verwachte behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen ( de vraag ) en het harde (plan)aanbod ( het aanbod ).

Vergelijkbare documenten
PLAN VAN AANPAK BEDRIJVENTERREINENSTRATEGIE HOLLAND RIJNLAND Versie 7.2 d.d. 10 oktober 2017 Auteurs: Hans Stapper / Henk Hansen

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend 01/11/ /09/ /1/2019

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Marktonderzoek bedrijventerreinen regio Leiden

Plan van Aanpak project Regionale Kantorenstrategie Holland Rijnland 2020

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015

1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2.

Basisdocument regionale afspraken woningbouw. Stec Groep aan gemeenten en provincie Noord-Holland

Opdrachten. Werkplaats Wonen Doel Een evenwichtige en toekomstbestendige woningmarkt.

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 30 aug. 2017

Geachte mevrouw Dekker,

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Provincie als regisseur kantorenmarkt

Datum : 6 september 2005 Nummer PS : PS2005IME06 Dienst/sector : MEC/DER Commissie : IME

Ter uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan (POL) wordt een intergemeentelijke Structuurvisie

Gedeputeerde Staten. Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Postbus AN Leiden. Aanvaarding regionale kantorenvisie Holland Rijnland

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

1. Onderwerp Planlijst woningbouwprojecten 2015

Raadsvoorstel. 22 mei Geachte raad,

CONCEPTBESLUITENLIJST (ambt. conceptversie 1) Vergadering portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken d.d. 9 maart 2011

Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn A-Openbaar 19 februari

(concept) BESLUITENLIJST (versie 1) Vergadering portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken d.d. 11 februari 2015

niet in gevaar komt. Datum: Informerend Datum: Adviserend

Behandelend ambtenaar: W. Ubachs Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Murk, PJCM digitaal

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Regionale en subregionale Woonagenda s

Oplegvel. 1. Onderwerp Informatiemanagement Jeugdhulp. 2. Rol van het samenwerkingsorgaan

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 6 maart 2019

Datum: Informerend 18/

As Leiden - Katwijk. Plan van Aanpak. Provincie Zuid-Holland Regio Holland Rijnland. 13 september 2004

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

1. Onderwerp Huisvesting bijzondere doelgroepen in de regionale woonagenda 2017 Holland Rijnland. 2. Rol van het

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen.

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016

Om het beleid en de sturingsvraagstukken invulling te geven, worden bepaalde opgaven van de gemeenten in regionaal verband opgepakt.

Uitvoeringsagenda. 20 februari Pagina 1 van 11

Platformtaak volgens gemeente

Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november

Uitvoeringsprogramma Retail Parkstad Limburg. Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden, Platform 31 Utrecht, 30 mei 2018

Qii BA R organisatie LN GEKOMEN. "2 FEB gem. r3y^ Convenant windenergit stadsregio Rotterdam

Behandelend ambtenaar: drs. A. de Wolf Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Weekers, JJF digitaal

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw

LI 9 JUN Onderwerp Herontwikkelen Suikerfabriek terrein en bedrijfsterreinprogrammering Hoeksche Waard

Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

Statenvoorstel. Uitvoeringsbesluit vernieuwing Steekterbrug te Alphen ad Rijn

Toename bevolking v.a. 2008

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Programmaplan regionale werkgeversbenadering Haaglanden

Advies Werkplaats Wonen Hoe gaan we verder?

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus LP DEN HAAG

Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie

Regionaal Programma Werklocaties RPW Arnhem Nijmegen. Informatiebijeenkomst commissies 10 oktober 2018

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen bedrijventerrein. Stec Groep aan Holland Rijnland

2. Regio Midden-Holland, vertegenwoordigd door haar portefeuillehouders, de heer D. De Haas en de heer C. De Jong;

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Naar een afsprakenkader bedrijventerreinen Noordoost-Brabant. Informatieve bijeenkomst Land van Cuijk. Stec Groep

Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie

Gedeputeerde Staten. Regio Midden-Holland Postbus AH Gouda. Aanvaarding regionale kantorenvisie. Geachte heer Vente,

VGG) VERENIGING VAN _/ GRONINGER GEMEENTEN,

M.k.g. afwezig: De heer I.G. Mostert (vanaf punt 3) en mevrouw T. Veninga (gemeente Nieuwkoop).

