Welkom. Themadag Blgg Akkerbouw De bodem doorgrond

Welkom Themadag Blgg Akkerbouw 2007-2008 De bodem doorgrond

Het belang van een goede bodem

Vroeger niet anders

Themadag De bodem doorgrond 9.15 Ontvangst 9.30 Welkom en inleiding Martin Vervoorn 9.40 Bemestingswijzer Theo van Mierlo - organische stof balans - structuur - regio gemiddelden 10.45 Pauze 11.00 Kijkje op het verslag Alie Hissink 11.15 Cropview Petra van Vliet - biomassa in beeld - perceels-identificatie - ontwikkelingen 11.45 Andere ontwikkelingen Martin Vervoorn 12.00 Vragen / discussies 12.10 De bodem doorgrond

Bemestingswijzer Door: Theo van Mierlo

Wat is bemestingswijzer? - Organische stofbalans - Fysische bodemkengetallen - Verdichting * - Verkruimelbaarheid * - Verslemping - Regiogemiddelden * alleen op klei- en lössgronden - Hoe & wat adviezen - Gewasadviezen

Wat is bemestingswijzer? - Brochure - Bemestingsverslag - www.bemestingswijzer.nl

Organische stofbalans Belang organische stof - Nutriënten vasthouden afgeven (CEC) - Nutriënten levering (door mineralisatie) - Vochtvasthoudend vermogen - Voeding voor bodemleven - Bewerkbaarheid van de bodem Angst boeren minder mest achteruitgang bodemvruchtbaarheid (West Vlaanderen) CO 2 uitstoot

Organische stofbalans Aanvoer org stof - Dierlijke mest - Groenbemesters - Compost - Gewasresten Afvoer org stof Een deel van deze aanvoer is na een jaar niet meer aanwezig..wat er na een jaar na is = effectieve organische stof (eos) varieert van 20% (verse massa) tot 80% (veenproduct)

Levering eos Eenheid kg per hectare

Organische stofbalans

2% Bodemorg. stof

Hoe berekenen we de organische stofbalans?

Afbraakpercentage (voorbeeld polder) org. stof Ntotaal Bodemleven ph afbraak% kg org stof 4,1 1730 10 7,3 2,7 3030 4,1 1730 60 7,3 2,9 3190 4,1 1730 150 7,3 3,1 3500 ph: heel weinig /geen effect 7,1-7,3-7,6 3190 1,8 1730 60 7,3 3,6 2100 4,1 1730 60 7,3 2,9 3190 6,3 1730 60 7,3 2,5 4100 4,1 500 60 7,3 2,8 3100 4,1 1730 60 7,3 2,9 3190 4,1 2200 60 7,3 2,9 3250 2% = 2230 kg bodemorg. stof ha/jaar 2,9% = 3190 kg bodemorg. stof

Bodemleven akkerbouw

Bodemleven: Waarom nu meten? Luther op herhaling In 1517 spijkerde Luther 95 stellingen op de deur van de kapel van Wittenberg, een plek waar veel studenten kwamen. Luther wilde met deze daad het wetenschappelijke debat op gang te brengen. Praktijkcijfers is vandaag, bijna 500 jaar later, op herhaling gegaan door vier stellingen op de deur van de Wageningen UR te spijkeren. Ook zij hebben als doel het wetenschappelijke debat op gang te brengen, met name over het aanpassen van het bemestingsadvies. De vier stellingen voor Wageningen UR Het huidige bemestingsadvies leidt tot heffingen. Het advies moet dus aangepast. Vanuit de praktijk is er behoefte aan een praktische handleiding voor boeren. Cijfers alléén zijn niet voldoende. Over de biologische kwaliteit van de bodem is te weinig bekend. Onderzoeksresultaten, ook van commercieel onderzoek, moeten bij de huidig snel veranderende randvoorwaarden eerder naar buiten gebracht worden.

