Beleidsvrijheid leidt tot zeer grote verschillen tussen en binnen OCMW s

Vergelijkbare documenten
REFERENTIEBUDGETTEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE

Rondkomen met een minimum inkomen: hoe (on)mogelijk is dit?

REMI. Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen Bérénice Storms. Kortrijk

Regio-traject OCMW s rond aanvullende financiële steun

REMI: referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen, een webapplicatie

REMI: referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen, een webapplicatie

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Het socio vitaal minimum anno 2010

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Wat is armoede? Maatschappelijke participatie. Armoede in de Kempen

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Kind van de rekening

Iedereen beschermd tegen armoede?

Aanvullende steun VERSIE WIJZIGING GOEDGEKEURD RMW GEPUBLICEERD

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid

Aanvullende steun VERSIE WIJZIGING GOEDGEKEURD RMW GEPUBLICEERD

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Wat hebben gezinnen nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Wat heb je nodig om rond te komen?

Nieuwe evaluatieschaal voor de

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

GO tegen gezinsarmoede Een onderzoek naar de werking en resultaten van het gezinsondersteuningsteam in Mechelen

Reglement financiële steun ten laste name facturen. Goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 16/06/2016

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Referentiebudgetten en minimuminkomensbescherming in België Paper gepubliceerd in Armoede en Sociale Uitsluiting. Jaarboek 2012

Reflectievoormiddag Voorbij het statuut samenwonende

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

Verbist: Wonen in Vlaanderen

ZIJ AAN ZIJ TEGEN KINDERARMOEDE

21/06/2016 GEZINNEN MET EEN BEPERKT INKOMEN TEKENEN MEE HET BELEID UIT WORKSHOP MAAR EERST: CEBUD

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

INHOUD 1. WAT IS ARMOEDE 2. EEN PAAR CIJFERS 3. KINDERARMOEDE 4. AANBEVELINGEN

De OCMW op weg naar 2020 in sociaal woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider Armoede en Welzijn LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

sector personen met een handicap

Wat hebben gezinnen nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein

Het Inkomen van Chronisch zieke mensen

De Sociale plattegrond

Steun van het OCMW. Voorwaarden die recht geven op een equivalent van het leefloon:

Kinderarmoede en huisvesting. Gerlinde Verbist. Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS.

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Federaal memorandum van de OCMW s. Algemene Vergadering afdeling OCMW s van de VVSG Zottegem, 7 juni 2007

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Welzijnsbarometer 2015

Hoe is dit werk tot stand gekomen?... 13

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING

12 werken voor een betere aanpak van schulden

TEN LASTE NAME HUURWAARBORG EN EERSTE MAAND HUUR

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

Financiële steun equivalent aan het leefloon

STUDIEDAG 25 NOVEMBER 2016 Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen 3.0

Kinderarmoedebestrijding. Senaat, 22 juni Frederic Vanhauwaert, algemeen coördinator Netwerk tegen Armoede

Lokaal Sociaal Beleid en Geïntegreerd Breed Onthaal

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

De sociale minima: actie nodig

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen

HET THEMATISCH RAPPORT LE RAPPORT THÉMATIQUE

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

Beleidsvisie Sociaal Werk

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Hoeveel heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze samenleving?

Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb).

Studie- en vormingsdag. Van buddy tot community : hoe kwetsbare netwerken versterken?

Informatie. Bijzondere bijstand. Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019

OCMW s en armoedebestrijding

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

In welke mate dekken de studietoelagen de directe kosten van een jaar

Rol: Maatschappelijk assistent

1. Grootste groep gezinnen gaat er op vooruit

Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger?

VR DOC.1268/2

Situatie 2. Situatie 1. Opdracht

Reglement voor de regeling van de tussenkomsten in het kader van de participatie en sociale activering 201X.

SCHULDBEMIDDELING 2.0

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

De verwarmingstoelage

EAPN Assessment: Nationale Hervormingsprogramma s en Nationale Sociale Rapporten. 26 september 2012 Brussel

Inspiratiedag Gezond Budget

Tussen instrumentalisering en ontspanning: de rol van sport in de zorgsector. Marc Theeboom Jasper Truyens Tessa Commers

Kinderarmoede. Katrien Verhegge Administrateur-generaal

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

OCMW Antwerpen - Andy Kerkhofs

SUBSIDIEREGLEMENT BETREFFENDE PARTICIPATIE EN SOCIALE ACTIVERING

OVERLEVEN MET EEN BEPERKT INKOMEN. WAT BETEKENT DIT VOOR KINDEREN EN JONGEREN?