Oplegvel. 1. Onderwerp Actualisatie regionale woonagenda Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang.

PROJECTPLAN Profiel Land van Cuijk. De opdracht 1.1 Aanleiding

Stijn Smeulders / september 2017

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Procesafspraken. tussen de. gemeenten Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht, de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland

Platformtaak volgens gemeente. land 3. Regionaal belang Een passend en dekkend aanbod van jeugdhulp voor inwoners van de gemeenten in de regio Holland

Plan van aanpak Uitvoeringsprogramma OV Holland Rijnland

Griffier van de Staten. Geleidebrief Kaderstellend. Statenvoorstel Toekomstvisie voor Zeeland in het jaar Naam voorstel SGR-21

Voorstel raad en raadsbesluit

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland

ACTUELE OPGAVEN VOOR DE WONINGMARKT EN DE RELATIE TUSSEN LEEGSTAND EN HET WONEN

Thema wonen 2a. Regionale agenda wonen 2017 Bijlage 2a1 en 2a2

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 24 april mei 2014

Platformtaak volgens gemeente

1. Onderwerp Beëindiging deelname Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Rijn Gouwe (RPA) 2. Rol van het

Regionaal Programma Werklocaties (RPW)

Gedeputeerde Staten. Stuurgroep REO Zuid-Holland-Zuid t.a.v. de voorzitter dhr. D.R. van der Borg Postbus AP Dordrecht

Wat gaat er goed in deze aanpak en waar zou nog meer aandacht aan besteed moeten worden?

Oplegvel. 1. Onderwerp Beoordeling plan in het kader van het Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland 2. Rol van het

Nota van beantwoording zienswijzen

Agendaformulier B&W-vergadering 1 november Raadsinformatiebrief *16.I000864* 16.I Programma. Ruimte, Bouwen en Wonen

Juiste kantoor op de juiste plek

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland

Probleemstelling : Op korte termijn moet gestart worden met Werkprogramma 2020.

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant

Oplegvel. 1. Onderwerp Preventie Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg HR gemeenten 2. Rol van het

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Transcriptie:

PLAN VAN AANPAK BEDRIJVENTERREINENSTRATEGIE HOLLAND RIJNLAND Conceptversie 5.0 d.d. 27 augustus 2017 Auteurs: Hans Stapper / Henk Hansen Inleiding De provincie Zuid Holland heeft in 2016 aan Stec opdracht gegeven om als voorbereiding op de herziening van het provinciale bedrijventerreinenbeleid een onderzoek te doen naar de kwantitatieve en de kwalitatieve behoefte aan bedrijventerreinen in Zuid Holland. Deze nieuwe behoefteraming moet de oude raming uit 2012 (opgesteld in de crisistijd ) vervangen. De ramingen zijn niet alleen voor de provincie in haar geheel opgesteld, maar er zijn ook voor vier regio s (Holland Rijnland, Midden Holland, Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Zuid Holland Zuid) eigen ramingen opgesteld op basis van regiospecifieke kenmerken en parameters. De provincie wil de regio s hiermee handvatten bieden voor een goed bedrijventerreinenbeleid. Holland Rijnland is zowel bestuurlijk (via het BOEZHD) als ambtelijk nauw betrokken geweest bij zowel de uitvraag naar dit onderzoek als de begeleiding van het onderzoek zelf door Stec en heeft hiervoor ook belangrijke input geleverd. In haar aanbiedingsbrief van de eindrapportage (zie bijlage) vragen Gedeputeerde Staten aan de regio s om de behoefteraming te beschouwen als een bouwsteen voor een verdere invulling van de kwantitatieve en vooral kwalitatieve behoefte. Het opstellen van een Regionale bedrijventerreinenstrategie is volgens de provincie weliswaar geen verplichting, maar wel gewenst om deze invulling goed vorm te geven Stec heeft op 16 maart 2017 in het PHO Economie de uitkomsten van het onderzoek voor Holland Rijnland gepresenteerd. Belangrijk punt daarbij is te bedenken dat het om beleidsarme ramingen gaat. Tijdens het portefeuillehoudersoverleg van 16 maart is onder andere geconstateerd dat de oude Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland uit 2009 niet is / wordt onderhouden, maar dat er nu wel de vraag vanuit de provincie ligt om hier iets mee te doen met een coördinerende rol vanuit portefeuillehouder Holland Rijnland. Er bestaat een duidelijke behoefte vanuit PHO Economie om dit samen op te pakken: coördinatie hiervan ligt bij Holland Rijnland en uitwerking hiervan vindt plaats in de subregio s. Dit zit echter niet in begroting Holland Rijnland. Dat vraagt om uitwerking in een volgend PHO Economie. Afgesproken wordt een plan van aanpak op te stellen met daarin onder andere wie wat doet (subregio s en Holland Rijnland), incl. financiën die hier bij horen, de rol van het bedrijfsleven, de relatie met woningbouw en aandacht voor innovaties op het gebied van Space. Daarbij gaat kwaliteit voor snelheid en die lijn moet ook terugkomen in plan van aanpak. Hoe dit gedaan zou kunnen worden is beschreven in dit plan van aanpak. Belangrijkste uitkomsten en opgaven voor Holland Rijnland Het onderzoek heeft zoals opgemerkt geresulteerd in vier regionale rapporten en een hoofdrapport voor heel Zuid Holland. In de rapporten wordt met name ingegaan op de geraamde uitbreidingsvraag (kwantitatief en kwalitatief). De uitbreidingsvraag is het verschil tussen de verwachte behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen ( de vraag ) en het harde (plan)aanbod ( het aanbod ). In beperkte mate (alleen indicatief) is ingegaan op de vervangingsvraag. Dit is de vraag, die tot stand komt door het transformeren van bedrijventerreinen, verouderd vastgoed en/of bedrijven die last hebben van bijvoorbeeld functiemening en dus moeten uitwijken naar een andere locatie. Deze 1