Vergeten bodemkenmerken Bodemvruchtbaarheid Fysische eigenschappen deeltjesgrootte structuur zuurgraad Biologie nematoden bacteriën schimmels Chemie Hoofd elementen N,P,K S, Mg, Na Sporenelementen Cu, Co, Zn, Fe, Mn Ook bij adviezen rekening houden met méér dan alleen chemie

Onderzoek bodemleven (BFI) Wetenschappelijk/internationaal bodemlevenbepaling BFI versus microscoopmetinge n e Actieve bacteriële biomassa Totale bacteriële biomassa Actieve schimmel biomassa Totale schimmel biomassa Hyphe diameter Flagellaten Amoeben Ciliaten Aantal nematoden % mycorrhizea kolonisatie Totaal schimmels t.o.v. bacteriën Actief t.o.v. totaal schimmels Actiev bact + actief schimmels Totaal bact + totaal schimmels 0,64 0,70 0,78 0,72-0,08-0,26 0,00 0,12-0,36 0,29 0,41 0,02 0,79 0,85

Wat is bodemleven? mineralen delen lucht org. stof water humus bodemleven planten wortels bacterien De bodem leeft, bij 40% van de boeren! Slotbijeenkomst Naar betere bodemkwaliteit Ruim 100 geïnteresseerden overig regenwormen schimmels

Hoeveel leven is dat? Bodemleven Bacteriën Schimmels Protozoën Nematoden Springstaarten mijten Potwormen Regenwormen Biomassa in 0 10 cm Gewicht kg/ha 3.000 300 100 10 20 200 700 4.330 Koeien 600 kg 5 0,5 0,2 0,3 1,2 7

Wat is bemestingswijzer? - Organische stofbalans - Fysische bodemkengetallen - Verdichting - Verkruimelbaarheid - Verslemping - Regiogemiddelden - Hoe & wat adviezen - Gewasadviezen

Vergeten bodemkenmerken Bodemvruchtbaarheid Fysische eigenschappen deeltjesgrootte structuur zuurgraad Biologie nematoden bacteriën schimmels Chemie Hoofd elementen N,P,K S, Mg, Na Sporenelementen Cu, Co, Zn, Fe, Mn

Fysische eigenschappen Onderzoek IRS/Blgg: I n d r i n g i n g s w e e r s t a n d significant verschil in opbrengst op percelen met een goede doorlatendheid en lage indringingsweerstand

Fysische bodemkengetallen (structuur) - Hoe snel is de grond te berijden - Hoe snel verslempt de grond - Hoe groot is de doorwortelbaarheid - Storende laag/ploegzool - Watervasthoudend vermogen

Fysische eigenschappen 25% Water 20% anorganisch (minerale delen) 30% organische stof 25% Lucht Grond heel kort bewerkbaar maar uitstekend voor nutriënten 49 % anorganisch (minerale delen) 1% organische stof Weinig mogelijkheden voor actief bodemleven, nutriënten worden niet vastgehouden

Anorganische delen in de bodem Zand cent Silt lutum (< 0.002 mm) (0.05-0.002 mm) (2.00-0.05 mm)

Fysische bodem 25% Water minerale delen 25% Lucht - lutum - zand organische stof - humus - plantenwortels - bodemleven Kleihumuscomplex CEC

Uit de boekenkast Uit 1936 Nieuwe meetmethoden maken CEC betaalbaar

CEC eigenschappen CEC = cation exchange capacity ofwel kationen uitwissel capaciteit ofwel capaciteit van de bodem om voedingsstoffen (K, Mg, Na, Mn, Ca) en andere elementen (Al, H) vast te houden CEC: - bemesting - structuur

Wat zit er aan de CEC?. klei-humus complex K + K + Na + Al 3+ Mg 2+ Ca 2+ K + Ca Ca2+ H+ 2+ H + Ca 2+

. CEC gemiddelde bezetting 1% (0-15) 1,5% (1-15) 15% (10-30) K + K + Na + Al 3+ Mg 2+ NH + 4 K + Ca Ca2+ H+ 2+ H + Ca 2+ <1% 3,5% 75% (30 95) (0-20)

Binding kleideeltjes K + K + K + K + Ca 2+ Ca 2+ Ca 2+ Ca 2+ Veel kalium aan de kleiplaatjes Kleiplaatjes dicht op elkaar, slechte, dichte structuur Natrium zorgt er voor dat de plaatjes helemaal los van elkaar komen Veel calcium aan de kleiplaatjes Kleiplaatjes op mooie afstand van elkaar, luchtige structuur en geeft een goede binding van de plaatjes Magnesium ook grotere deeltjes, maar geven minder binding dan Calcium

Ca, Mg en K aan de CEC Streefwaarde Calcium 65 85 % Magnesium 6-12 % Kalium 2-5 % Flevoland 2007 lutum org stof ph kzk CEC Ca_CEC% K_CEC% Mg_CEC% percentiel 10 4 1,8 7,1 4,0 99 75 2,3 1,6 percentiel 30 10 2,9 7,2 6,8 142 90 2,7 3,5 gemiddelde 17 4,1 7,3 7,6 188 95 2,9 4,0 percentiel 70 24 4,8 7,5 9,2 219 98 3,5 5,7 percentiel 90 32 6,3 7,6 10,6 303 100 4,7 7,1