Een kinderrechtenkijk op armoede

Wat heeft een gezin nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij?

Transcriptie:

Menswaardig leven, Vlaams Parlement, 14 januari 2014 Persdossier Bérénice Storms, onderzoeksleider Cebud Berenice.Storms@thomasmore.be 0475 51 58 76 Op deze studiedag worden de resultaten gepresenteerd van enkele recent door Cebud uitgevoerde onderzoekprojecten die de implementatie van de referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen in de Vlaamse OCMW s beogen. Wat we hieruit leren, wordt hieronder samengevat weergegeven. Menswaardig leven Menselijke waardigheid is een belangrijk juridisch sleutelbegrip. Het is een fundamenteel recht en als zodanig opgenomen als eerste artikel in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Het vormt de basis waarop de sociale grondrechten in de Belgische Grondwet (art. 23 en 24) steunen en het is het leidinggevend principe voor het handelen van OCMW-medewerkers en -beleidsvoerders (art. 1 OCMW wet). Krachtens de OCMW-wet van 1976 heeft iedere persoon in ons land recht op maatschappelijke dienstverlening. Dit recht verplicht OCMW s om elke hulpvraag ernstig te nemen en te toetsen aan de vraag of een tussenkomst van de gemeenschap onder de vorm van materiële of immateriële hulp is aangewezen op grond van de menselijke waardigheid. Welke steun het OCMW verleent, op basis van welke criteria en welke bedragen worden uitgekeerd ingeval van geldelijke materiële hulpverlening, beslist het lokale OCMW autonoom. Deze ruime beleidsvrijheid kan worden verantwoord vanuit de gedachte dat de OCMW-hulpverlening, als laatste vangnet van de financiële bescherming, best zo nauw mogelijk aansluit op de individuele behoeften van de cliënt. Beleidsvrijheid leidt tot zeer grote verschillen tussen en binnen OCMW s De keerzijde van deze grote autonomie van OCMW s bij de uitvoering van hun opdracht, is de enorme verscheidenheid in hulp- en dienstverlening. Ten eerste zijn er grote verschillen tussen OCMW s in de mate waarin zij het beslissingsproces om te bepalen wie er in aanmerking komt voor (aanvullende) financiële steun hebben gestandaardiseerd: ongeveer een vierde van de OCMW s hanteerde in 2006 geen formele of informele normen, terwijl in ongeveer 63% van de OCMW s werd gebruik gemaakt van schriftelijke steunnormen om te bepalen aan wie bijkomende steun wordt gegeven, onder welke vorm en hoe de hoogte van de steun moet worden berekend. 1 Ten tweede blijken voor dezelfde cliëntsituaties er zeer grote verschillen te bestaan, zowel tussen als binnen OCMW s op vlak van de aard en de hoogte van de uitkeringen, en ook op het vlak van voorwaarden die aan de toekenning ervan worden gekoppeld. 2 Vanuit het gegeven dat menselijke waardigheid de basis vormt van de sociale grondrechten en vanuit het gegeven dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet, zou de woonplaats (en de daar geldende 1 Van Mechelen, N., & Bogaerts, K. (2008). Aanvullende steun in Vlaamse OCMW s. CSB-Berichten (juni 2008). 2 Beyns, K., Bruyndonckx, S., Schildermans, E., Van Beurden, V., Van Braeckel, F., & Van Deun, E. (2008). Menswaardig leven. Een onderzoek binnen de Kempense OCMW's, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel. Storms, B., Peeters, N., Cornelis, I., Reynaert, J.-F., Thijs, P., & Nisen, L. (2013). Ook getest op mensen. Referentiebudgetten als maatstaf voor de doeltreffendheid van de sociale bescherming. In L. Willy, P. Isabelle, J. Vranken & R. Van Rossem (Eds.), Armoede in België. Jaarboek 2013 (pp. 267-287). Leuven: Acco Cornelis, I., Peeters, N., Storrms, B. 2013. OCMW-steun en menselijke waardigheid. Onderzoek naar de effectiviteit van het implementeren van REMI voor het berekenen van de aanvullende steun door Vlaamse OCMW s. Geel: Cebud Pagina 1 van 6