vervangingsvraag moet in het kader van de Ladder voor duurzame verstedelijking wel concreet worden gemaakt, maar kon in het kader van dit onderzoek niet worden meegenomen. In haar aanbiedingsbrief schrijft de provincie onder ander het volgende: Kwalitatief goede bedrijventerreinen zijn nodig voor een optimaal vestigingsklimaat voor het gehele Zuid Hollandse bedrijfsleven. Het op lange termijn in evenwicht brengen van de vraag naar het aanbod van bedrijventerreinen is een belangrijk uitgangspunt voor dit beleid. Het gaat om een combinatie van bestaande, kwalitatief goede bedrijventerreinen en nieuwe locaties die kwalitatief toegevoegde waarde hebben ten opzichte van de bestaande voorraad. Een belangrijk fundament hiervoor is een geactualiseerd beeld van de ruimtevraag naar bedrijventerreinen in de toekomst. Bij te veel aanbod kunnen resterende, niet geschikte kavels onbenut blijven en/of ontstaat er ongezonde leegstand. Versnippering van ruimtegebruik leidt niet tot gewenste ruimtelijke ordening. Het heeft een negatief effect op de vastgoedwaarde van de bestaande panden en op de ruimtelijke kwaliteit. Herstructurering, of het op peil houden van bedrijventerreinen wordt lastiger gemaakt doordat uitwijken naar een nieuw perceel gemakkelijk is. Te veel aanbod kan ook leiden tot ongewenste concurrentie tussen partijen die grond uit te geven hebben en kunnen er lagere grondwaarden ontstaan. In totaliteit zijn vraag en aanbod in kwantitatief opzicht redelijk in evenwicht: er dreigt geen overschot of tekort aan bedrijventerreinen, al verschilt dit per subregio. In kwalitatief opzicht is er wel een mismatch. De vraag vanuit het bedrijfsleven naar bepaalde type bedrijventerreinen komt niet altijd overeen met het (plan)aanbod. Hierdoor zullen bedrijven of soms genoegen moeten nemen met een locatie, die niet aan de wensen voldoet of vertrekken naar elders. In de afgelopen jaren is dit regelmatig gebeurd met bedrijven, die je eigenlijk in de regio zou willen behouden! Overigens heeft de keuze om te blijven of te vertrekken niet allen met aanbod te maken. Daarbij spelen ook andere factoren zoals vestigingsklimaat en leefomgeving een belangrijke rol. Hiermee is ook direct de belangrijke opgave verwoord: het in evenwicht brengen van vraag en aanbod in zowel kwantitatief als in kwalitatief opzicht. De belangrijkste uitkomstenen voor Holland Rijnland voor de periode 2016 2030 op een rijtje: Kwantitatieve behoefte (2016 2030): (sub)regio uitbreidingsvraag hard (plan)aanbod Stedelijke As Leiden Katwijk 23 à 28 ha 33,2 ha Bollenstreek 14 à 16 ha 13,8 ha Rijn en Veenstreek 18 à 21 ha 54,6 ha regionaal georiënteerd 36 à 41 ha totaal Holland Rijnland 90 105 ha 101,6 ha De zogenoemde regionaal georiënteerde uitbreidingsvraag kan in principe overal in de regio neerslaan en is dus niet aan een bepaalde regio toebedeeld. Ook na 2030 wordt nog een groei met betrekking tot de uitbreidingsvraag in Holland Rijnland verwacht, waar nog geen hard planaanbod tegenover staat. Kwalitatieve uitbreidingsvraag (2016 2030): Logistieke bedrijven > 3 ha HMC bedrijven Regulier gemengde bedrijvigheid Hoogwaardige bedrijvigheid 33 ha 4 8 ha 49 50 ha 5 ha 2

