Het badje kiept ze leeg, want er drijven hondenharen in. Meneer De Jong gaat achter Doerak aan. Dag, allemaal! Dag, meneer De Jong! Als mama het badje weer gevuld heeft, gaan Kolletje en Dirk verder met hun spelletje. Ze rennen en springen. De kat zit al die tijd nog steeds in de boom en loert naar beneden. Mama gaat eronder staan en roept: Kom dan, poes. Kom maar uit de boom. 46
Maar de kater verroert zich niet. Ja toch, hij klimt nog wat hoger. Straks durft hij er niet meer uit en moeten we de brandweer bellen, verzucht mama. Dat vinden Kolletje en Dirk gek. Er is toch geen brand, moeder van Kolletje? vraagt Dirk. De brandweer heeft een lange ladder om hem te redden, legt mama uit. Kolletje krijgt een idee. Ze droogt zich af en gaat naar binnen. Even later komt ze terug met haar toversokken aan. Ze knijpt haar ogen stijf dicht, denkt aan de kater die uit de boom komt en zegt: Katharina Orselia Laetitia. Er gebeurt niets. Maar Kolletje maakt zich niet druk. Soms duurt het even, maar haar toversokken werken altijd. Het badwater is lekker warm geworden in de zon en Kolletje en Dirk gaan met hun bootjes in het zwembadje zitten spelen. Na een tijdje roetsjt de kat de boom uit. Hij blijft even op het gras staan. Kom maar! roept Kolletje. Ze klopt zachtjes met haar hand op de rand van het badje. Katten houden niet van water, zegt mama. Toch komt de kat naar Kolletje toe, maar als hij tegen de rand op staat, slaat hij zijn nagels uit. Tsss, klinkt er. De kat schrikt en rent weg.
Mama, het bad is lek! roept Kolletje geschrokken. Langzaam loopt het zwembadje leeg en zakt het in elkaar. Het water spoelt over de rand het grasveld op. Wat een waterballet! roept mama. Maar dat wordt het pas echt als Kolletje en Dirk op hun blote voeten op het kletsnatte gras gaan dansen. 48