normen en beslissingen van het OCMW, alsook de financiële draagkracht van het plaatselijke OCMW) geen bepalende factor mogen zijn van het feit of mensen wel of niet menswaardig kunnen leven. Langdurig moeten rondkomen met een niet-menswaardig inkomen is schadelijk voor mens en maatschappij Dat armoede schadelijk is voor de gezondheid, de cognitieve ontwikkeling, de relaties binnen en buiten het gezin, de deelname aan het maatschappelijk leven en het perspectief op werk blijkt uit Het maximum halen uit het minimum. In dit onderzoek zochten Van Thielen en Storms (2013) naar de mogelijke gevolgen van langdurig leven in armoede en toetsten zij hun resultaten af aan de internationale onderzoeksliteratuur over overlevingsstrategieën. 3 De kernboodschap uit dit onderzoek is dat personen in armoede niet bij de pakken blijven zitten. Op tal van terreinen voeren zij dagelijks strijd om hun hoofd en dat van hun kinderen boven water te kunnen houden. Zij hanteren hiervoor een waaier aan verschillende overlevingsstrategieën. Die kunnen worden gegroepeerd rond vijf grote clusters, namelijk: het stellen van prioriteiten, het beperken van uitgaven, het maken van schulden, het aanspreken van netwerken en het buiten de lijnen kleuren. Uit de gesprekken met kansarme ouders blijkt dat de dagelijkse strijd om te overleven veel energie vraagt. 4 Omdat iedereen, arm of rijk, slechts beschikt over een beperkte energiebron, is het belangrijk dat die energiebron niet steeds moet worden uitgeput. Anders bestaat het gevaar dat mensen hun zelfcontrole verliezen. 5 Recent nog werd wetenschappelijk aangetoond dat een tekort aan geld, net zoals de schaarste aan slaap of het gebrek aan tijd, leidt tot slechte beslissingen en verminderde cognitieve functies, en dit los van de kenmerken van de context of de individuele persoon. 6 Ook voor de maatschappij heeft armoede schadelijke gevolgen, zowel op financieel als op sociaal vlak. Denken we maar aan de extra overheidsuitgaven voor onder andere gezondheidszorg, werkloosheids- en bijstandsuitkeringen of de bijzondere jeugdbijstand. Griegs & Walker 7 raamden de financiële kost voor het bestrijden van kinderarmoede in Engeland in 2008 op 40 biljoen 8 pond per jaar. Op sociaal vlak tasten armoede en inkomensongelijkheid het maatschappelijk weefsel 9 aan en schemerstrategieën als uitkeringsfraude, zwartwerk, diefstal en andere vormen van criminaliteit ondermijnen de sociale cohesie 10. Referentiebudgetten tonen de weg naar een inclusieve samenleving De normatieve kracht die uitgaat van het fundamenteel recht op een menswaardig leven alsook bovengenoemde schadelijke gevolgen van het niet kunnen rondkomen, moet beleidsvoerders op diverse beleidsniveaus ertoe aanzetten te werken aan een inclusieve samenleving. Hierbij definiëren we sociale inclusie als het (resultaat van een) maatschappelijk proces dat vertrekt vanuit menselijke waardigheid en waarbij de maatschappelijke structuren en de heersende culturen worden aangepast met het oog op volwaardige maatschappelijke participatie van alle burgers. Dit vereist 3 Mensen gaan bij een te laag inkomen diverse tactieken toepassen om de basisbehoeften op een minimaal bevredigend niveau in te lossen. Deze bewuste handelingen om zich te handhaven in moeilijke situaties en beperkingen te overstijgen worden overlevingsstrategieën genoemd. Het kunnen zowel effectieve als minder effectieve strategieën zijn. 4 Niet in het minst omdat armoede de ervaren aspecten van andere tegenspoeden zoals ziekte, echtscheiding of eenzaamheid nog versterkt (Smith, Langa, Kabeto, &Ubel, 2005 in:kahneman, D. (2012). Ons feilbare denken: Business Contact) 5 Baumeister, R. F., & Tierney, J. (2012). Wilskracht. De herontdekking van de grootste kracht van de mens. Amsterdam: Nieuwezijds. 6 Mani, A., Mullainathan, S., Shafir, E., & Zhao, J. (2013a). Poverty impedes cognitive function. Science, 341(6149), 976-980. Mani, A., Mullainathan, S., Shafir, E., & Zhao, J. (2013b). Response to Comment on Poverty Impedes Cognitive Function. Science, 342(6163), 1169-1169. Shah, A. K., Mullainathan, S., &Shafir, E. (2012).Some consequences of having too little.science,338(6107), 682-685. 7 Griggs, J., & Walker, R. (2008). The costs of child poverty for individuals and society. A literature review (pp. 33). York: Joseph Rowntree Foundation. 8 Het Engelse biljoen wordt in het Nederlands een miljard genoemd. 9 Kennedy, B. P., Kawachi, I., Prothrow-Stith, D., Lochner, K., & Gupta, V. (1998).Social capital, income inequality, and firearm violent crime.social science & medicine, 47(1), 7-17. 10 Wilkinson, W., Picket, K. (2009).The spirit level. Why more equal societies almost always do better. London: Pinguin Books. Pagina 2 van 6