totaal Holland Rijnland 90 105 ha De kwalitatieve uitbreidingsvraag is niet toebedeeld aan een subregio omdat dit met de huidige gegevens niet goed mogelijk was, maar ook omdat in theorie elk van de vier onderscheiden sectoren overal in de regio zouden kunnen neerslaan. Vervolgstappen en organisatie De provincie noemt in haar aanbiedingsbrief vier vervolgstappen, die op (sub)regionaal niveau opgepakt (en verder uitgewerkt) zouden moeten worden: 1. Verdiepen kwalitatieve confrontatie, grondig doorlichten aanbod op kwaliteiten. 2. Bepalen concrete vervangingsvraag door transformatie / verstedelijking. 3. Vaststellen welke nieuwe terreinen (kwalitatief) nog nodig zijn en welke terreinen een andere bestemming moeten krijgen. 4. Afspraken maken en vastleggen in een regionale bedrijventerreinenstrategie. Het oppakken van de bovenstaande opgaven is zowel een zaak van Holland Rijnland als van de subregio s. Holland Rijnland Het is voor de hele regio van belang om goed in beeld te krijgen of en zo ja, waar er sprake is van een kwalitatieve mismatch (welke terreinen en welke sectoren) en hoe groot deze is. Daarbij gaat het vooral de kwalitatieve mismatch bij grootschalige logistieke bedrijven (> 3 ha), HMC bedrijven en grootschalige hoogwaardige bedrijvigheid. Hier ligt bij uitstek een taak voor Holland Rijnland om dit in samenwerking met het regionale bedrijfsleven op te pakken. Vervolgens kan in overleg met de gemeenten in de subregio s naar oplossingen voor de geconstateerde problemen gezocht worden. Het is de vraag of het opstellen van een regionale bedrijventerreinenstrategie op het niveau van Holland Rijnland nodig en gewenst is. Vooralsnog zijn wij geneigd om deze vraag met nee te beantwoorden. Uitwerking op subregionaal niveau heeft een grotere meerwaarde. De opgaven vragen wel om een gestructureerde en gecoördineerde aanpak, waarbij Holland Rijnland als aanspreekpunt voor de provincie (BOEZHD) een rol zal vervullen als coördinator en regisseur. Verder zorgt Holland Rijnland waar nodig voor afstemming tussen de subregio s en voor een voortgangsrapportage richting bestuurlijke opdrachtgever en nemer. Ook is het denkbaar dat er nader onderzoek nodig is naar een aantal aspecten door een extern bureau, waarbij Holland Rijnland een coördinerende rol zal vervullen. Organisatie (algemeen) Zoals gezegd ligt de coördinatie bij Holland Rijnland en wordt per subregio een uitwerking gemaakt. Dit betekent dat aan de subregio s wordt overgelaten hoe zij uitwerking willen geven aan de behoefteraming. Dit is ook mede afhankelijk van de opgave die de betreffende subregio heeft. Holland Rijnland zorgt voor inhoudelijke afstemming tussen de subregio s onderling en met provincie. Daarbij gaat het vooral om de kwalitatieve uitbreidingsvraag: zorgen dat de uitwerkingen per subregio goed op elkaar worden afgestemd waarbij er ruimte is / komt voor met name de uitbreidingsvraag van grootschalige logistieke bedrijven en HMC bedrijven. Om deze uitwerking te borgen wordt vanuit het PHO Economie per subregio één bestuurlijke trekker benoemd. De drie trekkers vormen samen met de portefeuillehouder Economie van Holland Rijnland 3

een stuurgroep. Naast deze bestuurlijke vertegenwoordiging uit de regio s is het ook van belang dat het georganiseerd bedrijfsleven vertegenwoordigd is in deze stuurgroep. Hierbij is een gremium gecreëerd dat er voor kan zorgen dat het proces binnen een redelijke termijn kan worden afgerond en resulteert in het gewenste resultaat. De stuurgroep wordt daarbij ondersteund door een ambtelijke projectgroep, bestaande uit één of twee EZ en/of RO ambtenaren per subregio en een (ambtelijke) vertegenwoordiging vanuit het georganiseerd bedrijfsleven. Op welke wijze het bedrijfsleven hier invulling aan wenst te geven, laten wij in dit voorstel aan hen. Tenslotte zal een ambtelijk coördinator vanuit Holland Rijnland de eerder beschreven coördinerende taak op zich nemen.. De ambtelijke projectgroep heeft de opdracht om de hiervoor genoemde opgaven verder uit te werken en komt elke drie à vier weken bij elkaar om de resultaten en de voortgang te bespreken. Resultaat is een set van regionale afspraken over - de totale vervangingsbehoefte, die voortkomt uit de transformatie van bedrijventerreinen naar woningbouwlocatie en bovenop de geraamde uitbreidingsbehoefte komt; - de opgave op het gebied van de grootschalige logistiek, HMC bedrijven en hoogwaardige bedrijvigheid, waarbij het vooral gaat om in de bestaande harde en zachte plannen in kwalitatief opzicht beter geschikt te maken voor dit soort bedrijvigheid. De afspraken worden vervolgens in subregionaal verband verder uitgewerkt tot concrete plannen en vastgelegd in een bedrijventerreinenvisie en/of strategie. De bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers uit de subregio s vervullen tevens de rol van linking pin van en naar hun eigen achterban: informeren en ophalen van informeren over de voortgang en ophalen informatie en via de stuurgroep een voorstel te doen aan het PHO Economie. Omdat het een intensief proces zal zijn, wordt hiervoor een tijdelijke projectleider aangetrokken, die tevens de rol van secretaris van de projectgroep en klankbordgroep vervult. Subregio s Voor de subregio s is het met name van belang om in samenwerking met het (sub)regionale bedrijfsleven zicht te krijgen op de kwantitatieve en de kwalitatieve behoefte aan reguliere bedrijvigheid en bij het constateren van mismatch, hiervoor oplossingen te vinden. Dit kan zowel de aanleg nieuwe bedrijventerrein, het omvormen van plannen als herstructurering van bestaande terreinen omvatten. Hierbij nog even de uitsnede uit het STEC rapport van 2017. Kortom: kwantitatief is er geen opgave in de regio Holland Rijnland. Wel lijkt de regio voor een aantal segmenten en op een aantal plekken kwalitatief aanbod te missen om het bedrijfsleven optimaal te bedienen. Stappen zetten om eventueel incourant aanbod uit de markt te nemen om zo kwalitatief goed aanbod de ruimte te geven is gewenst. Vooral plekken voor grote logistiek zijn schaars. Het is echter een fundamentele keuze of regio Holland Rijnland hier mede in de context van het nabijgelegen logistieke aanbod rondom Schiphol ook echt ruimte voor wil bieden, of dat de regio primair focust op de echt regiogebonden logistiek. Deze keuze hoort in het proces na deze behoefteraming thuis: het traject naar nieuwe regionale bedrijventerreinafspraken. Verder om binnen de eigen gemeente te inventariseren voor welke regionale knelpunten op het gebied van grootschalige logistiek, HMC bedrijven en hoogwaardige bedrijvigheid de subregio een oplossing kan bieden. 4