Ca, Mg en K aan de CEC

kalium toegevoegd Verdichting (Ca en K) calcium toegediend 0 - behandeling natrium nog slechter D.Tessier, INRA, France

Verkruimelbaarheid Verkruimelbaarheid is een bodemeigenschap (lutum, organische stof, koolzure kalk en ph) maar wordt ook voor een deel door vochttoestand (weer) bepaald (gekoppeld aan uitdrogingstoestand en daarmee wanneer je het land opgaat)

Verkruimelbaarheid een cijfer Bodemkengetallen lutum organische stof ph waardering >30% 0 7 3,5 < 4 % 0 7 10 > 30% 3% 7 4,5 > 30 % 20% 7 10 > 30% 20% 4 7,5

Voorbeeld: Flevopolder FLEVOPOLDER percentiel 30-70 Lutum 11 tot 22 ph van 7,3 tot 7,5 Org stof 2,4 tot 3,8 Kzk 5,5 tot 7,2 Cijfer van 6 8,5

Verkruimelbaarheid: vroegheid/lengte van groeiseizoen Start seizoen: Bouwland veen: Bouwland overig: draagkracht beïnvloedt vroegheid verkruimelbaarheid bepalend Eind seizoen: Met name bij rooivruchten van belang dat ze moeten kunnen worden geoogst, waarbij de grond gemakkelijk van het product moet zijn te scheiden (zonder rooibeschadigingen)

Verkruimelbaarheid & gewassen Waardering Probleemgewassen Oorzaak >8 <8 <7 <7,5 <6 <5 <4 sierteelten met kluit asperge bladgewassen bloembollen pootaardappelen witlof, peen suikerbieten fruit onvoldoende kluitstabiliteit steekbaarheid trage en onregelmatige gewasontwikkeling rooibeschadiging trage en onregelmatige gewasontwikkeling ongunstige sortering trage en onregelmatige gewasontwikkeling mechanische oogstbaarheid hoog tarra O 2 tekort bij fertigatie

Verkruimelbaarheid: hoe te verbeteren? Oplossingsrichtingen Org stof laag : groenbemesters, dierlijke mest, compost ph: Lutum : bekalkingen : vast bodemkengetal (diepere grondbewerkingen) Koolzure kalk : vast bodemkengetal... maar door toevoeging direct beschikbare Ca is de verkruimelbaarheid wel te verbeteren

Verslemping Verslemping: weinig binding tussen bodemdeeltjes Door inslag van regendruppels ontstaat een schifting van bodemdeeltjes. De lutum (of silt) deeltjes verstoppen de poriën tussen de zanddeeltjes of de aggregaten. Er ontstaat een slemplaag en na drogen een slempkorst.

Verslemping Nadelen - Belemmert kieming door luchtgebrek - Belemmert kieming door te grote weerstand - Na opkomst kan luchtgebrek ontstaan - Grond blijft langer nat - Grond moeilijker bewerkbaar Vooral een probleem aan het begin van het groeiseizoen

Verslemping Afhankelijk van; - Lutum; lage lutumgehalte en > 20% lutum verslempen nauwelijks. - Organische stof; hoger geeft minder kans op slemp Voorbeeld % lutum < 4 8-10 14-20 > 30 % leem < 10 32-50 > 50 basiswaardering 7 3 4 6 bij: / % os 0,2 0,4 0,35 0,15 hoe hoger het cijfer hoe minder kans op slemp (hoe stabieler de bodem)

Regiogemiddelden

Voorbeeld: zand gem (30-70 percentiel) NLV 115 (89-133) PAL 59 (46-86) Kgetal 33 (23-38) SLV 7 (5-8) Mg 145 (108-171) Na 10 (17-19) Mn 4 (2 4,3) Cu 38 (25-41) Co 13,6 (6,4-14)

Over regiogemiddelden

Hoe & wat adviezen www.bemestingswijzer.nl N bemestingsadvies = N behoefte N aanvoerposten N behoefte - Gewasbehoefte - Correctie voor ras of teelttype - Correctie voor opbrengst N aanvoer - N-leverend vermogen - N-mineraal - N uit dierlijke mest/groenbemesters/oogstresten

Kijkje op het verslag Door: Alie Hissink

Kijkje op het verslag

Organische stofbalans Benodigde metingen, inclusief bodemleven Balans Uitgangspunten aanvoer o.b.v. bouwplan