het faciliteren en stimuleren van kwetsbare burgers om zelf mee te werken aan structurele veranderingen. 11 Via het subjectief recht op maatschappelijke dienstverlening zijn OCMW s verplicht om iedere vraag tot materiële ondersteuning af te toetsen aan de vraag of een tussenkomst van de gemeenschap is aangewezen op grond van de menselijke waardigheid. De referentiebudgetten voor maatschappelijke participatie kunnen hierbij een inspirerend en richtinggevend kader vormen. Referentiebudgetten zijn geprijsde korven van goederen en diensten die een bepaalde levenstandaard vertegenwoordigen. 12 Uitgangsbasis bij de uitwerking van de Belgische referentiebudgetten zijn niet de klassieke productcategorieën zoals voeding, kleding, huishoudgoederen enzovoort, maar wel de fundamentele behoeften die moeten vervuld zijn om volwaardig te kunnen participeren aan de samenleving. Ze vertegenwoordigen een financiële ondergrens van wat gezonde en zelfredzame burgers in onze samenleving minimaal nodig hebben met het oog op volwaardige maatschappelijke deelname. 13 Geïnspireerd op het werk van Doyal en Gough 14 (1991) geven ze voor bepaalde typegezinnen het prijskaartje van noodzakelijke producten en diensten met het oog op de bevrediging van de universele behoeften gezondheid en autonomie. Deze twee universele behoeften worden verder geconcretiseerd in een tiental intermediaire behoeften. Om gezond te kunnen zijn en autonoom te kunnen handelen, moeten mensen beschikken over voldoende en adequate voeding, huisvesting, gezondheidszorg en persoonlijke verzorging, kleding, rust en ontspanning. Daarnaast moeten ze een veilige kindertijd hebben doorgemaakt, de mogelijkheden krijgen om betekenisvolle sociale relaties te onderhouden, zich veilig voelen en voldoende mobiel zijn. Naast de genoemde behoeften, was nog een derde criterium richtinggevend bij de opmaak van deze budgetten: ze moeten als haalbaar worden aanzien en aanvaard worden door wie ervan moet leven. Om deze reden worden alle budgetkorven uitgebreid besproken in focusgroepen met gewone burgers. Uiteindelijk zijn er referentiebudgetten geconstrueerd voor verschillende typegezinnen in verschillende socio-economische leefsituaties (al/niet beroepsactief, gepensioneerd, studerend, gezond/niet gezond, huurder in een sociale/private woning, eigenaar, gehuisvest in Vlaanderen, Brussel, Wallonië). Deze referentiebudgetten kunnen niet alleen goed worden gebruikt door organisaties als OCMW s, schuldbemiddelaars of arbeidsrechtbanken bij het beoordelen van leefsituaties in functie van de menselijke waardigheid, ze kunnen ook hun nut bewijzen voor consumenten die het moeilijk hebben om hun (beperkt) inkomen efficiënt te beheren. Referentiebudgetten kunnen