Tevens zouden de subregio s de vervangingsvraag voor de komende jaren in beeld kunnen brengen: welke bedrijventerreinen worden getransformeerd? Waar zal als gevolg van veroudering leegstand ontstaan en waar zitten functies, maar ook bedrijven, elkaar in de weg? En welke oplossingen zijn hiervoor denkbaar welke afspraken kunnen we hierover maken. De subregio s kunnen de afspraken vervolgens vastleggen in de vorm van een convenant of een subregionale visie, waarbij voor de komende vijf tot tien jaren ook concrete SMART doelen worden geformuleerd (lees bedrijventerreinenstrategie ) over de ontwikkeling van nieuwe locaties en herstructurering / transformatie. Opzet format subregio s Om een goed en helder beeld te hebben wat er speelt per subregio en om zaken goed met elkaar te kunnen vergelijken is het van belang dat de drie subregio s gebruik maken van het zelfde vertrekt punt. Daarom is in overleg met de ambtelijke vertegenwoordigers uit de subregio s gesproken over de opzet van een gezamenlijk format. Format bedrijventerreinenstrategie Vragen 1. Nieuwe vraag Hoeveel ha. is benodigd? Waar dienen de nieuwe locaties gesitueerd te worden? Voor welke sectoren wordt er gebouwd? Logistiek, HMC of hoogwaardige en duurzame bedrijvigheid? Is er sprake van een lokale, subregionale, regionale ontwikkeling? Wat is de onderlinge verhouding? Wat er actief iets gedaan met duurzaamheid? 2. Vervangingsvraag Hoeveel ha. bedraagt de vervangingsvraag? (Ter adstructie zie in deze de formule Stec Groep inzake kantoren) Welke sectoren betreft het in deze? Wat is het huidig 5