Verdichting o.b.v. CEC CEC-meting Individuele bezetting Visuele weergave Korte toelichting bij resultaat

Verkruimelbaarheid & verslemping Rapportcijfer

Toelichting bij verslag AchterGRONDinformatie Opmerkingen m.b.t perceel op verslag Algemene toelichtingen op apart vel (per order/envelop)

Pakketten bouwland Pakketten Basis mét Bemestingswijzer Basis klei mét Bemestingswijzer 2006 36,00 42,00 2007 40,00 49,50 Bodemleven CEC- bezettinge Beperkt 27,50 27,50 Sporen Mn, B, Cu, Zn 17,50 10,00 ACTIE Bezettingen Ca, Mg, K, Na - 20,00 Exclusief monstername en advies

Cropview Door: Petra van Vliet

Cropview (Blgg met Vexcel) biomassa in beeld perceels-identificatie ontwikkelingen

Het begin: biomassa-index kaart

Inzoomen op deze kaart

Vegetatie Index kaarten - Vegetatie Index kaarten van percelen - Kaarten geven een ruimtelijk detail van 2 meter!

Resultaat perceelsgegevens datum satellietopname verdeling biomassa index

Wat is cropview? Biomassa-index kaarten van een perceel Meerdere tijdstippen per jaar: indruk van groei van gewas door het seizoen

Hoe werkt cropview? satelliet uw velden satelliet foto Process

Hoe werkt cropview? veel chlorofyl, veel reflectie

Hoe werkt cropview? minder chlorofyl, minder reflectie

Meerdere beelden per seizoen inzicht in groei van het gewas 14-05-2006 08-06-2006 17-07-2006

Problemen cropview Bewolking Satelliet moet wel overdag overkomen

Waarom cropview? - verschillen in groene biomassa binnen perceel worden zichtbaar - inzicht in de groei van het gewas EN daar kan je dan op reageren! bijvoorbeeld met bijbemesten

Perceelsvariatie door de tijd heen juni 2005

Perceelsvariatie door de tijd heen mei 2006

Perceelsvariatie door de tijd heen juni 2006

Perceelsvariatie door de tijd heen juli 2006

Perceelsvariatie door de tijd heen feb. 2007

Perceelsvariatie door de tijd heen april 2007

Perceelsvariatie door de tijd heen juli 2007

Perceelsvariatie door de tijd heen - gewasrotatie - rassenkeuze e.d. maar er is ook Variatie in het perceel zelf

Voorbeeld: wintertarwe perceel 2007 Voorvrucht (2006): wintertarwe Beeld van 8 april 2007: Duidelijk effect van voorvrucht op de wintertarwe biomassa-index uien peterselie suikerbieten DE BOER ZAG ZELF GEEN VERSCHILLEN IN HET PERCEEL!

Effect van voorvrucht in wintertarwe (2007) op N-voorraad Monstername: 24-4-07 500 0-30 cm 30-60 cm 400 196 89 60-90 cm kg N/ha 300 200 100 0 134 141 115 142 139 65 189 126 78 89 wintertarwe zaauien peterselie suikerbieten voorvrucht

Bemestingsadviezen Voorvrucht (2006): wintertarwe uien N-advies 150 kg N/ha 120 kg N/ha peterselie 140 kg N/ha suikerbieten 130 kg N/ha

Van satelliet naar plaatsspecifieke bemesting Doel: - Homogener gewas van goede kwaliteit - Goede opbrengst - Optimaal benutten van de rijkdom van de bodem - Behoud bodemvruchtbaarheid

Resultaat 2007 Vergelijking satellietbeeld (links) met opbrengst (rechts): wintertarwe 11 juni 2 aug.

Voorspellen opbrengsten wintertarwe

Cropview -gevolgen Frequentieverdeling opbrengsten zaauien (49 proefrooiingen) 60 50 verschillen in opbrengsten percentage 40 30 20 gemiddelde opbrengst 77000 kg/ha 10 0 <45 45-55 55-65 65-75 75-85 85-95 >95 Opbrengstklasses in 1000kg/ha 50 45 Frequentieverdeling opbrengst consumptieaardappelen (44 proefrooiingen) Percentage 40 35 30 25 20 15 gemiddelde opbrengst 53400 kg/ha 10 5 Wat is er aan de hand? 0 < 47.5 47.5-50 50-52.5 52.5-55 55-57.5 57.5-60 60-62.5 62.5-65 >65 Opbrengstklassen in 1000kg/ha

Variatie in het perceel Waarom de verschillen in opbrengsten? - Bodemfactoren chemisch (nutriënten?) fysisch (verdichting?) biologisch (ziektes, aaltjes?)