consumenten helpen een beter zicht te krijgen op de eigen uitgavenpatronen en, indien gewenst, mee richting geven aan mogelijke aanpassingen. Zij zijn ook een geschikt instrument om de doeltreffendheid van het beleid op het vlak van minimuminkomensbescherming te beoordelen. Onderzoek op dit vlak leert dat de Belgische minimuminkomens onvoldoende adequaat zijn om alle burgers een menswaardig inkomen te garanderen. Vooral de hoge huisvestingskosten zorgen ervoor dat heel wat minimuminkomens, zowel uit sociale zekerheid als uit arbeid, niet volstaan om alle noodzakelijke uitgaven te kunnen bekostigen. De situatie is gunstiger voor gezinnen met beperkte huisvestingskosten. Hiermee bedoelen we gezinnen die een woning huren op de sociale huisvestingsmarkt aan de daar geldende minimumhuurprijzen of gezinnen die eigenaar zijn van een woning waarvan de hypotheek reeds is afbetaald. De laagste inkomens (leefloon en minimumwerkloosheidsuitkeringen) daarentegen volstaan evenmin voor gezinnen met kinderen in deze relatief gunstige woonsituaties. Meer in het bijzonder nemen de tekorten toe met de leeftijd van de kinderen en met het aantal kinderen in het gezin omdat de kinderbijslagen de minimumkosten van kinderen niet dekken. 15 11 Storms, B. (2012). Referentiebudgetten voor maatschappelijke participatie. Doctoraal proefschrift. Universiteit Antwerpen, Antwerpen. 12 Bradshaw, J. (1993). Budget standards for the United Kingdom. Aldershot: Avebury 13 Dit wil zeggen dat het risico op armoede en sociale uitsluiting voor iedere burger bijzonder groot wordt indien het gezinsinkomen zich situeert beneden deze grens. Anderzijds zijn er ook heel wat mensen voor wie een inkomen boven deze grens niet volstaat omdat ze niet volledig zelfredzaam zijn, een chronische ziekte of handicap hebben, 14 Doyal, L., & Gough, I. (1991). A theory of human need. Houndmills: Macmillan Education Ltd. 15 Storms, B., & Bogaerts, K. (2012). De doeltreffendheid van de minimuminkomensbescherming in België. Wat leren de referentiebudgetten? In D. Dierckx, J. Coene & A. Van Haarlem (Eds.), Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2012 (pp. 89-106). Leuven: Acco. Storms, B., & Bogaerts, K. (2012). Kind van de rekening. Onderzoek naar de doeltreffendheid van de tegemoetkomingen voor kinderen ten laste (te verschijnen). Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 54(4), 593-639. Storms, B., Peeters, N., Cornelis, I., Reynaert, J.-F., Thijs, P., & Nisen, L. (2013).Ook getest op mensen. Referentiebudgetten als maatstaf voor de doeltreffendheid van de sociale bescherming. In L. Willy, P. Isabelle, J. Vranken & R. Van Rossem (Eds.), Armoede in België. Jaarboek 2013 (pp. 267-287). Leuven: Acco. Pagina 3 van 6