profiel van het Wat is het toekomstig (wenselijke) profiel van het 3. Bestaande bedrijventerreinen Wat is de huidige kwaliteit van het bestaande Sluit het terrein nog aan bij de (huidige) vraag in de markt? Wat te doen met structurele leegstand? Wat is een toekomstbestendig en wenselijk profiel? Wat is het USP van het Organisatie (subregio) Elke subregio pakt de opgaven binnen haar eigen bestaande organisatie verder op en werkt deze verder uit in een concreet plan van aanpak. Planning en evaluatie Om samen met de subregio s een set van regionale afspraken te maken is naar verwachting een periode van een 9 tot 12 maanden nodig. Hiervoor kan met name de externe projectleider worden ingezet. De doorlooptijd van het totale proces is op dit moment echter nog moeilijk in te schatten, omdat de ene subregio op dit punt al verder en beter georganiseerd is dan de andere. Dat is een gegeven is hoeft geen belemmering te vormen, maar vraagt voor met name de Bollenstreek wel om een inhaalslag. Als de afspraken op papier staan en het proces eenmaal goed loopt is een externe projectleider waarschijnlijk ook niet meer nodig. Elk jaar wordt op basis van een voortgangsrapportage op te stellen door Holland Rijnland in het portefeuillehoudersoverleg Economie besproken of deze aanpak tot concrete resultaten heeft geleid en/of welke knelpunten er zijn. Planning zomer 2017 Tijdens een extra AO op dinsdag 6 juni 2017 is het voorliggende voorstel ambtelijk besproken. Tijdens dit AO wordt het voorstel van de kant van HR nader toegelicht en wordt er gevraagd alvast na te denken over hoe u deze verdiepingsslag dan wenst uit te voeren ten einde hetzelfde resultaat te bereiken, en dan met name hoe u dit als individuele gemeente en als subregio vormt denkt te geven. 6

Uiterlijk 10 juni 2017 ontvangt HR de definitieve opmerkingen van de zijde van de gemeenten, zodat deze kunnen worden verwerkt in een definitief voorstel dat voor 30 juli 2017 bestuurlijk afgerond kan worden.hr zal provincie Zuid Holland nader informeren over het gekozen vervolgproces. Op 22 augustus zal het voorstel in het AO Economie/ Ruimte besproken worden. op 30 augustus zullen de portefeuillehouders gevraagd worden in te stemmen met dit voorstel. Ureninzet en externe kosten Voor de inhuur van een projectleider wordt uitgegaan van 40 weken en 8 uur per week à 100, per uur. Dit komt neer op een bedrag van ca. 32.000,. Voor de begeleiding van de projectleider en het voorbereiden van vergaderingen kan de inzet voor Holland Rijnland in deze periode geraamd worden op ca. 80 uur (2 uur per week) in totaal 8.000,00. De ambtelijke inzet vanuit de subregio s wordt geschat op ca. 50 uur per persoon, dat komt voor alle drie de subregio s op een bedrag van 5.000,00 per regio en een totaal van 15.000,00, met een post onvoorzien van 5.000,00. Dat is een totaalbedrag van 60.000,00. Aan de provincie is gevraagd om ook een financiële bijdrage te leveren aan dit proces. Van de zijde van de provincie zal inzet geleverd gaan worden op het gebied van kennis en kunde en een financiële bijdrage van max. 25.000,00. Samenvattend: De regio Holland Rijnland (14 gemeenten) wordt gevraagd max. 60.000,00 beschikbaar te stellen voor het opstellen van deze bedrijventerreinenstrategie. Dat bedrag is feitelijk lager, want als men het zelf zou doen per subregio dan zou men de genoemde 5.000,00 per regio ook kwijt zijn aan ambtelijke inzet. Dus voor drie subregio s is dat 15.000,00. Gelet op de overzichtelijkheid van het project is het de eveneens de vraag of de post onvoorzien van 5.000,00 noodzakelijk is, maar veiligheidshalve is deze wel opgenomen in dit voorstel. Feitelijk kost het opstellen van deze Bedrijventerreinenstrategie de regio Holland Rijnland 20.000,00 als de toegezegde provinciale financiële bijdrage, de (sowieso) noodzakelijk benodigde ambtelijke ondersteuning in mindering worden gebracht op het bedrag van 60.000,00. 7