Variatie in het perceel Andere mogelijke oorzaken: - Management strooifout zaai/pootfouten - Gewas voorvrucht

Cropview -gevolgen Voorbeeld: strooifout gezien door satelliet 2005 Satellietbeeld van 23 juni 2005 Foto van 7 september 2005

Chemische variatie Nutriënten (chemie) Frequentieverdeling opbrengst consumptieaardappelen (44 proefrooiingen) - Direct Plant beschikbare elementen (Nmin, P, K, S, Mg, Na, B, Cu, Co, Zn, Mn (Se, Si, Mo, Fe, Ca) Percentage 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 gemiddelde opbrengst 53400 kg/ha < 47.5 47.5-50 50-52.5 52.5-55 55-57.5 57.5-60 60-62.5 62.5-65 >65 Opbrengstklassen in 1000kg/ha - Nalevercapaciteit bodem (Ca, K, Mg, Na die van klei humus complex (CEC) afkomen) (N-totaal NLV, PAL S-totaal SLV)

Fysische variatie Fysische eigenschappen bodem - Org stof (o.a. vochttoestand) - Ca-CEC /koolzure kalk (structuur) - Textuur (klei, slib, sloef, leem) - ph - Percentage 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Frequentieverdeling opbrengst consumptieaardappelen (44 proefrooiingen) gemiddelde opbrengst 53400 kg/ha < 47.5 47.5-50 50-52.5 52.5-55 55-57.5 57.5-60 60-62.5 62.5-65 >65 Opbrengstklassen in 1000kg/ha

Biologische variatie Percentage 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Frequentieverdeling opbrengst consumptieaardappelen (44 proefrooiingen) gemiddelde opbrengst 53400 kg/ha < 47.5 47.5-50 50-52.5 52.5-55 55-57.5 57.5-60 60-62.5 62.5-65 >65 Opbrengstklassen in 1000kg/ha Bodembiologie - Schadelijk bodemleven (diagnostisch onderzoek) - Goed bodemleven (bacteriën, schimmels, van belang voor vrijkomen nutriënten, structuur, ziektewerendheid )

Cropview ontwikkelingen - Linken van satellietbeeld met opbrengsten wintertarwe (relatief eenvoudig) zaaiuien aardappelen suikerbieten grasland - Verklaren van verschillen in een perceel

Vergelijking satellietbeeld - opbrengst Zaaiuien 45000-55000 55000-65000 65000-75000 75000-85000 85000-95000 Beeld 5 aug Proefrooiing 13 sept

Vergelijking satellietbeeld - opbrengst Vergelijking satellietbeeld (5 aug) - opbrengst (13 sept) Zaaiuien Opbrengst in kg/ha 100000 90000 80000 70000 60000 50000 y = 404697x + 13201 R 2 = 0.1261 spuitspoor 40000 0.13 0.14 0.15 0.16 0.17 0.18 Biomassa index (ruwe data)

Variatie in opbrengst Zaaiuien kg/ha opbrengst min max vlak 1 87685 83960 92867 vlak 2 52131 46794 57924 vlak 3 79799 71516 84441 45000-55000 55000-65000 65000-75000 75000-85000 85000-95000

Variatie door bodemchemie? Vlak nr NLV P-PAE P-AL Mg Mn Koper Borium Zink 1 50 2.33 52 61 0.8 83 301 122 2 33 1.72 53 56 <0.25 73 261 <100 3 36 4.03 60 58 0.43 62 311 102 45000-55000 55000-65000 65000-75000 75000-85000 85000-95000 Conclusie: Vlak 1: hogere NLV Mangaan laag in alle vlakken

Variatie door fysische factoren? Vlak nr %OS %lutum CEC 1 2.8 22 183 2 2.4 24 158 3 2.6 23 162 45000-55000 55000-65000 65000-75000 75000-85000 85000-95000 Conclusie: Vlak 1 hoger %OS

Variatie door fysische factoren? penetrologger metingen Spuitspoor Conclusie: Verdichte laag in spuitspoor in vlak 2

Variatie door biologische factoren? Aaltjesmonsters genomen op 6 april 2007 Conclusie: geen aaltjesproblemen in de vlakken 45000-55000 55000-65000 65000-75000 75000-85000 85000-95000

Dus: Variatie in opbrengst 45000-55000 55000-65000 65000-75000 75000-85000 85000-95000 Lagere opbrengsten in vlak 2 door verdichte laag in spuitspoor.