Ten slotte reiken de referentiebudgetten politici concrete handvatten aan bij het voeren van een inclusief, participatief en integraal beleid waarin basisinstituties toegankelijk (lees: betaalbaar, bruikbaar, bereikbaar) zijn voor iedereen en in het bijzonder voor de meest kwetsbare burgers. Ze laten immers zeer duidelijk zien wat de impact is van de kosten die gezinnen moeten maken voor huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs of mobiliteit op hun bestedingsmogelijkheden. Indien de overheid erin slaagt deze kosten betaalbaar te houden voor lage inkomensgezinnen voert ze een op preventie gericht armoedebestrijdingsbeleid. Zulk beleid is niet alleen effectief omdat het doelbewust en systematisch 16 armoede helpt voorkomen, het is wellicht ook efficiënt want kosteneffectief op lange termijn. Het recht op maatschappelijke dienstverlening kan als dusdanig worden gezien als een hefboom tot verandering van sociale verhoudingen 17 : datgene doen wat in een concrete situatie, in overleg en samen met de cliënten, mogelijk is met het oog op volwaardige maatschappelijke deelname. REMI: een gebruiksvriendelijke webapplicatie voor OCMW s die wensen in te zetten op een rechtvaardige en meer uniforme uitvoering van het recht op maatschappelijke dienstverlening De referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen werden ontwikkeld om voor verschillende gezinstypes, in zeer diverse omstandigheden, een minimaal budget voor volwaardige maatschappelijke participatie te berekenen. Omdat de veelheid aan typegezinnen en individuele situaties in de bestaande praktijk niet altijd zo gemakkelijk hanteerbaar is, werd in nauw overleg met een gebruikersgroep een instrument ontwikkeld, REMI, dat maatschappelijk werkers toelaat om, aangepast aan de individuele cliëntsituatie, te komen tot een voorstel van een richtbudget dat een menswaardig leven kan garanderen. Voor REMI werden de producten en diensten uit deze verschillende korven gehergroepeerd in de drie bestedingscategorieën: vaste uitgaven, leefgeld (variabele uitgaven) en reserveringsuitgaven (spaargeld bedoeld voor het vervangen van duurzame consumptiegoederen). Deze brede categorieën zijn verder onderverdeeld in meer concrete bestedingscategorieën. Zo wordt bij de vaste kosten aangegeven hoeveel per maand naar huisvesting, telefonie en dergelijk zal gaan. Bij het leefgeld wordt per categorie (bv. voeding, klein onderhoud woning, ) het minimumbedrag opgenomen, zoals berekend volgens de referentiebudgetten, maar is er tevens ruimte om dit aan te passen aan een voor de cliënt aangepast streefbedrag. Op die manier wordt de autonomie van de cliënt mee ingebouwd in REMI. Daarnaast geeft de gedetailleerde output van REMI ook veel autonomie aan de OCMW s om verschillende invullingen te geven aan het garanderen van een menswaardig bestaan voor hun cliënten. Men kan zowel proberen om de besteedbare inkomens te verhogen (uitputten van rechten, arbeidsmarkttrajectbegeleiding, aanvullende financiële steun), alsook trachten de uitgaven te verlagen (verminderingen op gemeentelijke retributies, sociale huisvesting, energiebesparende maatregelen, vrije tijdscheques, ). REMI is dus duidelijk geen rekenmachine, dat één bedrag berekent per cliëntsituatie, maar wel een instrument dat op maat van iedere cliëntsituatie, referentiebudgetten berekent waaraan, in nauwe samenspraak met de cliënt, individuele situaties kunnen worden getoetst en waaruit duidelijk wordt welke inspanningen door het OCMW en de cliënt kunnen worden geleverd in functie van het garanderen van een menswaardig inkomen. De output is een voor iedere cliënt haalbaar budgetoverzicht van vaste kosten, leefkosten en reserveringsuitgaven die noodzakelijk zijn om een leven te kunnen leiden in menselijke waardigheid. Het project dat we in opdracht van de Vlaamse overheid opzetten met het oog op een mogelijke implementatie van het instrument in de Vlaamse OCMW s, brengt een aantal duidelijke troeven van REMI in kaart. 18 Vooreerst reikt het instrument uniforme criteria aan om een menswaardig inkomen te berekenen, op maat van elke cliëntsituatie. Gezien uit dit onderzoek, net als uit eerdere studies, een grote variabiliteit in toekenningen blijkt, zowel tussen als binnen OCMW s, zou het hanteren Cornelis, I., Peeters, N., Storrms, B. 2013. OCMW-steun en menselijke waardigheid. Onderzoek naar de effectiviteit van het implementeren van REMI voor het berekenen van de aanvullende steun door Vlaamse OCMW s. Geel: Cebud 16 Goris, P., Burssens, D., Melis, B., & Vettenburg, N. (2007). Wenselijke preventie stap voor stap. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. 17 HUBEAU, B. (1995). De doorwerking van de sociale grondrechten in de Belgische grondwet: over de maximalisten en de minimalisten, in: VRANKEN, J., GELDOF, D.,VAN MENXEL, G. 5(eds). Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 1995 pp. 157-166).Leuven: Acco 18 Cornelis, I., Peeters, N., Storrms, B. 2013. OCMW-steun en menselijke waardigheid. Onderzoek naar de effectiviteit van het implementeren van REMI voor het berekenen van de aanvullende steun door Vlaamse OCMW s. Geel: Cebud Pagina 4 van 6

van REMI kunnen bijdragen aan een sensibilisering van de maatschappelijk werkers en raadsleden rond deze thematiek (cfr. initiatief nr. 76 uit het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding). Bovendien leidt de kennismaking met referentiebudgetten en het instrument REMI tot een iets accuratere inschatting door de maatschappelijk werkers van welk budget een gezin minimaal nodig heeft om menswaardig te kunnen leven. Daarnaast geven maatschappelijk werkers ook aan dat REMI toelaat om een duidelijk zicht te krijgen op de financiële situatie van de cliënten. REMI kan met andere woorden niet alleen worden gebruikt om referentiebedragen aan te reiken, maar kan ook een leidraad zijn voor de hulpverlener om op gestructureerde wijze informatie te verzamelen en een dossier aan te leggen over de financiële situatie van een cliënt. Pas na een zorgvuldige afweging van alle inkomsten en uitgaven van een cliënt, kan een correcte inschatting worden gemaakt van diens behoeften. REMI zou met andere woorden ook een bijdrage kunnen leveren tot het voeren van een degelijk inkomensonderzoek, of kan daar tenminste de aanleiding toe vormen. Ten slotte levert de output van REMI ook een duidelijk overzicht op van de financiële situatie van cliënten, waarbij op een enkele pagina een duidelijk overzicht wordt gemaakt van de huidige inkomsten en noodzakelijke uitgaven van de cliënt. Uit de feedback van OCMW-raadsleden blijkt dat deze output toelaat om, zelfs voor grotere aantallen dossiers, beter gefundeerde beslissingen te kunnen nemen omdat alle informatie overzichtelijk en eenvormig wordt gepresenteerd. De output van REMI kan op deze manier dus versterkend werken voor zowel maatschappelijk werkers als OCMW-raadsleden. Daarenboven kan deze output van REMI ook een leidraad vormen om in de begeleiding het gesprek aan te gaan met de cliënten inzake zijn of haar financiële situatie en om samen met de cliënt te zoeken naar mogelijke alternatieven of maatregelen om inkomsten te vergroten of uitgaven te verlagen. Uit onze resultaten blijkt dat, vooral in begeleiding van cliënten met schulden, door de maatschappelijk werkers vaak wordt gewerkt met budgetoverzichten, maar dat referentiebedragen relatief weinig worden gebruikt. REMI en de output van deze applicatie kunnen hier dus een zinvolle aanvulling betekenen in de praktijk van de dagelijkse begeleiding van cliënten door maatschappelijk werkers. Om referentiebudgetten en REMI in de praktijk van OCMW s optimaal aan te wenden is het nodig om rekening te houden met een aantal richtlijnen en aandachtspunten. Ten eerste is het zo dat het gebruik van REMI binnen de financiële dienstverlening door een OCMW zowel raadsleden als maatschappelijk werkers aanzet tot nadenken over de wijze waarop het begrip menselijke waardigheid (art. 1 OCMW Wet) concreet kan worden geoperationaliseerd en geëxpliciteerd. Heel wat beslissingen die voordien eerder ad hoc werden genomen of praktijken die sinds lange tijd impliciet het handelen van maatschappelijk werkers en raadsleden stuurden, dienen nu te worden geëxpliciteerd om eenvormig te kunnen worden toegepast in gelijkaardige cliëntsituaties. Daarnaast creëert het toekennen van aanvullende financiële steun op het niveau van de referentiebudgetten ademruimte en mogelijkheden voor cliënten om hun leven op orde te krijgen. Tegelijk stellen maatschappelijk werkers vast dat niet alle cliënten over de nodige competenties en/of inschattingsvermogen beschikken om daar op een oordeelkundige wijze mee om te springen. Idealiter worden, indien nodig, maatregelen om financiële steun toe te kennen dan ook gekoppeld aan bijkomende interventies die tot doel hebben om cliënten te versterken op het vlak van het autonoom en duurzaam beheren van het eigen budget. Deze interventies zijn tijdsintensief, terwijl maatschappelijk werkers al vaak onder zware werkbelasting functioneren. Een mogelijke oplossing hiervoor ligt in het aanbieden van (preventieve) groepsgerichte budgethulpverlening waarbij cliënten gecoacht worden in het versterken van hun financiële competenties. Dit resulteert in een tijdsbesparing voor de hulpverlener en het creëert een situatie waarbij cliënten ervaringen met elkaar kunnen delen en elkaar kunnen versterken. Uit de resultaten van het huidige onderzoek blijkt in elk geval dat deze groepshulpverlening door de deelnemers zeer positief werd geëvalueerd én dat er vooruitgang werd geboekt op bepaalde vlakken van algemeen welzijn en spaargedrag. Pagina 5 van 6