Precisiemonsters Nu & Later: gerichte monstername Standaard Plek Plek Standaard Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 5

Gerichte bodembemonstering jaar 1 grondmonster A hele perceel (X a, Y a ) t/m (X z, Y z )

Gerichte bodembemonstering jaar 2 grondmonster B (X b, Y b )

Gerichte bodembemonstering meerdere grondmonsters met plaatsbepaling jaar 3 grondmonster C (X c, Y c )

Gerichte grondmonsters Met GPS worden coördinaten van de bemonsteringsplekken vast gelegd. Ieder deel krijgt eigen advies. Door gerichte grondbemonstering: OPBOUW VAN HISTORIE en steeds meer kennis van het perceel! Precisiegrondmonsters

Perceelscoördinaten vastleggen op de BOA Perceel intekenen Coördinaten van perceel liggen dan vast

Maar ook precisiemonsters vastleggen Precisiemonster op dit deel

Meerdere vlakken binnen een perceel bemonsteren

Dataverwerking binnen Blgg BOA administratief systeem GIS systeem

DUS: van Cropview naar plaatsspecifieke bemesting Doelen: - Homogener gewas van goede kwaliteit - Goede opbrengst - Optimaal benutten van de rijkdom van de bodem - Behoud bodemvruchtbaarheid Hoe? - Via precisiebemonstering vastgelegd met GPS

Cropview (Blgg met Vexcel)

Andere ontwikkelingen Door: Martin Vervoorn

Wat gaan we doen? - Blik vooruit - N-org & N onderzoek - CEC en bemesting

N onderzoeksvormen - N-totaal - totale hoeveelheid N = 99% organisch gebonden N - basis van N-leverend vermogen (NLV) - N-min in veldvochtige grond (voorheen N plus-onderzoek) - N-min in droge grond (N-min-PAE) - DON = opgeloste organische N - totale opgeloste N N-min = DON

N onderzoeksvormen Organische gebonden N = in organische stof zit N = te meten met Ntotaal (TSC) = 10.000 kg N per hectare = niet plant beschikbaar Minerale N = ammoniak en nitraat = te meten met PAE = 100 kg N per hectare = vrijwel direct plant beschikbaar N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N schimmels bacteriën - C/N verhouding - Org stof soort - Temperatuur - Vochtvoorziening NH 4 + NO 3 - NO 3 - NH + 4 N H 4 Alle N die tijdens het groeiseizoen vrijkomt = N-mineraal

N onderzoeksvormen Groenbemester/ Dierlijke mest/ gewasresten Organisch gebonden N Organische N Minerale N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N schimmels bacteriën N N N N N schimmels bacteriën NH 4 + NO 3 - NO 3 - N H + 4 NH 4 +

Meer met CEC. K-PAE K + K + K + K + K + K + K + K + K + K +

. Regen 2 maand later Opname in gewas K + K +

. Regen Maand later Opname in gewas K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K +

. Maand later K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K + K +

Meer uit analyses PAE TSC P-AL nog maar 3! Beter i.v.m. interacties Voorraad Beschikbaar GPS

Meer uit analyses TSC N-totaal S-totaal Organische stof Anorganische stof (kzk) Lutum (klei%) CEC CEC-bezetting (Ca, Mg, K, Na)

Vragen?

De bodem doorgrond

Geld uit de grond met project Spade Minder gebruik van kunstmeststoffen, beschermingsmiddelen, beregening en toch een uitstekende gewasopbrengst? Het project Spade (MinVROM, MinLNV, LTO en NAJK) bewijst dat dit kan door specifieke aandacht voor bodem en biodiversiteit! I het project wordt alle kennis op het vlak van bodembeheer en agrobiodiversiteit verzameld, naar de praktijk vertaald en (gratis) beschikbaar gesteld. Vervul jij de spilfunctie? Het project werkt met diverse KENNISMAKELAARS door het hele land om kennis over te dragen aan boeren en tuinders en praktische adviezen van de hand te doen. Interesse? Stuur een e-mail naar dhr. Peter van Rijsingen, projectleider Spade,

Een bodem leggen Na al deze boeiende, diepgaande en vernieuwende informatie is het tijd om een stevige bodem te leggen zodat u deze informatie in de praktijk kunt gaan toepassen. EET SMAKELIJK!!!