Webapplicatie REMI gratis in 2014 voor OCMW s die in streven naar een rechtvaardige en meer uniforme uitvoering van het recht op maatschappelijke dienstverlening OCMW s die in 2014 gebruik wensen te maken van de webapplicatie REMI voor het beoordelen van leefsituaties in functie van de menselijke waardigheid kunnen een e-mail sturen naar info@cebud.be. Hun maatschappelijk werkers krijgen dan een unieke login samen met een gebruikersgids en een lijst met regelmatig gestelde vragen en hun antwoorden. Indien gewenst kunnen deze maatschappelijk werkers in 2014 een demosessie bijwonen waarin de webapplicatie concreet wordt toegelicht. Wat gaat dit kosten voor OCMW s? Een eenduidig antwoord geven op de vraag hoeveel het een OCMW meer of minder zal kosten wanneer de aanvullende financiële steun (AFS) wordt toegekend op basis van REMI, kunnen we niet. De financiële implicaties van het gebruik van REMI zijn namelijk afhankelijk van hoeveel AFS het OCMW nu al toekent, van het profiel van de cliënten (gezinssamenstelling, woonsituatie en inkomenssituatie) en van de mate waarin het OCMW schulden in aanmerking neemt bij het beoordelen van leefsituaties in functie van de menselijke waardigheid. We kunnen wel de impact van REMI proberen in te schatten op basis van simulatie. De maximale financiële impact van het gebruik van de referentiebudgetten bij de toekenning van aanvullende financiële steun berekenden we aan de hand van een simulatie die steunt op volgende premissen. We veronderstellen dat alle cliënten leefloongerechtigd zijn en, bij kinderlast, ook recht hebben op gewaarborgde kinderbijslag, belastingkrediet en studietoelage. Verder gaan we ervan uit dat momenteel in het OCMW geen enkele vorm van AFS wordt toegekend. De samenstelling van de cliëntenpopulatie naar gezinstype is als volgt: 40,3% van de leefloondossiers betreft alleenstaanden, 31,5% samenwonenden en 28,2% over alleenstaanden of koppels met kinderen. Omdat huisvestingskosten een grote hap uit het huishoudbudget nemen en de huurprijzen van sociale woningen veel lager dan liggen die op de private markt, berekenen we de maximale meerkost van REMI apart voor cliënten die op de private markt huren en cliënten die een sociale woning huren. Cliënten met leefloon die huren op de private markt en hiervoor een mediane huurprijs betalen, zouden volgens de referentiebudgetten gemiddeld 310 AFS per maand nodig hebben om volwaardig aan de samenleving te kunnen deelnemen. Omdat deze simulatie uitgaat van cliënten die nog geen AFS ontvangen, is dit bedrag integraal een meerkost voor het OCMW. Voor alleenstaanden zonder kinderen bedraagt de AFS volgens REMI 274, voor koppels zonder kinderen 371, voor alleenstaanden met kinderen 234, voor koppels met kinderen 516. Cliënten met leefloon die een sociale woning betrekken en hier de minimum huurprijs betalen hebben gemiddeld 86 AFS nodig om menswaardig te kunnen leven. Een alleenstaande zonder kinderen krijgt met REMI gemiddeld 46 steun meer, een koppel zonder kinderen 205 meer, een alleenstaande met kinderen 53 minder en een koppel met kinderen 229 meer. Pagina 6 van 6